E220017
Laatste revisie: 25-04-2023

E220017 - Voorstel voor een Richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (herschikking)



Op 27 april 2022 publiceerde de Europese Commissie een pakket voorstellen over legale migratie. Dit pakket bestaat uit:

  • Een voorstel voor een Richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (herschikking) (COM(2022)650PDF-document);

    Een voorstel voor een Richtlijn betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen (herschikking) (COM(2022)655PDF-document; zie dossier E220018);

  • Een overkoepelende Commissiemededeling over het aantrekken van vaardigheden en talent naar de EU (COM(2022)657PDF-document).

Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.

nationaal

Op 13 december 2022 besloot de commissie de brief van de staatssecretaris van J&V van 23 november 2022 voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 20 april 2023 stemde het Europees Parlement plenair in met het starten van de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (herschikking)

document Europese Commissie

COM(2022)650PDF-document, d.d. 27 april 2022

rechtsgrondslag

Artikel 79, lid 2, VWEU

commissie Eerste Kamer

verwante dossiers


Behandeling Eerste Kamer

Op 13 december 2022 besloot de commissie de brief van de staatssecretaris van J&V van 23 november 2022 voor kennisgeving aan te nemen.

Op 29 november 2022 besprak de commissie het verslag van een nader schriftelijk overleg. Zij besloot dit agendapunt aan te houden tot een volgende commissievergadering.

Op 23 november 2022 stuurde de staatssecretaris een antwoord op de brief van 26 oktober en werd het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, B) vastgesteld.

Op 26 oktober 2022 is de brief met een nadere vraag verstuurd aan de staatssecretaris van J&V.

Op 18 oktober 2022 leverde de fractie van de PVV inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Op 4 oktober 2022 besprak de commissie het antwoord van de staatssecretaris. Zij besloot in de eerstvolgende commissievergadering gelegenheid te geven voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Op 16 september 2022 stuurde de staatssecretaris van J&V een antwoord. Op 21 september 2022 werd het verslag van een schriftelijk overleg (EK, A) vastgesteld.

Op 28 juni 2022 is de brief met vragen verstuurd aan de staatssecretaris van J&V en aan de minister van SZW.

Op 21 juni 2022 leverden de fracties van GroenLinks en PvdA gezamenlijk en de fractie van de PVV inbreng voor schriftelijk overleg.

Op 10 mei 2022 besloot de commissie de voorstellen COM(2022)650 en COM(2022)655 (zie Edossier E220018) in behandeling te nemen en inbreng te leveren voor schriftelijk overleg na ontvangst van de BNC-fiches.


Behandeling Tweede Kamer

De commissie Justitie en Veiligheid besprak tijdens de procedurevergadering van 29 juni 2022 het BNC-fiche over het voorstel en besloot dit te agenderen voor het commissiedebat op 6 juli 2022 over de JBZ-Raad van 11-12 juli 2022. Dit debat is omgezet in een schriftelijk overleg op 4 juli 2022. De regering antwoordde in twee delen, op 5 en 6 juli 2022. Op 7 en 8 juli 2022 werden de verslagen van een schriftelijk overleg (32.317, 769; 32.317, 770) vastgesteld. Op 14 september 2022 besloot de commissie het verslag van een schriftelijk overleg te betrekken bij het commissiedebat op 12 oktober 2022 over de JBZ-Raad op 13-14 oktober 2022.


Standpunt Nederlandse regering

Richtlijnvoorstel COM(2022)650

Op 13 juni 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche (22.112, 3439). Het kabinet is positief over het doel om de positie van langdurig ingezeten derdelanders (LID) te verbeteren. Het meerekenen van perioden van tijdelijk verblijf voor de vijfjaarstermijn die vereist is om een LID-status te krijgen en de uitbreiding van de bepalingen over gelijke behandeling kan het kabinet zonder meer steunen. Over andere onderdelen heeft het kabinet nog vragen en opmerkingen.

Het kabinet wil dat het mee berekenen van het verblijf in een andere lidstaat bij de vijfjaarstermijn verder afgewogen wordt. Het kabinet vraagt in hoeverre openbare ordeaspecten (zoals crimineel verleden) in andere lidstaten kunnen worden meegewogen bij de beoordeling van de LID-status. Het meetellen van perioden in afwachting van een verblijfsvergunning is volgens het kabinet niet wenselijk. Daarnaast heeft het kabinet vragen over de mogelijkheid om maximaal twee jaar buiten de EU te verblijven zonder de status van LID te verliezen, omdat een LID deze periode ook in een ander land dan het land van herkomst kan doorbrengen.

Het kabinet heeft bezwaar tegen afschaffing van de arbeidsmarkttoets wanneer een LID vanuit een andere EU-lidstaat naar Nederland komt en een sterk bezwaar tegen het vervallen van het inburgeringsexamen voor gezinsherenigers. Ook wil het kabinet de uitzonderingsmogelijkheid behouden om na tien jaar legaal verblijf in Nederland een nationale vergunning voor onbepaalde tijd te krijgen, ook wanneer de betreffende persoon niet aan het middelenvereiste voldoet. Het kabinet heeft twijfels bij het voorstel om bij het middelenvereiste ook middelen die door derden worden verstrekt mee te betrekken.

Bevoegheid, subsidiariteit, proportionaliteit en krachtenveld

Het kabinet beoordeelt de bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel positief. Het kabinet kan zich vinden in de rechtsgrondslag artikel 79, lid 2, VWEU. De LID-status heeft grensoverschrijdende aspecten en daarom kan dit volgens het kabinet het beste op EU-niveau geregeld worden. Bovendien gaat het om herziening van een bestaande richtlijn, aldus het kabinet. Het kabinet plaatst wel een kanttekening bij de proportionaliteit van het voorstel, vanwege het vervallen van het inburgeringsexamen voor gezinsherenigers en de bepaling dat dat een nationale verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd niet gunstiger mag zijn dan de status van LID. Het kabinet wil de uitzonderingsmogelijkheid bij tien jaar legaal verblijf in Nederland kunnen behouden.

Het standpunt van de Raad en het Europees Parlement is op moment van verschijnen van het BNC-fiche nog niet duidelijk.

Mededeling COM(2022)657

Op 13 juni 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche (22.112, 3442) over de Mededeling. Het kabinet is het met de Europese Commissie eens dat arbeidsmigranten een belangrijke bijdrage leveren aan de Europese economieën. Het kabinet heeft wel grote zorgen over de situatie van arbeidsmigranten in Nederland. Er vinden volgens het kabinet te vaak misstanden plaats op grote schaal. De schaduwkant van arbeidsmigratie vindt het kabinet onderbelicht in de Mededeling. Het kabinet vindt dat bij het oplossen van de krapte op de arbeidsmarkt eerst de mensen in Nederland, of in de EU, die nu aan de kant staan aan een baan geholpen moeten worden. Het kabinet steunt wel de ambitie van de Commissie om talent van buiten de EU dat een bijdrage kan leveren aan de kenniseconomie, aan te trekken. Verder vraagt het kabinet aandacht voor detachering van derdelanders onder het vrij verkeer van diensten/intra-EU arbeidsmobiliteit en de gevolgen daarvan, en voor de gevolgen van de voorstellen voor landen van herkomst. Het opzetten van Talentpartnerschappen met prioritaire migratielanden ziet het kabinet niet als oplossing voor tekorten op de arbeidsmarkt. Het kabinet zal nog zien of en in hoeverre Nederland hierbij kan aansluiten.

Bevoegheid, subsidiariteit, proportionaliteit en krachtenveld

Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid en subsidiariteit. Het kan zich vinden in de rechtsgrondslag en vanwege de grensoverschrijdende aspecten is optreden op EU-niveau volgens het kabinet gerechtvaardigd. Het oordeel over de proportionaliteit van de Mededeling is deels positief en deels negatief, wegens bovengenoemde aandachtspunten.

De meeste lidstaten stellen zich afwachtend op ten aanzien van de voorstellen over legale migratie. Het Europees Parlement nam in 2021 twee resoluties over legale migratie aan, waarin de Commissie werd opgeroepen het wetgevings- en beleidskader van de EU te verbeteren en te ontwikkelen. Met deze Mededeling komt de Europese Commissie aan deze oproep tegemoet.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Richtlijnvoorstel COM(2022)650

Dit voorstelPDF-document maakt deel uit van een pakket maatregelen dat is voorgesteld op 27 april 2022 en volgt uit het in september 2020 gelanceerde Europees migratie- en asielpact. Met het voorstel wil de Europese Commissie de positie van langdurig ingezeten derdelanders (LID) versterken en meer in lijn brengen met de positie die Europese burgers hebben om de integratie van hen in de Europese Unie te verbeteren. Het onderhavige voorstel wijzigt de bestaande richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (rli) op de volgende punten:

  • voorgesteld wordt om mogelijk te maken dat een legaal verblijf in verschillende lidstaten bij elkaar op worden geteld om te voldoen aan de totale termijn van vijf jaar legaal verblijf. Voorwaarde hiervoor is echter wel dat de LID de laatste twee jaar in de lidstaat van de aanvraag heeft verbleven;
  • ten aanzien van het middelenvereiste - inhoudende dat de LID over voldoende en stabiele middelen moet beschikken om in levensonderhoud te kunnen voorzien - wordt voorgesteld dat ook middelen die door een derde beschikbaar worden gesteld, kunnen worden meegeteld bij de middelen waarover de derdelander beschikt;
  • om circulaire migratie te bevorderen wordt voorgesteld dat een LID twee jaar buiten de Europese Unie (EU) kan verblijven zonder zijn of haar status te verliezen. Om intra EU-mobiliteit te bevorderen mogen lidstaten bovendien niet langer een arbeidsmarkttoets uitvoeren als een LID in een tweede lidstaat gaat werken;
  • ingezet wordt op het versterken van de rechten van langdurige ingezeten derdelanders en hun familieleden door het toekennen van het recht om te verhuizen en werken in andere lidstaten, dat nauw moet aansluiten bij de rechten die EU-onderdanen kennen;
  • de rechten op gelijke behandeling worden uitgebreid met een recht op gelijke behandeling voor huisvesting en sociale bescherming en bijstand;
  • voorgesteld wordt dat de voorwaarden en procedure van de nationale vergunning voor onbepaalde tijd niet gunstiger mogen zijn dan die van de richtlijn, zodat derdelanders een keuze kunnen maken tussen een lange termijn EU-verblijfsvergunning of een nationale permanente verblijfsvergunning wanneer zij eenmaal in een EU-lidstaat zijn aangekomen.

Mededeling COM(2022)657

In deze mededelingPDF-document wordt door de Europese Commissie een nieuwe aanpak voor een duurzaam Europees beleid inzake legale migratie uiteengezet, waarbij getalenteerde arbeidskrachten naar de arbeidsmarkten van de Europese Unie (EU) worden aangetrokken en er veilige kanalen worden gecreëerd om naar de EU te komen. De mededeling bouwt voort op het in september 2020 gelanceerde Europees migratie- en asielpact, waarin een alomvattend raamwerk voor het Europees migratie- en asielbeleid werd gepresenteerd. De mededeling bestaat uit drie onderdelen: een wetgevende pijler met een wijziging van de richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (voorstel COM(2022)650) en een wijziging van de richtlijn inzake de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (voorstel COM(2022)655; zie dossier E220018); een operationele pijler met voorstellen voor de ontwikkeling van Talentpartnerschappen en een EU Talent Pool, en een toekomstgerichte pijler met voorstellen op het aantrekken van zorgpersoneel, jongerenuitwisseling en toelating van innovatieve ondernemers en oprichters van startups. De operationele en toekomstgerichte pijler worden verder in deze mededeling uiteengezet.


Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het voorstel behoort tot de lijst van gemeenschappelijke wetgevingsprioriteiten van de drie EU-instellingen. Hiermee willen zijn in 2023/2024 aanzienlijke vooruitgang boeken.

Op 20 april 2023 stemde het Europees Parlement plenair in met het starten van de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.

Op 13 april 2023 diende de commissie het verslagPDF-document over het voorstel in voor plenaire behandeling in eerste lezing.

Op 28 maart 2023 stemde de commissie in met het openen van de onderhandelingen tussen de EU-instellingen.

Op 1 december 2022 publiceerde de beleidsafdeling burgerrechten en constitutionele zaken van het Europees Parlement op verzoek van de commissie LIBE een studiePDF-document over het pakket voorstellen over legale migratie.

Op 21 november 2022 bracht de commissie LIBE het ontwerpverslag over het voorstelPDF-document uit.

De commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissie Werkgelegenheid en sociale zaken (EMPL) is aangesteld als adviescommissie. De commissie Juridische zaken (JURI) adviseert over de herschikkingtechniek.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 12 oktober 2022 nam de Tsjechische Senaat een resolutiePDF-document aan over het pakket voorstellen over legale migratie (COM(2022)650, 655, 657). De resolutie is verstuurd aan de Europese Commissie.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar is op 19 september 2022.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen