E170003
  ruit icoon
Laatste revisie: 03-08-2021

E170003 - Voorstel voor een verordening betreffende privacy en elektronische communicatie



Met dit voorstel introduceert de Europese Commissie strengere privacyregels voor elektronische communicatiediensten om het privéleven van mensen beter te beschermen. Tegelijkertijd beoogt de Commissie nieuwe kansen te creëren voor het bedrijfsleven. Het voorstel is een specificatie van en een aanvulling op de nieuwe Europese privacyregels die in 2016 werden vastgesteld aan en maakt deel uit van het e-privacy pakket.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: overleg met Europese instellingen.

nationaal

Op 13 maart 2018 namen de commissies de brief van de Europese Commissie d.d. 9 februari 2018 in reactie op nadere vragen van de VVD-fractie en de D66-fractie over de e-privacyverordening (34.670, E) voor kennisgeving aan.

Europees

Op 22 mei 2021 vond de eerste triloog met het Europees Parlement plaats.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2017)10PDF-document, d.d. 10 januari 2017

rechtsgrondslag

Artikel 16 en artikel 114 VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Op 13 maart 2018 namen de commissies de brief van de Europese Commissie d.d. 9 februari 2018 in reactie op nadere vragen van de VVD-fractie en de D66-fractie over de e-privacyverordening (34.670, E) voor kennisgeving aan.

Op 6 maart 2018 bespraken de commissie I&A/JBZ, J&V en EZK/LNV de brief van de Europese Commissie van 9 februari jl. op vragen van de fracties van de VVD en D66 over de e-privacyverordening (34.670, E) en besloten deze aan te houden tot 13 maart 2018.

Op 10 oktober 2017 leverden de fracties van de VVD en D66 inbreng voor nader schriftelijk overleg met de Europese Commissie geleverd door de leden Duthler (VVD) en Prast (D66). De brief met nadere vragen aan de Europese Commissie (34.670, D) inzake de e-privacy verordening is op 24 oktober 2017 verstuurd. Bij brief van 9 februari 2018 heeft de Europese Commissie gereageerd (34.670, E).

Op 3 oktober 2017 bespraken de commissies I&A/JBZ, V&J en EZ de brief van de Europese Commissie in het kader van een politieke dialoog (34.670, C) en het verslag van een schriftelijk overleg met de regering (34.670, B) en besloten om in nader schriftelijk overleg te treden met de Europese Commissie. De inbrengdatum werd gezet op 10 oktober 2017

Op 26 september 2017 besloten de commissies I&A/JBZ, V&J en EZ de bespreking van de ontwerpverordening aan te houden tot 3 oktober 2017 in afwachting van nadere informatie over de behandeling van de ontwerpverordening in de Tweede Kamer en het Europees Parlement.

Op 12 september 2017 besloten de commissies I&A/JBZ, V&J en EZ de brief van de Europese Commissie in het kader van een politieke dialoog (34.670, C) samen met het verslag van een schriftelijk overleg met de regering (34.670, B) te bespreken op 26 september 2017.

Op 9 mei 2017 besloten de commissies I&A/JBZ, J&V en EZ het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Economische Zaken (34.670, B) aan te houden tot na ontvangst van de reactie van de Europese Commissie.

Op 7 maart 2017 leverden de fracties van VVD, SP en GroenLinks inbreng voor schriftelijk overleg met de regering over de ontwerpverordening. De brief aan de minister van Economische Zaken is op 14 maart 2017 verstuurd. Bij brief van 19 april 2017 heeft de minister van Economische Zaken gereageerd.

Op 21 februari 2017 leverden de fracties van de SP en de PvdA inbreng voor schriftelijk overleg met de Europese Commissie in het kader van een politieke dialoog over de ontwerpverordening. De commissies I&A/JBZ, V&J en EZ besloten de inbrengdatum voor schriftelijk overleg met de regering aan te houden tot 7 maart 2018. De brief aan de Europese Commissie (34.670, A) werd op 6 maart 2017 verstuurd. Bij brief van 27 juli 2017 heeft de Europese Commissie gereageerd.

Op 24 januari 2017 hebben de commissies I&A/JBZ en V&J ingestemd met het verzoek van de fractie van de PvdA om de inbrengdatum voor schriftelijk overleg over de voorstellen inzake het e-privacy pakket en de daaraan gerelateerde Commissiemededeling inzake bouwen aan een Europese data-economie (E170004) te verplaatsen naar 21 februari 2017.

Op 17 januari 2017 besloten de commissies I&A/JBZ en V&J de voorstellen uit het e-privacy pakket van de Europese Commissie inzake strengere privacyregels (zie ook E170001 en E170002) in behandeling te nemen. Diverse fracties leveren op 7 februari 2017 inbreng voor schriftelijk overleg met de regering.


Behandeling Tweede Kamer

Op 21 november 2019 dienden de leden van den Berg en Weverling een motie in over fraudebestrijding onder de e-Privacyverordening. Op 26 november 2019 werd de motie met algemene stemmen aangenomen.

Op 22 november 2018 stuurde staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat een brief aan de commissie voor Economische Zaken en Klimaat met een reactie op de vragen en opmerkingen van de commissie over de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen van 29 en 30 november 2018. Hierbij heeft de staatssecretaris gereageerd op een aantal vragen over de ontwerpverordening E-privacy.

Op 25 september 2018 vond in de Tweede Kamer een plenair debat plaats over het verslag van een schriftelijk overleg over de informele Raad voor Concurrentievermogen van 16 en 17 juli 2018, waarbij een motie is ingediend door het lid Wörsdörfer over de samenloop en overlap e-Privacy en de AVG. Een gewijzigde motie van het lid Wörsdörfer werd op 9 oktober 2018 aangenomen.

Op 8 juni 2018 vond in de Tweede Kamer een plenair debat plaats over het verslag van een schriftelijk overleg over de Telecomraad van 8 juni 2018, waarbij een motie werd ingediend door het lid Verhoeven (D66) c.s. over keuzevrijheid voor gebruikers in verband met cookiewalls. Deze motie werd op dezelfde dag aangenomen.

Op 24 januari 2018 bespraken de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid en de vaste commissie voor Europese Zaken de informele JBZ-Raad van 25 en 26 januari 2018 in een algemeen overleg met de minister van Justitie en Veiligheid, waarbij o.a. vragen zijn gesteld over de ontwerpverordening.

Op 1 juni 2017 bespraken de vaste commissie voor Economische Zaken en de vaste commissie voor Europese Zaken de Telecomraad in een algemeen overleg met de minister van Economische Zaken, waarbij o.a. vragen zijn gesteld over de ontwerpverordening.

Op 21 februari 2017 besprak de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het behandelvoorbehoud bij de ontwerpverordening in een algemeen overleg met de minister van Economische Zaken. Naar aanleiding van de gemaakte afspraken over informatievoorziening tijdens dit algemeen overleg stuurde de voorzitter van de commissie Europese Zaken op 22 februari 2017 een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer met de boodschap dat de commmissie voor Veiligheid en Justitie heeft geadviseerd om het parlementair behandelvoorbehoud formeel te beëindigen. Op 23 februari 2017 heeft de Tweede Kamer plenair ingestemd met het formeel beëindigen van het parlementair behandelvoorbehoud. Op diezelfde dag is de brief aan de minister van Economische Zaken over de gemaakte afspraken verstuurd.

Op 25 januari 2017 besloot de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de Tweede Kamer te verzoeken een parlementair behandelvoorbehoud te plaatsen bij de ontwerpverordening. Hiertoe stuurde de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken op 2 februari 2017 een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer met het verzoek in te stemmen met het plaatsen van een parlementair voorbehoud. De Tweede Kamer heeft op 7 februari 2017 hier plenair mee ingestemd.

De ontwerpverordening is door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer als prioritair aangemerkt uit het Werkprogramma van de Europese Commissie voor 2017.


Standpunt Nederlandse regering

Op 17 februari 2017 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken het BNC-fiche naar de Kamer. Uit het fiche blijkt dat het Nederlandse kabinet overwegend positief over het voorstel is. Het oordeel over de subsidiariteit van de voorgestelde verordening is positief. Inbreuken op de privacy beperken zich niet tot de grenzen van een lidstaat. Partijen die een rol spelen in het kader van de privacy zijn vaak in meerdere Europese landen en soms zelfs wereldwijd actief. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer is dan ook bij uitstek een onderwerp dat zich naar de mening van Nederland leent voor een Europese aanpak. Belangrijk daarbij is dat de regel in de diverse lidstaten gelijk worden uitgelegd en toegepast. Bijvoorbeeld bij de toepassing van en het toezicht op de cookiebepaling zijn aanzienlijke verbeteringen nodig. Tegen deze achtergrond en gezien het feit dat de algemene privacyregels inmiddels ook zijn vervat in een verordening kan Nederland zich vinden in de keuze voor een verordening in plaats van zoals tot nu toe het geval was een richtlijn.

Het oordeel over de proportionaliteit van de voorgestelde verordening is overwegend positief. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de gebruikers van elektronische communicatienetwerken en -diensten rechtvaardigt de voorgestelde maatregelen. Negatief is Nederland echter over het voorstel van de Commissie om lidstaten te dwingen het toezicht op de verordening in zijn geheel op te dragen aan het orgaan of de organen die door de lidstaat zijn aangewezen als algemene privacy-toezichthouder. Hoewel Nederland het doel van de Commissie om te komen tot een meer efficiënt toezicht onderschrijft is Nederland is van opvatting dat de Commissie te ver doorschiet door voor te schrijven dat alle onderdelen van de verordening bij de privacy-toezichthouder(s) moeten worden belegd.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Met dit voorstel introduceert de Europese Commissie strengere privacyregels voor elektronische communicatiediensten om het privéleven van mensen beter te beschermen. Tegelijkertijd beoogt de Commissie nieuwe kansen te creëren voor het bedrijfsleven. Het voorstel is een specificatie van en een aanvulling op de nieuwe Europese privacyregels die in 2016 werden vastgesteld aan en maakt deel uit van het e-privacy pakket.

De belangrijkste elementen uit het voorstel zijn:

  • de bestaande e-privacy richtlijn wordt vervangen door een verordening met rechtstreekse werking in de hele EU;
  • de voorgestelde regels gelden niet alleen voor traditionele telecombedrijven zoals met de bestaande richtlijn het geval is, maar ook voor nieuwe spelers zoals WhatsApp en Skype;
  • het uitgangspunt is dat alle elektronische communicatie geheim is. Bedrijven moeten toestemming vragen voor het opslaan van metadata (bijv. plaats en tijdstip). Indien consumenten toestemming geven krijgen bedrijven meer mogelijkheden om extra diensten aan te bieden;
  • de cookieregels worden aangepast en gebruiksvriendelijker gemaakt. Zo hoeft een website voortaan geen toestemming meer te vragen voor cookies die nodig zijn om de website of applicatie goed te laten werken of voor cookies waarmee een website het aantal bezoekers telt;


Behandeling Raad

Op 22 mei 2021 vond de eerste triloog met het Europees Parlement plaats.

In de tweede kwartaalrapportage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat van juni 2020PDF-document over EU-wetgevingsonderhandelingen op het terrein van het ministerie informeert de minister dat het voorstel wordt besproken op ambtelijk EU-niveau in Raadskader.

Op 11 mei 2020 informeerde de minister EZK in de kwartaalrapportagePDF-document met de stand van zaken betreffende de lopende EU-wetgevingsonderhandelingen voor de periode januari tot en met maart 2020 op het terrein van het ministerie dat het voorstel wordt besproken op ambtelijk EU-niveau in Raadskader.

Tijdens de telecomraad op 3 december 2019 is het door het Finse Voorzitterschap niet gelukt om samen met de lidstaten te komen tot een algemene oriëntatie met betrekking tot het voorstel voor een ePrivacyverordening. In het verslag van de bijeenkomst van de Raad voor Vervoer, Telecommuncatie en Energie van 3 december 2019 geeft de regering aan dat Nederland de compromistekst kon steunen en dat de meeste lidstaten de algemene doelen van de verordening ook steunden. Problemen met de verordening waren divers en lagen op het gebied van toekomstbestendigheid, impact op innovatie en de link met de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en dataretentie.

Op 29 april 2019PDF-document berichtte de minister van Economische Zaken en Klimaat dat het voorstel wordt besproken op ambtelijk EU-niveau in het Raadskader.

Op 13 maart 2019PDF-document diende het Voorzitterschap van de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie compromisteksten in.

Op 4 december 2018 besprak de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie de stand van zaken van de behandeling van het voorstel op basis van een voortgangsverslagPDF-document van het voorzitterschap.

Op 7, 8 en 11 juni 2018PDF-document hield de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie een oriënterend debat over de ontwerpverordening. Het voorzitterschap gaf hierbij een voortgangsverslag om de ministers te informeren over de tot dusver gemaakte vorderingen in de Raadswerkgroepen. Ministers benadrukten dat de relatie tussen ePrivacy en de AVG nog moet worden verduidelijkt. Verscheidene delegaties wezen op de noodzaak om een gelijk speelveld voor verschillende dienstverleners te waarborgen. Delegaties beaamden dat verdere inspanningen nodig zijn ten aanzien van de lijst van toegestane gevallen van verwerking van metadata en de bescherming van eindapparatuur en privacy-instellingen.

Op 4 en 5 december 2017PDF-document besprak de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie de voortgang in de behandeling van de ontwerpverordening in de Raadswerkgroepen. De Raad merkte op dat sommige onderdelen nog verder moeten worden besproken voordat de algemene oriëntatie aan de orde komt.

Op 24 oktober 2017PDF-document hield de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie een oriënterend debat over de voltooiing van de digitale interne markt. Verschillende lidstaten gaven aan het belangrijk te vinden dat de strategie voor de Digitale Interne Markt (DIM) in 2018 volledig geïmplementeerd zal zijn. Met name de dossiers over e-privacy, de elektronische communicatiecode (herziening telecomkader), de maatregelen van het cyberpakket en het vrij verkeer van niet-persoonsgegevens kregen speciale aandacht.

Op 8 en 9 juni 2017PDF-document besprak de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie het voortgangsverslag opgesteld door het voorzitterschap over de behandeling van de ontwerpverordening in de Raadswerkgroepen.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Dit voorstel behoort tot de lijst van gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de drie EU-instellingen. Hiermee willen zij in 2022 aanzienlijke vooruitgang boeken.

De Sociaaldemocraat Birgit Sippel is als rapporteur aangewezen.

Op 26 oktober 2017 werd het besluit om interinstitutionele onderhandelingen te starten bevestigd in een plenaire vergadering van het Europees Parlement.

Op 23 oktober 2017 werd het verslagPDF-document van de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) aangenomen in een plenaire vergadering van het Europees Parlement. Het Europees Parlement nam hierbij een resolutie aan met een standpunt in eerste lezing.

Op 6 oktober 2017 bracht de commissie voor de Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO) een adviesPDF-document uit met betrekking tot de ontwerpverordening.

Op 5 oktober 2017 bracht de commissie voor Juridische Zaken (JURI) een adviesPDF-document uit met betrekking tot de ontwerpverordening.

Op 4 oktober 2017 bracht de commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE) een adviesPDF-document uit met betrekking tot de ontwerpverordening.

Op 9 juni 2017 diende de rapporteur een ontwerpverslagPDF-document in bij de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken. Dit ontwerpverslag zal worden besproken in de commissie, waarbij leden amendementen kunnen indienen. De commissie zal vervolgens stemmen over alle ingediende amendementen.

Op 11 maart 2017 vond een hoorzitting plaats in het Europees Parlement over de e-privacy verordening.

Op 11 februari 2017 werd Europarlementariër Birgit Sippel (S&D) aangewezen als rapporteur voor het voorstel. De rapporteur zal een ontwerpverslag over het voorstel voorbereiden.

De commissie voor Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) besloot geen advies te geven over het voorstel.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI), de commissie voor Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE), de commissie voor de Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO) en de commissie voor Juridische Zaken (JURI) ingesteld als adviescommissie. De commissie voor Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) besloot geen advies te geven over het voorstel.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 27 juni 2017 nam de Kamer van Afgevaardigden van Italië een resolutiePDF-document aan met betrekking tot de ontwerpverordening. Deze resolutie is in het kader van een politieke dialoog met de Europese instellingen is gedeeld.

Op 2 juni 2017 stuurde de Bondsraad van Duitsland een resolutiePDF-document aan met betrekking tot de ontwerpverordening. Deze resolutie is in het kader van een politieke dialoog met de Europese instellingen is gedeeld.

Op 20 april 2017 nam de Senaat van Tsjechië een resolutiePDF-document aan met betrekking tot de ontwerpverordening. Deze resolutie is in het kader van een politieke dialoog met de Europese instellingen is gedeeld.

De deadline voor het indienen van subsidiariteitsbezwaren verstreek op 12 april 2017.

Op 12 april 2017 nam het Parlement van Portugal een resolutie aan met betrekking tot de ontwerpverordening. Deze resolutie is in het kader van een politieke dialoog met de Europese instellingen is gedeeld.

Op 30 maart 2017 nam het Spaanse Parlement een resolutiePDF-document aan met betrekking tot de ontwerpverordening. Deze resolutie is in het kader van een politieke dialoog met de Europese instellingen gedeeld.

Op 21 maart 2017 nam het Huis van Afgevaardigden van Tsjechië een resolutiePDF-document aan met betrekking tot de ontwerpverordening. Deze resolutie is in het kader van een politieke dialoog met de Europese instellingen is gedeeld.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 4 april 2017 stelde de Artikel 29 gegevensbescherming Werkgroep een opiniePDF-document vast inzake het verordeningsvoorstel e-privacy.

Op 18 januari 2017 stuurde Bits of Freedom een briefPDF-document aan de ministers van Economische Zaken en Veiligheid en Justitie met hun standpunt over de ePrivacy Verordening.

Op 5 januari 2017 stuurde de Commissie Meijers een briefPDF-document aan de Europese Commissie inzake de nieuwe e-privacy verordening.


Alle bronnen