Plenair Mei Li Vos bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 18 oktober 2022 (2022/2023 nr. 4)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Mei Li Vos i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. "Wir schaffen das"; dat was leiderschap uit Angela Merkels tenen. Geconfronteerd met een enorm aantal vluchtelingen met onnoemelijk veel problemen sprak Angela Merkel de Duitse bevolking aan met drie woorden die de Duitsers verenigden, drie woorden die vertelden dat de vluchtelingencrisis een gezamenlijke verantwoordelijkheid was. Met drie woorden gaf ze Duitsland richting als chef van Duitsland. Het overgrote deel van Duitsland vertrouwde haar en zette vervolgens de schouders eronder. Merkel wist saamhorigheid en solidariteit te organiseren. Dát is leiderschap.

Denkend aan Duitsland vindt de PvdA-fractie het heel pijnlijk dat het Nederland niet lukt om een menswaardige opvang te regelen voor vluchtelingen, dat minderjarige asielzoekers dagenlang aan hun lot worden overgelaten en dat slechts één gemeente de oproep van de staatssecretaris om te komen helpen bij de opvang van die minderjarigen heeft beantwoord. Wij lijken een land dat zo in de knoop is met zichzelf dat we de noden van anderen er niet bij kunnen hebben, terwijl de overgrote meerderheid van de Nederlanders nog steeds vindt dat vluchtelingen voor oorlog en geweld welkom zijn. Dat vergeten we weleens in de ophef over een nieuwsberichtje dat niet blijkt te kloppen.

Voorzitter. We spreken vandaag over de plannen van deze regering. Hoewel de PvdA-fractie veel goeds ziet in deze Miljoenennota en heel blij is met het overnemen van het plan van GroenLinks en de PvdA voor het energieplafond, was er één woord dat voor ons het geploeter van het kabinet omschrijft: machteloosheid. Dat is het tegenovergestelde van "wir schaffen das": machteloosheid om de energiemarkt te beteugelen, machteloosheid tegenover de trekkers van de boeren, machteloosheid over de arbeidsmarktkrapte, machteloosheid om in de coronacrisis het complexe zorgsysteem te sturen. Dat is de oogst van decennialang naïef vertrouwen op de markt, een ongezonde fixatie op een kleine overheid en te vaak problemen vooruitschuiven en uitbesteden uit angst voor de kiezer. We kunnen Johan Remkes niet meer bellen, hè? Dat zeg ik maar even.

Het onvermogen om de problemen voor de mensen in Groningen op te lossen, is machteloosheid. Hierover gaat mijn eerste vraag. Kan de regering uitleggen waarom het haar wel lukt om tijdens de coronacrisis met een grote en ongerichte bazooka bedrijven en burgers te helpen, en waarom ze wel miljarden kan vrijmaken voor de bekostiging van het energieplafond, maar waarom ze kruideniert bij de compensatie van de Groningers? Waarom kan daar niet een enorm royaal gebaar gemaakt worden? Waarom is het erg, zo vraag ik de regering, dat sommige Groningers misschien wel meer krijgen dan ze nodig hebben? We accepteren bij de uitwerking van het energieplafond toch ook veel inefficiëntie, waarbij ook heel veel mensen worden gecompenseerd die het misschien niet nodig hebben? Dus waarom kan dat niet voor de mensen in Groningen? Ik gun de Groningers eigenlijk wel wat gemorst geld. Als we één deel in Nederland meer dan royaal moeten compenseren, dan is het Groningen wel. Sinds de negentiende eeuw is dat het armste deel van Nederland. Wij willen graag een reactie van de regering hierop.

De trauma's van de slachtoffers van het toeslagenschandaal los je niet alleen met geld op. Dat moet wel, maar het kan heel erg lang duren voordat de slachtoffers hun nachtmerries en hun angsten kwijtraken. Ik sprak laatst weer Kristie Rongen. Zij heeft nog steeds nachtmerries en is getraumatiseerd. Op welke wijze ondersteunt de regering de slachtoffers bij hun traumaverwerking? Krijgen ze een vergoeding voor psychologische hulp of krijgen ze sneller hulp?

Voorzitter. De fractie van de PvdA wil deze APB graag dieper ingaan op een probleem dat vreet aan mensen en aan onze samenleving: een te laag inkomen. De heer Knapen van het CDA had het er net ook al over, en volgens mij de heer Rosenmöller ook. De Ombudsman, het Sociaal en Cultureel Planbureau, de Raad voor Volksgezondheid en het Instituut voor Publieke Waarden signaleren nu al jaren hoe kleine problemen voor mensen uitgroeien tot monsters. Die kosten de samenleving tonnen door de verkokerde manier waarop we het sociale domein hebben georganiseerd. Er zijn gezinnen waarbij 48 instanties bezig zijn met het verlenen van hulp. Dat kost dus tonnen! Niemand heeft daarbij meer het overzicht wie welk deelprobleem aan het oplossen is. Een kleine schuld kan door incassokosten uitgroeien tot een grotere schuld, waardoor de zorgpremie niet meer wordt betaald. Vervolgens wordt de huur niet betaald, wordt de schuld nog groter, wordt de energierekening niet betaald en wordt het gezin uit huis gezet. Door de grote stress en ellende is er vervolgens jeugdzorg nodig, waardoor er later ook weer ggz-zorg nodig is. Ondertussen leven die gezinsleden door de stress zo ongezond dat ze diabetes krijgen.

Voorzitter. Met de allervriendelijkste bedoelingen hebben we een zwart gat gecreëerd tussen het UWV, het GAK, het CJIB, ggz, DUO, jeugdzorg, de Belastingdienst en de sociale diensten — waarschijnlijk mis ik dan nog een paar instanties — en naar schatting 100.000 gezinnen. En misschien zijn dat nog wel meer gezinnen, nu de afgelopen maanden de inflatie zo gestegen is. Je kunt op verschillende manieren in dat ravijn tussen de verkokering terechtkomen, maar het begint dus meestal bij bestaansonzekerheid, bij net te weinig verdienen om het eind van de maand te halen, bij net weer je contract niet verlengd krijgen, bij je weer moeten melden bij UWV of de gemeente voor een bak met formulieren die je niet kan lezen of niet meer aankan. Dat is die stapel formulieren die je echt niet meer aankan omdat je kind meer aandacht nodig heeft, omdat je kind voelt dat je zo gestrest bent door geldtekort en door het feit dat je contract weer niet is verlengd.

Voorzitter. Het ligt niet aan al die wetten en bijbehorende uitvoerende instanties, en zeker niet aan al die ambtenaren die dit allemaal proberen te managen. Het ligt in de meeste gevallen gewoon aan een te laag en een te onzeker inkomen. Daardoor raken mensen in de problemen. Dat is ook de reden waarom de fractie van de PvdA, GroenLinks, de SP, een flink aantal andere partijen en ook de Nationale ombudsman pleiten voor een significante verhoging van het minimumloon en de gekoppelde uitkeringen. Je moet in het welvarende Nederland kunnen leven van je werk en de uitkering moet hoog genoeg zijn om de rekeningen te kunnen betalen. Zolang we toestaan dat het minimumloon te laag is om van te leven, zullen we moeten blijven pappen en nathouden met toeslagen, en zullen mensen bij de minste of geringste tegenslag, die je weleens hebt, door het ijs zakken. Daarom hebben we dus een miljoenen slurpend systeem nodig om mensen te helpen; het is waanzin!

De regering zei aan de overkant dat het te duur is om het minimumuurloon te verhogen naar €14 per uur omdat de gekoppelde uitkeringen dan zouden meestijgen met 8 miljard. Maar heeft de regering uitgerekend hoeveel toeslagen en administratieve kosten er minder hoeven te worden gerekend als het minimumuurloon gewoon wordt verhoogd? Is dat onderdeel van de rekensom van de Commissie Sociaal minimum, zo vraag ik ook de minister voor APP. Zo niet, zou die vraag misschien toegevoegd kunnen worden, of zou die door het CPB uitgezocht kunnen worden? Is de regering het met de PvdA eens dat je moet kunnen leven van je werk en dat het minimumloon dus forser moet stijgen dan de regering van plan is per 1 januari? Is de regering bereid om het minimumloon per 1 juli te verhogen naar, pak 'm beet, €15 per uur?

Al sinds ik politiek actief ben hebben we een probleem met de ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Ruim een derde van de werkenden in Nederland heeft geen zekerheid van inkomen, omdat ze in een van de vele variaties van flexcontracten of zzp-constructies werken. Economen hebben al aangetoond dat al die flexcontracten slecht zijn voor de arbeidsproductiviteit en de innovatiekracht van Nederland. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de erbarmelijke omstandigheden waarin arbeidsmigranten werken in de kassen, de pakhuizen en de vleesindustrie. Denk aan de commissie-Roemer. Met die lage lonen voor en de enorme flexibele schil van uitgebuite arbeidsmigranten begint Nederland op een lagelonenland te lijken. Moeten we dit willen? Wat de PvdA betreft is het antwoord nee.

