Op 16 april 2013 vonden in de Eerste Kamer de Algemene Europese Beschouwingen plaats, waarin met de minister Timmermans van Buitenlandse Zaken het Europabeleid van dit kabinet werd bediscussieerd. Het debat stond met name in het teken van de Europese Monetaire Unie (EMU) en het oplossen van het democratisch tekort. Verscheidene woordvoerders pleitten voor een daadkrachtige unie en verbetering in de communicatie over de EU. Senator De Vries (PvdA) diende een motie in die de regering verzoekt tot een geloofwaardige Europese aanpak van belastingfraude te komen. Ook diende hij een motie in die de regering verzoekt de Kamer in te lichten over de wijze waarop in Unieverband getracht is en wordt de sociale gevolgen van werkloosheid het hoofd te bieden. Senator Kuiper (ChristenUnie) diende een motie in die de regering verzoekt de Kamer te informeren over een 'Europawet' waarin alle Europese verplichtingen en bevoegdheden worden bijeengebracht. Over deze drie moties wordt op 23 april gestemd.

In de plenaire vergadering werd bij de stemmingen het Goedkeuringsverdrag voor de toetreding van de Republiek Kroatië tot de EU aangenomen. Namens de fracties van de VVD, het CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie werd aangegeven dat dat Kroatië wat Nederland betreft niet langer alleen een gewaardeerde vriend en handelspartner is, maar ook een toekomstige collega-lidstaat. De fracties van de PVV, PvdD en de OSF stemden tegen de toetreding.

"Europa van de kansen"

Senator Broekers-Knol (VVD) gaf aan dat hoewel Europa het zwaarder voor de kiezen heeft gekregen, een gezamenlijke koers de lidstaten en inwoners toch meer biedt dan een alleingang. Broekers-Knol vroeg naar de rol van nationale parlementen in het Europees semester. Volgens de senator ligt de coördinatie van begrotings- en economisch beleid in handen van het Europees Parlement, maar kleven hier wel enkele bezwaren aan. Broekers-Knol gaf aan dat er voor het (verbeteren van het) imago van de EU een bijzondere voorlichtingstaak ligt bij het kabinet. De EU dient zich volgens de senator als het "Europa van de kansen" te presenteren door bijvoorbeeld programma's ter bestrijding van jeugdwerkloosheid te financieren uit structuur- en cohesiefondsen.

Voortbouwen op bestaande structuren

Senator Van der Linden (CDA) vroeg in het bijzonder aandacht voor de rol van Raad van Europa, de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland en het Benelux-partnerschap. Van der Linden vroeg onder meer naar de stand van zaken van de toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het tot stand brengen van gemeenschappelijk energiebeleid. Ook vroeg de senator hoe minister Timmermans de tweedeling in Europa tussen Oost en West, Noord en Zuid, euro- en niet eurolanden wil bestrijden. Van der Linden pleitte voor een voortrekkersrol voor de Eurogroep bij de institutionele versterking van de EMU waarbij wordt voortgebouwd op geldende verdragen.

Tenslotte drong senator Van der Linden er op aan om tot gemeenschappelijk Buitenlands- en veiligheidsbeleid te komen. De minister beaamde dit streven. Verder zegde de minister toe aan senator Van der Linden dat hij zal bezien of het aantal agentschappen in Europa kan worden teruggebracht.

"De vloek van de euro"

Senator De Graaff (PVV) uitte zich in het debat kritisch op de toekomst van de EU in het algemeen en de euromunt in het bijzonder. De Graaff: "Niet voor niets waarschuwt de Algemene Rekenkamer al jaren voor de financiële puinhoop in Brussel en inmiddels ook voor de torenhoge oplopende garanties van de Nederlandse regering voor de Europese noodfondsen." Volgens de senator is de euro een "strop om de nek" voor de Nederlandse economie en dienen burgers de kans te krijgen om in een referendum hun ongenoegen hierover te uiten. Ook pleitte De Graaff er voor dat er door de EU scherper wordt gekeken naar de schending van mensenrechten in Turkije en dat het kabinet zich meer bezighoudt met islamitisch geweld in Nederland.

De minister zegde toe aan senator De Graaff dat hij zal komen met een inventarisatie van studies over verschillende monetaire varianten, waaronder de invoering van parallelle munten of een terugkeer naar individuele munten per nationale lidstaat. Van een apart rapport van de regering hierover ziet de minister geen toegevoegde waarde.

Ook senator Koffeman (PvdD) uitte zich kritisch over de EU: "Europa 2013 is een volkomen mislukt experiment." Koffeman merkte op dat veel van de huidige Europese problematiek al in de jaren negentig was voorspeld. De senator bepleitte het voorzorgsbeginsel, wat inhoudt dat er wordt gekeken naar alternatieve scenario's voor Europese samenwerking. Het mandaat van de burgers is daarbij volgens Koffeman van groot belang.

Visie en pragmatisme

Senator De Vries (PvdA) onderstreepte het belang van een combinatie van visie en pragmatisme. De Vries: "De Europese toekomst moet niet worden belast door haar op te sluiten in thans denkbare eindconstructies, maar moet stap voor stap worden ontwikkeld." Ook De Vries vroeg om facilitering van publieksvoorlichting over Europa door de regering. Daarnaast pleitte hij er voor dat vertegenwoordigers van nationale regeringen verantwoordelijkheid nemen voor EU-besluitvorming.

De minister gaf aan dat hij de motie van senator De Vries om te komen tot een geloofwaardige Europese aanpak van belastingfraude ziet als een ondersteuning van het regeringsbeleid. Ook de tweede motie van senator De Vries, over het inlichten van de Kamer over de wijze waarop in Unieverband getracht is en wordt om de sociale gevolgen van werkloosheid het hoofd te bieden, ondersteunt het kabinet volgens de minister graag.

Verdragswijziging

Senator Elzinga (SP) gaf aan dat het huidige economische beleid van de EU naar zijn mening de crisis alleen maar verslechtert en ernstige sociale consequenties heeft. Elzinga stelde dat zijn fractie van mening is dat er een verdragswijziging nodig is voor onder meer het tot stand brengen van een Bankenunie. Elzinga vroeg of de regering een referendum wil verbinden aan een dergelijke verdragswijziging. Ook vroeg hij of de regering van plan is om meer in te zetten op de mogelijkheden die het EVRM en de Raad voor Europa bieden.

Volgens Senator Strik (GroenLinks) is een verdragsherziening onontkoombaar voor onder meer het opzetten van de Bankenunie. Zij drong er op aan dat er bij die herziening ook wordt gekeken naar de democratische tekortkomingen van het huidige verdrag. Ook Strik gaf aan voorstander te zijn van een correctief referendum, waarbij burgers kunnen beslissen of zij zich willen binden aan een nieuw Europees verdrag. De senator pleitte er voor dat armere ontwikkelingslanden binnen meer ruimte krijgen van EU Handelsverdragen om hun eigen markt te beschermen tegen Europese import. Strik complimenteerde de minister met zijn voortrekkersrol bij de brief over een Europees rapid alert mechanism bij mensenrechtenschendingen binnen de EU. Verder pleitte zij voor meer aandacht voor de naleving van asielzoekerswetgeving zoals het Vluchtelingenverdrag.

Senator De Lange (OSF) uitte zijn scepsis over het nut van het debat, wat volgens hem muurvast zit. Volgens De Lange is de euro die was bedoeld als bindmiddel verworden tot splijtzwam. De senator pleitte voor terugdraaien van de gemeenschappelijke munt en het houden van Europese referenda.

Volgens minister Timmermans is er geen verdragswijziging nodig omdat de mogelijkheden die het Lissabon verdrag biedt nog lang niet zijn uitgeput. Over democratisch tekort merkte hij op dat dit met een referendum niet wordt opgelost. Bovendien weten burgers bij een referendum vaak niet waar ze ja of nee tegen zeggen. Wat wel kan bijdragen aan terugdringing van het tekort is het vergroten van de rol van nationale parlementen.

Een échte EMU

Senator De Graaf (D66) uitte zijn tevredenheid over het creëren van meer bescherming tegen de vrije val van financiële markten en het ontstaan van een gezamenlijk besef dat de Europese monetaire unie moet verworden tot "een échte EMU". Volgens De Graaf is het de plicht van bestuurders, politici en bestuurders om Euroscepsis te bestrijden, aangezien dit aantoont dat het Europa van de instituties en het Europa van de bestuurders volkomen uiteenlopen. De fractie van D66 onderschrijft het streven van het kabinet om het subsidiariteitsvraagstuk actiever te benaderen. Verder merkte De Graaf op dat ook de regering een rol heeft in het beschermen van het budgetrecht van het nationale parlement.

Minister Timmermans gaf aan dat de lijst van onderwerpen waar EU-instellingen over gaan en waar lidstaten zelf over dienen te gaan zich langzamerhand vormt bij de ministeries. Vooruitlopend op de discussie hierover binnen de EU merkte de minister op dat de Europese Commissie naar zijn mening enigszins kan worden 'afgeslankt'.

Europawet

Senator Kuiper (ChristenUnie) haalde het rapport-Besselink c.s. aan dat is verricht naar aanleiding van de motie-Jurgens uit 2000. In dit onderzoek wordt gepleit voor het vastleggen van regelingen tussen regering en parlement over de vormgeving van Europees beleid: een zogeheten 'Europawet'. De senator diende een motie in die de regering verzoekt de mogelijkheden te onderzoeken voor een dergelijke wet, waarin verplichtingen en bevoegdheden van de Staten-Generaal uit Europese verdragen worden bijeengebracht. De minister gaf aan de inhoud van deze motie niet goed te kunnen doorgronden en deze derhalve te ontraden. Senator Kuiper gaf hierop aan de minister van aanvullende informatie te zullen voorzien.

Geschenk van onze voorouders

Minister Timmermans van Buitenlandse Zaken benadrukte de vrede die is voortgevloeid uit het oprichten van de EU: “Dat is een geschenk van onze voorouders aan ons en iets wat wij onze kinderen moeten doorgeven”. Over de toetreding van Kroatië tot de EU merkte de minister op dat dit de enige duurzame oplossing is om te voorkomen de gruwelen uit de jaren negentig zich herhalen.

Volgens Timmermans is Europese samenwerking sterk afhankelijk van het weer op gang krijgen van de EMU. De minister gaf aan fel tegenstander te zijn van een parallelle munt, aangezien dit voor Nederland disproportioneel zou slecht uitpakken. Volgens Timmermans bestaat de grootste uitdaging van de Europese Unie uit de stereotypen die over en weer bestaan in Noord- en Zuid-Europa. Deze discrepantie is volgens de minister echter overbrugbaar.


Zie ook:


Deel dit item: