E220003
  ruit icoon
Laatste revisie: 29-02-2024

E220003 - Voorstellen voor een EU-code voor politiële samenwerking



Op 8 december 2021 stelde de Europese Commissie een EU-code voor politiële samenwerking voor. Dit pakket bestaat uit drie voorstellen:

  • Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake operationele politiële samenwerking (COM(2021)780PDF-document)
  • Voorstel voor een Richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten (COM(2021)782PDF-document)
  • Voorstel voor een Verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking ("Prüm II") (COM(2021)784PDF-document)

Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 13 september 2022 besloot de commissie het antwoord van de Europese Commissie voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 26 februari 2024 stemde de raad in met het voorlopig akkoord inzake het voorstel voor een Verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking ("Prüm II") (COM(2021)784PDF-document). De Verordening zal gepubliceerd worden in het Publicatieblad van de Europese Unie, waar het na de 20e dag na publicatie in werking zal treden.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake operationele politiële samenwerking

document Europese Commissie

COM(2021)780PDF-document, d.d. 8 december 2021

rechtsgrondslag

Art. 87 (1), (2), (3), art. 89, art. 292 VWEU

commissie Eerste Kamer

verwant dossier


Implementatie

Op 13 juni 2022 is de aanbeveling (L 158/53PDF-document) inzake operationele samenwerking op het gebied van rechtshandhaving gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De lidstaten wordt aanbevolen de aanbeveling zo spoedig mogelijk uit te voeren. De Europese Commissie beoordeelt uiterlijk twee jaar na aanneming van de aanbeveling welke lidstaten hieraan gevolg hebben gegeven en overlegt een verslag aan de Raad. De voortgang van de implementatie van de richtlijn in nationale wetgeving ligt niet op schema.

Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen vierde kwartaal 2023


Behandeling Eerste Kamer

Op 13 september 2022 besloot de commissie het antwoord van de Europese Commissie voor kennisgeving aan te nemen.

Op 11 juli 2022 stuurde de Europese Commissie een antwoord (EK, C) een antwoord op de brief van 29 maart 2022 (EK, A).

Op 10 mei 2022 nam de commissie de beantwoording van de minister voor kennisgeving aan.

Op 26 april 2022 stuurde de minister van Justitie en Veiligheid een antwoord op de brief met vragen van 22 maart 2022. Op 3 mei 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg (EK, B) vastgesteld.

Op 29 maart 2022 is de brief met vragen van de fractie van GroenLinks verzonden aan de Europese Commissie (EK, A).

Op 22 maart 2022 is de brief met vragen van de fracties van VVD, GroenLinks, de PVV en 50PLUS verzonden aan de minister van Justitie en Veiligheid.

Op 15 maart 2022 leverde de commissie inbreng voor schriftelijk overleg.

Op 15 februari 2022 besloot de commissie op 15 maart 2022 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.

Op 4 februari 2022 ontving de Kamer de BNC-fiches over de voorstellen.

Op 14 december 2021 besloot de commissie de voorstellen in behandeling te nemen. Zij besloot de BNC-fiches af te wachten alvorens een datum voor inbreng voor schriftelijk overleg te bepalen.


Behandeling Tweede Kamer

In het schriftelijk overleg over de JBZ-Raad van 9-10 juni 2022 (32.317, 763) stellen leden van de commissie J&V onder meer een vraag over de Prüm II Verordening. Op 15 juni 2022 nam de commissie J&V de antwoorden van de regering voor kennisgeving aan.

Op 17 februari 2022 besloot de commissie J&V de BNC-fiches over de voorstellen te agenderen voor het schriftelijk overleg op 28 februari 2022 over de JBZ-Raad van 3 en 4 maart 2022. Op 2 maart 2022 stuurden de ministers van J&V en voor Rechtsbescherming een antwoord. Op 4 maart 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (32.317, 752).


Standpunt Nederlandse regering

BNC-fiche over COM(2021)780

Op 4 februari 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche over het voorstel COM(2021)780. Het kabinet is positief over deze aanbeveling en steunt het idee dat de politie zo makkelijk mogelijk kan samenwerken tegen grensoverschrijdende criminaliteit. Het kabinet zet in op informatie-uitwisseling, de voortzetting van de Joint Investigation Teams (JIT) en gezamenlijke EU-opleidingen en gespecialiseerde apps.

Het kabinet plaatst wel een aantal vraagtekens bij het voorstel. Zo vindt het kabinet onder meer dat duidelijke kaders en waarborgen ontbreken. Het kabinet wil dat bestaande bi- en multilaterale afspraken over belemmeringen in grensgebieden benut worden. Het herziene Benelux politieverdrag ziet het kabinet als uitgangspunt. Verder vindt het kabinet de wens om binnen zes maanden de nationale regelgeving en internationale afspraken te wijzigen niet reëel. En wil het kabinet bijvoorbeeld ook dat het grensvlak tussen toezicht (surveillance) in het kader van de Schengenregelgeving en opsporing in het kader van het strafrecht verduidelijkt wordt.

Bevoegdheid

Volgens het kabinet blijven met dit voorstel de bevoegdheden van de lidstaten geëerbiedigd en blijft de nationale veiligheid de uitsluitende verantwoordelijkheid van de lidstaat. Het kabinet kan zich vinden in de voorgestelde rechtsgrondslagen (artikel 87 (3), artikel 89, artikel 292 VWEU). Volgens artikel 4 (2, j) VWEU hebben de EU en de lidstaten een gedeelde bevoegdheid op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht.

Subsidiariteit

De subsidiariteit van het voorstel beoordeelt het kabinet positief. Georganiseerde criminaliteit, mensensmokkel en mensenhandel zijn volgens het kabinet inherent grensoverschrijdend, en daarom kan het doel van de aanbeveling beter op EU-niveau worden bereikt, aldus het kabinet.

Proportionaliteit

Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit van het voorstel positief, maar plaatst wel een kanttekening bij de mogelijk politieke verplichting om de maatregelen uit te voeren en de dwingende formulering van de aanbeveling. Daarnaast onderstreept het kabinet de noodzaak voor voorwaarden en waarborgen.

Krachtenveld

De meeste lidstaten verwelkomen de aanbeveling, maar stellen wel vragen bij de definities, het uitbreiden van de lijst van ernstige strafbare feiten, het gebruik van wapens, het omvormen van de gemeenschappelijke politie en douanecentra, het voorgestelde coördinatie platform, en de verplichting en termijn waarbinnen nationale wetgeving moet worden aangepast en bi- of multilaterale overeenkomsten moeten worden herzien. Het standpunt van het Europees Parlement is nog niet bekend.

BNC-fiche over COM(2021)782

Op 4 februari 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche over het voorstel COM(2021)782. Het kabinet verwelkomt de nieuwe regels voor informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsautoriteiten.

Het kabinet merkt wel op dat er in de Richtlijn minder ruimte is om een informatieverzoek te weigeren dan in bestaande regelgeving en zal zich ervoor inzetten om op dit punt de ruimte te behouden. Daarnaast heeft het kabinet twijfels bij onder meer de haalbaarheid van de aangescherpte reactietermijnen voor informatieverzoeken, de minimumvereisten van SPOCs (Single Point of Contacts), de haalbaarheid van de operationaliteit van een CMS (Case Management Systeem) binnen twee jaar, het exclusieve gebruik van communicatiekanaal SIENA en het delen met Europol van communicatie omtrent informatieverzoeken.

Bevoegdheid

Het oordeel van het kabinet over de bevoegdheid van de EU voor het voorstel is positief. Het kabinet kan zich vinden in de rechtsgrondslag artikel 87 (2, a) VWEU. Op het terrein van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4 (2, j) VWEU).

Subsidiariteit

Het kabinet heeft een positief oordeel over de subsidiariteit van het voorstel. Volgens het kabinet kan verbetering van informatie-uitwisseling ter bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit beter op EU-niveau worden bereikt dan door de lidstaten. Bovendien kan een wijziging van bestaande EU-regelgeving alleen op EU-niveau plaatsvinden, aldus het kabinet.

Proportionaliteit

Het kabinet oordeelt positief over de proportionaliteit van het voorstel, maar plaatst wel een kanttekening bij de minimumeisen van SPOCs, die volgens het kabinet flexibeler moeten zijn. Ook is het kabinet geen voorstander van het exclusieve gebruik van het communicatiekanaal SIENA en de verplichting om Europol een kopie te geven van communicatie omtrent informatieverzoeken.

Krachtenveld

Over het algemeen is er onder EU-lidstaten brede steun voor het moderniseren en stroomlijnen van informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsautoriteiten in de EU. Enkele lidstaten geven wel aan twijfels te hebben bij het artikel dat lidstaten verplicht Europol vrijwel altijd in kopie mee te nemen en het voorstel voor SIENA als verplicht communicatiekanaal. De positie van het Europees Parlement is nog niet bekend. Naar verwachting let het Parlement op het recht op privacy.

BNC-fiche over COM(2021)784

Op 4 februari 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche over het voorstel COM(2021)784. Het kabinet verwelkomt het voorstel voor modernisering van Prüm.

Het kabinet heeft een aantal aandachtspunten, waaronder de minimumnorm van de beeldkwaliteit van gezichtsbeelden, optionele deelname aan de pilot uitwisseling van politiebestanden ADEP/EPRIS, verbindingskwaliteit van de centrale router en een back-up bij technische storing, niet verruimen van de toegang tot het centrale gegevensbestand CIR, haalbaarheid van de 24-uurstermijn voor het verstrekken van kerngegevens na een hit op biometrische gegevens, het uitsluitende gebruik van SIENA als communicatiekanaal en de aansluiting van Europol op het Prüm-kader, onder andere als het gaat om de juistheid, kwaliteit en betrouwbaarheid van de gegevens die Europol heeft ontvangen van derde landen.

Bevoegdheid

Het kabinet heeft een positief oordeel over de bevoegdheid van de EU voor het voorstel. Het kabinet kan zich vinden in de rechtsgrondslagen artikel 16 (2), artikel 87 (2, a) en artikel 88 (2) VWEU. Op het terrein van vrijheid, veiligheid en recht is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4 (2, j) VWEU).

Subsidiariteit

Het oordeel van het kabinet over de subsidiariteit van het voorstel is positief. Gezien het grensoverschrijdende karakter van de bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit is volgens het kabinet een EU-aanpak nodig. Ook grensoverschrijdende informatie-uitwisseling kan volgens het kabinet het beste op EU-niveau plaatsvinden. Bovendien kan wijziging van bestaande EU-regelgeving alleen op EU-niveau plaatsvinden, aldus het kabinet.

Proportionaliteit

De proportionaliteit van het voorstel beoordeelt het kabinet positief. Het voorstel is volgens het kabinet geschikt om de doelstelling - informatie-uitwisseling ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit verbeteren - te bereiken en gaat volgens het kabinet niet verder dan noodzakelijk. Wel merkt het kabinet op dat de voorstelde minimumstandaarden en tijdslimieten haalbaar moeten zijn.

Krachtenveld

Onder de EU-lidstaten is brede steun voor het moderniseren en versterken van de informatie-uitwisseling in het kader van Prüm. Het krachtenveld omtrent de precieze invulling van de technische architectuur van Prüm en de uitbreiding van gegevenscategorieën is nog onbekend. De positie van het Europees Parlement is nog niet bekend. Naar verwachting zal het Parlement letten op het recht op privacy.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad inzake operationele politiële samenwerking (COM(2021)780)

De Europese Commissie beoogt om de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen, zoals gesteld in artikel 3, lid 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) te waarborgen door een voorstelPDF-document te doen voor krachtiger politiële en justitiële samenwerking tussen de lidstaten. Hiervoor wordt gestreefd naar een verbetering van samenwerking op het gebied van rechtshandhaving tussen de bevoegde nationale instanties en verbetering van de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Met politiële samenwerking worden alle bevoegde rechtshandhavingsinstanties van lidstaten bedoeld die gericht zijn op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten. Het doel van deze aanbeveling is om bij te dragen aan de vaststelling van gemeenschappelijke normen om politiefunctionarissen in staat te stellen goed te kunnen samenwerken met collega's uit andere lidstaten, en zo de grensoverschrijdende criminaliteit beter aan te pakken. De Europese Commissie stelt voor dat de lidstaten hun nationale regels en bi- en multilaterale overeenkomsten met andere lidstaten wijzigen om zo de voorgestelde maatregelen te kunnen uitvoeren.

Voorstel voor een Richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten (COM(2021)782)

Transnationale dreigingen vereisen een gecoördineerde, meer gerichte en aangepaste respons.

De Europese commissie stelt voor een richtlijn betreffende informatie-uitwisseling in te stellen tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten. De commissie beoogt met dit voorstelPDF-document te bereiken dat er wetgeving wordt vastgesteld betreffende de organisatorische en procedurele aspecten van informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsinstanties in de EU. Hiermee wordt gestreefd naar een bijdrage aan een doeltreffende en efficiënte uitwisseling van dergelijke informatie om zo een volledig functionerend en veerkrachtig Schengengebied te beschermen.

Er worden drie hoofddoelen door de Europese Commissie voorgesteld met betrekking tot dit voorstel, welke als volgt luiden:

  • 1. 
    Gelijkwaardige toegang voor rechtshandhavingsinstanties in een lidstaat tot informatie die in andere lidstaten beschikbaar is, met inachtneming van de grondrechten en met inbegrip van de vereisten inzake gegevensbescherming;
  • 2. 
    Onderlinge aanpassing van gemeenschappelijke minimumnormen met het oog op het efficiënt en doeltreffend functioneren van de centrale contactpunten;
  • 3. 
    Enige stroomlijning aanbrengen in het overaanbod aan communicatiekanalen voor de uitwisseling van informatie op het gebied van rechtshandhaving tussen de lidstaten. Tegelijkertijd stelt de Europese Commissie voor de rol van Europol te versterken als EU-informatiecentrum over criminaliteit met betrekking tot strafbare feiten die onder het mandaat van Europol vallen.