Dat nee wordt nog feller als we kijken naar onze economie. De heer Knapen heeft daar ook het een en ander over gezegd. De economie wordt geteisterd door een energietekort veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne, maar ook doordat we gewoon te lang afhankelijk waren van fossiele brandstoffen uit dictatoriale regimes en van een productiewijze die te veel schade aan onze natuur veroorzaakt. En dan hebben we het nog niet eens over een tekort aan arbeidskrachten. Er loopt hier iets behoorlijk mis. Ondernemers, consumenten en onze natuur lijken er wel om te schreeuwen dat er iets moet veranderen aan de manier waarop we onze economie hebben ingericht. Juist omdat er verschillende problemen op ons afkomen, is het tijd voor visie. Want dat soort structurele veranderingen gaan niet vanzelf. Daar heb je gewoon een sterke staat met een heel scherpe bril voor nodig. Hoe zou onze economie eruitzien, als we niet meer doorgaan met laagwaardige en slechtbetaalde arbeid en met goedkope fossiele energie? Zouden we dan nog wel zo veel slachthuizen hebben? Is het dan rendabel om die pakhuizen met orderpickers neer te zetten? Kun je dan nog jakkerende pakketbezorgers die per stuk worden betaald, vinden? Zouden er dan nog wel bagagesjouwers te vinden zijn voor Schiphol? Stel dat we de lonen flink gaan opkrikken en het minimumloon naar €15 per uur brengen, verdwijnt er dan industrie of verdwijnen er dan bepaalde sectoren? En moeten we dat erg vinden? Moeten we dan misschien veel meer gaan betalen in de supermarkt of kunnen we dat dan betalen, omdat we met z'n allen meer zijn gaan verdienen? Zal de arbeidsproductiviteit stijgen of dalen?

Voorzitter. Ik vraag de regering om een verkenning over hoe onze economie eruit kan zien als de transitie naar duurzame energie en hoogwaardige arbeid wordt gemaakt. Welke sectoren moet je dan versterken? Wat zal er kleiner worden? Waar moeten ondernemers dan in investeren? Waar moet het onderwijs rekening mee houden? Vergeet niet dat een visie op de economie ook voor ondernemers heel belangrijk is. Zij hebben duidelijkheid nodig over de korte en lange termijn bij het maken van hun plannen. Zo'n verkenning zou goed samen met de SER kunnen worden gemaakt. Ook de Raad van State adviseert dat er een verkenning nodig is voor de economie, voor ons allemaal, voor een beetje rust. Daar kunnen we een goed debat over voeren.

Voorzitter. Enkele jaren geleden opende de PVV een Polenmeldpunt. Ik weet niet of de PVV dat nog weet. Wij hebben daar al heel lang niets meer van gehoord. Misschien is er wel een nieuw Polenmeldpunt nodig om de arbeidsmarktkrapte op te lossen. Meld bij mij dan de Poolse bouwvakker die mijn huis kan isoleren. Graag weer een nieuw Polenmeldpunt!

We hebben dus arbeidsmarktkrapte, maar er is erg veel onbenut potentieel onder statushouders. Ik stelde daar net ook al een vraag over in een interruptiedebatje met de heer Knapen. De ACVZ heeft daar een advies over uitgebracht. Kan de regering dat advies nog eens even opdissen? Kan zij alle belemmeringen die er zijn om statushouders te laten werken, zeker in te zorg, wegnemen? Want wij hebben die mensen hard nodig. Graag een reactie van de regering op dat punt.

Voorzitter. Het is al door een paar voorgangers van mij gezegd: bij de Miljoenennota is er een discussie gestart over de rol van de overheid en de rol van de markt en de energiemarkt. Wij hebben 60 energiebedrijven. Die waren lastig aan te sturen. Ik wil de regering iets voorhouden. Stel dat we net als bij banken bij één energiebedrijf meerderheidsaandeelhouder zouden worden en dat we één energiebedrijf als een soort benchmark in de markt kunnen neerzetten, een bedrijf dat bijvoorbeeld heel simpele contracten geeft en de tarieven bepaalt. Dan ben je de energiemarkt niet aan het nationaliseren, maar dan heb je een heel makkelijke sturing voor de energiemarkt. Als deze partij de tarieven verlaagt, kun je daar als consument heen of niet. Als dit energiebedrijf simpele contracten geeft, kun je daar ook heen. Dat is misschien een mooie tussenweg bij alle discussies over volledige nationalisatie, want dat is misschien niet mogelijk, maar dit is wel een manier. Dat doen we ook in de bankensector, want we hebben twee Staatsbanken. Ik weet niet of u dat weet. Dat zijn de Volksbank en de ABN AMRO en die kunnen ook geen gekke dingen doen. Laten we dus gaan voor één energiebedrijf en dat noemen we dan "Staatsenergiebedrijf het Vadertje". Wat vindt de regering van dit idee?

Voorzitter. Een laatste punt. Dat gaat over studenten. Wij hebben net gelezen dat minister Dijkgraaf iets heeft gezegd over hoe vervelend de renteverhoging is. We zien ook dat mbo-studenten op de een of andere manier meer rente moeten betalen, sneller moeten terugbetalen en een kortere terugbetaaltijd hebben dan studenten uit het hbo en het wo. Wij lazen dat de minister van Onderwijs dit wil repareren. Graag een toezegging van deze regering dat ze dat daadwerkelijk gaat doen, want mbo-studenten zijn cruciaal, nu en binnenkort. Het zou toch echt heel oneerlijk uitpakken als mbo-studenten meer rente zouden moeten betalen, hun lening sneller moeten terugbetalen en een kortere terugbetaaltermijn hebben dan wo- en hbo-studenten.

Ik kan nog kiezen, maar ik heb weinig tijd. Ik kies ervoor om het hierbij te laten en de regering heel veel wijsheid te wensen bij het beantwoorden van de vragen en vooral bij het oplossen van al die problemen in de komende tijd. Ik vermoed dat er een vraag komt over pensioenen.

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Daar zou u gelijk in kunnen hebben, maar dat is dit keer niet het geval. Het gaat over de AOW, dat is eigenlijk de voorlopende pendant.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Het Vadertje Staatpensioen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik ben blij dat ik die vraag aan de collega van de Partij van de Arbeid kan stellen, want ik weet hoezeer de Partij van de Arbeid net als mijn fractie hecht aan een goede AOW, zeker in tijden van hoge inflatie. Er is hier een motie aangenomen — ik refereerde er vanochtend al aan — die door de gehele oppositie werd ondersteund, om de inkomensondersteuning AOW, kortgezegd de IO-AOW, van €30 per maand, €300 per jaar, niet af te schaffen. Het kabinet voert die motie niet uit. Wat is er nou gebeurd? Ik moet me even inhouden, voorzitter. In juni is er een voorhang-AMvB geweest waardoor het minimumloon, de AOW en de bijstand met 2,5% werden verhoogd. Als onderdeel daarvan werd heel stiekem meegenomen dat de IO-AOW met 2,5% werd verlaagd. De Tweede en Eerste Kamer hebben geen gebruikgemaakt van het recht om daarover te debatteren en er in de Tweede Kamer over te stemmen, wat bij een voorhang-AMvB kan. Wat is er nu gebeurd? De minister van Sociale Zaken, hier aanwezig, heeft vorige week op 10 oktober een besluit genomen om het minimumloon, de AOW en de bijstand te verhogen. De AOW gaat met 3 miljard omhoog, maar wordt via de afschaffing van de IO-AOW weer met 1,3 miljard verlaagd. En, nou komt-ie voorzitter: dat is gebeurd zonder een nieuwe voorhang.

De voorzitter:

Wat is uw vraag aan de Partij van de Arbeid?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Mijn vraag aan de collega is of zij bereid is om ons te ondersteunen in het verzoek aan het kabinet om terug te komen op het besluit om de IO-AOW af te schaffen en er met ons voor te zorgen dat het kabinet alsnog bereid is om met een voorhang-AMvB de verhoging van de AOW én de verlaging van de AOW met een derde van de verhoging ongedaan te maken. Ik loop al lang mee, maar staatsrechtelijk is het nog nooit vertoond dat bij een kleine AMvB met voorhang die de Kamer niet gebruikt ...

De voorzitter:

Het is helder.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

… later wordt gezegd "nou gaan we een grote maken en die doen we zonder voorhang, want die kleine is er doorheen geslipt".

De voorzitter:

Dank u wel. U kunt uw vraag in uw eigen termijn straks ook nog aan de regering stellen. Dat gaat u vast doen, denk ik. Wat is het antwoord van mevrouw Vos op uw vraag?

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

We gaan er zeker naar kijken. We hebben inderdaad die motie van u gesteund.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik stel de vraag ook — ik gaf dat vanochtend al aan — omdat ik blij ben dat de Tweede Kamerfractie van de Partij van de Arbeid, en hopelijk ook nog steeds GroenLinks, bereid is bij het belastingdebat dit punt aan de orde te stellen, want daarin zit ook de laatste €5 afschaffing in een gekoppelde wet met de verhoging van het kindgebonden budget. We hebben hier ooit unaniem de motie-Hoekstra aanvaard dat separate voorstellen ook separaat moeten worden ingediend.

De voorzitter:

Ik ga er nu echt een einde aan maken. Dank u wel. Mevrouw Vos, dank u wel voor uw inbreng. Ik geef het woord aan mevrouw Bredenoord namens de fractie van D66.