Plenair Van der Voort bij behandeling Initiatiefwetsvoorstel-Raemakers/Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang



Verslag van de vergadering van 19 april 2022 (2021/2022 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Voort i (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil benadrukken dat wij een groot voorstander van vaccinaties zijn en dat wij dit wetsvoorstel mede daarom steunen. Iedere vaccinatie, al dan niet uitgelokt door deze wet, is een bijdrage aan de gezondheid van het gevaccineerde kind en zijn of haar omgeving.

Ik heb gezegd dat toename van de vaccinatiegraad door dit wetsvoorstel niet aangetoond is, maar dat het zomaar zou kunnen dat dit zal gaan gebeuren. Ik zeg dit om de interpretatie die de heer Ganzevoort gaf van mijn uitspraken eerder vandaag te corrigeren. In ieder geval zal ieder kind dat door dit wetsvoorstel zal worden gevaccineerd, hiervan baat hebben en daarmee gezondheidswinst behalen.

Overigens is het voor mij moeilijk voorstelbaar, zoals de minister het voorstelde, dat er meer mensen juist niet in plaats van juist wel hun kinderen zullen laten vaccineren. Graag hoor ik van de minister daar nog een uitleg over.

Verder hecht ik eraan te zeggen dat dit wetsvoorstel op geen enkele manier verplichtingen met zich meebrengt, noch voor de ouders, noch voor de kindcentra. Dat betekent dus ook dat kindcentra om administratieve redenen ervoor kunnen kiezen om geen kinderen te weigeren, of andersom.

Het intrigeert mij om in dit debat te merken dat de partijen met een confessionele achterban niet enthousiast zijn over dit wetsvoorstel. Immers, de niet-gevaccineerde achterban is juist gebaat bij een hoge vaccinatiegraad, overigens net als anderen. Als dit wetsvoorstel dan bijdraagt aan een hogere vaccinatiegraad, dan is dat voor iedereen gunstig.

Dan nog even over de covidvaccinatie. Eerlijk gezegd kan ik me niet voorstellen dat het coronavaccin in het Rijksvaccinatieprogramma blijft. Influenza zit daar ook niet in. De covidvaccinatie is nu om praktische redenen ingevoegd. Laten we ons daarom in dit debat niet misleiden door de situatie zoals die op dit moment bestaat.

Dit alles geconstateerd hebbende, blijft D66 voorstander van dit wetsvoorstel.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Voort. De heer Ganzevoort.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Een kleine vraag aan de heer Van der Voort. De wettelijke situatie is nu zo dat de covidvaccinatie is ondergebracht in het RVP. Als deze wet wordt aangenomen, dan is toch de wettelijke situatie dat medewerkers van de kinderopvang die niet gevaccineerd zijn, ontslagen moeten worden bij de kindcentra die deze weigering hanteren?

De heer Van der Voort (D66):

Van dat ontslaan weet ik niet, maar wat ik zeg, is dat het voor de langere termijn hoogst onzeker is of de coronavaccinatie in het RVP blijft. Dat is wat ik zeg.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Voor de langere termijn zou dat best kunnen, maar voor de korte termijn is het toch zo dat we de uitleg al gekregen hebben? Als de heer Van der Voort dat niet weet, dan zou de regering er misschien iets over kunnen zeggen. Die uitleg is: als een kindcentrum kiest voor deze weigeringsgrond, dan includeert dat de medewerkers die op dit moment niet gevaccineerd zijn tegen covid.

De heer Van der Voort (D66):

Dat is zeker zo als een kindcentrum daar nu voor kiest. Maar je kunt er als kindcentrum ook voor kiezen om dat beleid voorlopig nog even niet te voeren, en over een tijdje wel, bijvoorbeeld als de coronavaccinatie niet meer in het RVP zit.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Ganzevoort.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Maar als pioniers als Berend Botje medewerkers hebben die niet gevaccineerd zijn, dan hebben die medewerkers op dit moment een probleem.

De heer Van der Voort (D66):

In ieder geval zullen ze daarover met die medewerkers dat gesprek moeten voeren.

De heer Verkerk i (ChristenUnie):

Ik heb een vraag aan de heer Van der Voort. Ik kan mij voorstellen dat de heer Van der Voort zegt: als je hier zorgvuldig over communiceert, dan leidt dat in principe tot een verhoging van de vaccinatiegraad, omdat elk kind dat gevaccineerd wordt een kleine gezondheidswinst betekent. Maar als bekend wordt dat covid in het Rijksvaccinatieprogramma zit en dat de consequentie daarvan is dat elk kindcentrum dat op dit moment een weigeringsbeleid wil voeren haar ongevaccineerde medewerkers gewoon moet ontslaan, dan zal dat leiden tot een geweldige discussie over vaccineren. Kunt u mij uitleggen of zo'n geweldige discussie geen negatief effect heeft op de vaccinatiegraad? En het kan best dat het positieve punt van het enkele kind ook een fors effect op de negatieve kant van de balans heeft. Ik kan dan niet voorspellen wat de eindconclusie is.

De heer Van der Voort (D66):

Meneer Verkerk en de heer Ganzevoort gaan ervan uit dat er medewerkers moeten worden ontslagen. Ik weet niet of dat op die manier moet, maar in ieder geval zal er iets in die trant moeten gebeuren. Of het zover gaat als u het hier voorstelt, zou ik niet zo stellig willen zeggen.

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen arbeidsrechter ben, dus ik zal hier ook geen uitspraak over doen. Het leidt in ieder geval tot een geweldige maatschappelijke onrust. En maatschappelijke onrust is niet positief voor de vaccinatiegraad.

De heer Van der Voort (D66):

Ik denk dat het probleem groter gemaakt wordt dan het hoeft te zijn. Daarom denk ik dat we er niet op deze manier over hoeven te spreken. Ik interpreteer het in ieder geval anders.

Mevrouw Gerkens i (SP):

Ik wil er ook niet heel dramatisch over doen, maar het is inderdaad een feit dat de COVID-19-vaccinatie nu onder het Rijksvaccinatieprogramma valt. Dat betekent dus dat dit aspect mee gaat wegen als kinderdagverblijven het beleid willen voeren. Ik kan me voorstellen dat heel veel kinderdagverblijven denken: dat wordt me te ingewikkeld, dus laat ik het maar niet doen. Dan zouden we daarmee weer een wet hebben die haar doel voorbijschiet.

De heer Van der Voort (D66):

Het valt me op dat er nogal dramatisch gedaan wordt over de covidvaccinatie, maar het is natuurlijk een uitstekend vaccin dat in een pandemie ook een uitstekend effect heeft. Laten we ook dat issue dus niet groter maken dan het is.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik maak het issue niet groter dan het is. Ik heb er totaal geen problemen mee. Ik heb zelf ook mijn vaccinaties gehad. Ik constateer alleen dat het binnen de samenleving wel nog wat discussie oplevert en dat er inderdaad personeelsleden zullen zijn die niet gevaccineerd zijn. Dit roept op zo'n kinderdagverblijf wellicht een discussie op die het kinderdagverblijf niet had willen voeren. Dat had liever een discussie over de mazelen gevoerd en denkt daarom: nou ja, dan gaan we maar niks doen, want we hoeven geen beleid te voeren. Ze kunnen ook gewoon geen beleid voeren. Ze hoeven het alleen maar aan te geven. Daarmee hebben we dus een wet die de facto niet meer gaat werken.

De heer Van der Voort (D66):

Er worden heel veel aannames gedaan over hoe kindercentra, ouders en medewerkers hiermee om zullen gaan als deze wet aangenomen wordt. Ik denk dat het te ver gaat om daar nu over te speculeren. Het zou nog weleens heel anders kunnen zijn dan hier wordt voorgesteld.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Maar op "het zou wel zo kunnen zijn" moet je volgens mij geen wetgeving maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Strien namens de fractie van de PVV.