Betrekkingen EU-Turkije: antwoord op vragen Kamer



De commissies Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) en Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) van de Eerste Kamer ontvingen op 19 april 2022 een antwoord van de regering op de brief met nadere vragen over de betrekkingen tussen de EU en Turkije. De PVV-fractie had nog enkele vragen naar aanleiding van het antwoord van de regering op een eerdere brief over dit onderwerp.

De PVV-fractie stelde in de brief van 14 maart 2022 nadere vragen over de uitvoering van de zogenoemde 1:1 afspraak uit de EU-Turkije-verklaring. Deze afspraak tussen de Europese Unie en Turkije regelt dat voor elke Syriër die vanaf de Griekse eilanden naar Turkije wordt teruggestuurd, een (andere) Syrische vluchteling uit Turkije naar de EU wordt hervestigd.

De PVV-fractie vroeg onder meer welke stappen de regering heeft ondernomen om de terugkeer van Syriërs naar Turkije conform de 1:1 afspraak te laten plaatsvinden. De Fractie-Nanninga sloot zich bij de vragen aan. De regering antwoordt nu dat zij belangrijke resultaten ziet van de uitvoering van de EU-Turkije-verklaring. Zij is het met de Kamerleden eens dat terugkeer in het kader van de EU-Turkije-verklaring onvoldoende van de grond is gekomen, maar acht de volledige implementatie wel van groot belang. De commissies BDO en I&A/JBZ bespreken op 10 mei 2022 de brief van de regering van 19 april 2022.

Wat ging vooraf?

De Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid presenteerden op 20 maart 2021 een Gezamenlijke Mededeling over de stand van de politieke, economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije. De Europese Raad had de Commissie gevraagd dit verslag in te dienen vanwege de 'verharde toon' van Turkije tegen de EU. Dit verslag moest ook gaan over instrumenten en mogelijke verdere stappen, waaronder een uitbreiding van het toepassingsgebied van het besluit 2019/1894 van de Raad van 11 november 2019.

De commissies BDO en I&A/JBZ hebben sinds juni 2021 vier keer schriftelijk vragen gesteld aan de regering naar aanleiding van dit verslag van de Europese Commissie. Eerdere brieven bevatten vragen van de fracties van GroenLinks en D66, met name over migratie en de opvang van vluchtelingen.

De Europese Raad besprak het verslag tijdens de bijeenkomst van maart 2021. De regeringsleiders van de EU-lidstaten concludeerden dat, mits de-escalatie wordt voortgezet en Turkije zich constructief opstelt, de EU bereid is om de samenwerking met Turkije op een aantal gebieden te intensiveren. Wel concludeerde zij tijdens de bijeenkomst van juni 2021 dat de rechtsstaat en de mensenrechten in Turkije een punt van zorg blijven.


Voor meer informatie:


Deel dit item: