E170011
  ruit icoon
Laatste revisie: 08-03-2023

E170011 - Voorstel voor een verordening betreffende de instelling, werking en gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken



Dit voorstel regelt de instelling, werking en gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Samen met E170010 vormt dit voorstel de rechtsgrondslag voor het SIS. Het SIS is een grootschalig informatiesysteem dat grenscontroles en samenwerking in de rechtshandhaving ondersteunt in en tussen de Schengenlidstaten. Hoofddoel van het SIS is het behouden van interne veiligheid binnen het Schengen gebied bij het ontbreken van interne grenscontroles. Met de voorstellen beoogt de Europese Commissie het huidige SIS te verbeteren en te versterken.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

Op 18 april 2017 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van een schriftelijk overleg (34.711, A) inzake het Schengeninformatiesysteem-pakket (zie ook E170009 en E170010) en besloot de reactie van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 24 oktober 2018 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan met betrekking tot zijn standpunt in eerste lezing inzake de ontwerpverordening.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2016)883PDF-document, d.d. 21 december 2016

rechtsgrondslag

Artikelen 82 (lid 1, onder d), 85 (lid 1), 87 (lid 2, onder a) en 88 (lid 2, onder a) VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwante dossiers


Implementatie

Het vernieuwde systeem is op 7 maart 2023 in gebruik genomen in de Schengenlanden.

Verordening (EU) 2018/1862PDF-document werd op 7 december 2018 gepubliceerd in Pb EU L 312/56. De verordening treedt 20 dagen na publicatie in werking.

In de derde kwartaalrapportage 2022 van JBZ-dossiers (32.317, NJ bijlage) geeft de regering aan dat Europese in gebruikname is voorzien op 22 november 2022. Nederland heeft zich gereed gemeld voor implementatie.


Behandeling Eerste Kamer

Op 18 april 2017 besprak de commissie I&A/JBZ het verslag van een schriftelijk overleg (34.711, A) inzake het Schengeninformatiesysteem-pakket (zie ook E170009 en E170010) en besloot de reactie van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voor kennisgeving aan te nemen.

Op 21 februari 2017 leverde de fractie van GroenLinks inbreng voor schriftelijk overleg met de regering. De brief aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie werd op 8 maart 2017 verstuurd. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 3 april 2017 gereageerd.

Op 7 februari 2017 besprak de commissie I&A/JBZ de ontwerpverordening en de twee andere voorstellen in het Schengeninformatiesysteem-pakket (zie ook E170009 en E170010) en besloot om de voorstellen in behandeling te nemen en in schriftelijk overleg te treden met de regering. De inbrengdatum werd gezet op 21 februari 2017.


Behandeling Tweede Kamer

De commissie V&J besprak het antwoord van de minister en staatssecretaris van V&J tijdens de procedurevergadering van 19 april 2017 en besloot dit voor kennisgeving aan te nemen.

De commissie voor V&J besloot dit voorstel te betrekken bij het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad 27-28 maart 2017, deze is op 16 maart 2016 naar de minister en staatssecretaris van Veiligheid & Justitie verstuurd. Op 21 maart 2017 stuurde de regering antwoord op deze vragen.

De commissie voor V&J behandelde het BNC-fiche van dit voorstel tijdens het algemeen overleg op 22 maart 2017 over de JBZ-Raad op 23-24 maart 2017 (JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid).


Standpunt Nederlandse regering

Op 27 januari 2017 stuurde het Nederlandse kabinet een BNC-fiche inzake de voorstellen voor drie verordeningen ter versterking van het Schengen Informatiesysteem (SIS) (zie ook E170009 en E170010). Hierin staat onder andere dat het kabinet de voorstellen van de Europese Commissie gematigd positief beschouwt in het licht van haar beleid aangaande het SIS. De voorstellen bieden onder meer mogelijkheden voor een accurate identificatie van personen wat bijdraagt aan de effectiviteit van de opsporing en grensbewaking, biedt meer operationele mogelijkheden ten behoeve van de opsporing van criminele activiteiten, terrorismebestrijding en de uitvoering van migratiebeleid door nieuwe signalering- en handelingsmogelijkheden. Echter de voorstellen in hun huidige vorm zullen naar verwachting tot een substantiële taakverzwaring van bepaalde bevoegde autoriteiten leiden wat ook financiële, personeelsmatige en ICT-matige ondersteuning vereist.

Verder beoordeelt het kabinet de subsidiariteit van de voorstellen positief. De voorstellen bouwen op reeds bestaande EU-wetgeving inzake het SIS. Een Europees breed informatiesysteem vereist een grote mate van uniformiteit tussen lidstaten in de structuur van het systeem, de wijze waarop informatie wordt ingevoerd, verwerkt, gegevens worden beschermd en in de eerste fase worden opgevolgd.

Ook de proportionaliteit van de voorstellen wordt door het kabinet positief beoordeeld. De keuze voor het gebruik van verordeningen om de voorstellen in wetgeving te vervatten is gepast met het oog op de beoogde uniformiteit inzake de structuur van het systeem, de invoer, verwerking, bescherming en opvolging van gegevens. Niettemin maakt het kabinet de volgende kanttekeningen. De drie voorstellen hadden omwille van het gegeven dat ze alle drie betrekking hebben op hetzelfde systeem, hetzelfde algemene doel beogen, dezelfde besluitvormingsprocedure voor alle elementen van de voorstellen geldt en veel overlap vertonen in één wetgevend voorstel vervat kunnen worden. Daarnaast stelt het kabinet vast dat op specifieke punten de voorstellen te prescriptief zijn inzake de implementatie van de voorstellen. Dit betreft onder meer ICT en beveiligingsvoorschriften waarbij de doelen en uitgangspunten op EU niveau dienen te worden vastgesteld maar ruimte voor nationale implementatieafwegingen noodzakelijk zijn.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Dit voorstel regelt de instelling, werking en gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Samen met E170010 vormt dit voorstel de rechtsgrondslag voor het SIS. Het SIS is een grootschalig informatiesysteem dat grenscontroles en samenwerking in de rechtshandhaving ondersteunt in en tussen de Schengenlidstaten. Hoofddoel van het SIS is het behouden van interne veiligheid binnen het Schengen gebied bij het ontbreken van interne grenscontroles. Met de voorstellen beoogt de Europese Commissie het huidige SIS te verbeteren en te versterken.

De belangrijkste elementen van het voorstel zijn:

  • harmonisering van nationale procedures voor het gebruik van het SIS, in het bijzonder ten aanzien terrorisme gerelateerde misdrijven en kindontvoeringen. Zo zal verplicht een waarschuwing moeten worden verstuurd als feiten verband houden met terroristische misdrijven en komt er een nieuwe "vraagcontrole" zodat autoriteiten worden geholpen om essentiële informatie te verzamelen. Verder zullen autoriteiten niet alleen berichten over vermiste kinderen mogen versturen, maar ook preventieve waarschuwingen over kinderen die een hoog risico op ontvoering lopen;
  • uitbreiding van de reikwijdte van het SIS door de invoering van biometrische informatie zoals gezichtsopnames en palmafdrukken;
  • de introductie van technische wijzigingen om de veiligheid te verbeteren en administratieve lasten te verminderen;
  • eenduidige voorschriften voor gebruikers over hoe zij SIS-gegevens op een veilige manier moeten verwerken;
  • harmonisering van de retentieperiode voor alle signaleringen in het SIS naar vijf jaar met uitzondering van reisdocumenten tien jaar en signaleringen voor informatievergaring één jaar.

Behandeling Raad

Tijdens de JBZ-Raad van 8-9 juni 2017 hielden de ministers een oriënterend debat over de Schengeninformatiesysteemvoorstellen. Dit deden ze aan de hand van de door het voorzitterschap opgestelde drie discussievragen waarmee het voorzitterschap politieke sturing trachtte te geven aan het vervolg van de onderhandelingen over de SIS-voorstellen. Dit leidde echter niet tot nieuwe inzichten.

Dit voorstel is verschenen op 21 december 2016 als onderdeel van 1 pakket met 2 andere verordeningen. De onderhandelingen zijn aangevangen in raadswerkgroepen. Naast de bespreking van het voorstel wordt ook parallel in het licht van de bespreking van het voorstel voor een Entry-Exit systeem en het voorstel voor een ETIAS gekeken naar de wisselwerking met het SIS en de gevolgen voor de nationale uitvoering. Verwacht wordt dat eerste lezing van het voorstel in mei gereed zal zijn.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 24 oktober 2018 nam het Europees Parlement een resolutiePDF-document aan met betrekking tot zijn standpunt in eerste lezing inzake de ontwerpverordening.

Op 12 februari 2018 publiceerde de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement een briefingPDF-document over de stand van zaken in de onderhandelingen met betrekking tot de ontwerpverordening.

Op 10 november 2017 werd het definitieve verslag van de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken aangenomen in een plenaire vergadering van het Europees Parlement. Het Europees Parlement nam hierbij een resolutiePDF-document aan met een standpunt in eerste lezing. Het besluit om interinstitutionele onderhandelingen te starten werd op 15 november 2017 bevestigd in een plenaire vergadering van het Europees Parlement.

Op 27 juni 2017 bracht de commissie voor Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) een ontwerpverslag uit met betrekking tot de ontwerpverordening.

Op 1 maart 2017 publiceerde de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement een briefingPDF-document over de stand van zaken van de onderhandelingen inzake de ontwerpverordening.

De ontwerpverordening wordt behandeld door de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement. Daarnaast zijn de commissie voor Buitenlandse Zaken (AFET), de commissie voor de Begroting (BUDG), de commissie voor Vervoer en Toerisme (TRAN) en de commissie voor Juridische Zaken (JURI) ingesteld als adviescommissie, maar geen van de commissies besloot om een advies uit te brengen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

De Italiaanse Kamer van Afgevaardigden heeft op 2 augustus 2017 een standpuntPDF-document ingediend over het voorstel.

De Senaat van Tsjechië heeft op 31 mei 2017 een resolutiePDF-document aangenomen waarin zij aangeeft het voorstel te ondersteunen.

Op 25 mei 2017 heeft het parlement van Portugal aan de Europese Commissie laten weten geen problemen te zien aangaande de subsidiariteit van het voorstel.

Op 17 mei 2017 heeft het Spaanse Parlement vastgesteld dat dit voorstel in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel.

Op 24 mei 2017 behandelde de commissie voor constitutionele zaken van de Italiaanse Senaat het voorstel en gaf een positieve resolutie, alhoewel met beperkingen op haar verdiensten.

De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar is 30 mei 2017.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen