2.Tiende voortgangsrapportage Natuur (VRN)
Verslag nader schriftelijk overleg tiende Voortgangsrapportage Natuur (VRN) (33576, AL)
Beslispunt
-
-Welke leden leveren heden inbreng voor nader schriftelijk overleg?
Toelichting
-
-Op 18 februari jl. is inbreng geleverd voor schriftelijk overleg met betrekking tot de 10e voortgangsrapportage Natuur (VRN). De beantwoording van die vragen (33576, AH) is besproken op 15 april jl.
-
-In uw commissievergadering van 9 september 2025 besloot u naar aanleiding van het verslag nader schriftelijk overleg (33576, AL) heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Inbreng nader schriftelijk overleg
3.Verhouding landelijke beëindigingsregelingen en de Wet dieren
Verslag nader schriftelijk overleg (36600 XIV, R)
Beslispunt
-
-Welke leden leveren heden inbreng voor nader schriftelijk overleg?
Toelichting
-
-De commissie heeft op 18 maart jl. naar aanleiding van het verslag schriftelijk overleg (36600 XIV, N) besloten de status van toezegging T03811 als voldaan aan te merken.
-
-Vervolgens is nader schriftelijk overleg gevoerd (verslag nader schriftelijk overleg 36600 XIV, O). Naar aanleiding daarvan is op 13 mei jl. is inbreng geleverd voor een volgende ronde nader schriftelijk overleg.
-
-In uw commissievergadering van 8 juli 2025 besloot u naar aanleiding van het verslag nader schriftelijk overleg (36600 XIV, R) heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Inbreng nader schriftelijk overleg
4.E250003 - Brief 33576, AM
Voorstel voor een Richtlijn tot wijziging van de beschermingsstatus van de wolf
Beslispunt
-
-Wenst de commissie uitvoering te geven aan het eerdere voornemen om vandaag inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg met de Europese Commissie of wenst zij eerst de besluitvorming over dit onderwerp in de Tweede Kamer af te wachten?
NB - Dit agendapunt hangt samen met de agendapunten 5 en 6.
Toelichting
-
-Op 7 maart heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd tot wijziging van de Habitatrichtlijn (Richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (92/43/EEG)) voor wat betreft de beschermde status van de wolf (COM(2025)106).
-
-Op 24 april 2025 is over dat voorstel tot wijziging van Richtlijn 92/43/EEG per brief (33576, AJ) een vraag voorgelegd aan de Europese Commissie. Daarvoor is inbreng geleverd door leden van de fracties van GL-PvdA, PvdD en SP. Tevens is over het voorstel (nader) schriftelijk overleg gevoerd met de regering (zie agendapunt 5)
-
-Inmiddels is de gewijzigde Habitatrichtlijn op 24 juni 2025 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en op 14 juli 2025 in werking getreden (Richtlijn 2025/1237). Lidstaten dienen uiterlijk op 15 januari 2027 aan de Richtlijn te voldoen.
-
-De Europese Commissie heeft per brief van 23 juli 2025 (33576, AM) gereageerd op de brief van 24 april jl.
-
-Naar aanleiding van de brief van de Europese Commissie van 23 juli 2025 besloot de commissie op 23 september 2025 gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg met de Europese Commissie.
Inbreng nader schriftelijk overleg
5.E250003 - Verslag nader schriftelijk overleg 33576, AN
Verslag nader schriftelijk overleg (33576, AN)
Beslispunt
-
-Wenst de commissie uitvoering te geven aan het eerdere voornemen om vandaag inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg of wenst zij eerst de besluitvorming over dit onderwerp in de Tweede Kamer af te wachten?
NB - Dit agendapunt hangt samen met de agendapunten 4 en 6.
Toelichting
Richtlijn EU 2025/1237 (wijziging beschermingsstatus van de wolf)
-
-Op 7 maart heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd tot wijziging van de Habitatrichtlijn (Richtlijn inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (92/43/EEG)) voor wat betreft de beschermde status van de wolf (COM(2025)106).
-
-In voorstel COM(2025)106 wordt de beschermde status van de wolf verlaagd door de wolf te verplaatsen van Bijlage IV naar Bijlage V bij de Habitatrichtlijn. Hiermee wordt de beschermde status van de wolf onder de Habitatrichtlijn in lijn gebracht met het aangepaste Verdrag van Bern dat op 7 maart 2025 in werking is getreden. Het BNC fiche is op 11 april 2025 ontvangen (bijgevoegd).
-
-De defintieve versie van de gewijzigde Habitatrichtlijn is inmiddels op 24 juni 2025 gepubliceerd (Richtlijn 2025/1237) in het Publicatieblad van de Europese Unie en op 14 juli 2025 in werking getreden. Lidstaten dienen uiterlijk op 15 januari 2027 aan de Richtlijn te voldoen.
(Nader) schriftelijk overleg
-
-Naar aanleiding van het voorstel tot wijziging van de Habitatrichtlijn heeft de commissie in mei schriftelijk overleg gevoerd (33576, AK). In juli gevolgd door nader schriftelijk overleg (33576, AN).
-
-Na kennisneming van het verslag nader schriftelijke overleg besloot de commissie op 23 september 2025 gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Voorhang ontwerpbesluit beschermingsstatus wolf en goudjakhals (33118, GL)
-
-Het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en van het Besluit kwaliteit leefomgeving (bescherming wolf en goudjakhals) is bij brief van 6 juni 2025 (33118, GL) voorgehangen bij beide Kamers (zie agendapunt 6).
-
-Met het ontwerpbesluit wordt de aanpassing van de Europese regelgeving over de bescherming van wolven, zoals opgenomen in de gewijzigde Habitatrichtlijn 2025/1237, vertaald naar de nationale regelgeving. Tevens wordt met het voorgestelde besluit de mogelijkheid gecreëerd om op te kunnen treden bij incidenten met wolven en tegelijk voldoende bescherming aan wolven te bieden.
Onderzoek Staat van instandhouding wolven in Nederland (WUR)
Op 19 september 2025 heeft de staatssecretaris van LVVN de Tweede Kamer geïnformeerd over dit onderzoek van Wageningen University & Research (WUR). De brief plus het rapport treft u hierbij aan.
Inbreng nader schriftelijk overleg
BNC-fiche inzake het voorstel voor een Richtlijn tot wijziging van de beschermingsstatus van de wolf
6.Voorhang ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en van het Besluit kwaliteit leefomgeving (bescherming wolf en goudjakhals)
Verslag nader schriftelijk overleg (33118, GN)
Beslispunten
-
-Wenst de commissie uitvoering te geven aan het eerdere voornemen om vandaag inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg of wenst zij eerst de besluitvorming over dit onderwerp in de Tweede Kamer af te wachten?
NB - Dit agendapunt hangt samen met de agendapunten 4 en 5.
Toelichting
-
-Het Besluit houdende wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en van het Besluit kwaliteit leefomgeving (bescherming wolf en goudjakhals) is bij brief van 6 juni 2025 (33118, GL) voorgehangen bij beide Kamers (zie het overzicht aanhangige gedelegeerde regelgeving). De reactietermijn van deze voorhang is 8 juli 2025.
-
-Met het ontwerpbesluit wordt enerzijds de aanpassing van de Europese regelgeving over de bescherming van wolven, zoals opgenomen in richtlijn 2025/1237 (zie agendapunten 4 en 5), vertaald naar de nationale regelgeving. Anderzijds wordt met het voorgestelde besluit de mogelijkheid gecreëerd om op te kunnen treden bij incidenten met wolven en tegelijk voldoende bescherming aan wolven te bieden.
-
-Omdat de gewijzigde Habitatrichtlijn (2025/1237) eerder in werking treedt dan het voorgehangen ontwerpbesluit, ontstaat er een overgangsperiode. De staatssecretaris van LVVN wijst er in de aanbiedingsbrief van de voorhang op dat het van belang is deze overgangsperiode zo kort mogelijk te houden en het besluit zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. De staatssecretaris van LVVN gaf daarom aan over het ontwerpbesluit aansluitend aan de voorhangperiode spoedadvies te willen vragen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
-
-Naar aanleiding van deze voorhang heeft de commissie de staatssecretaris op 2 juli jl. per brief verzocht al het nodige te doen om de beschermingsstatus van de wolf zoals bedoeld in bijlage IX van het Besluit activiteiten leefomgeving te garanderen teneide te voorkomen dat er een leemte onstaat. Gevraagd werd de Kamer daarvoer uiterlijk maandag 7 juli 2025 te informeren.
-
-In zijn reactie van 7 juli (verslag schriftelijk overleg 33118, GM) gaat de staatssecretaris in op dit verzoek en op het verzoek van de commissie in de brief van 4 juli 2025 om geen onomkeerbare stappen te zetten voordat de Kamerbehandeling van het ontwerpbesluit is afgerond. Hij besluit zijn reactie met de volgende passage:
'Aan uw verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten voordat de Kamerbehandeling van het ontwerpbesluit is afgerond, geef ik uiteraard gehoor. Ik beschouw daarin het vaststellen en publiceren van het besluit in het Staatsblad met het oog op inwerkingtreding als de eerste onomkeerbare handeling in het proces. Om onnodige vertraging te voorkomen zal ik parallel aan de behandeling door uw Kamer en de Tweede Kamer op korte termijn het ontwerpbesluit aan de Raad van State voorleggen voor een spoedadvies. Daarnaast zal ik de (nadere) vragen van uw Kamer in uw brieven van 4 en 7 juli jl. op korte termijn al beantwoorden om de behandeling door uw Kamer te bespoedigen. Een snelle behandeling door uw Kamer is ook belangrijk om de overgangsperiode zo kort mogelijk te houden .'
-
-De commissie besloot het verslag schriftelijk overleg 33118, GM te betrekken bij het plenaire debat over de suppletoire LVVN-begroting in het kader van de Voorjaarsnota op 8 juli 2025.
-
-Op 4 juli 2025 heeft de commissie in een afzonderlijke brief inhoudelijke vragen gesteld over het voorgehangen ontwerpbesluit; deze brief werd besloten met het hiervoor genoemde verzoek om geen onomkeerbare stappen te zetten voordat de Kamerbehandeling van het ontwerpbesluit is afgerond.
-
-Naar aanleiding van de op 17 juli 2025 ontvangen reactie op de brief van 4 juli 2025 (verslag nader schriftelijk overleg 33118, GN) besloot de commissie op 23 september 2025 gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
-
-Het ontwerpbesluit is op 14 juli 2025 ter advisering voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Conform de wens van het parlement besloot de staatssecretaris de voorhangperiode te verlengen. Vanwege de spoed is niet gewacht met de adviesaanvraag aan de Raad van State. Daardoor lopen de trajecten parallel en is het advies van de Raad al beschikbaar terwijl de gedachtewisseling met de Kamers nog niet is afgerond. De staatssecretaris van LVVN heeft op 15 september jl. het advies van de Raad van State aangeboden (33118, GS). Hij geeft aan het advies te bestuderen en op korte termijn zijn appreciatie van het advies met de Kamer te delen. De Raad van State adviseert om het ontwerpbesluit alleen te nemen na aanpassing op een aantal fundamentele punten (dictum C).
Stand van zaken Tweede Kamer
-
-In de procedurevergadering LVVN van 18 juni 2025 is de staatssecretaris van LVVN verzocht om geen onomkeerbare stappen te zetten ten aanzien van het ontwerpbesluit voordat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Kamer is afgerond. In zijn reactie van 23 juni op dat verzoek (TK 33118, 298) laat hij weten uitvoering te geven aan dat verzoek, maar wel benadrukt hij de (procedurele of inhoudelijke) behandeling van het ontwerpbesluit af te ronden vóór de afloop van de voorhangperiode op 8 juli a.s., zodat het ontwerpbesluit voor spoedadvies aan de Raad van State kan worden voorgelegd. Wanneer de voorlegging aan de Raad van State niet aansluitend op de op 8 juli a.s. eindigende voorhangperiode kan plaatsvinden, resulteert dit volgens de staatssecretaris in een vertraging van het proces.
-
-In de procedurevergadering LVVN van 2 juli stonden zowel het ontwerpbesluit (TK 33118, 295) geagendeerd alsook de reactie van de staatssecretaris van LVVN op het verzoek van de commissie om geen onomkeerbare stappen te zetten (TK 33118, 298). Op 19 september 2025 is inbreng geleverd worden voor schriftelijk overleg over de voorhang (TK 33118, 295) en de brief over het Raad van State advies over het voorgehangen besluit (TK 33118, 303). De door de fracties van VVD, NSC, D66, BBB en PvdD geleverde inbreng treft u hierbij aan.
-
-In zijn brief van 9 juli 2025 aan Tweede Kamer (TK 33118, 299) schetst de staatssecretaris van LVVN hoe hij zal omgaan met het verzoek van de Tweede Kamer geen onomkeerbare stappen te zetten.
-
-De commissie LVVN heeft op 11 september jl. besloten zowel de brief van de staatssecretaris LVVN van 9 juli 2025 over het proces ten aanzien van het voorgehangen ontwerpbesluit (TK 33118, 299) als zijn brief van 2 juli 2025 over de Stand van zaken verlaging beschermde status van de wolf in de Habitatrichtlijn (TK 33576, 453) controversieel te verklaren (zie: TK 36770, 22 en TK 36770, 25).
Inbreng nader schriftelijk overleg
7.E230014 - 27428, G
Verslag van een schriftelijk overleg van de staatssecretaris van LVVN inzake het voorstel voor een Verordening over nieuwe genomische technieken en het Raadsmandaat; Beleidsnota Biotechnologie; Voorstel voor een verordening over nieuwe genomische technieken
Beslispunt
-
-Welke leden leveren heden inbreng voor nader schriftelijk overleg?
Toelichting
-
-Op 18 juni 2024 besloot de commissie LNV het E-dossier inzake nieuwe genomische technieken (NGT's) - E230014 aan te houden in afwachting van de onderhandelingen in de Raad van de Europese Unie.
-
-Op 15 april jl. heeft het lid Visseren-Hamakers (PvdD) naar aanleiding van de brief van de staatssecretaris van LVVN, mede namens de minister van Economische Zaken, de staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, van 11 april 2025 aan de Tweede Kamer (TK 27428/22112, 409) verzocht het E-dossier E230014 op dinsdag 13 mei 2025 ter bespreking te agenderen.
-
-In de brief wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de op 14 maart 2025 vastgestelde raadspositie (bijgevoegd) op het NGT-dossier. De brief geeft ook uitleg over het verloop van het vervolgproces rondom de NGT-onderhandelingen. Ook in de recente kwartaalrapportage EU-wetgevingshandelingen (21109, BG) komt het NGT-dossier aan de orde.
-
-Op 27 mei jl. heeft het lid Visseren-Hamakars (PvdD) inbreng geleverd voor schriftelijk overleg. De beantwoording van die vragen staat vandaag ter bespreking geagendeerd (verslag schriftelijk overleg (27428, G).
-
-De staatssecretaris van LVVN heeft de Tweede Kamer op 3 juli 2025 per brief (TK 27428, 410) geïnformeerd over de publicatie van een kennisdeskstudie uitgevoerd door de Wageningen Universitiy and Research (WUR) en het Louis Bolk Instituut. De studie richt zich op het in kaart brengen van mogelijke vermengingsroutes van NGT-gewassen in gangbare en biologische teelt en mogelijke co-existentiemaatregelen voor NGT categorie 2 gewassen. Deze brief is ter informatie toegevoegd.
-
-In de commissievergadering van 8 juli jl. besloot u heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Inbreng nader schriftelijk overleg
8.E250004 - Brief 36736, D
Commissiemededeling: een visie voor landbouw en voedsel
Beslispunt
-
-Geeft de brief van de Europese Commissie van 8 september 2025 (36736, D) aanleiding tot het stellen van nadere vragen of wenst u deze brief voor kennisgeving aan te nemen?
Toelichting
-
-Op 15 april heeft de commissie dit (niet wetgevende) voorstel als prioritair aangemerkt. Dit dossier maakt daarmee deel uit van het Europees Werkprogramma Eerste Kamer 2025.
-
-Het als prioritiar aangemerkte voorstel (COM(2025)75) is al op 19 februari 2025 gepubliceerd. Het BNC-fiche bij dit voorstel is ontvangen op 28 maart 2025 (36736, A).
-
-Ook is over dit voorstel schriftelijk overleg gevoerd met de regering. Het verslag schrifteljk overleg (36736, C) is op 8 juli 2025 voor kennisgeving aangenomen.
Bespreking brief Europese Commissie
9.Voortgang van de ontwikkeling van de mestproductie
Brieven van de minister LVVN van 3 juli 2025 (36618, M) en 20 augustus 2025 (33037/36618, BB)
Beslispunt
-
-Welke leden leveren heden inbreng voor schriftelijk overleg?
Toelichting
-
-Vervolgens is op 1 april 2025 inbreng geleverd voor schriftelijk overleg. De commissie is nog in afwachting van de reactie van de minister op de gestelde vragen. De op 9 april verzonden brief is ter informatie als bijlage opgenomen.
-
-Op 8 juli 2025 besloot de commissie naar aanleiding van de brief van 3 juli 2025 (36618, M) op voorstel van het lid Jaspers (BBB) de tweede kwartaalrapportage van het CBS over de fosfaat- en stikstofexcretie door de Nederlandse veestapel af te wachten en dit onderwerp dan opnieuw te agenderen.
-
-Het lid Kluit (GL-PvdA) verzocht bij die volgende agendering ook de brief van 30 juni 2025 (33037, AZ) betreffende de jaarlijkse rapportages Nederlands mestbeleid (rapportageverplichting uit de derogatiebeschikking) op te nemen.
-
-Op voorstel van het lid Prins (CDA) is het ministerie op 15 juli 2025 per brief verzocht bij de aanbieding van de tweede CBS-kwartaalrapportage de Kamer ook te informeren over de effecten op de de fosfaat- en stikstofexcretie die voortvloeien uit de deelname van bedrijven aan de LBV en de LBV-plus regelingen. De commissie is nog in afwachting van de reactie van de minister op de gestelde vragen. De op 15 juli verzonden brief is ter informatie als bijlage opgenomen.
-
-De tweede kwartaalrapportage 2025 van het CBS is ontvangen op 20 augustus 2025 (33037/36618, BB).
-
-In uw commissievergadering van 9 september jl. heeft u besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg.
CBS-kwartaalrapportages
Inbreng schriftelijk overleg
10.Voorhang Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met de vaststelling van de hoogte van de afromingspercentages bij pluimveerechten
Brief van de minister van LVVN van 12 september 2025 (33037, BC)
Beslispunt
Hoe wenst de commissie te besluiten ten aanzien van de voorgehangen ontwerp algemene maatregel van bestuur (ontwerp-amvb):
-
-geen verdere actie, na afloop van de voorhangtermijn zal het ontwerpbesluit ter advisering worden voorgelegd aan de Raad van State;
-
-overgaan tot schriftelijk overleg met de regering (op korte termijn) of
-
-de Kamer voorstellen (via een plenaire stemming, eventueel voorafgegaan door een plenair debat o.g.v. artikel 51, eerste lid, van het Reglement van Orde) niet in te stemmen met het voorgelegde ontwerpbesluit (de regering moet dan weer een nieuw voorstel doen voor invulling van de ontwerp-amvb).
Toelichting
Doel en reikwijdte
-
-Bij brief van vrijdag 12 september 2025 (33037, BC) heeft de minister van LVVN de ontwerp-amvb tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (Ubm) in verband met de vaststelling van de hoogte van de afromingspercentages bij beide Kamers voorgehangen. Met dit ontwerpbesluit wordt de hoogte van het afromingspercentage van pluimveerechten op nul procent vastgesteld. Volgens paragraaf 1 van de nota van toelichting is het doel om zo snel mogelijk te stoppen met afroming in de pluimveehouderij en het afromingspercentage voor deze sector zo spoedig mogelijk op nul procent vast te stellen, waarbij wordt gestreefd naar 1 december 2025.
NB 1 - In haar brief van 16 september 2025 aan de Tweede Kamer over diverse onderwerpen mestbeleid (TK 33037, 610) merkt de minister op dat op korte termijn ook de afroming van varkensrechten op nul procent zal worden gezet. Dat zal worden geregeld in een afzonderlijk ontwerpbesluit dat ook zal worden voorgehangen. De inzet is er volgens de brief op gericht beide aangepaste percentages nog in 2025 in werking te laten treden. Deze voorhang afroming varkensrechten is op 18 september aangeboden (33037 BD, zie agendapunt 11).
NB 2 - De minister van LVVN heeft de Tweede Kamer op 18 september 2025 per brief (TK 33037, 611) geïnformeerd over het eerste weegmoment in het kader van de maximale mestproductie en de naar aanleiding daarvan bij beide Kamers voorgehangen ontwerpbesluiten er toe strekkende nog in 2025 te stoppen met afromen in de varkens- en pluimveehouderij (agendapunten 10 en 11). Deze brief treft u hierbij aan.
Procedure
-
-De wettelijke voorhangtermijn van vier weken loopt tot en met vrijdag 10 oktober 2025 (i.p.v. in de aanbiedingsbrief abusievelijk genoemde termijn van 9 oktober 2025). Na afloop van de voorhangtermijn zal de ontwerp-amvb ter advisering worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
-
-De voorhangprocedures zijn aan de wet toegevoegd door het gewijzigd amendement-Holman (TK 36618, 35). Door middel van de bij dit amendement toegevoegde bepalingen is de mogelijkheid tot parlementaire controle op de hoogte van zowel de sectorale mestproductieplafonds als de hoogte van het afromingspercentage voor de verschillende sectoren in de wet opgenomen.
-
-De Kamers hoeven de ontwerp-amvb niet per se goed te keuren, maar kunnen wel besluiten er niet mee in te stemmen. Indien de Kamer bij stemming besluit niet in te stemmen met de ontwerp-amvb, zijn de artikelen 32, zevende lid; 32a, zesde lid en 33, negende lid, van de Meststoffenwet van toepassing (Stb 2024, 369): "Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan voor dit ontwerp." Volgens de toelichting op het amendement-Holman moet de regering, in geval van afwijzing van de ontwerp-amvb een nieuw voorstel doen voor invulling van de ontwerp-amvb, voor dat nieuwe voorstel geldt dan weer dezelfde procedure.
Hoogte afromingspercentages
-
-Het nieuwe artikel 74 van het Uitvoeringsbesluit meststoffenwet (Ubm) bevat de afromingspercentages voor de overgang van losse productierechten. De afromingspercentages bij bedrijfsoverdracht worden in het nieuwe artikel 75 Ubm geregeld. In zowel artikel 74 als 75 wordt de afroming voor pluimveerechten op nul procent gezet, in plaats van het voorheen in de wet geregelde afromingspercentage van 13 procent. Dat in de pluimveehouderij niet langer wordt afgeroomd geldt dus voor zowel de overgang van losse productierechten, als bij bedrijfsoverdracht
-
-Een gevolg van de wijziging is dat het afromingspercentage voor de overgang van varkensrechten en van fosfaatrechten voortaan ook in het Ubm is geregeld.
Geen internetconsultatie en afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten
-
-Om te zorgen dat dit besluit op zo kort mogelijke termijn en nog in 2025 in werking kan treden en daarmee te borgen dat voor de pluimveehouderij niet langer wordt afgeroomd dan strikt noodzakelijk, is volgens paragraaf 6 van de nota van toelichting, besloten af te zien van internetconsultatie.
-
-Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Dit is gelijktijdig met de inwerkingtreding van de onderdelen van artikel II van de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie (zie: Stb. 2024, 369), op grond waarvan het mogelijk is de hoogte van de afromingspercentages voortaan bij amvb vast te stellen. Hierbij wordt voor zowel het inwerkingtredingstijdstip als invoeringstermijn afgeweken van het kabinetsbeleid over de vaste verandermomenten. Dit is volgens de nota van toelichting in dit geval gerechtvaardigd, omdat de doelgroep is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding. Op deze manier is het mogelijk om de afroming bij de overgang van pluimveerechten zo snel mogelijk stop te zetten.
Planning Tweede Kamer
De commissie LVVN bespreekt dit onderwerp in de procedurevergadering van woensdag 24 september 2025.
Achtergrond a mendement Holman (TK 36618, 35):
Tekst voorhangbepaling(en)
De voordracht voor een krachtens het [ ..... ] lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp ervan aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan voor dit ontwerp.
'Dit amendement regelt dat bij het vaststellen van een algemene maatregel van bestuur (amvb) een voorhangprocedure geldt. De indiener begrijpt de wens en noodzaak voor het snel kunnen schuiven van mestruimte tussen sectorale mestproductieplafonds en het snel kunnen wijzigen van het afromingspercentage om meer sectorale productieruimte respectievelijk sectorale verlichting te bieden op de mestmarkt. Tegelijkertijd hecht de indiener veel waarde aan de mogelijkheid tot parlementaire controle op de hoogte van zowel de sectorale mestproductieplafonds als de hoogte van het afromingspercentage voor de verschillende sectoren.
Om aan beide uitgangspunten recht te kunnen doen, stelt de indiener bovenstaand amendement voor. Hiermee wordt een algemene maatregel van bestuur, waarmee een afromingspercentage of sectorale mestproductieplafonds gewijzigd worden, eerst voorgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Indien de wijzigingen in het afromingspercentage, of in de sectorale mestproductieplafonds, geen aanleiding geeft tot nadere opmerkingen, kan dit zonder noemenswaardige vertraging doorgaan.
Indien die aanleiding wel bestaat, bijvoorbeeld omdat de wijzigingen grote gevolgen hebben voor veehouders of het halen van de doelen, hebben de Staten-Generaal middels dit amendement de mogelijkheid om de algemene maatregel van bestuur af te wijzen. De regering moet dan een nieuw voorstel doen voor invulling van de amvb, waarvoor dan weer dezelfde procedure geldt .'
Artikel 51 RvOEK
-
1.De Kamer kan op voorstel van de Voorzitter, van een commissie of van een of meer leden, besluiten te beraadslagen over andere zaken dan wetsvoorstellen.
-
2.Aan deze beraadslagingen behoeft geen schriftelijke voorbereiding vooraf te gaan.
-
3.Onder de benamingen Algemene Politieke Beschouwingen en Algemene Financiële Beschouwingen beraadslaagt de Kamer jaarlijks in het kader van de behandeling van de Rijksbegroting over de hoofdlijnen van het regeringsbeleid, dan wel het financiële beleid van de regering. De Kamer kan besluiten in een bepaald jaar van het houden van Algemene Politieke Beschouwingen of Algemene Financiële Beschouwingen af te zien.
Bespreking
11.Voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met de wijziging van de hoogte van het afromingspercentage bij varkensrechten
Brief van de minister van LVVN van 18 september 2025 (33037, BD)
Beslispunt
Hoe wenst de commissie te besluiten ten aanzien van de voorgehangen ontwerp algemene maatregel van bestuur (ontwerp-amvb):
-
-geen verdere actie, na afloop van de voorhangtermijn zal het ontwerpbesluit ter advisering worden voorgelegd aan de Raad van State;
-
-overgaan tot schriftelijk overleg met de regering (op korte termijn) of
-
-de Kamer voorstellen (via een plenaire stemming, eventueel voorafgegaan door een plenair debat o.g.v. artikel 51, eerste lid, van het Reglement van Orde) niet in te stemmen met het voorgelegde ontwerpbesluit (de regering moet dan weer een nieuw voorstel doen voor invulling van de ontwerp-amvb).
Toelichting
Doel en reikwijdte
-
-Bij brief van donderdag 18 september 2025 (33037, BD) heeft de minister van LVVN de ontwerp-amvb tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met de wijziging van de hoogte van het afromingspercentage bij varkensrechten bij beide Kamers voorgehangen. Met dit ontwerpbesluit wordt de hoogte van het afromingspercentage van varkensrechten op nul procent vastgesteld. Volgens paragraaf 1 van de nota van toelichting is het doel om zo snel mogelijk te stoppen met afroming in de varkenshouderij en het afromingspercentage voor deze sector zo spoedig mogelijk, nog in 2025, op nul procent vast te stellen.
NB - De minister van LVVN heeft de Tweede Kamer op 18 september 2025 per brief (TK 33037, 611) geïnformeerd over het eerste weegmoment in het kader van de maximale mestproductie en de naar aanleiding daarvan bij beide Kamers voorgehangen ontwerpbesluiten er toe strekkende nog in 2025 te stoppen met afromen in de varkens- en pluimveehouderij (agendapunten 10 en 11). Deze brief treft u hierbij aan.
Procedure
-
-De wettelijke voorhangtermijn van vier weken loopt tot en met donderdag 16 oktober 2025. Na afloop van de voorhangtermijn zal de ontwerp-amvb ter advisering worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
-
-De voorhangprocedures zijn aan de wet toegevoegd door het gewijzigd amendement-Holman (TK 36618, 35). Door middel van de bij dit amendement toegevoegde bepalingen is de mogelijkheid tot parlementaire controle op de hoogte van zowel de sectorale mestproductieplafonds als de hoogte van het afromingspercentage voor de verschillende sectoren in de wet opgenomen.
-
-De Kamers hoeven de ontwerp-amvb niet per se goed te keuren, maar kunnen wel besluiten er niet mee in te stemmen. Indien de Kamer bij stemming besluit niet in te stemmen met de ontwerp-amvb, zijn de artikelen 32, zevende lid, en 33, negende lid, van de Meststoffenwet van toepassing (Stb 2024, 369): "Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan voor dit ontwerp." Volgens de toelichting op het amendement-Holman moet de regering, in geval van afwijzing van de ontwerp-amvb een nieuw voorstel doen voor invulling van de ontwerp-amvb, voor dat nieuwe voorstel geldt dan weer dezelfde procedure.
Hoogte afromingspercentages
-
-Artikel 74 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (Ubm) bevat de afromingspercentages voor de overgang van losse productierechten. De afromingspercentages bij de overgang van productierechten in het kader van bedrijfsoverdracht zijn geregeld in artikel 75 Ubm. In zowel artikel 74 als 75 wordt de afroming voor varkensrechten op nul procent gezet, in plaats van 22 procent. Dat in de varkenshouderij niet langer wordt afgeroomd geldt dus voor zowel de overgang van losse productierechten, als bij bedrijfsoverdracht.
-
-Door het besluit tot het op nul procent zetten van het afromingspercentage pluimveerechten (agendapunt 10) zijn de afromingspercentages niet langer in de Meststoffenwet geregeld maar in het Ubm.
Geen internetconsultatie en afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten
-
-Om te zorgen dat dit besluit op zo kort mogelijke termijn en nog in 2025 in werking kan treden en daarmee te borgen dat voor de varkenshouderij niet langer wordt afgeroomd dan strikt noodzakelijk, is volgens paragraaf 6 van de nota van toelichting, besloten af te zien van internetconsultatie.
-
-Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Op dezelfde dag als de dag waarop het pluimveebesluit in werking treedt (zie agendapunt 13). Tevens treden op dat moment in werking de onderdelen van artikel II van de Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie (zie: Stb. 2024, 369), op grond waarvan het mogelijk is de hoogte van de afromingspercentages voortaan bij amvb vast te stellen. Hierbij wordt voor zowel het inwerkingtredingstijdstip als invoeringstermijn afgeweken van het kabinetsbeleid over de vaste verandermomenten. Dit is volgens de nota van toelichting in dit geval gerechtvaardigd, omdat de doelgroep is gebaat bij een spoedige inwerkingtreding.
Planning Tweede Kamer
De commissie LVVN bespreekt dit onderwerp in de procedurevergadering van woensdag 24 september 2025.
Bespreking
12.Vervolg mondeling overleg 18 april 2023
Verslag nader schriftelijk overleg (35334/33576, BU)
Beslispunt
-
-Welke leden wensen heden inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg?
Toelichting
-
-Naar aanleiding van het mondeling overleg over rechtsbescherming, rechtsgelijkheid en het bewaken van de rechtsstaat in relatie tot de uitwerking van natuur- en milieuwetgeving in Nederland, dat op 18 april jl. werd gehouden (verslag mondeling overleg: 35334/33576, BF), is vóór het zomerreces van 2023 schriftelijk overleg gevoerd met de minister van I&W en de minister voor Rechtsbescherming (verslag schriftelijk overleg (35334/33576, BI).
-
-Vervolgens zijn een tweede (35334/33576, BL), derde (35334/33576, BN), vierde (35334/33576, BP), vijfde (35334/33576, BQ) en zesde ronde (35334/33576, BU) schriftelijk overleg gehouden.
-
-De commissie besloot op 4 februari 2025 na kennisnemiing van de zesde overlegronde de behandeling van het nader schriftelijk overleg (35334/33576, BU), voor zover het gaat over de luchtvaart, over te dragen aan de commissie I&W/VRO en het aan die commissie over te laten de mogelijkheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
-
-Voorts besloot zij op die datum het nader schriftelijk overleg (35334/33576, BU), voor zover het betrekking heeft op de PAS-melders, aan te houden totdat de volgende informatie beschikbaar is.
-
-Ten eerste de kabinetsreactie op het Rli-rapport 'Met recht balanceren: juridisering in de leefomgeving '. Deze reactie is aan de Kamer aangeboden op 21 februari 2025 (33118, GI).
-
-Ten tweede de kabinetsreactie op het adviesrapport van de Staatscommissie rechtsstaat ‘De gebroken belofte van de rechtsstaat ’. Deze kabinetsreactie is verschenen op 4 juli 2025: 29279, AC.
-
-De minister van I&W en de staatssecretaris van LVVN hebben aangegeven (35334/33576, BU, blz. 10) na verschijning van de kabinetsreactie op het adviesrapport van de staatscommissie graag op basis van vragen over PAS-melders te willen reflecteren op de inzichten uit het rapport.
-
-In uw commissievergadering van 9 september jl. heeft u besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van nader schriftelijk overleg.
-
-Ter informatie: Op 8 juli 2025 heeft de commissie J&V naar aanleiding van de brief van de toenmalige minister van Rechtsbescherming van 28 juni 2024 (29279, Y), waarin het adviesrapport ‘De gebroken belofte van de rechtsstaat ’ van de Staatscommissie rechtsstaat werd aangeboden en de kabinetsreactie van 4 juli 2025 op dit adviesrapport (29279, AC), besloten in een gezamenlijke commissievergadering van de commissies J&V en BIZA gelegenheid te bieden voor inbreng voor schriftelijk overleg. Deze gezamenlijke vergadering zal plaatsvinden op 23 september 2025.
Inbreng nader schriftelijk overleg
13.Advies Gezondheidsraad over gezondheidsrisico's rondom geitenhouderijen
Brief 28973, Q
Beslispunt
-
-Welke leden wensen heden inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg?
Toelichting
-
-Op 3 juli 2025 heeft de minister van VWS, mede namens de minister van LVVN, de Kamer het Gezondheidsraad advies “Gezondheidsrisico’s rond veehouderijen 2025: deel I Evaluatie wetenschappelijke kennis over risico op longontstekingen bij omwonenden van geitenhouderijen ” aangeboden (28973, Q). De Gezondheidsraad heeft besloten in twee delen te adviseren. Het tweede deeladvies van de Gezondheidsraad wordt eind dit jaar verwacht. De beleidsreactie van het kabinet op het advies zal na het tweede deeladvies aan de Kamer worden aangeboden.
-
-De commissie LNV heeft op 1 juli jl. naar aanleiding van het verslag schriftelijk overleg (28973/29683, P) mondeling overleg gevoerd met de ministers van VWS en LVVN over het onderzoek 'Veehouderij en gezondheid omwonenden - VGO III ' (28973/29683, O), in het bijzonder over de toepassing van het voorzorgprincipe. Tijdens dat overleg werd verwezen naar het thans aangeboden advies van de Gezondheidsraad. Het conceptverslag van dat overleg is bijgevoegd.
-
-In uw commissievergadering van 9 september jl. heeft u besloten heden gelegenheid te bieden tot het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
-
-Op verzoek van lid Baumgarten (JA21) staat het advies van de Gezondheidsraad heden ook geagendeerd in de commissie VWS.
Tweede Kamer
-
-Op voorstel van de commissie LVVN in de Tweede Kamer zal het advies van de Gezondheidsraad worden geagendeerd voor het commissiedebat Zoönosen en dierziekten op 20 november 2025.
-
-De Tweede Kamercommissie VWS heeft in haar procedurevergadering van 3 september jl. besloten de commissie LVVN te verzoeken de behandeling van het advies van de Gezondheidsraad over te nemen ten behoeve van het LVVN-commissiedebat Zoönosen en dierziekten op 20 november a.s.
Inbreng schriftelijk overleg
14.Reactie op rapporten Wetenschappelijke Klimaatraad en Nationaal Klimaatplatform
Brief minister LVVN van 11 juli 2025 (32813, BL)
Beslispunt
-
-Wenst u de brief van 11 juli 2025 (32813, BL) in behandeling te nemen? Zo ja, hoe en op welke termijn?
Toelichting
-
-Per brief van 11 juli 2025 (32813, BL) heeft de minister LVVN haar reactie gestuurd op het advies van de Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) 'Boeren in een veranderend klimaat ' en op het vierde signalenrapport van het Nationaal Klimaatplatform (NKP) 'Een duurzame basis voor bestaanszekerheid van boeren en tuinders '. Over het eerstgenoemde rapport heeft uw commissie op 25 maart 2025 gesproken met de WKR.
-
-Het lid Van Aelst-Den Uijl heeft op 9 september jl. verzocht deze brief ter bespreking te agenderen
Tweede Kamer
-
-De commissie LVVN heeft op 11 september 2025 besloten deze brief te agenderen voor een te plannen commissiedebat Klimaat en voedsel
Bespreking
15.IPC over de transformatie van voedselsystemen in de EU | Billund, 11 - 12 september 2025
De leden Jaspers (BBB) en Kluit (GL-PvdA) namen op 11 en 12 september 2025 deel aan de interparlementaire conferentie (IPC) over de transformatie van voedselsystemen in de EU. Deze conferentie vond plaats in Billund, Denemarken.
De leden Jaspers en Kluit geven een terugkoppeling van deze IPC.
Terugkoppeling door de leden Jaspers en Kluit
16.Mededelingen en informatie
A - Kennisgeving Wijziging Besluit kwaliteit leefomgeving in verband met de additionele aanwijzing van door de provincies te bestrijden invasieve uitheemse soorten
De staatssecretaris van LVVN heeft de Kamer op 11 september 2025 (33118, GR) conform artikel 23.5, derde lid, van de Omgevingswet ervan in kennis gesteld dat het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit kwaliteit leefomgeving in verband met de additionele aanwijzing van door de provincies te bestrijden invasieve uitheemse soorten voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State is voorgelegd. Omdat dit ontwerpbesluit alleen strekt tot uitvoering van internationaalrechtelijke verplichtingen, namelijk de Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1203 van de Commissie van 12 juli 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 om de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te actualiseren (PbEU 2022, L 186), hoeft het ontwerpbesluit op grond van de genoemde bepaling van de Omgevingswet niet te worden voorgehangen en wordt daarvan kennis gegeven aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
B - Rekenkundige ondergrens
In reactie op het verzoek van het lid Kluit (GL-PvdA) tijdens de commissievergadering van 9 september 2025 over de voorgenomen regelgeving met betrekking tot de rekenkundige ondergrens is van het ministerie de volgende ambtelijke reactie ontvangen:
-
-Ter voorbereiding op de invoering van de rekenkundige ondergrens zijn nog enkele stappen nodig.
-
-De minister van LVVN is allereerst voornemens om de ondergrens op zo kort mogelijke termijn in te brengen in een lopend proces voor een rechterlijke toets.
-
-Zij zoekt in samenwerking met de provincies hiervoor naar een geschikte zaak waardoor de ondergrens direct kan worden ingebracht in een hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
-
-Ten tweede wordt er parallel gewerkt om de invoering uitvoerbaar te maken voor initiatiefnemers en vergunningverleners. Zodat de ondergrens juist kan worden toegepast in de toestemmingverlening.
-
-Daarna zal de formele invoering kunnen plaatsvinden.
Voort kan nog worden verwezen naar:
-
-De voorlichting van de Raad van State over de rekenkundige ondergrens; aan de Tweede Kamer aangeboden op 26 mei 2025: (TK 35334, 393) en
-
-De eerste appreciatie van deze voorlichting, 13 juni 2025: (TK 35334, 399).
C - Vervolgpakket Nederland van het slot
Op Prinsjesdag (16 september 2025) heeft het kabinet nieuwe stappen om Nederland van het slot te halen aan de Tweede Kamer gestuurd. Het betreft een vervolgpakket met maatregelen gericht op emissiereductie en natuurherstel (zie voor het startpakket: TK 35334, 362). In de Tweede Kamer staat dit pakket geagendeerd voor de procedurevergadring LVVN van 24 september 2025. Het vervolgpakket ziet ook op verder ingevulde borging van de aanpak. De brief en de bijlagen (TK 35334, 413) treft u hierbij aan. Voorts is ter informatie opgenomen de brief van 19 september aan de Tweede Kamer over de Stand van zaken Subsidieregeling extensivering melkveehouderij en Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties.
D - Voortgang van diverse onderwerpen van het mestbeleid
Met deze brief van 16 september 2025 aan de Tweede Kamer (TK 33037, 610 - bijgevoegd) informeert de minister van LVVN de Kamer over de voortgang van diverse onderwerpen binnen het mestbeleid (rapport commissie Knops, RENURE, de stand van zaken van het weegmoment afroming dierrechten, vervolg internetconsultatie bovengronds aanwenden van runderdrijfmest en ontwikkelingen t.a.v. exportmissies). De brief met bijlagen treft u hieronder aan.
Ten aanzien van de afroming van pluimvee- en varkensrechten merkt zij op: 'Zoals tijdens de behandeling van het wetsvoorstel mestproductieplafonds toegezegd, heeft het kabinet op basis van de meest recente prognoses de afromingspercentages bij de verhandeling van dierrechten gewogen. Uitkomst daarvan is dat de afroming van pluimvee- en varkensrechten zo snel mogelijk op 0% zal worden gezet. Dit kan bij algemene maatregel van bestuur (amvb), die bij de Kamers dient te worden voorgehangen. De amvb voor het aanpassen van het afromingspercentage bij verhandeling van pluimveerechten heeft uw Kamer afgelopen vrijdag ontvangen. Ik leg momenteel de laatste hand aan de amvb voor aanpassing van het afromingspercentage bij verhandeling van varkensrechten, deze zal uw Kamer later deze week ontvangen. De inzet is erop gericht beide aangepaste percentages nog in 2025 in werking te laten treden .' Deze voorhang is ontvangen op 18 september 2025 (33037, BD).
E - Eerste weegmoment in het kader van de maximale mestproductie
De minister van LVVN heeft de Tweede Kamer op 18 september 2025 per brief (TK 33037, 611 - bijgevoegd) geïnformeerd over het eerste weegmoment in het kader van de maximale mestproductie en de naar aanleiding daarvan bij beide Kamers voorgehangen ontwerpbesluiten er toe strekkende nog in 2025 te stoppen met afromen in de pluimvee- en varkenshouderij (zie agendapunten 10 en 11). De brief treft u hieronder aan.
F - Programmaplan Natuurherstelverordening
De staatssecretaris van LVVN heeft per brief van 15 september 2025 het Programmaplan Natuurherstelverordening aan de Tweede Kamer aangeboden (TK 33576, 465). Sinds 18 augustus 2024 is de Natuurherstelverordening (NHV) van kracht. Europese lidstaten moeten uiterlijk 1 september 2026 een concept-Natuurplan indienen bij de Europese Commissie (EC) om hier invulling aan te geven. Met het programmaplan informeert de staatssecretaris de Kamer over de te doorlopen stappen voor het opstellen van het Natuurplan. U vindt de brief, de verordening en het Programmaplan in de bijlage.
G - Resultaat stemming Nitraatcomité over RENURE-voorstel
De minister van LVVN heeft de Tweede Kamer op 19 september 2025 geïnformeerd over het resultaat van de stemming in het Nitraatcomité over het RENURE-voorstel. De brief is ter informatie opgenomen.
H - Controversieelverklaring LVVN-onderwerpen in de Tweede Kamer
De commissie LVVN heeft in de procedurevergadering van 11 september 2025 besloten diverse onderwerpen controversieel te verklaren. De onderwerpen zijn opgenomen in 24 separate brieven van 17 september 2025 (TK 36770, 15 t/m 36770, 38), strekkende tot wijziging van de op 3 juli 2025 door de Tweede Kamer vastgestelde lijst van controversiële onderwerpen (TK 36770, 13). De 24 brieven zijn hieronder opgenomen. De finale besluitvorming over deze voorstellen zal plaatsvinden in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer op 23 september 2025.
H - Sectorale voorstellen voor het volgend Meerjarig Financieel Kader 2028-2034
Op 16 juli 2025 en 3 september 2025 presenteerde de Europese Commissie het voorstel voor het Meerjarig Financieel Kader (MFK), de begroting van de EU voor de periode 2028-2034, inclusief voorstellen inzake eigen middelen van de EU en een pakket met sectorale voorstellen (zie lijst nieuw gepresenteerde Europese voorstellen van 5 september). De integrale voorstellen zijn geprioriteerd door de commissies EUZA en Financiën en worden op 23 september a.s. voor procedure geagendeerd.
Op 12 september ontving de Kamer ook de BNC-fiches van 21 sectorale voorstellen. Deze sectorale voorstellen hebben betrekking op de verschillende beleidsterreinen en kunnen in de vakcommissies desgewenst aan de orde worden gesteld. Er is een MFK-themapagina opgesteld waar u alle voor het MFK relevante documenten aantreft. De voor de commissie LNV relevante sectorale voorstellen zijn ter informatie bijgevoegd.
17.Rondvraag
18.Ter herinnering: openstaande correspondentie en wetgevingsverslagen commissie LNV
-
-Hieronder is een overzicht van de openstaande correspondentie weergegeven (dit betreft brieven en wetgevingsverslagen).
-
-Een overzicht van wetsvoorstellen die bij de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in (schriftelijke) behandeling zijn, is via deze LINK te raadplegen.
-
-Een overzicht van LNV-wetsvoorstellen in behandeling bij de Tweede Kamer is te raadplegen via deze LINK.
Overzicht openstaande correspondentie en wetgevingsverslagen |
|||
---|---|---|---|
Verzonden |
Onderwerp + link |
Reactietermijn |
Toelichting |
CORRESPONDENTIE: |
|||
2025-09-17 |
SO - Rappel toezeggingen en moties; Link brief: 36800 XIV |
2025-10-31 |
|
2025-09-16 |
NSO - Tijdige toezending 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn; Link brief: 33037 |
2025-09-19 |
|
2025-07-15 |
SO - Kamer informeren over effecten deelname bedrijven aan LBV- en LBV-plus; Link brief: 33037/36618 |
Bij aanbieding 2e CBS kwartaalrapportage fosfaat- en stikstofexcretie |
Ambtelijk gerappelleerd (reactie volgt naar verwachting z.s.m. na het zomerreces) |
2025-04-09 |
SO - Ontwikkeling mestproductie: Link brief: 33037/36618 |
2025-05-06 |
Ambtelijk gerappelleerd (reactie volgt naar verwachting z.s.m. na het zomerreces) |
WETGEVING: |
|||
Er zijn momenteel geen openstaande verslagen. |
|||
2025-09-19 |