E140014
  ruit icoon
Laatste revisie: 14-03-2018

E140014 - Voorstel voor een herschikking van de verordening betreffende de visumcode van de Unie



Dit voorstel maakt deel uit van een pakket (zie ook E140015) waarmee de Europese Commissie een aanzienlijke verkorting en vereenvoudiging beoogt van de procedures voor onderdanen van derde landen die voor een kort verblijf (ten hoogste drie maanden binnen een periode van zes maanden) naar de EU willen komen. Volgens de Europese Commissie zal de herziening van de visumcode leiden tot meer economische groei en werkgelegenheid, zonder dat de veiligheid in gedrang komt.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

Op 3 november 2015 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van de JBZ-Raad van 8-9 oktober 2015, waarin het voorstel over de visumcode stond geagendeerd, en nam dit gedeelte van het verslag voor kennisgeving aan.

Europees

Het voorstel voor een herschikking van de verordening betreffende de visumcode van de Unie is op 4 juli 2018 ingetrokken door de Europese Commissie.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2014)164PDF-document, d.d. 1 april 2014

rechtsgrondslag

Artikel 77(2)(a) van het VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwant dossier


Behandeling Eerste Kamer

Op 3 november 2015 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van de JBZ-Raad van 8-9 oktober 2015, waarin het voorstel over de visumcode stond geagendeerd, en nam dit gedeelte van het verslag voor kennisgeving aan.

Op 6 oktober 2015 besprak de commissie I&A/JBZ de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 8-9 oktober 2015, waarbij dit voorstel ook werd genoemd. De commissie besloot de geannoteerde agenda voor kennisgeving aan te nemen.

De commissie I&A/JBZ besprak de reactie van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 18 december 2014 op 13 januari 2015 en nam deze voor kennisgeving aan. De commissie blijft de onderhandelingen over het dossier kritisch volgen.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie reageerde op 18 december 2014 op de vragen van de leden van GroenLinks, SP en D66 in de commissie I&A/JBZ van 3 december 2014. In zijn reactie geeft de staatssecretaris onder meer aan dat EU-wetgeving op visumgebied voldoende waarborgen biedt voor een behoorlijke rechtsgang. Verder stelt de staatssecretaris dat verschillen in procedures tussen lidstaten niet zijn uit te sluiten maar dat dit nog geen grond is voor een oordeel dat de procedures in andere lidstaten geen effectief rechtsmiddel zouden zijn.

De leden van de fracties van GroenLinks, SP en D66 besloten op 2 december 2014 naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 4-5 december 2014 en een notitie van de commissie Meijers vragen te stellen aan de regering, onder meer over het verordeningsvoorstel. De leden vragen de regering om te reageren op de stelling van de commissie Meijers dat het verordeningsvoorstel geen duidelijke waarborg biedt voor toegang tot de rechter bij een afwijzing van een visumaanvraag. De brief aan de regering werd op 3 december 2014 verstuurd.

De commissie I&A/JBZ nam op 9 september 2014 de reactie van de regering op vragen van de fracties van D66 en GroenLinks van 1 juli 2014 voor kennisgeving aan. De commissie gaf aan het dossier te blijven volgen.

De minister van Buitenlandse Zaken heeft mede namens de staatssecretaris van Veiligheid & Justitie op 31 juli 2014 per brief gereageerd op de vragen (zie ook E140015) van 1 juli 2014. Deze reactie zal op 9 september 2014 worden besproken in de commissievergadering.

De leden van de fracties van D66 en GroenLinks in de commissie I&A/JBZ hebben op 1 juli 2014 een brief verstuurd aan de minister van Veiligheid & Justitie met vragen en opmerkingen over het visumpakket (zie ook E140015). De leden van de fractie van SP sloten zich hierbij aan.

De commissie I&A/JBZ besloot op 10 juni 2014 inbreng voor schriftelijk overleg aan te houden tot 24 juni 2014.

De commissie I&A/JBZ besloot op 3 juni 2014 inbreng voor schriftelijk overleg aan te houden tot 10 juni 2014.

De Kamer ontving het BNC-fiche op 28 mei 2014. De commissie I&A/JBZ zal op 3 juni 2014 inbreng leveren voor schriftelijk overleg.

Op 2 mei 2014 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken een brief aan de Kamer met daarin het bericht dat het BNC-fiche niet binnen de zes-weken termijn naar de Kamer kan worden verzonden.

De commissie I&A/JBZ besloot op 8 april 2014 een inbrengvergadering te plannen na de ontvangst van het Nederlands regeringsstandpunt (BNC-fiche).

De commissie I&A/JBZ heeft dit voorstel als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2013 van de Europese Commissie.


Behandeling Tweede Kamer

De Tweede Kamer beëindigde op 18 juni 2014 het behandelvoorbehoud bij het visapakket (onderhavig voorstel en E140015) met de volgende afspraken: de Tweede Kamer wordt maximaal geïnformeerd over de inhoud en het verloop van de onderhandelingen, in elk geval voorafgaand aan iedere JBZ-Raad. Daarin worden de volgende aspecten meegenomen:

  • handhaving en controle;
  • De verplichte reisverzekering;
  • Het illegaal verblijf;
  • De geldigheid van het rondreisvisum;
  • De fraude door visumverstrekking door derden.

Op 6 juni 2014 stuurde de voorzitter van de commissie Europese Zaken een brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer met daarin het advies het parlementair behandelvoorbehoud bij het visumpakket (onderhavig voorstel en E140015) officieel te beëindigen.

Het voorstel is besproken tijdens het algemeen overleg over de JBZ-Raad van 5-6 juni 2014 op 4 juni 2014. Er werder de volgende afspraken gemaakt met het kabinet over het behandelvoorbehoud: de Kamer wil maximaal geïnformeerd worden over de inhoud en het verloop van de onderhandelingen en in elk geval voorafgaand aan elke JBZ-raad; de aspecten zijn handhaving en controle, reisverzekering, illegaal verblijf, geldigheid van het rondreisvisum en fraude visumversnelling door derden.

De Tweede Kamer plaatste op 27 mei 2014 een parlementair behandelvoorbehoud bij onderhavig voorstel en het voorstel tot instelling van een rondreisvisum (E140015).

De commissie voor Veiligheid en Justitie besloot tijdens een procedurevergadering op 22 mei 2014 de Tweede Kamer te verzoeken een parlementair behandelvoorbehoud te plaatsen bij het visumpakket. Daarnaast zal de minister van Buitenlandse Zaken worden verzocht

het BNC-fiche vóór het algemeen overleg JBZ-Raad van 4 juni 2014 aan de Kamer te doen toekomen.

Op 21 mei 2014 verzorgden ambtenaren van de Europese Commissie een technische brief voor de commissie van Veiligheid en Justitie over het visumpakket (onderhavig voorstel en het voorstel tot instelling van een rondreisvisum (E140015).


Standpunt Nederlandse regering

De regering stuurde op 28 mei 2014 het BNC-fiche aan de Kamer. Hieruit blijkt onder meer dat Nederland de verdere harmonisatie van het visumbeleid en facilitering van het verstrekken van visa aan bonafide reizigers steunt. Inzet zal zijn om de Nederlandse belangen die met visumverlening zijn gediend te borgen door de visumprocedure zo eenvoudig mogelijk te maken, zonder dat dit ten koste gaat van de handhaving en risico’s op het gebied van illegale migratie, openbare orde en veiligheid of de internationale betrekkingen. Nederland wil de mogelijkheid nationale luchthaventransitvisumplicht te hanteren voor bepaalde nationaliteiten onbeperkt handhaven. Daarnaast vindt Nederland de verkorte beslistermijnen niet realistisch en de verplichte vertegenwoordiging te ver gaan.

Op 2 mei 2014 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken een brief aan de Kamer met daarin het bericht dat het BNC-fiche niet binnen de zes-weken termijn naar de Kamer kan worden verzonden.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Dit voorstel maakt deel uit van een pakket (zie ook E140015) waarmee de Europese Commissie een aanzienlijke verkorting en vereenvoudiging van de procedures voor onderdanen van derde landen die voor een kort verblijf (ten hoogste drie maanden binnen een periode van zes maanden) naar de EU willen komen. Volgens de Europese Commissie zal de herziening van de visumcode leiden tot meer economische groei en werkgelegenheid, zonder dat de veiligheid in gedrang komt.

De belangrijkste onderdelen van het voorstel zijn:

  • het aanvragen van een visum voor kort verblijf wordt vereenvoudigd en de beslissing over de afgifte wordt teruggebracht van vijftien naar tien dagen. Voor naaste familieleden van burgers van de Unie worden nog verdere procedurele vereenvoudigingen voorgesteld, dit om familiebezoeken te vergemakkelijken;
  • Visumaanvragers moeten een visum in een andere EU-lidstaat kunnen aanvragen, als de lidstaat die bevoegd is om de aanvraag te behandelen, niet aanwezig of vertegenwoordigd is in het land van de aanvrager;
  • Voor terugkerende reizigers wordt het reizen sterk vereenvoudigd: zij krijgen een meervoudig visum dat drie, en daarna vijf jaar geldig is;
  • Het aanvraagformulier wordt vereenvoudigd en gestandaardiseerd en visa kunnen ook online worden aangevraagd;
  • De lidstaten kunnen speciale regelingen hanteren om aan de grens visa af te geven die vijftien dagen geldig zijn in één Schengenland;
  • De lidstaten kunnen makkelijker visa afgeven aan bezoekers van grote evenementen.


Behandeling Raad

Op 13 april 2016 is het mandaat verstrekt om de onderhandeling met het EP te starten. Op 17 november 2016 is besloten de onderhandelingen op te schorten omdat het EP insisteert op opname van humanitaire visa en de Raad hier tegen is.

JBZ-Raad 8-9 oktober 2015 (agendapunt I.2)

Het Voorzitterschap presenteerde kort een nota waarin het de Raad een consistente en alomvattende benadering voorstelt waar rekening wordt gehouden met inspanningen op het gebied van readmissie, veiligheid en grenzen, terwijl gewerkt wordt aan een positieve benadering van het visumbeleid ten behoeve van de Europese economie en in het bijzonder het toerisme. Hierop werd door geen enkele lidstaat geïntervenieerd en de discussie zal worden voorgezet in de Raadswerkgroep.

JBZ-Raad 4-5 december 2014

Commissaris Avramopoulos vroeg het inkomend Voorzitterschap om voortgang te boeken met betrekking tot het visumpakket.

JBZ-Raad 9-10 oktober 2014

Tijdens de Raad is het voorstel besproken. Het Voorzitterschap gaf aan dat de voorstellen verder worden besproken op expertniveau en dat dhr. Lopez Aguilar (S&D) is aangesteld als rapporteur voor het Europees Parlement. Het voorzitterschap gaf aan alles te zullen doen om de behandeling van deze voorstellen te versnellen.

JBZ-Raad 5-6 juni 2014

Tijdens de Raad heeft de Europese Commissie het verordeningsvoorstel gepresenteerd.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 6 maart 2018 publiceerde het Europees Parlement een briefingPDF-document inzake een beoordeling van de implementatie van de verordeningen met betrekking tot de visum code en het visa informatiesysteem.

Op 31 augustus 2015 heeft de rapporteur Juan Fernando López Aguilar zijn ontwerpverslag over dit voorstel gepubliceerd.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

De deadline voor het indienen van eventuele subsidiariteitsbezwaren was 11 juni 2014.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 1 november 2014 publiceerde de commissie Meijers een notitie naar aanleiding van de JBZ-Raad van 4-5 december 2014. In de notitie stelt de commissie Meijers met betrekking tot het voorstel wederom dat de huidige gang van zaken een reëel obstakel vormt voor justitiabelen om effectieve rechtsbescherming tegen een onrechtmatige weigering te verkrijgen.

De commissie Meijers publiceerde op 3 november 2014 wederom een notitie over het voorstel. In de notitie stelt de Commissie Meijers een aantal amendementen voor. Deze amendementen hebben voornamelijk betrekking op het recht om in beroep te gaan bij een afwijzing van een visum.

Op 6 oktober 2014 publiceerde de Commissie Meijers een notitie ten behoeve van het Algemeen Overleg van de Tweede Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie over de JBZ-Raad van 9-10 oktober 2014. In de notitie stelt de Commissie Meijers dat een belangrijke lacune in de rechtsbescherming bij de vertegenwoordiging in dit voorstel niet wordt opgepakt, namelijk dat rechtbanken in een aantal lidstaten vaak weigeren kennis te nemen van beroepen die zijn ingesteld tegen visumweigeringen indien het weigeringsbesluit is genomen door het consulaat van een andere lidstaat dat optreedt in naam van de lidstaat waartegen wordt geprocedeerd die immers de lidstaat van bestemming is. Volgens de Commissie Meijers vormt de huidige gang van zaken een reeel obstakel voor justitiabelen om effectieve rechtsbescherming tegen een onrechtmatige weigering te verkrijgen.

De commissie Meijers publiceerde op 29 augustus 2014 een notitie gericht aan de leden van de LIBE commissie van het Europees Parlement met daarin een overzicht van voorstellen op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken die nog niet zijn afgerond in de vorige termijn van het Europees Parlement. De commissie Meijers roept de onder meer op bij de herziening van de visumcode aandacht te besteden aan een tekortkoming in de wetgeving die zich volgens de commissie Meijers voordoet wanneer een lidstaat een andere lidstaat vertegenwoordigd.


Alle bronnen