E110024
  ruit icoon
Laatste revisie: 19-06-2012

E110024 - Europese Commissiemededeling: inspelen op de veranderingen in onze buurlanden



De Europese Commissie en de Hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid zetten in de mededeling over het Europese Nabuurschapsbeleid (ENB) van 24 mei 2011 in op meer differentiatie, flexibiliteit en gerichte en passende relaties met partnerlanden.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

Met excuus voor de vertraging ontving de Eerste Kamer op 12 juni 2012 een reactie op haar brief van 5 juli 2011. Deze werd tijdens de commissievergadering op 19 juni 2012 voor kennisgeving aangenomen.

Europees

Het Europees Parlement heeft op 14 december 2011 een resolutie aangenomen over de Europese Commissiemededeling inspelen op de veranderingen in onze buurlanden.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2011)303PDF-document, d.d. 24 mei 2011

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwant dossier


Behandeling Eerste Kamer

Met excuus voor de vertraging ontving de Eerste Kamer op 12 juni 2012 een reactie op haar brief van 5 juli 2011. Deze werd tijdens de commissievergadering op 19 juni 2012 voor kennisgeving aangenomen.

De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties besloot op 28 juni 2011 schriftelijke vragen te stellen aan de Europese Commissie inzake het ontbreken van iedere verwijzing in de Commissiemededeling naar de betrokkenheid van de Raad van Europa bij de uitvoering van het Europees Nabuurschapsbeleid en het Memorandum of Understanding tussen de de Raad van Europa en de Europese Unie met het oog op synergie in de werkzaamheden. Op 5 juli 2011 werd deze brief ondertekend en verzonden aan de Voorzitter van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid.

De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) zal tijdens haar eerste commissievergadering in nieuwe samenstelling op 28 juni 2011 spreken over onderhavige Commissiemededeling.


Behandeling Tweede Kamer

De vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en Europese Zaken hebben op 14 september 2011 een algemeen overleg gevoerd met de minister van Buitenlandse Zaken over onder andere de kabinetsreactie op de onderhavige commissiemededeling.

De minister van Buitenlandse Zaken heeft op 15 augustus 2011 een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met de wensen en inzet van het kabinet voor de aanstaande Top van het Oostelijk Partnerschap op 29 en 30 september 2011. De minister gaat in de brief onder meer in op de Herziening van het Nabuurschapsbeleid. Belangrijkste element van het herijkte Nabuurschapsbeleid is het principe dat landen die bereid zijn meer te hervormen en deze hervormingen ook daadwerkelijk implementeren kunnen rekenen op versterkte betrekkingen met de EU ('more for more' ). Landen die hier niet toe bereid zijn zullen daarentegen geen aanspraak kunnen maken op geïntensiveerde relaties met bijbehorende steunpakketten van de EU ('less for less' ).

Het kabinet hecht eraan dat deze noties ook in de Verklaring van de Top terecht komen. Het kabinet bepleit dat dit beleid wordt vormgegeven op basis van 'intelligente conditionaliteiten' op het terrein van mensenrechten, democratisering en rechtsstaat.

De commissie voor Buitenlandse Zaken besprak op 23 juni 2011 het BNC-fiche d.d. 15 juni 2011 tijdens haar procedurevergadering. De commissie concludeerde dat het zuidelijk Nabuurschapsbeleid betrokken wordt bij het AO op 28 juni 2011 over de Arabische regio. Het oostelijk deel is niet eerder expliciet geagendeerd en zal geagendeerd worden voor een nog te plannen AO over de agenda van de Eastern Partnership Summit . De minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken worden verzocht de Kamer voorafgaand aan de Top te informeren over de voorgenomen regeringsinzet.


Standpunt Nederlandse regering

De Nederlandse regering verwelkomt in het BNC-fiche van 15 juni 2011 het initiatief van de Commissie om het ENB te herzien. Het nabuurschapsbeleid is een cruciaal onderdeel van het buitenlands beleid van de EU. Welvaart en democratie bij onze buurlanden komt onze eigen handel, energiezekerheid en veiligheid ten goede.

De recente ontwikkelingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten vormen een dringende extra aanleiding om het EU-beleid voor de buurlanden kritisch tegen het licht te houden.

In de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van juni 2011 liet de Nederlandse regering weten dat de Europese Commissie volgens het Nederlandse kabinet terecht constateert dat er behoefte is aan meer maatwerk in de bilaterale betrekkingen tussen de Unie en de 16 Oostelijke en Zuidelijke Nabuurschapspartners. Uitgangspunt daarbij is 'meer voor meer': hoe effectiever het hervormingsproces in het partnerland is, hoe steviger de betrekkingen met de Unie kunnen zijn. Keerzijde van de medaille is dat tegenvallende hervormingsresultaten -- in het bijzonder op het vlak van mensenrechten en democratisering -- directe gevolgen zullen hebben voor het steunpakket dat de EU zal bieden.

Het kabinet bepleit in dit kader 'intelligente conditionaliteit' en zal stellen dat de steun van de EU zich in hoofdlijnen moet richten op:

  • 1. 
    democratisering;
  • 2. 
    ontwikkeling van de rechtstaat en verbetering van het respect voor mensenrechten met bijzondere aandacht voor media, internet, minderheden, religie en gender ;
  • 3. 
    economische groei en bevordering van werkgelegenheid.

Het kabinet zal in de Raad benadrukken dat de beoogde toenadering tot de Unie wel zijn grenzen heeft. Het Nabuurschapsbeleid en het uitbreidingsbeleid moeten twee geheel gescheiden beleidsprocessen blijven. Een concreet lidmaatschapsperspectief is voor de Oostelijke Nabuurschapspartners dan ook niet aan de orde en net zo min voor de zuidelijke buren.

Het kabinet zal in de Raad voorts aandringen op grote terughoudendheid ten aanzien van mobiliteit van personen afkomstig uit met name de zuidelijke Nabuurschapslanden. Het kabinet is bereid welwillend te kijken naar de mogelijkheden voor de uitwisseling van studenten, academici, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, media en zakenlieden. De instroom van kansarmen die naar de Unie afreizen, moet worden tegengegaan.

Het kabinet zal er op wijzen dat eventuele beleidsintensiveringen budgetneutraal moeten worden geaccommodeerd binnen de middelen die de EU beschikbaar heeft voor extern beleid.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Europese Commissie en de Hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid zetten in de mededeling over het Europese Nabuurschapsbeleid (ENB) in op meer differentiatie, flexibiliteit en gerichte en passende relaties met partnerlanden. De nieuwe aanpak legt ten opzichte van partnerlanden onder andere nadruk op:

  • Het ondersteunen van democratische ontwikkeling.

Hiertoe steunt de Commissie de instelling van een European Endowment for Democracy en stimuleert ze de dialoog tussen maatschappelijk middenveld en overheden, ondersteund door een op een regio toegespitste Civil Society Facility . In haar contact met partnerlanden zal de EU inzetten op mensenrechten, waarbij tevens een rol is voor nationale parlementen en interparlementaire bijeenkomsten.

  • Het ondersteunen van inclusieve economische groei.

Hiertoe zal de Commissie een regeling voor een betere (juridische) bescherming van (externe) investeringen onderzoeken. Met garantstellingen voor leningen krijgt het Europees Investeringsfonds mogelijk een ondersteunende rol voor het midden- en kleinbedrijf. Macro-financial assistance zou ingezet kunnen worden voor financiële problemen van korte termijn op nationaal niveau. De Commissie zet in op handelsconcessies en verdere economische integratie met de EU door Deep and Comprehensive Free Trade Areas (DCFTA's) en zal de samenwerking versterken op het terrein van energie, transport, ICT en klimaatproblematiek en op de ontwikkeling van een Common Knowledge and Innovation Space . Daarnaast zal de Commissie inzetten op mobiliteitsovereenkomsten en, in enkele gevallen, visa liberalisatie.

  • Het versterken van de twee regiogerichte dimensies van het ENB.

De Commissie wil het Oostelijk Partnerschap versterken door o.a. het uitbreiden van DCFTA's en visa liberalisatie. In het zuidelijk Middellandse Zeegebied streeft de EU naar nieuwe en sterke partnerschappen zoals deze nu al bestaan met landen van het Oostelijk Partnerschap.

Middelen

De Commissie kiest voor een beperkt aantal prioriteiten met duidelijke benchmarks en zal een volgende stap zetten met een nieuwe verordening over het European Neighbourhood Instrument . Voor de nieuwe aanpak van het ENB wordt tot 2013 ruim 1,2 mrd euro extra vrijgemaakt door o.a. budgetverschuivingen, waartoe de Commissie in 2012 een amendement op het Concept Begroting zal aanbieden. Daarnaast streeft de Commissie naar een verdere betrokkenheid van de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling in een aantal landen in het zuidelijk Middellandse Zeegebied.

De nieuwe aanpak van het ENB zal een evaluatie krijgen in het Commissie voorstel voor het Meerjarig Financieel Kader van na 2013.


Behandeling Raad

De Raad Buitenlandse Zaken op 1 december 2011 bevestigde dat het Europees Nabuurschapsbeleid gebaseerd moet zijn op wederkerigheid en universele waarden als vrijheid, democratie, respect voor mensenrechten, gendergelijkheid, fundamentele vrijheden, rechtsstaat en goed bestuur. Kern van het EU-beleid ten aanzien van de buurlanden is het principe van intelligente conditionaliteit («more for more », «less for less »).

Tijdens de raad Buitenlandse Zaken op  20 juni 2011 is uitvoerig gesproken over de herziening van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENP) en zijn enkele raadsconclusies aangenomen.

In het verslag van deze Raad van het ministerie van Buitenlandse Zaken staat vermeld dat de Europese Unie zich in deze raadsconclusies mede op aandringen van Nederland uitspreekt voor intelligente conditionaliteit: partnerlanden hoeven alleen te rekenen op steun van de EU als democratische, rechtsstatelijke en economische hervormingen succesvol worden doorgevoerd.

De minister van Buitenlandse Zaken benadrukte dat het Nabuurschapsbeleid volledig losstaat van enigerlei toetredingstrajecten. De Unie kan hooguit nota nemen van de lidmaatschapsaspiraties van een aantal partners. De conclusies reflecteren deze benadering.  

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft op 14 december 2011 een resolutie aangenomen waarin onder andere wordt erkent dat de Europese aspiraties en de Europese keuze voor bepaalde partners en hun inzet voor het opbouwen van echte en duurzame democratie en de noodzaak van het tot stand brengen van nieuwe en onderscheidende betrekkingen tussen de EU en de landen van het Oostelijk Partnerschap benadrukt, waardoor hun inspanningen voor het bestendigen van duurzame democratieën en markteconomieën ondersteund worden.

Op 22 september 2011 heeft de commissie buitenlandse zaken (AFET) van het Europees Parlement voor de eerste maal gesproken over het de herziening van het Europees Nabuurschapsbeleid. Naar verwachting vindt een eerste lezing plaats tijdens de commissievergadering van 14 november 2011.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 15 juni 2011 heeft de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) een rapport gepresenteerd met de titel 'Hervormingen in de Arabische regio: kansen voor democratie en rechtsstaat?'. Hierin stelt de raad onder andere dat hervorming in de Arabische regio gebaat is bij snelle en substantiële ondersteuning van het maatschappelijk middenveld. Vooral in Tunesië, Egypte en Marokko is er nu een window of opportunity voor maatschappelijke veranderingen ten goede. Aan het welslagen van de 'Arabische Lente' kan Nederland een specifieke bijdrage leveren door maatschappelijke organisaties als vakbonden en mensenrechtenorganisaties te steunen. 


Alle bronnen