Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Europees

De Europese Commissie heeft het voorstel voor een beschikking betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) op 2 juni 2012 ingetrokken. 

document Europese Commissie

COM(2008)676, d.d. 27 oktober 2008

rechtsgrondslag

Euratom-Verdrag artikel 203 en EG-Verdrag artikel 308

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwant dossier

Onderhavig voorstel maakt deel uit van het werkprogramma van de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets. Op 24 november 2008 heeft de TGCS advies gevraagd inzake subsidiariteit en proportionaliteit aan de vakcommissies van de Eerste en Tweede Kamer.De vaste commissie voor de JBZ-raad stuurde op 9 december 2008 haar advies aan de TGCS. Ook het advies van de commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer werd op 9 december 2008 verstuurd. Bij dit dossier is conciliatie niet mogelijk gebleken. Van dit feit heeft de TGCS-voorzitter de beide Kamercommissies van Eerste en Tweede Kamer in kennis gesteld bij brief d.d. 16 december 2008. Het is nu aan elk der beide Kamers afzonderlijk (i.c. de vakcommissies) te bepalen of en welke vervolgstappen zij op onderhavig dossier wenst te ondernemen en tot wie zij zich daarbij richt.

Oproep

Het parlement, i.c. de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets (TGCS), nodigt iedereen uit commentaar te leveren op nieuwe Europese voorstellen. Kan het beter in Nederland geregeld worden? Willen we wel een Europese aanpak, maar gaat het voorstel te ver voor Nederland? Wat zijn de consequenties? Indien u binnen zes weken na publicatie van het voorstel door de Europese Commissie uw oordeel kenbaar maakt, dan kan uw reactie worden betrokken bij het advies van de TGCS aan beide Kamers. Gebruik daarvoor de reactieknop in het linker menu (een bestandje kunt u mailen naar europapoort@eerstekamer.nl).

Ook in een later stadium kan een meer inhoudelijke reactie ter kennisname van de vakcommissies worden gebracht en worden meegenomen in de dialoog tussen regering en parlement over het verloop van de onderhandelingen in Brussel. Uw reactie kan - tenzij men aangeeft daar bezwaar tegen te hebben - als 'commentaar derden' in de relevante dossiers worden geplaatst.

De reactie van de vicevoorzitter van de Europese Commissie werd op 16 juni 2009 voor kennisgeving aangenomen.

De vicevoorzitter van de Europese Commissie stuurde op 28 april 2009 per brief een reactie naar de Eerste Kamer waarin zij onder andere ingaat op de gekozen rechtsgrondslag van onderhavig voorstel.

Na ontvangst van de brief van de TGCS op 16 december 2008 heeft de vaste commissie voor de JBZ-Raad besloten dat zij haar eindadvies aan de Europese Commissie wil voorleggen. Deze brief is op 23 december 2008 door de plenaire vergadering van de Eerste Kamer vastgesteld en vervolgens verzonden.

Op 16 december 2008 heeft de TGCS geconcludeerd dat de adviezen van de beide Kamers te zeer uiteen lopen om deze te kunnen samenvoegen tot een gezamenlijk advies van de Staten-Generaal. Het voorstel is daarom terugverwezen naar de afzonderlijke Kamers om desgewenst nadere actie te ondernemen.

Op 9 december is de definitieve reactie aan de TGCS vastgesteld. De commissie voor de JBZ-Raad stelt niet te kunnen instemmen met de rechtsgrondslag van het voorstel (artikel 308). Een van de voorwaarden voor gebruik van het 'restartikel' is namelijk het noodzakelijkheidsvereiste, hetgeen strijdig wordt geacht met het facultatieve karakter van CIWIN.

In haar vergadering van 2 december 2008 heeft de commissie voor de JBZ-Raad het CIWIN-voorstel inhoudelijk besproken in verband met de subsidiariteitstoets. Een meerderheid van de commissie was van mening dat er problemen bestaan ten aanzien van de bevoegdheidsgrondslag.

Op 12 juni 2009 ontving de voorzitter van de Tweede Kamer een reactie op de brief d.d. 24 februari 2009.

De Tweede Kamer stuurde op 24 februari 2009 een brief naar de Europese Commissie met haar standpunt ten aanzien van onderhavig voorstel.

De commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 19 januari 2009 een brief verzonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer met het verzoek de bijgevoegde conceptbrief aan de Europese Commissie voor te leggen aan de plenaire vergadering van de Tweede Kamer die de conceptbrief op 29 januari 2009 heeft vastgesteld.

Op 9 december 2008 heeft de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer haar eindadvies vastgesteld. Er zijn geen subsidiariteits- en proportionaliteitsbezwaren geconstateerd. Wel wordt enige kritiek ge-uit op het gebruik van artikel 308. De rechtsbasis wordt echter geaccepteerd, aangezien deze ook is benut voor de totstandkoming van de richtlijn kritieke infrastructuur.

De Europese Commissie heeft het voorstel voor een beschikking betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) op 2 juni 2012 ingetrokken.

Sinds enkele jaren heeft de bescherming van kritieke infrastructuur de aandacht van de Europese Commissie. In december 2006 is een voorstel voor een richtlijn gepresenteerd om gemeenschappelijke regels op te stellen voor deze bescherming. Kritieke infrastructuur wordt in de richtlijn gedefinieerd als infrastructuur waarvan de vernietiging of verstoring invloed heeft in twee of meer lidstaten, of in een enkele lidstaat, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Vooralsnog is de reikwijdte van de richtlijn beperkt tot twee sectoren, te weten transport en energie. Toepassing van de richtlijn in meer sectoren, vond de Raad vooralsnog niet acceptabel. Op grond van de richtlijn moeten eigenaren/operators van Europese vitale infrastructuren een beveiligingsplan hebben en een verbindingsfunctionaris aanwijzen. De lidstaten kunnen zelf bepalen hoe deze verplichtingen, met inachtneming van bestaande inter- en/of nationale regelgeving, worden geïmplementeerd.

Voortbouwend op de richtlijn, presenteert de Europese Commissie nu een voorstel voor een waarschuwings- en informatienetwerk betreffende kritieke infrastructuur, CIWIN genaamd ( Critical Infrastructure Warning and Information Network ). Het netwerk zal fungeren als aanvullend systeem op de bestaande nationale waarschuwings- en informatienetwerken en is met name bedoeld om het bewustzijn van de lidstaten over mogelijke grensoverschrijdende gevolgen van problemen met kritieke infrastructuur te vergroten.

CIWIN wordt opgezet als een beveiligd digitaal systeem met twee verschillende functies. Enerzijds bestaat het uit een snel-waarschuwingsmechanisme, anderzijds uit een platform waar beproefde beschermingsmethoden kunnen worden uitgewisseld (vergelijkbaar met een forum). Het is de bedoeling dat lidstaten zelf kunnen kiezen of zij het volledige systeem gebruiken of slechts enkele functies. Ook kan worden besloten om helemaal niet deel te nemen aan CIWIN. Voordat kan worden deelgenomen aan CIWIN dient een memorandum van overeenstemming te worden ondertekend. Het snelle-waarschuwingsmechanisme in CIWIN zal sectoroverstijgend zijn. Hiermee wordt een van de belangrijkste knelpunten aangepakt, te weten dat de bestaande mechanismen zich beperken tot één sector.

Het systeem zal vaste en dynamische onderdelen kennen. De dynamische onderdelen worden op verzoek gecreëerd en dienen een specifiek doel. Onduidelijk is vooralsnog op wiens verzoek en via welke procedure de dynamische onderdelen zullen worden toegevoegd.

In de beschikking wordt voorgesteld het beveiligingsniveau van CIWIN dusdanig in te richten tot documenten tot niveau RESTREINT UE kunnen worden opgenomen. Daarnaast worden de nodige maatregelen genomen om te voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot het systeem. De aangeboden informatie blijft vallen onder de verantwoordelijkheid van de verstrekker.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.

De brief namens de Eerste Kamer der Staten-Generaal aan de Europese Commissie is gestuurd op 23 december 2008 is ook in afschrift aan het Europees Parlement verzonden. Deze is ter kennisname aangeboden aan de commissies voor Juridische Zaken (JURI) en Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE).

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.