Beslispunt

Welke procedure wenst de commissie te volgen:

• - 

  een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag;
• - 

  volstaan met een blanco verslag (geen vragen of opmerkingen, afdoen als hamerstuk of stemming);
• - 

  volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (geen schriftelijke behandeling, wel een mondelinge behandeling plenair)?

Toelichting

De verhoging van het budget voor het project A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) was oorspronkelijk geregeld in de wijziging van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota). Het was echter onzeker of dit begrotingswetsvoorstel tijdig door beide Kamers zou worden aanvaard. De toenmalige minister van I&W heeft daarom een beroep gedaan op artikel 2.27 lid 2 van de Comptabiliteitswet (CW) om reeds uitgaven te kunnen doen. Zowel de Eerste als de Tweede Kamer zouden dan plenair moeten verklaren dat de minister hun deugdelijk heeft geïnformeerd. De commissie Infrastructuur en Waterstaat van de Tweede Kamer besloot echter de regering te verzoeken de beoogde verplichting in een afzonderlijke (incidentele) suppletoire begrotingswet aan de Kamer voor te leggen. Uit dit verzoek volgde de indiening van het thans geagendeerde voorstel.

Ter toelichting op de gewenste spoedige behandeling heeft de toenmalige minister de volgende motivering gegeven:

Indien tot na het zomerreces gewacht moet worden op autorisatie van de eerste suppletoire begrotingswet voor het Mobiliteitsfonds door beide Kamers vertraagt het project met minimaal één jaar. Trein Vrije Perioden (tijdelijke spoorafsluitingen), die noodzakelijk zijn om de weg aan te kunnen leggen, dienen twee jaar van te voren aangevraagd te worden bij ProRail. Om de benodigde en verkregen Trein Vrije Perioden in 2026 te kunnen benutten, dient er uiterlijk in de eerste week van juli een gewijzigd contract te zijn ondertekend met GelreGroen. (...) Daarom wordt middels deze nota van wijziging het voorstel gedaan om de mutaties met betrekking tot het project ViA15 uit de eerste suppletoire begroting 2025 van het MF te halen, zodat deze apart in behandeling genomen kunnen worden door beide Kamers.

Uit deze motivering is af te leiden dat de regering het gewenst acht dat de Kamer deze incidentele suppletoire begroting uiterlijk 1 juli a.s. aanvaardt. Dat is mogelijk als de commissie volstaat met een blanco verslag of een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (inclusief stemming) op 1 juli a.s. Wenst de commissie nog een verslag uit te brengen, dan wordt dat moeilijker, mede omdat de commissie 24 juni a.s. niet kan vergaderen in verband met de NAVO-top. In verband met de spoedeisendheid kan de commissie desgewenst kiezen voor het leveren van inbreng buiten de commissievergadering om en daarvoor een termijn stellen (artikel 45, zesde lid, Reglement van Orde).

Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen

Conform de Kamernotitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:

• - 

  geen internetconsultatie
• - 

  geen uitvoeringstoetsen

Daarbij zij aangetekend dat consultaties en toetsen bij incidentele suppletoire begrotingen ook ongebruikelijk zijn.

Beslispunt

Wenst de commissie:

• - 

  een datum te bepalen voor het leveren van inbreng voor een tweede verslag?
• - 

  het wetsvoorstel af te doen als hamerstuk of na stemming?
• - 

  aan de Kamervoorzitter een datumvoorstel voor een plenair debat te doen?

Toelichting

Een aantal fracties heeft aangegeven het wenselijk te achten dat het voorstel voor het zomerreces plenair wordt afgehandeld. Hierbij geldt een aantal (reglementaire) uitgangspunten:

• - 

  De Voorzitter plaatst een wetsvoorstel pas op de plenaire agenda van de Kamer nadat de schriftelijke voorbereiding ervan is voltooid (artikel 50, eerste lid, Reglement van Orde). Zolang de schriftelijke voorbereiding niet is voltooid, kan de commissie alleen een streven uitspreken het wetsvoorstel voor het zomerreces te behandelen;
• - 

  Er zijn maximaal drie schriftelijke ronden mogelijk (artikel 45 Reglement van Orde) en eventueel nog een vierde met verlof van de Kamer (artikel 46 Reglement van Orde). De commissie heeft nu één ronde gehad;
• - 

  De eerste schriftelijke ronde - het uitbrengen van een verslag - is een recht. Daarvan is gebruikgemaakt. Voor de overige schriftelijke ronden (tweede, derde, vierde verslag) geldt dat dit een commissie- of Kamerbesluit is, dus een meerderheidsbesluit . Hierbij geldt wel het goede gebruik om minderheden de ruimte te geven, waarbij minderheden die ruimte proportioneel dienen te gebruiken;
• - 

  Mocht de commissie een tweede verslag willen uitbrengen, dan kan zij desgewenst in het verslag aangeven dat zij bij tijdige ontvangst van de nota naar aanleiding van het tweede verslag en de regeringsreactie het wetsvoorstel gereed acht voor plenaire behandeling (artikel 45, vierde lid, Reglement van Orde). Zij kan het wetsvoorstel in dat geval aanmelden voor plenaire behandeling onder voorbehoud van die ontvangst en ook al een datumvoorstel aan de Kamervoorzitter doen. Dit betekent wel dat de commissie de schriftelijke voorbereiding afsluit; er is dan geen volgende ronde of weging van de antwoorden meer mogelijk.
• - 

  Op grond van artikel 50, derde lid, Reglement van Orde nodigt de Voorzitter naast de initiatiefnemers de eerste ondertekenaar van het wetsvoorstel uit voor het plenaire debat. Dat zou in dit geval de minister van I&W a.i. zijn. In de Tweede Kamer heeft ook de minister van J&V aan het debat deelgenomen. Deze heeft ook de brief met de reactie van de regering op de vragen in het verslag medeondertekend. De commissie kan de Voorzitter verzoeken ook deze minister uit te nodigen.

Beslispunt

Is het de voorlopige inschatting van de commissie dat zij - vooruitlopend op aanvaarding door de Tweede Kamer - de Wijziging begrotingsstaten Infrastructuur en Waterstaat 2025 (Voorjaarsnota) (36.725 XII) nog vóór het zomerreces plenair wenst te behandelen?

Aanleiding

De Tweede Kamer stemt naar verwachting op donderdag 3 juli 2025 over de suppletoire begrotingswetsvoorstellen behorende bij de Voorjaarsnota 2025. Als de commissie behoefte heeft aan een plenair debat is dat vóór het zomerreces praktisch alleen mogelijk op 7 of 8 juli 2025.

Om de plenaire agenda van de laatste vergaderweek ordentelijk te kunnen voorbereiden, wordt vandaag al geïnventariseerd of de commissie verwacht behoefte te hebben aan een plenair debat op 7 of 8 juli over de suppletoire begroting(en) op het beleidsterrein van Infrastructuur en Waterstaat. Bij de behandeling van een suppletoire begroting staan ook alle andere reguliere instrumenten ter beschikking van de commissie. Zie voor een nadere toelichting op deze instrumenten de bijgevoegde stafnotitie.

NB. Door het tijdstip van de stemmingen in de Tweede Kamer op 3 juli a.s. is afhandeling van de suppletoire begroting vóór het zomerreces niet mogelijk als de commissie schriftelijke voorbereiding wenst. Op grond van artikel 45 Reglement van Orde heeft iedere fractie recht op tenminste één schriftelijke ronde.

Toelichting

Omdat de Tweede Kamer altijd op één moment stemt over alle (suppletoire) begrotingsstaten, worden de aangenomen suppletoire begrotingen in één keer aangeboden aan deze Kamer. Bij de vaststelling van de procedure bepaalt de betrokken commissie, net als bij andere wetsvoorstellen, hoe zij het voorbereidend onderzoek wil inrichten.

Beslispunt

Is het de voorlopige inschatting van de commissie dat zij - vooruitlopend op aanvaarding door de Tweede Kamer - de Wijziging begrotingsstaat Mobiliteitsfonds 2025 (Voorjaarsnota) (36.725 A) vóór het zomerreces plenair wenst te behandelen?

Aanleiding

De Tweede Kamer stemt naar verwachting op donderdag 3 juli 2025 over de suppletoire begrotingswetsvoorstellen behorende bij de Voorjaarsnota 2025. Als de commissie behoefte heeft aan een plenair debat is dat vóór het zomerreces praktisch alleen mogelijk op 7 of 8 juli 2025.

Om de plenaire agenda van de laatste vergaderweek ordentelijk te kunnen voorbereiden, wordt vandaag al geïnventariseerd of de commissie verwacht behoefte te hebben aan een plenair debat op 7 of 8 juli over de suppletoire begroting(en) op het beleidsterrein van het Mobiliteitsfonds. Bij de behandeling van een suppletoire begroting staan ook alle andere reguliere instrumenten ter beschikking van de commissie. Zie voor een nadere toelichting op deze instrumenten de bijgevoegde stafnotitie.

NB. Door het tijdstip van de stemmingen in de Tweede Kamer op 3 juli a.s. is afhandeling van de suppletoire begroting vóór het zomerreces niet mogelijk als de commissie schriftelijke voorbereiding wenst. Op grond van artikel 45 Reglement van Orde heeft iedere fractie recht op tenminste één schriftelijke ronde.

Toelichting

Omdat de Tweede Kamer altijd op één moment stemt over alle (suppletoire) begrotingsstaten, worden de aangenomen suppletoire begrotingen in één keer aangeboden aan deze Kamer. Bij de vaststelling van de procedure bepaalt de betrokken commissie, net als bij andere wetsvoorstellen, hoe zij het voorbereidend onderzoek wil inrichten.

Beslispunt

Is het de voorlopige inschatting van de commissie dat zij - vooruitlopend op aanvaarding door de Tweede Kamer - de Wijziging begrotingsstaat Deltafonds 2025 (Voorjaarsnota) (36.725 J) vóór het zomerreces plenair wenst te behandelen?

Aanleiding

De Tweede Kamer stemt naar verwachting op donderdag 3 juli 2025 over de suppletoire begrotingswetsvoorstellen behorende bij de Voorjaarsnota 2025. Als de commissie behoefte heeft aan een plenair debat is dat vóór het zomerreces praktisch alleen mogelijk op 7 of 8 juli 2025.

Om de plenaire agenda van de laatste vergaderweek ordentelijk te kunnen voorbereiden, wordt vandaag al geïnventariseerd of de commissie verwacht behoefte te hebben aan een plenair debat op 7 of 8 juli over de suppletoire begroting(en) op het beleidsterrein van het Deltafonds. Bij de behandeling van een suppletoire begroting staan ook alle andere reguliere instrumenten ter beschikking van de commissie. Zie voor een nadere toelichting op deze instrumenten de bijgevoegde stafnotitie.

NB. Door het tijdstip van de stemmingen in de Tweede Kamer op 3 juli a.s. is afhandeling van de suppletoire begroting vóór het zomerreces niet mogelijk als de commissie schriftelijke voorbereiding wenst. Op grond van artikel 45 Reglement van Orde heeft iedere fractie recht op tenminste één schriftelijke ronde.

Toelichting

Omdat de Tweede Kamer altijd op één moment stemt over alle (suppletoire) begrotingsstaten, worden de aangenomen suppletoire begrotingen in één keer aangeboden aan deze Kamer. Bij de vaststelling van de procedure bepaalt de betrokken commissie, net als bij andere wetsvoorstellen, hoe zij het voorbereidend onderzoek wil inrichten.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Bij brief van 3 juni 2025 heeft de (toenmalige) minister van I&W vragen beantwoord van de FVD-fractie over het bij de Kamer voorgehangen ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht. De commissie heeft inmiddels drie schriftelijke ronden gehouden over dit ontwerpbesluit. Het definitieve besluit is intussen op 6 mei 2025 vastgesteld en op 7 mei 2025 gepubliceerd in het Staatsblad. De commissie besloot op 10 juni jl. om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Beslispunt

Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?

Toelichting

Op 16 december 2024 heeft de Kamer van de minister van I&W het verslag ontvangen van de Transportraad van 5 december 2024. Het verslag was bij de mededelingen en informatie van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) het stuk voor inbreng voor schriftelijk overleg te agenderen op 4 februari 2025. Naar aanleiding van een eerste schriftelijk overleg (21501-33, V), met vragen gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van de BBB, is op 22 april 2025 een brief verstuurd met nadere vragen, wederom gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van de BBB. De antwoordbrief van de (toenmalige) I&W-bewindslieden van 3 juni 2025 is heden ter bespreking bijgevoegd. De commissie besloot op 10 juni jl. om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.

Beslispunt

Is het de voorlopige inschatting van de commissie dat zij - vooruitlopend op aanvaarding door de Tweede Kamer - de Wijziging begrotingsstaten Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025 (36 725 XXII) nog vóór het zomerreces plenair wenst te behandelen?

Aanleiding

De Tweede Kamer stemt naar verwachting op donderdag 3 juli 2025 over de suppletoire begrotingswetsvoorstellen behorende bij de Voorjaarsnota 2025. Als de commissie behoefte heeft aan een plenair debat is dat vóór het zomerreces praktisch alleen mogelijk op 7 of 8 juli 2025.

Om de plenaire agenda van de laatste vergaderweek ordentelijk te kunnen voorbereiden, wordt vandaag al geïnventariseerd of de commissie verwacht behoefte te hebben aan een plenair debat op 7 of 8 juli over de suppletoire begroting op het beleidsterrein van VRO. Bij de behandeling van een suppletoire begroting staan ook alle andere reguliere instrumenten ter beschikking van de commissie. Zie voor een nadere toelichting op deze instrumenten de bijgevoegde stafnotitie.

NB. Door het tijdstip van de stemmingen in de Tweede Kamer op 3 juli a.s. is afhandeling van de suppletoire begroting vóór het zomerreces niet mogelijk als de commissie schriftelijke voorbereiding wenst. Op grond van artikel 45 Reglement van Orde heeft iedere fractie recht op tenminste één schriftelijke ronde.

Toelichting

Omdat de Tweede Kamer altijd op één moment stemt over alle (suppletoire) begrotingsstaten, worden de aangenomen suppletoire begrotingen in één keer aangeboden aan deze Kamer. Bij de vaststelling van de procedure bepaalt de betrokken commissie, net als bij andere wetsvoorstellen, hoe zij het voorbereidend onderzoek wil inrichten.

Nieuwe werkwijze ingekomen stukken

Sinds 6 juni 2025 worden ingekomen brieven van derden (burgers, organisaties, etc.) openbaar gemaakt op de website van de Eerste Kamer onder de nieuwe link Ingekomen brieven bij de knop Kamerstukken. De ingekomen brieven zijn ook te vinden op de commissiepagina’s en - waar relevant – in het betreffende wets- of Kamerstukdossier.

De ingekomen brieven worden vanaf heden als een aanklikbare lijst toegevoegd aan het agendapunt ‘mededelingen en informatie’ bij de betreffende commissievergaderingen. Op deze lijst vindt u alle sinds de vorige commissievergadering ingekomen brieven.