E170002
  ruit icoon
Laatste revisie: 14-11-2017

E170002 - Voorstel voor een verordening betreffende de bescherming van persoonsgegevens bij de EU-instellingen



Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie de bestaande bepalingen uit 2001 over de bescherming van persoonsgegevens bij EU-instellingen en organen aan te passen aan de nieuwe regels van de in 2016 aangenomen algemene verordening gegevensbescherming (E120003).


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 27 maart 2017 stuurde de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie antwoord op de vragen van de commissies I&A/JBZ, V&J en EZ inzake bescherming persoonsgegevens bij de EU-instellingen. De commissies bespraken op 4 april 2017 het verslag van een schriftelijk overleg (EK 34.706, A) en besloot het voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 23 oktober 2018 ondertekenden de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Raad de aangenomen verordening. De ondertekende verordening zal vervolgens worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2017)8PDF-document, d.d. 10 januari 2017

rechtsgrondslag

Artikel 16 VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Implementatie

Verordening (EU) 2018/1725PDF-document werd op 21 november 2018 gepubliceerd in Pb EU L 295/39. De verordening treedt 20 dagen na publicatie in werking. Deze verordening is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door Eurojust met ingang van 12 december 2019.


Behandeling Eerste Kamer

Op 4 april 2017 bespraken de commissies I&A/JBZ, V&J en EZ het verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de ontwerpverordening (34.706, A) en besloten de reactie van de staatssecretaris voor kennisgeving aan te nemen.

Op 7 maart 2017 leverde de fractie van GroenLinks inbreng voor schriftelijk overleg met de regering over. De brief aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is op 14 maart 2017 verstuurd. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft bij brief van 27 maart 2017 gereageerd.

Op 21 februari 2017 leverden de fracties van de SP en de PvdA inbreng voor schriftelijk overleg met de Europese Commissie in het kader van een politieke dialoog over het e-privacy pakket. Er werd uiteindelijk geen inbreng geleverd voor schriftelijk overleg over de ontwerpverordening inzake de bescherming van persoonsgegevens bij de EU-instellingen.

Op 24 januari 2017 hebben de commissies I&A/JBZ en V&J ingestemd met het verzoek van de fractie van de PvdA om de inbrengdatum voor schriftelijk overleg over de voorstellen inzake het e-privacy pakket en de daaraan gerelateerde Commissiemededeling inzake bouwen aan een Europese data-economie (E170004) te verplaatsen naar 21 februari 2017.

Op 17 januari 2017 besloten de commissies I&A/JBZ en V&J de voorstellen uit het e-privacy pakket van de Europese Commissie inzake strengere privacyregels (zie ook E170001 en E170003) in behandeling te nemen. Diverse fracties leveren op 7 februari 2017 inbreng voor schriftelijk overleg met de regering.


Behandeling Tweede Kamer

Op 20 maart 2017 verzamelde de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie inbreng voor schriftelijk overleg met de regering over de JBZ-Raad van 27 en 28 maart 2017, waarbij uiteindelijk geen inbreng werd geleverd ten aanzien van de ontwerpverordening en het bijbehorende BNC-fiche.

Op 22 februari 2017 besloot de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het BNC-fiche voor de ontwerpverordening te agenderen voor het schriftelijk overleg over de JBZ-Raad van 23 en 24 maart 2017, waarvoor de inbrengdatum op 20 maart 2017 werd gezet.


Standpunt Nederlandse regering

Op 17 februari 2017 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken het BNC-fiche naar de Kamer. Hieruit blijkt onder andere dat in algemene zin het Nederlandse kabinet goed uit de weg met deze regels. Niettemin heeft het Nederlandse kabinet wel enige aandachtspunten voor het wetgevingsproces. Daarnaast is het kabinet akkoord met de bevoegdheid en rechtsbasis vastgelegd in artikel 16 VWE, tweede lid, voor een regeling m.b.t. ook de instellingen van de EU.

De subsidiariteit van het voorstel wordt positief beoordeeld door het kabinet. Alleen de EU-wetgever kan regelingen treffen die de EU-instellingen en -organen betreffen. Daarnaast wordt ook de proportionaliteit positief beoordeeld. Aangezien alleen de EU-wetgever regelingen kan treffen die de EU-instellingen en -organen betreffen en richtlijnen of besluiten niet voor dat doel kunnen worden gebruikt, is een verordening het enig toepasbare instrument. Bovendien is ook voor de invulling van de regelingen in artikelen 2, derde lid, en 98 van de AVG een verplichting neergelegd tot het indienen van dit voorstel.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie de bestaande bepalingen uit 2001 over de bescherming van persoonsgegevens bij EU-instellingen en organen aan te passen aan de nieuwe regels van de in 2016 aangenomen algemene verordening gegevensbescherming (E120003). Burgers in de EU moeten hierdoor verzekerd zijn dat persoonsgegevens bij EU-instellingen volgens de strengste normen worden beschermd. Het voorstel maakt deel uit van het e-privacy pakket dat als doel heeft om de privacy bij elektronische communicatie beter te beschermen.


Behandeling Raad

Op 23 oktober 2018 ondertekenden de voorzitter van de Raad en de voorzitter van het Europees Parlement de aangenomen verordening. De ondertekende tekst zal vervolgens worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Op 24 oktober 2017 hield de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie een oriënterend debat over de voltooiing van de digitale interne markt. Verschillende lidstaten gaven aan het belangrijk te vinden dat de strategie voor de Digitale Interne Markt (DIM) in 2018 volledig geïmplementeerd zal zijn. Met name de dossiers over e-privacy, de elektronische communicatiecode (herziening telecomkader), de maatregelen van het cyberpakket en het vrij verkeer van niet-persoonsgegevens kregen speciale aandacht.

Op 8 en 9 juni 2017PDF-document bereikte de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken een algemene benadering ten aanzien van de ontwerpverordening.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 23 oktober 2018 ondertekenden de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Raad de aangenomen verordening. De ondertekende verordening zal vervolgens worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Op 13 september 2018 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan waarmee wordt ingestemd met het voorlopige akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad over het voorstel. Na instemming door de Raad is het voorstel formeel in eerste lezing aangenomen.

Op 25 oktober 2017 werd het besluit tot het aangaan van interinstitutionele onderhandelingen bevestigd in een plenaire vergadering van het Europees Parlement.

Op 23 oktober 2017 stemde de plenaire vergadering van het Europees Parlement in met het geamendeerde verslag over het voorstel. Het Europees Parlement nam hierbij een resolutiePDF-document aan waarmee een standpunt in eerste lezing over het voorstel wordt vastgesteld.

Op 5 oktober 2017 bracht de commissie voor Juridische Zaken een adviesPDF-document uit over het voorstel.

Op 8 juni 2017 diende de rapporteur een ontwerpverslagPDF-document over het voorstel in bij de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken. Dit ontwerpverslag zal worden besproken in de commissie, waarbij leden amendementen kunnen indienen. De commissie zal vervolgens stemmen over alle ingediende amendementen.

Op 9 maart 2017 werd Cornelia Ernst (GUE/NGL) aangewezen als rapporteur voor het voorstel. De rapporteur zal een ontwerpverslag over het voorstel voorbereiden.

Het voorstel wordt behandeld door de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor de Begroting (BUDG) en de commissie voor Juridische Zaken (JURI) ingesteld als adviescommissie. De commissie voor de Begroting besloot geen advies in te dienen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen