E060188
Laatste revisie: 25-08-2011

E060188 - Groenboek inzake modernisering van het arbeidsrecht met het oog op de uitdagingen van de 21e eeuw



Met het groenboek 'Modernisering van het arbeidsrecht met het oog op de uitdagingen van de 21ste eeuw' wil de Europese Commissie een maatschappelijk debat in Europa initiëren over de vraag hoe het arbeidsrecht zich zodanig kan ontwikkelen dat het de doelstellingen ondersteunt van de Lissabon-strategie, namelijk een rechtvaardiger, opener en integratiegerichter arbeidsmarkt, die bijdraagt aan een beter Europees concurrentievermogen.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Europees

Op basis van de uitkomst van de consultatie, die is gelanceerd met het Groenboek, heeft de Europese Commissie op 24 oktober 2007 een mededeling gepubliceerd.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2006)708PDF-document, d.d. 22 november 2006

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets

Onderhavig voorstel maakt deel uit van de zogenoemde lijst van elf, die door de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets aan een toetsing wordt onderworpen. Op 21 december 2006 heeft de TCS het Groenboek, met het preadvies dat zij hierover heeft uitgebracht, onder de aandacht gebracht van de vakcommissies van de EK en TK ter eigenstandige behandeling.


Behandeling Eerste Kamer

Op 23 januari 2007 hebben de commissie voor Justitie en de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten enkele vragen aan de regering voor te leggen met het oog op de in voorbereiding zijnde kabinetsreactie op het Groenboek.

Inbreng voor de brief ten behoeve van het met de regering te voeren schriftelijk overleg is ingeleverd door de fracties van CDA (Franken), PvdA (Westerveld) en VVD (Swenker). De brief is op 20 februari 2007 verstuurd naar de minister van Justitie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Op 12 maart 2007 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de minister van Justitie, gereageerd op de vragen.

De commissies voor Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben het antwoord van de minister op 20 maart 2007 besproken en de fractie van de PvdA heeft de behoefte nog verdere vragen te stellen naar aanleiding hiervan. Deze inbreng werd op 28 maart 2007 verstuurd.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 27 april 2007 bij brief geantwoord op de extra vragen van de PvdA-fractie. De commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie hebben de antwoorden op 2 oktober 2007 voor kennisgeving aangenomen.


Behandeling Tweede Kamer

Op 15 februari 2007 is het Groenboek aan de orde geweest tijdens een Algemeen Overleg van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Op 14 maart 2007 heeft de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een Algemeen Overleg gesproken over de kabinetsreactie op het Groenboek.


Standpunt Nederlandse regering

Op 27 december 2006 is een verkort fiche naar de Eerste en Tweede Kamer verstuurd.

Op 16 februari 2007 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het standpunt van de Nederlandse regering met betrekking tot de vragen gesteld in het Groenboek gestuurd.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

1. DOELSTELLINGEN

Met het GroenboekPDF-document 'Modernisering van het arbeidsrecht met het oog op de uitdagingen van de 21ste eeuw' wil de Europese Commissie een maatschappelijk debat in Europa initiëren over de vraag hoe het arbeidsrecht zich zodanig kan ontwikkelen dat het de doelstellingen ondersteunt van de Lissabon-strategie, namelijk een rechtvaardiger, opener en integratiegerichter arbeidsmarkt, die bijdraagt aan een beter Europees concurrentievermogen.

Volgens de Europese Commissie zouden de Europese arbeidsmarkten voor de uitdaging staan om een grotere flexibiliteit te verwezenlijken en tegelijkertijd een zo groot mogelijke zekerheid te bieden aan werknemers, samengevat met de term "flexizekerheid". Gelijktijdig zou zo arbeidsmarktsegmentering moeten worden tegengegaan.

De noodzaak tot grotere flexibiliteit (dat wil zeggen een breder scala aan arbeidscontracten, naast de standaardarbeidsovereenkomst) zou het gevolg zijn van technologische vooruitgang, toenemende concurrentie als gevolg van de mondialisering, de veranderde vraag van de consument en de drastische groei van de dienstensector. Dit zou ook uit de praktijk blijken: in 2005 had 40% van de Europese beroepsbevolking een andere arbeidsovereenkomst dan het standaardcontract, terwijl het percentage deeltijdwerk in de afgelopen 15 jaar is gestegen tot 18% van de totale werkgelegenheid. De toenemende verscheidenheid aan dienstverbanden (atypische contracten) kan volgens de Europese Commissie negatieve consequenties hebben, waaronder banen met onvoldoende sociale bescherming, een tweedeling op de arbeidsmarkt en illegale praktijken als verkapte arbeid in loondienst.

Flexizekerheid raakt aan onderwerpen als opzeggingstermijnen, kosten en procedures bij individueel en collectief ontslag en de definitie van ongerechtvaardigd ontslag. Bij het bevorderen van flexizekerheid draait het overigens niet alleen om het arbeidsrecht, ook de sociale dialoog, collectieve regelingen (CAO's), een levenlang leren, een activerend arbeidsmarktbeleid en flexibeler socialezekerheidsregelingen zouden eraan kunnen bijdragen.

De Europese Commissie wil met de vragen in dit groenboek onder andere:

(1) in kaart brengen waar de huidige arbeidswetgeving en arbeidsovereenkomsten zich slecht verhouden tot de realiteit van het arbeidsproces

(2) regeringen, sociale partners en belanghebbenden betrekken bij het debat welke bijdrage arbeidsrecht kan leveren aan het bevorderen van flexizekerheid, en

(3) onderzoeken hoe flexizekerheid kan bijdragen aan de realisatie van genoemde doelstellingen. De consultatie zal vier maanden duren, waarna de Europese Commissie een mededeling over dit onderwerp zal uitbrengen.

2. VRAGEN

Het Groenboek werpt 14 vragen op die verband houden met flexizekerheid. Een deel van de vragen houdt verband met de rol die collectieve arbeidsovereenkomsten (en dus ook sociale partners) kunnen spelen bij het tot stand brengen van meer flexizekerheid (nrs. 2, 3, 4 en 6) en met het andere middelen dan arbeidsrecht om flexizekerheid tot stand te brengen (nr. 5). Meer in het bijzonder hebben de vragen betrekking op de volgende onderwerpen:

  • Overgang naar ander werk

Ter discussie staat onder andere de vraag in hoeverre het nuttig zou zijn in plaats van de bescherming van bepaalde arbeidsplaatsen te kiezen voor een flexibelere wetgeving inzake werkgelegenheidsbescherming in combinatie met sociale ondersteuning en een activerend arbeidsmarktbeleid (nr. 5);

  • Juridische definities van arbeid in loondienst (employment) en zelfstandige arbeid (self-employment)

De vraag wordt voorgelegd of de in de lidstaten geldende juridische definities van arbeid in loondienst en zelfstandige arbeid niet moeten worden verduidelijkt (nr.7). Tevens wordt de vraag voorgelegd of er minimale basisrechten voor alle werknemers moeten komen, ongeacht de vorm van hun arbeidscontract (een zogenaamde floor of rights) (nr.8);

  • Driehoeksverhoudingen in geval van uitzendwerk tussen inlenend bedrijf, werknemer en uitzendbureau

De Europese Commissie werpt de vraag op of en hoe de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen bij zulke complexe arbeidsrelaties verduidelijkt moeten worden ten einde helder te krijgen wie verantwoordelijk is voor de naleving van de arbeidsrechten (nr. 9). Ook werpt zij de vraag op of de arbeidsstatus van uitzendkrachten moet worden verduidelijkt (nr. 10).

  • Organisatie van arbeidstijd
  • De Europese Commissie refereert aan de impasse in de Raad bij de besluitvorming over de voorgestelde arbeidstijdenrichtlijn. Zij werpt vervolgens de vraag op hoe de minimumeisen ten aanzien van de organisatie van de arbeidstijden zodanig veranderd zouden kunnen worden dat voor zowel werkgever als werknemer meer flexibiliteit ontstaat, terwijl tegelijkertijd een hoge mate van bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers gewaarborgd wordt. Ook legt zij de vraag voor welke aspecten van de organisatie van de arbeidstijd dient de Gemeenschap met voorrang te behandelen (nr. 11).

  • Mobiliteit van de werknemers
  • De Europese Commissie werpt onder andere de vraag op of er behoefte is aan een meer uniforme definitie van het begrip werknemer (worker) in de EU-richtlijnen om te waarborgen dat werknemers werkzaam in transnationale context (bijvoorbeeld grensarbeiders) hun arbeidsrechten kunnen uitoefenen, ongeacht de lidstaat waar zij werken, of dat lidstaten hun bevoegdheid op dit gebied moeten behouden (nr. 12).

  • Aspecten in verband met de handhaving en zwartwerk
  • De Europese Commissie stelt dat zwartwerk dikwijls verband houdt met het grensoverschrijdend verkeer van arbeidskrachten en leidt tot uitbuiting en concurrentieverstoringen. De Europese Commissie concludeert dat illegale praktijken met een internationale dimensie de noodzaak aantonen van intensievere samenwerking op EU-niveau om de strategieën en de inspectiemiddelen ter beoordeling van de arbeidsomstandigheden en regelingen te verbeteren. De Europese Commissie wijst erop dat artikel 10 EG-Verdrag zou verplichten tot samenwerking tussen de lidstaten en de instellingen van de Gemeenschap.

    Vervolgens werpt de Europese Commissie vraag op of dit inderdaad nodig is en of hierbij een rol is weggelegd voor de sociale partners (nr. 13). Tevens werpt zij de vraag op of andere EU-initiatieven nodig zijn om de maatregelen van de lidstaten ter bestrijding van zwartwerk te ondersteunen (nr. 14).

    Men kan tot 31 maart 2007 bijdragen sturen naar de Europese Commissie. Daartoe was op internet een enquête beschikbaar.


    Behandeling Raad

    Tijdens de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 1 december 2006 is het Groenboek arbeidsrecht door Eurocommissaris Spidla gepresenteerd, waarna de lidstaten een eerste reactie hebben gegeven.

    Tijdens de informele bijeenkomst van de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenbescherming van 18-20 januari 2007 kwam onderhavig groenboek ook nog ter sprake.

    In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


    Behandeling Europees Parlement

    Het Europees Parlement nam op 11 juli 2007 een resolutie aan over de modernisering van het arbeidsrecht om de uitdagingen van de 21e eeuw het hoofd te bieden.

    In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


    Standpunten andere lidstaten (IPEX)

    In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


    Reacties Derden

    Op 27 juni 2007 heeft het House of Lords (VK) een rapport gepubliceerd met betrekking tot Groenboek. Er is onder andere onderzocht welke mogelijke positieve gevolgen de in het Groenboek gesuggereerde maatregelen voor het Verenigd Koninkrijk zouden kunnen hebben.


    Alle bronnen