E170026
Laatste revisie: 31-07-2020

E170026 - Voorstel voor een verordening tot wijziging van verordeningen wat betreft de minimumeisen voor maximale dagelijkse en wekelijkse rijtijden, minimumonderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden, en wat betreft positionering door middel van tachografen



Het verordeningsvoorstel bevat regels om tekortkomingen adequaat aan te pakken door bepalingen te verduidelijken en bij te werken. Daarnaast wordt het gebruik van de huidige en toekomstige tachografen verbeterd, om handhaving kostenefficiënter te maken.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 31 oktober 2017 besloten de commissies IMRO en EZ om het verslag van het schriftelijk overleg met de regering inzake het Europese mobiliteitspakket voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 9 juli 2020 nam het Europees Parlement in de tweede lezing een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EG) nr. 561/2006 wat betreft de minimumeisen voor maximale dagelijkse en wekelijkse rijtijden, minimumonderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden, en verordening (EU) nr. 165/2014 wat betreft positionering door middel van tachografen

document Europese Commissie

COM(2017)277PDF-document, d.d. 31 mei 2017

rechtsgrondslag

Artikel 91 VWEU

commissies Eerste Kamer

verwante dossiers


Implementatie

Op 31 juli 2020 werd verordening (EU) 2020/1054PDF-document gepubliceerd onder Pb EU L 249. De verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad. Artikel 1, punt 15, en artikel 2, punt 12, zijn echter van toepassing met ingang van 31 december 2024.


Behandeling Eerste Kamer

Op 31 oktober 2017 besloten de commissies IMRO en EZ om het verslag van het schriftelijk overleg met de regering inzake het Europese mobiliteitspakket voor kennisgeving aan te nemen.

Op 21 september 2017 hebben de commissies IMRO en EZ een brief gestuurd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu met nadere vragen over het Europese mobiliteitspakket.

Tijdens de gecombineerde vergadering van de commissies IMRO en EZ op 12 september 2017 hebben de fracties van de VVD en SP aangegeven inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.

Op 20 juni 2017 hebben de commissies IMRO en EZ besloten de BNC-fiches voor het gehele Mobiliteitspakket van de Europese Commissie af te wachten, voordat zij een besluit nemen over de behandeling van het pakket.


Behandeling Tweede Kamer

De Europese Commissie stuurde op 14 november 2017 haar reactie op de vragen van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu inzake het EU-mobiliteitspakket.

Op 26 oktober 2017 stuurde de regering op het verzoek van het lid Jasper van Dijk een reactie over Oost-Europese chauffeurs die maandenlang in hun cabine leven

Op 22 september 2017 stuurde de regering een brief inzake de eerste Raadswerkgroepen die in het kader van het EU-mobiliteitspakket in Brussel zijn gehouden en een analyse van het krachtenveld.

De Tweede Kamer heeft op 12 juli 2017 middels een politiek dialoog de Europese Commissie haar uitslag gestuurd van de subsidiariteitstoets over 6 voorstellen uit het EU-mobiliteitspakket, waaronder onderhavig voorstel, het Voorstel voor een richtlijn betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling (E170020) en het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (E170022). Met de brief aan de Europese Commissie geeft de Tweede Kamer aan dat er binnen de commissie IenM geen meerderheid bestaat voor een negatief subsidiariteitsoordeel over de voorstellen. Wel zijn er enkele vragen over de proportionaliteit gesteld in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie.

Op 4 juli 2017 stemde de Tweede Kamer (met uitzondering van de fractie van de PVV) voor de beëindiging van het behandelvoorbehoud bij de voorstellen uit het Mobiliteitspakket (34.734, 3). De gemaakte afspraken met de regering over de informatievoorziening zijn hiermee vastgesteld.

Op 27 juni 2017 werd er een algemeen overleg gehouden over het behandelvoorbehoud bij de 5 voorstellen uit het Mobiliteitspakket.

De commissie voor Europese Zaken heeft namens de commissie Infrastructuur en Milieu op 15 juni 2017 (34.734, 2PDF-document) de regering laten weten een behandelvoorbehoud te plaatsen bij 5 voorstellen uit het Mobiliteitspakket. Het betreft de volgende voorstellen:

  • EU-voorstel voor Verordening road haulage (cabotage) - COM (2017) 281
  • EU-voorstel voor Verordening rust- en rijtijden - COM (2017) 277
  • EU-voorstel voor Richtlijn detachering wegverkeer - COM (2017) 278
  • EU-voorstel voor Richtlijn Europese electronische tolsystemen - COM (2017) 280
  • EU-voorstel voor Richtlijn Eurovignet - COM (2017) 275

Op 7 juni 2017 besloot de commissie voor Infrastructuur en Milieu te inventariseren of er belangstelling is voor een technische briefing over het Mobiliteitspakket.


Standpunt Nederlandse regering

Op 26 juni 2017 ontving de kamer een brief met daarin de standpunten van de regering over het voorstel.

Het voorstel wijzigt twee verordeningen, die beiden zijn gebaseerd op artikel 91, eerste lid, VWEU. De regering heeft een positieve grondhouding over deze keuze alsmede de bevoegdheid.

De subsidiariteit wordt door de regering ook als positief beoordeelt. De transportsector opereert grensoverschrijdend en daarom is volgens de regering voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het waarborgen van de eerlijke concurrentie in de transportsector Europees ingrijpen gerechtvaardigd. De huidige verordeningen slagen volgens de regering hier onvoldoende in doordat er weinig consistentie is in de uitvoering ervan in de verschillende lidstaten. Richtsnoeren voor zelfregulering door de lidstaten hebben volgens de regering niet voldoende impact om ervoor te zorgen dat deze regelgeving op een consistente wijze binnen de EU wordt toegepast.

De regering is positief ten aanzien van de proportionaliteit, mits de Europese Commissie een voorstel tot flexibilisering van rij- en rusttijden voorlegt dat voldoende voordelen biedt. Ten aanzien van het verbod op weekendrust beoordeelt de regering de proportionaliteit eveneens positief, met de kanttekening dat de handhaafbaarheid nog nader moet worden uitgewerkt.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De rij- en rusttijden van bestuurders vallen onder Europese regelgeving. Daarvoor is een aantal verordeningen opgesteld: een verordening betreffende rijtijden en een verordening betreffende het gebruik van tachografen in het wegvervoer. Uit evaluatie is gebleken dat de verordeningen een aantal tekortkomingen kennen, onder meer op het terrein van handhaving en opkomende problemen op sociaal vlak. Het verordeningsvoorstel bevat daarom regels om deze tekortkomingen adequaat aan te pakken door bepalingen te verduidelijken en bij te werken. Daarnaast wordt het gebruik van de huidige en toekomstige tachografen verbeterd, om handhaving kostenefficiënter te maken.


Behandeling Raad

Op 7 april 2020 heeft de Raad zijn standpunt in de eerste lezing van het voorstel vastgesteld. Het voorstel moet nu door het Europees Parlement in tweede lezing worden aangenomen alvorens in het Publicatieblad te worden bekendgemaakt.

Op 20 december 2019 werd tijdens een triloog een voorlopig akkoord bereikt over het voorstel. In het verslag van de Milieuraad van 19 december 2019 (21.501-08, APDF-document) geeft de regering de hoofdlijnen aan over hetgeen wat werd overeengekomen.

Op 3 december 2019 bereikte de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie overeenstemmingPDF-document over de algemene oriëntatie van het voorstel. De teksten waarover overeenstemming is bereikt, zijn het standpunt van de Raad voor onderhandelingen met het Europees Parlement met het oog op het bereiken van overeenstemming over de definitieve teksten.

In de derde kwartaalrapportagePDF-document van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat van september 2018 over EU-wetgevingsonderhandelingen in de Milieuraad & Transportraad werd bij de stand van zaken aangegeven dat het Oostenrijkse voorzitterschap beoogd algemene oriëntatie te bereiken tijdens de Transportraad van december 2018.

Tijdens de Transportraad van 7 juni 2018 presenteerde het Bulgaarse Voorzitterschap een voortgangsverslag over de behandeling in Raadswerkgroepen van de voorstellen uit de eerste en tweede pijler (sociale en marktpijler) van het mobiliteitspakket. Door zowel lidstaten als de Commissie werd onderstreept dat spoedige voortgang voor deze voorstellen wenselijk is om de onzekerheid in de transportsector zo veel mogelijk weg te nemen en de sociale standaarden in deze sector te verbeteren.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 9 juli 2020 nam het Europees Parlement in de tweede lezing een wetgevingsresolutiePDF-document aan over het voorstel.

Het Europees Parlement bracht op 7 juli 2020 een briefingPDF-document uit over het verloop van het voorstel.

Op 20 april 2020 publiceerde de onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS) een briefingPDF-document over de laatste stand van zaken over de behandeling van het voorstel.

Op 4 april 2019 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutiePDF-document over de verordening aangenomen.

Op 22 maart 2019 publiceerde het Europees Parlement een briefingPDF-document over het voorstel inzake rij- en rusttijden en tachografen.

Op 10 januari 2019 bereikte de TRAN-commissie geen akkoord en verwees het voorstel door naar de Conferentie van Voorzitters. Deze heeft het voorstel samen met 2 andere sociale mobiliteitsvoorstellen (zie ook E170027) voor een nieuwe plenaire stemming geagendeerd.

Op 4 juli 2018 zijn tijdens een plenaire zitting van het Europees Parlement de amendementen verworpen en daarmee teruggestuurd naar de commissie voor vervoer en toerisme (TRAN).

Op 4 juni 2018 bereikte de commissie voor vervoer en toerisme (TRAN) een akkoord over het verslag met amendementen (PE 615.412PDF-document) en om de institutionele onderhandelingen over het voorstel te openen.

Op 24 mei 2018 stemt de EP-commissie voor vervoer en toerisme (TRAN) tijdens de eerste lezing over de amendementen (PE 618.187PDF-document en PE 618.309PDF-document) die zijn ingediend op het voorstel.

Op 27 februari 2018 publiceerde de EP-commissie voor vervoer en toerisme (TRAN) twee ontwerprapporten met amendementen op het voorstel (PE 618.187PDF-document en PE 618.309PDF-document).

Op 2 februari 2018 publiceerde het Europees Parlement een analysePDF-document over het voorstel.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 21 september 2017 stuurde de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden een opiniePDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie over het voorstel.

Op 3 augustus 2017 stuurde de Italiaanse Senaat een opiniePDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie over het Europese mobiliteitspakket.

Op 28 juli 2017 stuurde de Poolse Senaat een standpuntPDF-document in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie over het voorstel.

Op 19 juli 2017 stuurde het Portugese parlement een opinie in het kader van de politieke dialoog naar de Europese Commissie over het voorstel.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsoordeel was 4 september 2017.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen