E130014
  ruit icoon
Laatste revisie: 02-02-2015

E130014 - Commissiemededeling: Een waardig leven voor iedereen: armoede uitroeien en de wereld een duurzame toekomst geven



Met deze mededeling presenteert de Europese Commissie een kader voor een EU-brede aanpak voor mondiale armoedebestrijding als aanzet tot de ontwikkeling van een overkoepelend post-2015 EU beleidskader.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: voorstel aanvaard in Europa.

nationaal

De commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) besprak op 9 juli 2013 de reactie van de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 1 juli 2013. De commissie besloot de reactie voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Op 2 juni 2014 publiceerde de Europese Commissie de Mededeling: Een waardig leven voor iedereen: van visie naar collectieve actie . Deze mededeling bouwt voort op onderhavige mededeling en levert een verdere bijdrage aan het standpunt van de EU in de internationale onderhandelingen over doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (DDO's). Voor meer informatie zie ook E140020.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2013)92PDF-document, d.d. 27 februari 2013

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwant dossier


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) besprak op 9 juli 2013 de reactie van de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 1 juli 2013. De commissie besloot de reactie voor kennisgeving aan te nemen.

Op 1 juli 2013 reageerde de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen over de commissiemededeling van de leden van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO), met uitzondering van de leden van de SP fractie, van 7 mei 2013.

Op 7 mei 2013 hebben de leden van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO), met uitzondering van de leden van de SP fractie, een brief gestuurd aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met vragen over de commissiemededeling. De leden vragen in de brief o.a. in hoeverre de in de mededeling gedane voorstellen sporen met de recentelijk gepubliceerde beleidsnota “Wat de wereld verdient. Een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen". Daarnaast bevat de brief additionele vragen van de PVV fractie. De PVV fractie vraagt de regering o.a. hoe zij denkt dat de ontwikkeling van een universeel post-2015 raamwerk zich verhoudt tot de soevereiniteit van natiestaten. Tot slot stellen de leden van de SP fractie grote moeite te hebben met de manier waarop de EU ontwikkelingssamenwerking bedrijft. Zij vinden het ten principale niet subsidiair, omdat men op EU niveau veel zaken doet die ook op lidstaatniveau plaatsvinden. 

Op 26 maart 2013 besloot de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) inbreng te leveren voor schriftelijk overleg met de regering. Op 23 april 2013 is een conceptbrief besproken.

De commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) heeft dit onderwerp als prioritair aangemerkt in het werkprogramma 2013. 


Behandeling Tweede Kamer

De Tweede Kamer voerde op 17 december 2013 schriftelijk overleg met de regering over de Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking van 12 december 2013. De post-2015 ontwikkelingsagenda kwam meerdere malen ter sprake.

Op 27 november 2013 stuurde de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, naar aanleiding van een toezegging gedaan tijdens het AO op 18 september 2013, een update over de Nederlandse visie op de post-2015 ontwikkelingsagenda.

De commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 18 september 2013 een algemeen overleg gevoerd met de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Nederlandse visie op de post-2015 ontwikkelingsagenda.

De minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking stuurde de Tweede Kamer op 4 juli 2013 de Nederlandse visie op de post-2015 ontwikkelingsagenda. Dit naar aanleiding van een verzoek van de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In de visie staat onder andere dat het zogenaamde MDG special event op 25 september 2013 tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een belangrijk moment wordt; tijdens deze top zullen beslissingen genomen worden over het uitonderhandelen en vaststellen van een nieuwe ontwikkelingsagenda. In 2015 zou dan een nieuwe topconferentie kunnen plaatsvinden om het nieuwe raamwerk aan te nemen. In de visie gaat de minister verder uitgebreid in op de Nederlandse inzet in de onderhandelingen voor de nieuwe ontwikkelingsagenda.

Tijdens het algemeen overleg over de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking op 23 mei 2013 is onderhavige mededeling besproken. Er werd onder andere gesproken over de ambitieuze doelstelling van de EU en Nederland om de post-2015 milleniumdoelen te koppelen aan de nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelen. Volgens de ministr van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is nog niet duidelijk of deze doelstelling ook wordt gedeeld op VN-niveau, Brazilië lijkt in ieder geval geen voorstander te zijn. De minister geeft aan er vertrouwen in te hebben om uiteindelijk tot één set nieuwe post-2015 doelen te kunnen komen en zal de Kamer op de hoogte houden van de Nederlandse inzet.

Ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben op 15 mei 2013 een technische briefing verzorgd over de commissiemededeling voor de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. 

Op 16 april 2013 reageerde de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op het verzoek van de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 18 maart 2013 om de Kamer schriftelijk te informeren over de kabinetsvisie op de post MDG ontwikkelingsagenda. In deze brief geeft de minister o.a. aan dat er een ambtelijke technische briefing zal worden verzorgd over de commissiemededeling. 

Op 10 april 2013 besloot de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het BNC-fiche van 5 april 2013 tevens te agenderen voor het algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingsraad op 23 mei 2013

Op 28 maart 2013 besloot de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de commissiemededeling te agenderen voor een algemeen overleg op 23 mei 2013 over de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingsraad. Verder verzoekt de commissie de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om een ambtelijke technische briefing te verzorgen, eventueel met medewerking van de Europese Commissie, over het EU-voorstel en het kabinetsstandpunt daarop. 

Op 18 maart 2013 verzocht de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de minister van de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de Kamer in een brief te informeren over de kabinetsvisie op de post MDG ontwikkelingsagenda.

Ook de Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de standpuntbepaling voor de ontwikkelingsagenda na 2015 en de follow-up van Rio+20 als prioritair aangemerkt in haar lijst van 2013. 

Voorafgaand aan de publicatie van de commissiemededeling hebben de commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de commissie voor Europese Zaken op 30 januari 2013 een Algemeen Overleg (AO) gevoerd met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over Europees ontwikkelingsbeleid. De post-2015 ontwikkelingsagenda is hier onder meer besproken. Ter voorbereiding op dit AO stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op 11 december 2012 een brief aan de Kamer over de visie van het kabinet op het Europees beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking. 


Standpunt Nederlandse regering

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking publiceerde op 31 mei 2013 een persbericht waarin zij ingaat op het rapport van het High Level Panel van de Verenigde Naties van 30 mei 2013 over de post 2015 millenium ontwikkelingsdoelen. Volgens de minister sluiten de aanbevelingen van het panel goed aan bij het nieuwe Nederlandse beleid voor hulp, handel en investeringen.

Op 5 april 2013 stuurde de regering een BNC-fiche aan de Kamer. Hierin staat onder andere dat de Nederlandse inzet wordt gestuurd door het Kabinetsbeleid op groene groei, ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel. De beleidsnota over Groene Groei, die onlangs is verschenen, en de nota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die binnenkort verschijnt, schetsen daarvoor de kaders.

Nederland steunt de opvatting van de Europese Commissie dat de herziening van de Millenniumdoelen en de formulering van duurzame ontwikkelingsdoelen moeten uitmonden in een overkoepelend raamwerk voor ontwikkeling na 2015. Een gemeenschappelijk EU-standpunt hiertoe is een logische en noodzakelijke eerste stap in dit proces. Er zou een werkplan moeten worden opgesteld om het samenbrengen van deze agenda's verder te concretiseren en aan een tijdpad te binden.

De prioritaire gebieden, uitgangspunten en randvoorwaarden die in de mededeling worden genoemd, stroken in grote lijnen met de Nederlandse inzet. Het is echter nog niet duidelijk hoe de verschillende elementen zich tot elkaar zouden moeten verhouden. De multidimensionale benadering van armoede is een belangrijke vernieuwing die door Nederland gesteund wordt. 

Een onderwerp dat volgens Nederland in de mededeling onderbelicht is gebleven is seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Een ander onderwerp dat in de mededeling niet aan bod komt is de financiering van het post 2015 raamwerk. De Commissie zal medio 2013 met een geïntegreerde EU aanpak voor de financiering en andere uitvoeringsmiddelen voor de verschillende mondiale processen komen. Nederland streeft er naar dat er op een bredere, modernere wijze gekeken wordt naar de financiering van ontwikkeling, waarbij de rol en definitie van Official Development Assistance (ODA) ter discussie staat. 

Nederland sluit ook aan bij de nadruk op beleidscoherentie. Op Europees niveau moet de inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder uitgebouwd worden, met aandacht voor het verband met het mondiale handelssysteem, mondiale publieke goederen, en het Europese beleid op het terrein van onderzoek en innovatie.

Voorafgaand aan de publicatie van de commissiemedeling stuurde de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op 22 januari 2013 een brief aan de Tweede Kamer over de Nederlandse inzet in de post-2015 ontwikkelingsagenda.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 27 februari 2013 publiceerde de Europese Commissie onderhavige mededeling waarin de Europese Commissie

een kader voor een EU-brede aanpak voor mondiale armoedebestrijding presenteert als aanzet tot de ontwikkeling van een overkoepelend post-2015 EU beleidskader. Na goedkeuring van dit brede kader hoopt de Commissie in het voorjaar van 2013 overleg tot stand te brengen met de Raad en het Europees Parlement over de ontwikkeling van een gemeenschappelijke EU-benadering voor zowel de speciale VN-bijeenkomst inzake de millenniumdoelstellingen in het najaar van 2013 alsook voor de post-2015 inzet. 

In de mededeling evalueert de Commissie het succes van de wereldwijde agenda voor de uitbanning van armoede en de met de millenniumdoelstellingen opgedane ervaring, inclusief de resultaten en beloften van Rio+20 en de tenuitvoerlegging daarvan. Vervolgens wordt een toekomstig kader geschetst en wordt aangegeven hoe de doelstellingen met elkaar kunnen worden verbonden in het kader van de desbetreffende VN-processen. De Commissie heeft zichzelf als doel gesteld een post-2015 EU beleidskader voor te stellen dat een samenhangend en allesomvattend antwoord kan bieden op de universele uitdagingen met betrekking tot het uitbannen van armoede en duurzame ontwikkeling, om zo tegen 2030 een waardig leven voor iedereen te garanderen.

De Commissie bouwt dat kader op rond verschillende elementen:

  • het garanderen van de minimale levensbehoeften;
  • het bevorderen van de motoren voor inclusieve en duurzame groei;
  • het garanderen van duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen;
  • het bevorderen van gelijkheid, billijkheid en rechtvaardigheid;
  • inzet voor vrede en veiligheid.

Ook pleit de Commissie voor een kader waarin de drie dimensies van duurzame ontwikkeling worden verwerkt - economisch, sociaal en milieu-gerelateerd. De doelstellingen dienen beperkt in aantal te zijn en zouden universeel op alle landen van toepassing moeten zijn. De Commissie stelt dat de verantwoordelijkheid voor resultaat in de eerste plaats ligt bij de landen zelf en dat de doelstellingen moeten voorzien in stimulansen voor samenwerking en partnerschappen tussen overheden. Ook zou het  kader volgens de Commissie samenhangend moeten zijn met de bestaande internationaal overeengekomen doelstellingen over klimaatverandering, biodiversiteit, sociale bescherming en de vermindering van het risico op rampen.


Behandeling Raad

Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking op 19 mei 2014 is gesproken over de stand van zaken van het post 2015 proces en de rol van de EU daarin.

Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking op 12 december 2013 zijn Raadsconclusies aangenomen over de financiering van armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling na 2015. In de Raadsconclusies verwelkomt de Raad onderhavige mededeling.

De Raad Algemene Zaken nam op 25 juni 2013 raadsconclusies aan over de overkoepelende post-2015 agenda. In de conclusies geeft de Raad onder andere aan dat de EU en haar lidstaten door zullen gaan met het bepalen van prioriteitsgebieden voor de post-2015 ontwikkelingsagenda, waarbij de voorstellen uit de mededeling in acht zullen worden genomen.

Op 18 juni 2013 werd onderhavige mededeling besproken tijdens de Milieuraad. Tijdens de Raad werden dezelfde Raadsconclusies onderschreven als tijdens de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking (RBZ/OS) van 28 mei 2013. De Raadsconclusies zullen officieel worden aangenomen tijdens de Raad Algemene Zaken op 25 juni 2013.  Verder bleek uit het verslag van de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dat de Raad zich verder opnieuw uitsprak voor een geïntegreerd proces om Millennium Ontwikkelingsdoelen en Duurzame Ontwikkelingsdoelen samen te brengen. Verschillende lidstaten stonden stil bij het belang van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), waarvan de Raadsconclusies ook gewag maken. Voor het eerst sinds jaren spreekt de EU – mede op aandringen van Nederland – weer over seksuele en reproductieve rechten. Verder heeft de minister tijdens de Raad ook aandacht gevraagd voor de financiering van ontwikkeling en de noodzaak hier op een andere, vernieuwende wijze naar te kijken, inclusief het tegen het licht houden van het –verouderde- ODA raamwerk. Volgens de minister komt de Europese Commissie later dit jaar met een Mededeling over de financiering van ontwikkeling waarin dit aspect zal moeten worden meegenomen.

De Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking (RBZ/OS) besprak op 28 mei 2013 het overkoepelend kader voor de periode na 2015 wanneer de milleniumdoelen aflopen. Onderhavige mededeling maakte deel uit van de discussie. Uit het verslag van de Raad van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking blijkt dat veel landen de noodzaak deelden om vrede en veiligheid een plaats te geven in het post 2015 raamwerk. Ook over het betrekken van maatschappelijke organisaties, het samenbrengen van de millenium ontwikkelingsdoelen met de duurzame ontwikkelingsdoelen en het belang van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten bestond overeenstemming. Tijdens de Raad werden Raadsconclusies onderschreven, die officieel zullen worden aangenomen tijdens de Raad Algemene Zaken op 25 juni 2013 .

Op 21 maart 2013 heeft er een Milieuraad plaatsgevonden waar het Ierse Voorzitterschap een terugkoppeling gaf van de besloten ministeriële lunchbespreking waar de Europese Commissie de onderhavige mededeling heeft gepresenteerd. Deze werd door de aanwezige milieuministers goed ontvangen. Dit gold in het bijzonder voor het voorstel om één overkoepelend kader te stellen voor de Millenniumdoelen en de in Rio de Janeiro gemaakte afspraken op het gebied van duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding. Het Voorzitterschap heeft het voornemen tijdens de Milieuraad van 18 juni aanstaande Raadsconclusies hierover voor te leggen.

Tijdens de Informele Raad Buitenlandse Zaken (ontwikkelingssamenwerking) van 11 februari 2013 is gesproken over de post-2015 ontwikkelingsagenda. De Europese Commissie heeft aangegeven de beraadslagingen mee te nemen in de commissiemededeling. 

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 30 mei 2013 publiceerde het adviesorgaan van de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties - het High Level Panel - een advies waarin zij een voorstel doet voor twaalf nieuwe milleniumdoelen voor de periode na 2015. Het panel bestond uit 27 leden onder leiding van de Britse minister-president David Cameron, president Yudhoyono van Indonesië en president Johnson Sirleaf van Liberia. CEO Paul Polman van Unilever was een van de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in het panel. Er werd voor het rapport gesproken met 5000 organisaties in 121 landen. De twaalf voorgestelde doelen in het advies zijn:

  • 1. 
    Beëindiging van extreme armoede
  • 2. 
    Bevorder de positie van meisjes en vrouwen en behaal gendergelijkheid
  • 3. 
    Faciliteer kwalitatieve educatie en leven lang leren.
  • 4. 
    Verzeker gezond leven
  • 5. 
    Verzeker voedselveiligheid en goede voedselvoorziening
  • 6. 
    Universele toegang tot water en sanitatie
  • 7. 
    Verzeker duurzame energie
  • 8. 
    Creëer banen, duurzaam levensonderhoud, en eerlijke groei
  • 9. 
    Beheren van natuurlijke hulpbronnen
  • 10. 
    Verzeker goed bestuur en effectieve instituties
  • 11. 
    Verzeker stabiele en vreedzame samenlevingen
  • 12. 
    Creëer een wereldwijde mogelijkhedenscheppende omgeving en katalyseer lange termijn financiering

In september wordt het adviesrapport van het High Level Panel besproken tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

Op 9 april 2013 werd het European Report on Development (ERD) 2013 gepubliceerd getiteld: 'Post 2015: Global Action for an Inclusive and Sustainable Future'. Dit rapport geeft een reeks aan beleidsopties weer voor Europees en internationaal collectief optreden in de post-2015 ontwikkelingsagenda. Volgens het rapport is internationale samenwerking van cruciaal belang om armoede in de wereld uit te roeien en om aan de beloften van de Millenium Declaratie te voldoen. Het ERD is een onafhankelijk rapport, ondersteund door de Europese Commissie en 7 lidstaten (Finland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) en werd uitgevoerd door onafhankelijke onderzoekers van het Overseas Development Institute (ODI), het German Development Institute / Deutsches Institut für Entwicklungspolitik (DIE) en het European Centre for Development Policy Management (ECDPM). Het ERD geeft overigens niet de officiële positie van de EU of de lidstaten weer. 


Alle bronnen