Plenair Ester bij behandeling (eerste termijn Kamer)



Verslag van de vergadering van 13 december 2021 (2021/2022 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.07 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ester i (ChristenUnie):

Voorzitter. Met dit Belastingplan 2022 hoopt het kabinet zo'n €335 miljard binnen te halen, ter dekking van een kleine 95% van de rijksuitgaven. Een dergelijk omvangrijk bedrag vereist een zorgvuldige behandeling van het parlement, met een scherp oog voor uitvoering, impact en eenvoud van de voorgestelde fiscale maatregelen. Voor de ChristenUniefractie, voor mijn fractie, geldt dat het principe van verdelende rechtvaardigheid leidend moet zijn, met speciale aandacht voor minderbedeelde, kwetsbare groepen. Voor groepen zoals de working poor, die in deze onzekere coronatijden maar net de eindjes aan elkaar kunnen knopen. En met aandacht voor het klimaat, voor de schepping, in onze woorden.

Dit debat moet helaas toch beginnen met de beschamende toeslagenaffaire. Het beeld van een barmhartige overheid is aan duigen. Daarbij komt de schrijnende tragedie van het grote aantal uit huis geplaatste kinderen. Het parlement is, en ook wij zijn, bedolven onder de evaluaties en voortgangsrapportages. Toch overheerst de vaststelling dat het einde van deze vernederende affaire nog steeds niet in zicht is, ondanks de tomeloze inzet van de verantwoordelijke staatssecretaris en haar medewerkers. Laten we dit laatste vooral ook benadrukken.

Voorzitter. De ChristenUniefractie heeft behoefte aan een klip-en-klaar antwoord van de staatssecretaris op de vraag wanneer de grootste ellende achter de rug zal zijn. Wat zijn nu nog de belangrijkste hobbels die genomen moeten worden? Aan haar budget zal het niet liggen, dat is recent verhoogd met €1,1 miljard voor de verdere afwikkeling, bovenop de extra €1,3 miljard compensatie voor kinderen en ex-partners. Aan welke resultaatverplichting voelt zij zich gebonden? En wat gaat het beleid worden rond de infame zwarte lijst die de Belastingdienst hanteerde?

Voorzitter. Mijn fractie schrok van de stevige kritiek van de Raad van State op de hersteloperatie. Door de vele en snelle toezeggingen aan gedupeerden, is het schadeherstel dermate ingewikkeld geworden dat de Belastingdienst niet aan de gestelde verwachtingen zal kunnen voldoen. Er is, aldus de Raad, een wirwar van compensatieregelingen ontstaan waardoor de kwaliteit van het overheidsoptreden niet langer gegarandeerd kan worden. Hoe weegt de staatssecretaris deze al met al toch niet malse kritiek? De Raad van State trekt in een zelfonderzoek ook het boetekleed aan en stelt dat de raad te lang heeft vastgehouden aan de strenge alles-of-nietslijn in uitspraken over kinderopvangtoeslagen. Mijn fractie is zeer benieuwd hoe de staatssecretaris deze zelfreflectie beoordeelt.

Voorzitter. Dan nu naar het Belastingplan zelf, een plan dat gezien de demissionaire status van het kabinet wat magertjes uitvalt. Laat mij kort een aantal nieuwe maatregelen langslopen. De arbeidskorting wordt langzamer afgebouwd. Dat is goed nieuws voor werkenden. Maar welke effecten, zo vraagt mijn fractie, heeft dit op de hardnekkige verschillen in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners? Biedt het Belastingplan 2022 überhaupt fiscale verlichting aan eenverdieners? De 50 miljoen waarover het plan rept, maakt een wat schamele indruk. Hoe gaat dit bedrag worden aangewend om de kloof te dichten? Wat betekent dat eigenlijk voor alleenstaanden? De ChristenUniefractie hoopt dat het rapport van de Commissie Draagkracht een nieuw kabinet zal inspireren om veel verdergaande fiscale stappen te zetten.

De fiscale stimulering van emissievrije personenauto's kunnen wij steunen. Dat geldt ook voor de verlaging van de cap waarvoor de bijtellingskorting geldt, een verlaging die beduidend groter is dan de doelstellingen van het Klimaatakkoord. Maar hoe voorkomen we, zo vraag ik de staatssecretaris, dat deze auto's na verloop van tijd via de tweedehandsmarkt naar het buitenland verdwijnen? Nederland subsidieert dan in feite de automarkt in andere, vaak Oost-Europese landen. Is het vanwege milieuoverwegingen een idee, zo vraag ik de staatssecretaris, om het gebruik van deelauto's aan te moedigen? Graag een reactie daarop.

De heer Van Strien i (PVV):

Ik heb, geloof ik, vandaag al eerder gehoord dat de export van elektrische auto's het buitenland zou subsidiëren. Dat begrijp ik niet, want er wordt geen belasting op geheven; dat is waar. Maar dat noemen wij "subsidie", "geen belasting heffen", omdat anderen die belasting nu moeten betalen. Het is niet zo dat de overheid er dan op een of andere manier extra geld bij doet, dus hoezo kost het geld als die auto verkocht wordt aan het buitenland?

De heer Ester (ChristenUnie):

Ik dacht dat ik heel goed naar u had geluisterd, maar kennelijk heb ik toch te weinig van u geleerd. Het idee was dat de CO2-emissie kan worden meegerekend in het betreffende, vaak Oost-Europese land en niet in het land van herkomst, zijnde Nederland. Dat was mijn insteek. Ik ben heel benieuwd naar de reactie van de staatssecretaris daarop. Ik heb kennelijk niet de goede woorden gebruikt om u in mijn kamp te trekken, maar het gaat dus niet om een fiscale stimulering van andere, Oost-Europese landen.

De heer Van Strien (PVV):

Ik begrijp het nu. Het zit in die milieu-klimaathocus pocus.

De heer Ester (ChristenUnie):

Voorzitter, ik ga verder. De verhoging van de Milieu-investeringsaftrek, de MIA — het kwam al even aan de orde — kan mijn fractie eveneens billijken. Maar hoe voorkomen we dat bedrijven die toch al van zins waren om in vernieuwende en duurzame bedrijfsmiddelen te investeren, de extra aftrek alsnog incasseren? Dat we met deze maatregel de innovatieve voorhoede bereiken, lijkt mij wel duidelijk, maar geldt dat ook voor de achterblijvers? Is dit volgens de staatssecretaris een serieus probleem? En geldt dat bijvoorbeeld ook voor de fiscale consumentenmaatregelen?

De gerichte vrijstelling van thuiswerkkosten voor werknemers is een welkome compensatie in deze barre coronatijden. De vraag is wel of het vaste forfaitair bedrag van €2 per dag voldoende zoden aan de dijk zet, mede gezien de gierende inflatie van rond de 5%. Wordt het bedrag eigenlijk überhaupt geïndexeerd?

De intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting kan op begrip van de ChristenUniefractie rekenen. De huidige BIK-regeling was bedoeld als crisismaatregel om investeringen door Nederlandse bedrijven aan te moedigen, maar de beoogde baaneffecten waren van meet af aan omstreden. Informeel overleg, zo hebben wij begrepen, met de Europese Commissie leerde dat niet kon worden gegarandeerd dat het hier geoorloofde staatssteun betreft. Het risico zou groot zijn dat de BIK-regeling de rode vlag van de Commissie krijgt. Onze fractie heeft een paar vragen rond deze intrekkingswet. De informele consultatie dateert alweer van enige tijd geleden. Is er inmiddels een formeel antwoord van de Europese Commissie over de intrekking van de wet en de aanleiding daarvoor? De intrekking vindt, zo begrijpen wij, met terugwerkende kracht plaats tot 1 januari 2021. Wat betekent dat voor bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de BIK-regeling en aanzienlijke investeringsverplichtingen zijn aangegaan? Is enige vorm van compensatie voorzien? De vrijval is zo'n 2 miljard voor 2021 en 2022 en wordt met name ingezet voor een verlaging van de AWf-premie voor werkgevers. Zijn er ook alternatieve aanwendingen overwogen? Wat betekent het loslaten van de BIK-regeling voor de bedrijfsinvesteringen in ons land?

De ChristenUniefractie is blij dat boven op de reeds aangekondigde energiemaatregelen huishoudens een incidentele belastingvermindering van €430 wordt geboden. Ook ons mkb deelt hierin, zeker na invoering van de motie-Grinwis en Stoffer. Dat biedt enig soelaas voor een geraamde stijging van de energierekening van gemiddeld €900 per huishouden. Prognoses tonen aan dat de inkomenseffecten negatiever worden naarmate het huishoudinkomen lager is. Mijn fractie is bezorgd over deze inkomenseffecten voor kwetsbare groepen. Geldt dat ook voor de staatssecretaris en welke consequenties verbindt hij hieraan? Moeten we, zo vraag ik hem, niet ook eens kritisch kijken naar het huidige beprijzingssysteem van gas en elektriciteit? De helft van de energierekening bestaat uit fiscale heffingen. Hebben we de balans tussen marktprijs en fiscaliteit wel op orde?

Voorzitter. Caribisch Nederland kan 2 miljoen extra compensatie tegemoetzien. Wat betekent dat voor huishoudens en bedrijven op de eilanden?

Voorzitter. Knot van DNB heeft onlangs de discussie weer aangekaart om de eigen woning fiscaal over te hevelen van box 1 naar box 3; het kwam al aan de orde. Dat zou de torenhoge huizenprijzen temperen. De overheveling belast de vermogens van huiseigenaren door woningbezit, inclusief de overwaarde, hetgeen de ongelijkheid zou wegnemen met huurders, die hun volledige vermogen zien belast in box 3. Tegenstanders wijzen erop dat Nederland al een eigenwoningforfait kent, dat de aftrekbaarheid reeds sinds 2014 steeds verder wordt begrensd en dat het voorstel tot forse herverdelingseffecten leidt en uitvoeringsproblemen oproept. Een aantal van die problemen kwamen vandaag al aan de orde. Mijn fractie is benieuwd hoe de staatssecretaris de voor- en nadelen van overheveling taxeert en tot welke conclusies hem dit brengt. Overigens is onze fractie blij dat het aangifteproces rond de overdrachtsbelasting voor notariaat en burger wordt vereenvoudigd.

Nu we het toch over box 3 hebben: het verduidelijken van de jaarlijkse herijking van de rendementspercentages is zeker een verbetering. Feit blijft dat belastingplichtigen het terecht als zeer onredelijk ervaren dat de heffing niet plaatsvindt op het werkelijk behaald rendement, maar op basis van fictief rendement. We discussiëren daar in dit huis al jarenlang over met opeenvolgende kabinetten. Ook dit Belastingplan komt niet verder dan het verdisconteren van een aantal macro-indicatoren zoals beleggingsindices waar de doorsnee belastingplichtige weinig boodschap aan heeft. Wat is de positie van de staatssecretaris in dit principiële rendementsdebat?

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Het is boeiend dat de heer Ester box 3 aan de orde stelt in verband met de eigen woning, omdat de ChristenUnie de enige partij is die in haar verkiezingsprogramma had staan dat de eigen woning moet verhuizen van box 1 als een doos naar box 3. Bent u dat nog steeds van mening, ook in de onderhandelingen? We zullen het morgen weten, maar vindt u het niet verstandig om alsnog terug te komen op dat standpunt? Ik heb duidelijk gemaakt — eerder heeft de CDA-fractie dat ook al gedaan, ook vanavond — dat het eigen huis niet naar box 3 moet, maar zelfs uit box 1 moet en dus gedefiscaliseerd moet worden. Bent u voorstander van box 3? Bent u het met Klaas Knot eens? Zo ja, kunt u dat onderbouwen?

De heer Ester (ChristenUnie):

Ik ga natuurlijk mijn eigen verkiezingsprogramma hier niet de nek omdraaien; dat zou u ook niet doen. Wat ik heb gedaan, is proberen de voor- en de nadelen te schetsen. Daar heb ik ook enige tijd voor genomen. Ik vraag simpelweg aan de staatssecretaris hoe hij die voor- en nadelen weegt. Ongetwijfeld wordt volgende week meer bekend over die kwestie van overheveling van box 1 naar box 3. Maar als u het mij toestaat, hou ik mijn kruit een beetje droog. Het heeft niet zoveel zin om hier hele stoere uitspraken te doen over een coalitieakkoord dat begin volgende week bekend zal worden.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dat antwoord is een beetje ontwijkend, zoals we dat van Rutte ook vaak kennen, door op het verkiezingsprogramma in te gaan.

De heer Ester (ChristenUnie):

Ik vind het fijn dat u mij met Rutte vergelijkt.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

U vraagt het aan de staatssecretaris, maar ik wil van u weten of u vindt dat de eigen woning naar box 3 zou moeten. U zegt: we hebben voor- en nadelen afgewogen. In het verkiezingsprogramma was het antwoord positief. Vindt u dat nog steeds? Dan kunt u niet zeggen: ik vraag het aan de staatssecretaris. Ik vraag het aan u.

De heer Ester (ChristenUnie):

Ik heb al gezegd waarom ik daar nou even niet op inga. Voor ons weegt wel zwaar — laat mij dat dan wel formuleren — de kwestie van de verdelingseffecten over de verschillende groepen. Die zijn niet helemaal gelijk. Dat is een kwestie waar ik graag aandacht voor vraag en ook heb gevraagd. En ja, in een debat gaat het zo dat je de staatssecretaris, als beantwoordend bewindspersoon, om een reactie vraagt. Ik zou zeggen: laten we even afwachten wat er volgende week allemaal gaat gebeuren en laten we nu vragen aan de staatssecretaris hoe hij daarover denkt.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Rooijen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

U wijst terecht op de gevolgen voor groepen. Het zal u niet ontgaan zijn dat ik in het debat heb aangegeven dat als dat zou gebeuren, ouderen die eigenlijk als regel hun hypotheek hebben afgelost, over de volle waarde — de overwaarde is dan de volle waarde — box 3-belasting gaan betalen. Bij een huis van vijf ton, een rijtjeshuis, is dat al 1%, €5.000. €.5.000 die je moet betalen zonder dat daar inkomen tegenover staat. Waar moeten mensen met AOW en een klein pensioen die in een huis van vijf ton wonen, die €5.000 vandaan halen? Dat kan toch niet?

De voorzitter:

Tot slot is het woord aan meneer Ester voor het laatste antwoord in deze interruptie.

De heer Ester (ChristenUnie):

Ik heb expliciet het punt genoemd waaraan u refereert als het gaat om ouderen. Dat neem ik ook niet terug. Dat is een kwestie die echt uitvoerig moet worden besproken. Die forse herverdelingseffecten, en overigens de uitvoeringsproblemen die erbij horen, laat ik zwaar wegen. Maar nogmaals, ik wacht rustig met u de reactie van de staatssecretaris af.

De voorzitter:

Dan stel ik voor dat de heer Ester zijn betoog vervolgt.

De heer Ester (ChristenUnie):

Mijn fractievoorzitter is bepaald niet ingenomen met het voornemen van de staatssecretaris, als we het goed hebben begrepen, om de hervorming van de spaarbelasting weer op de lange baan te schuiven. Het argument dat ICT-systemen van de Belastingdienst het vaststellen van werkelijk rendement niet aankunnen, wordt zo langzamerhand, na al die jaren wel een beetje sleets. Is het eerlijke verhaal niet dat de huidige forfaitaire heffingswijze zo'n 4 miljard aan belastingopbrengsten oplevert? Ik hoor het graag.

Mijn fractie constateert dat komend jaar de accijns op tabak niet wordt verhoogd. Is dat niet in strijd met het breed gedeelde Nationaal Preventieakkoord en het kabinetsstreven naar een rookvrije generatie? Ik hoor hier graag een toelichting op.

Uit de koopkrachtplaatjes blijkt — de heer Crone ging er ook al op in — dat de inkomensongelijkheid in ons land niet ontspoord is in de afgelopen decennia. Dat doet deugd, maar de ongelijkheden zitten vooral aan de vermogenskant. Wat heeft het kabinet gedaan aan het beteugelen van die vermogensongelijkheid? Wat biedt dit Belastingplan aan corrigerend beleid?

Voorzitter. Ik ga nu over naar het internationale fiscale podium. De ChristenUnie-fractie is verheugd dat de G20 onlangs het OESO-akkoord heeft bekrachtigd om wereldwijd een minimumbelasting van 15% in te voeren, ongeacht het land waar multinationals zetelen. Dat moet overheden jaarlijks zo'n 150 miljard opleveren. Het is al met al een grootscheepse hervorming van het internationale belastingstelsel en een belangrijke stap voorwaarts naar een eerlijker fiscaal regime. Het voorkomt, althans in theorie, een fiscale race to the bottom.

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Net stelde de heer Ester vragen aan de staatssecretaris over vermogensongelijkheid: wat heeft dit kabinet de afgelopen tijd gedaan aan die grote vermogensongelijkheid in Nederland en wat vinden wij ervan terug in het Belastingplan? Even voor de goede orde, ik neem aan dat dat retorische vragen waren van de kant van de fractie van de ChristenUnie, want het antwoord is toch duidelijk? We zijn er de afgelopen vier jaar bij geweest, bij wat deze regering heeft gedaan. De partij van de heer Ester heeft daar zelf deel van uitgemaakt en maakt tot op heden deel uit van deze coalitie. We weten toch wat men eraan gedaan hebt? Namelijk niets. Of denkt de heer Ester aan bepaalde maatregelen die ik even gemist heb?

De heer Ester (ChristenUnie):

U heeft, denk ik, niet heel veel gemist. Mijn vraag is voor een deel retorisch — dat wil ik graag aan u meegeven. Tegelijkertijd hoor ik heel graag van de staatssecretaris of hij daar ook zo over denkt en of wij in de afgelopen periode voldoende hebben gedaan om met name de vermogensongelijkheid aan te pakken. Want volgens mij is dat op dit moment de kwestie die voorligt. Ik kan daar wel heel uitgebreid zelf op reflecteren, maar in deze fase ben ik benieuwd wat de staatssecretaris daar zelf van vindt, wat er in de afgelopen vier jaar gebeurd is en of de balans wat hem betreft positief of negatief uitvalt.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik ben met de heer Ester benieuwd naar de antwoorden van de staatssecretaris op die deels retorische vragen, maar ik proef ook een beetje uit zijn woorden dat zijn conclusie in ieder geval is dat de balans negatief is, dat er onvoldoende gedaan is en dat er dus meer gedaan zou moeten worden. Aan welke maatregelen denkt de fractie van de ChristenUnie dan op dat punt?

De heer Ester (ChristenUnie):

Dat laat ik nu even liggen. Daar ga ik niet op in. Ik ben in deze fase vooral geïnteresseerd in de antwoorden van de staatssecretaris. U kunt uit mijn woorden proeven — u verwoordt dat heel goed — dat ik denk dat we misschien wel een paar stappen extra hadden kunnen zetten. Daar wou ik het even bij laten.

De voorzitter:

Dan stel ik voor dat u uw betoog vervolgt. O, meneer Van Apeldoorn heeft nog een kleine vraag.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, tot slot. Ik ben dan, nogmaals, benieuwd naar de antwoorden van de staatssecretaris. Ik ben ook benieuwd naar het coalitieakkoord waar de heer Ester al een paar keer naar verwezen heeft. Dat komt volgens mij niet volgende week maar morgen al. Het zal niet in deze Kamer komen, maar dan ben ik benieuwd wat de fractie van de ChristenUnie daarvan vindt. Staat daar voldoende in om die grote vermogensongelijkheid in Nederland eindelijk aan te pakken?

De voorzitter:

Dank u wel. En vervolgt u dan uw betoog, meneer Ester.

De heer Ester (ChristenUnie):

Dat ga ik natuurlijk niet verklappen. Dat zult u begrijpen en ook waarderen. Overigens bedoel ik "deze week" en niet "volgende week". Voorzitter, kan ik verdergaan?

De voorzitter:

Graag. De tijd loopt in ieder geval.

De heer Ester (ChristenUnie):

Ik ga nu over naar het internationale podium. Ik noemde al de minimumwinstbelasting van 15%. Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat deze nieuwe minimumwinstbelasting in de praktijk verwordt tot een nieuw maximum. Deelt de staatssecretaris deze zorgen? We zijn ook benieuwd naar de vervolgstappen om het akkoord te implementeren. Het Financieele Dagblad meldde onlangs dat belastingkantoren op grote schaal bedrijven adviseren om zich op te splitsen in meerdere vennootschappen om zo onder het opstaptarief te vallen en daarmee winstbelasting te ontwijken. Graag een reactie daarop.

Voorzitter. Het tweede ATAD-voorstel van de EU zullen wij steunen. Belastingontwijking blijft een uitermate kwalijk fenomeen. Het tast de integriteit aan van onze economie en rechtsstaat, en benadeelt ontwikkelingslanden. Ik zou graag willen weten hoe de staatssecretaris op dit moment belastingontwijking in ons land ziet en beoordeelt. Hoe geraken wij in het linkerrijtje, om in voetbaltermen te spreken? Overigens komt er een heel pakket aan richtlijnen vanuit de Europese Commissie — meer dan 5.000 bladzijden — om witwassen te bestrijden. We komen daar nog apart over te spreken, maar ik ben even benieuwd naar de relatie met het voorliggende wetsvoorstel.

Voorzitter. Ik wil afsluiten met een prangende vraag naar de relatie tussen fiscaliteit en ethiek. Ik doel op de discussie die onlangs is aangezwengeld door twee jonge Leidse hoogleraren fiscaal recht. Zij wijzen erop dat het moreel kompas van fiscalisten niet altijd naar het noorden wijst, zoals de Pandora Papers duidelijk hebben gemaakt. Zij beargumenteren dat belastingadviseurs voortdurend op zoek zijn naar mazen in de fiscale wetgeving om hun cliënten via financieel geknutsel en vaak agressieve constructies aan belastingvoordelen te helpen. Zo worden de sluizen naar belastingontwijking opengezet. Meer dan de helft van de hoogleraren fiscaal recht blijkt een bijbaan in de commerciële fiscale adviessector te hebben.

De ChristenUnie-fractie vraagt de staatssecretaris naar zijn oordeel over het zelfreinigend vermogen en het ethisch besef van de fiscale adviessector en of een aanscherping van normen rond maatschappelijk verantwoorde fiscale advisering geboden is. Ik vraag de staatssecretaris: moeten we niet toe naar een vorm van een gedragscode voor de sector, zoals die ook voor de bankensector geldt, dus een soort van eed voor fiscale adviseurs? Ik ben zeer benieuwd. Ik hoop dat de staatssecretaris dit kan toezeggen.

Voorzitter. Ik ben aan het einde van mijn betoog. Ik zie uit naar de beantwoording van de beide staatssecretarissen op onze vragen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ester. Ik sta nog een aantal korte interrupties toe. Gaat uw gang, meneer Vendrik.

De heer Vendrik i (GroenLinks):

De laatste woorden van de heer Ester over het beroep van de belastingadviseurs zijn mij uit het hart gegrepen. Hij formuleert dat mooier dan ik deed, dus complimenten daarvoor. Zijn vragen richting de staatssecretaris zijn hierbij ook de mijne.

Mijn vraag gaat over belastingontwijking. De heer Ester maakte er terecht een groot punt van dat het ondermijnend is en de integriteit van de economie aantast. Er is één klein geval van belastingontwijking dat we vandaag kunnen regelen. Dat is de verlengde eerste schijf Vpb. Ik kijk naar de staatssecretaris en zie dan een hevig twijfelend mens zitten. Zullen we hem verlossen door hem te vragen deze week met een novelle te komen om die verlengde eerste schijf terug te brengen naar de oude staat, zodat we voor die bron van belastingontwijking — de heer Ester schreef daar net al die gevolgen aan toe en dat is terecht, denk ik — een stokje steken?

De heer Ester (ChristenUnie):

Ik heb er behoefte aan om daar eens even heel diep over na te denken. Ik ga nu ook niet toezeggen dat wij zomaar meegaan in een novelle. Ik ga heel goed luisteren naar wat de staatssecretaris gaat zeggen over uw terechte vragen. Daarna zullen we graag onze positie bepalen.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nu de heer Ester aan het einde van zijn betoog is gekomen, wil ik graag nog terugkomen op een punt dat hij ergens halverwege zijn betoog maakte. Toen wilde ik ook naar de interruptiemicrofoon komen, maar dacht ik dat de heer Ester daar misschien nog wat meer over te zeggen had. Toen ging hij echter in sneltreinvaart al over tot het volgende punt. Mijn vraag gaat over de hoge energierekening. Volgens mij stelde de heer Ester vragen over de belastingen op energie en vroeg hij of de balans tussen de marktprijzen voor energie en de prijzen na belasting nog wel een goede is. Misschien was dat ook deels weer een retorische vraag van de heer Ester. Mijn vraag is nu of de heer Ester misschien iets kan concretiseren wat achter die vraag stak. Is de heer Ester het met mijn fractie eens dat er een bepaalde basisbehoefte is aan energie, dat het daarin kunnen voorzien eigenlijk een basisrecht is, dat het dus betaalbaar zou moeten zijn en dat de energiebelasting deels omlaag zou moeten, terwijl die voor andere groepen omhoog zou kunnen?

De heer Ester (ChristenUnie):

U merkt dat ik van retorische vragen hou. U begrijpt de achtergrond daarvan ook heel goed. Ik vind de energieprijzen een heel serieus probleem, met name voor kwetsbare groepen. Daar moeten we echt iets aan doen. Daar doet het kabinet trouwens ook het nodige aan, maar mij valt in de verhouding tussen de marktprijs en de fiscale heffing daarover op dat die laatste wel heel fors is. We hebben het over een orde van grootte van 50%. Dat is nogal wat. Ik kan me ook voorstellen dat als je iets wil doen voor bepaalde groepen, je dan eens heel kritisch gaat kijken naar die verhouding. Ik heb dat punt ook gemaakt bij de Algemene Financiële Beschouwingen, maar de minister schoof zo'n beetje alle belastingvragen door naar de discussie van vandaag en morgen. Ik ben dus, net als u, denk ik, heel benieuwd naar wat de staatssecretaris hierover te zeggen heeft.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Daar sluit ik me bij aan. Daar ben ik ook heel erg benieuwd naar. Om het toch nog wat concreter te maken: de belasting op aardgas is de afgelopen zeven jaar verdubbeld. Huishoudens betalen 30 keer zo veel voor aardgas als bedrijven. Daar zie je ook die scheefheid. Daar zou je concreet iets aan kunnen doen, om te proberen de energierekening voor huishoudens te verlagen.

De heer Ester (ChristenUnie):

Daar zouden we heel serieus naar moeten kijken. Ik herinner mij dat u die vraag ook bij een eerdere gelegenheid aan mij heeft gesteld, dus ik geef maar hetzelfde antwoord, om niet uit de pas te lopen met mijzelf.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Het is mooi dat wij elkaar daar kunnen vinden. Dank, voorzitter.

De heer Essers i (CDA):

Ik zou graag de heer Ester gerust willen stellen dat er heel veel aandacht is in de fiscale opleiding in Nederland voor fiscale ethiek, en dat is al vrij lang aan de gang. In samenwerking met het ministerie van Financiën is er een soort governance code afgesproken; hoe ga je nou op een goede, ethisch verantwoorde manier om met belastingrecht. Ik ken de heer Ester ook als een genuanceerd man en algemeenheden zijn altijd gevaarlijk. We hebben het vaak over parttime-hoogleraren. Ik weet dat heel veel van hen ongelofelijk hard werken om hun studenten bij te staan, en dus ook veel meer doen dan op grond van hun aanstelling van ze zou moeten worden verwacht.

De voorzitter:

Dus uw vraag is?

De heer Essers (CDA):

Mijn vraag is of de heer Ester bereid is om die nuance mee te nemen bij de algemeenheden die vaak worden geuit als het gaat om het vak van belastingadviseur, het vak van wetenschapper die ook een andere aanstelling heeft. We doen geen recht aan die mensen en daarmee ook geen recht aan de werkelijke onjuistheden die we moeten aanpakken.

De heer Ester (ChristenUnie):

Het doet mij deugd dat collega Essers opkomt voor zijn beroepsgroep. Ik heb jarenlang als hoogleraar mogen werken aan dezelfde universiteit waar u nog steeds aan verbonden bent. Ik heb ook gezien dat de ethiek daarbij een grote rol speelt, maar het gaat mij in deze fase om het feit dat een aantal hoogleraren uit uw eigen beroepsgroep aan de bel hebben getrokken en hebben gezegd dat de rol van de ethiek wel wat aangescherpt kan worden; niet voor de goede fiscale adviseurs, waar u er ongetwijfeld een van bent, dat is het probleem niet. Het gaat erom dat die mensen hebben gezegd dat zij vinden dat zij het als beroepsgroep niet goed doen op dat aspect en dat ze graag een paar stappen verder willen gaan. Ik heb niet meer willen doen dan dat in mijn betoog verwerken en te vragen of de staatssecretaris iets ziet in een eed voor de sector, met het tuchtrecht dat daarbij hoort. Begrijp me goed, ik wil de goeden niet onder de kwaden laten lijden. Dat is absoluut niet mijn punt.

De heer Essers (CDA):

Dat doet me genoegen. Ik ben het graag met u eens. De discussie is een beetje uit de hand gelopen doordat alle focus werd gelegd op die parttimers die een dubbele pet hebben, zonder aan te geven wat nou precies het probleem is en waar dat nou precies zit. Daarmee wordt een hele beroepsgroep van parttime-hoogleraren in de hoek gezet. Ik ben blij met de nuance die u zelf aanbrengt.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan schors ik nu voor enkele minuten voor een korte pauze.