Voorstel voor een Verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking ("Prüm II") (COM(2021)784)

Dankzij het Prümkader uit 2008 is de grensoverschrijdende politiële en justitiële samenwerking al verbeterd, maar actualisering is gewenst. Met Prüm II wordt er voortgebouwd op het al bestaande kader, met als doel verbetering, stroomlijning en vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol als EU-centrum voor strafrechtelijke informatie. Met dit voorstelPDF-document wil de Europese Commissie het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten en terroristische misdrijven verbeteren.

De Europese Commissie streeft naar de volgende beleidsdoelstellingen bij dit voorstel:

  • 1. 
    Een technische oplossing voor efficiënt geautomatiseerde uitwisseling van gegevens tussen rechtshandhavingsinstanties. Daarnaast wordt er beoogd deze rechtshandhavingsinstanties op de hoogte te stellen van relevante gegevens die beschikbaar zijn in de nationale databank van een andere lidstaat;
  • 2. 
    Zorgen voor toegang tot een grotere hoeveelheid relevante gegevens in nationale databanken van andere lidstaten voor alle bevoegde rechtshandhavingsinstanties;
  • 3. 
    Alle relevante gegevens in de databanken van Europol beschikbaar stellen voor rechtshandhavingsinstanties;
  • 4. 
    Rechtshandhavingsinstanties efficiënte toegang bieden tot feitelijke gegevens die overeenkomen met een 'hit' in de nationale databank van een andere lidstaat.

Behandeling Raad

Op 26 februari 2024 stemde de raad in met het voorlopig akkoord inzake het voorstel voor een Verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking ("Prüm II") (COM(2021)784PDF-document). De Verordening zal gepubliceerd worden in het Publicatieblad van de Europese Unie, waar het na de 20e dag na publicatie in werking zal treden.

Op 20 november 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een politiek akkoord over het voorstel voor een Verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking ("Prüm II").

Op 10 mei 2023 ondertekenden het Europees Parlement en de Raad de richtlijn uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten.

Op 29 november 2022 bereikten de Raad en het Europees Parlement een akkoord over richtlijn uitwisseling van informatie (COM(2021)782). Wanneer de Raad en het Parlement de tekst formeel hebben goedgekeurd, wordt de richtlijn aangenomen.

Tijdens de JBZ-Raad van 9-10 juni 2022 (32.317, NE) stemde een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten in met de Raadspositie over het voorstel voor een Prüm II-verordening (COM(2021)784). De positie voorziet zes grote wijzingen ten opzichte van de huidige Prüm-besluiten. Een klein aantal lidstaten onthield zich van steun. Ook over het voorstel voor een Richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties (COM(2021)782) is een algemene oriëntatie bereikt.

Tijdens de JBZ-Raad van 9-10 december 2021 (32.317, MQ) lichtte de Europese Commissie het politiesamenwerkingspakket toe. Nederland onderstreepte het belang van de strijd tegen georganiseerde misdaad en wees vooral op het gebruik van reeds bestaande instrumenten.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

COM(2021)780

De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel COM(2021)780.

COM(2021)782

Op 15 maart 2023 nam het Europees Parlement plenair een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel.

Op 11 januari 2023 stemde de commissie LIBE in met de tekst die is voortgekomen uit de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.

Op 19 oktober 2022 stemde het Europees Parlement in met de start van de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.

Op 13 oktober 2022 bracht de commissie LIBE het verslagPDF-document uit over het voorstel voor plenaire behandeling in eerste lezing.

De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel COM(2021)782. De commissies Begroting (BUDG) en Begrotingscontrole (CONT) zijn adviescommissies. De commissie BUDG besloot geen advies uit te brengen.

COM(2021)784

Op 8 februari 2024 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document aan waarmee het instemde met het bereikte voorlopig akkoord inzake het voorstel voor een Verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking ("Prüm II")

Op 20 november 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een politiek akkoord over het voorstel voor een Verordening betreffende geautomatiseerde gegevensuitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking ("Prüm II").

De commissie commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel COM(2021)784. De commissie Begroting (BUDG) is adviescommissie. De commissie BUDG besloot geen advies uit te brengen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 11 mei 2022 nam de Roemeense Senaat een standpuntPDF-document in over COM(2021)782 en een standpuntPDF-document over COM(2021)784.

Op 6 april 2022 nam de Tsjechische Senaat een resolutiePDF-document aan over het pakket voorstellen over politiesamenwerking.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen