Kamerdelegatie bespreekt relatie EU-Rusland en Oostelijk Partnerschap



Een delegatie van zeven Eerste Kamerleden uit de vaste commissies voor EUZA en BDO, onder leiding van EUZA-commissievoorzitter Tineke Strik, bracht op 30 en 31 maart 2014 een werkbezoek aan Brussel. Het werkbezoek diende mede ter voorbereiding op de Algemene Europese Beschouwingen in de Eerste Kamer op 15 april 2014.

Het werkbezoek stond in het teken van het Oostelijk Partnerschap en de relaties tussen de EU en de Russische Federatie. Deze thema's waren al in het najaar van 2013 vastgesteld en hun actualiteitswaarde werd onderstreept door de crisis rondom Oekraïne, in het bijzonder de Krim. Tijdens de gesprekken werd van gedachten gewisseld over de betekenis van het Oostelijk Partnerschap (OP) zowel vanuit perspectief van de EU en haar lidstaten als dat van de zes betrokken landen Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland. Daarbij werd de vraag opgeworpen wat de nauwere relatie tussen deze OP-landen en de EU betekent voor de relatie met Rusland. Tevens werd specifiek gesproken over de betrekkingen met de Russische Federatie. Het accent in de diverse gesprekken lag vooral op de lange termijnrelatie van de EU met deze zes landen en met Rusland. Tijdens de verschillende gesprekken kwamen meerdere elementen van deze relatie aan de orde, zoals internationaal recht (Helsinki proces), het juridisch en institutioneel kader van de EU (artikel 49 EU-Verdrag), geopolitiek, handel en energievoorziening.

De delegatie werd op zondagnamiddag ontvangen door de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger bij de EU, de heer De Gooijer. In de avond wisselde de delegatie van gedachten met de heer Blockmans, onderzoeker van het Centre for European Policy Studies.

Op maandag sprak de delegatie achtereenvolgens met de Eurocommissarissen De Gucht (Handel), Füle (Uitbreiding en Europees Nabuurschap) en Oettinger (Energie). Eerder die dag vond een gesprek plaats met de plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger van de Russische Federatie bij de EU, de heer Kopyrkin, en met de heer Wiegand, hoofd van de European External Action Service-afdeling belast met de relatie met Rusland en het Oostelijk Partnerschap.

In de namiddag was de Eerste Kamerdelegatie te gast in de vergadering van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (AFET) van het Europees Parlement. Voorzitter en leden van de AFET-commissie werden van harte uitgenodigd om met een delegatie een tegenbezoek te brengen aan de Eerste Kamer.


Deel dit item: