Plenair Frentrop bij Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 27 oktober 2020 (2020/2021 nr. 7)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 9.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Frentrop i (FvD):

Dank u wel, voorzitter. Het is voor het tweede opeenvolgende jaar dat de fractie van Forum voor Democratie in dit huis met de regering in debat kan gaan over het algemene politieke beleid. Ik zie daarnaar uit.

Toen we hier vorig jaar stonden, ging alles goed, vond de regering. De werkloosheid was lekker laag, er waren veel vacatures en de inkomsten van de overheid waren lekker hoog. Alleen de kosten voor de zorg stegen wat te hard; daar moest op worden bezuinigd. Maar het allerbelangrijkste was: we zouden de klimaatkampioen van Europa gaan worden. Kortom, we waren lekker bezig, zo was de teneur twaalf maanden geleden. Alleen de krapte op de arbeidsmarkt was een knelpunt. Een jaar geleden straalde de regering tevredenheid uit. Het trefwoord was "gaaf".

Een jaar later staat alles in het teken van een virus dat tien maanden geleden is geïmporteerd uit Wuhan. De regering wist niet wat te doen en het beleid zwabberde dan ook van groepsimmuniteit naar geen groepsimmuniteit, van scholen open naar scholen dicht, van alle aandacht voor intensive care naar ook aandacht voor verpleegtehuizen en van geen mondkapjes naar wel mondkapjes. Het is nog steeds moeilijk te beoordelen wat de beste aanpak is. Slechts één ding staat vast: alle 120.000 rijksambtenaren hebben een bonus gekregen per 1 juli, al hoeven die zich geen zorgen te maken over hun baan.

Andere mensen wel. De werkgelegenheid van niet-ambtenaren is geholpen met tijdelijke steunmaatregelen. Om dat geld uit te kunnen delen, heeft de overheid heel veel geld geleend. Of de bedrijven die dat geld krijgen om hun mensen door te betalen, kunnen overleven, staat echter nog niet vast. Wat inmiddels wel vaststaat, is dat onze munt, de euro, onhoudbaar is geworden. Dat zegt nu zelfs de president van De Nederlandsche Bank. Maar hier in Den Haag lijkt geld geen rol meer te spelen. Naar ik begrijp werd vroeger, voordat wij hier waren, in dit huis altijd "dekking" geroepen als iemand een plan indiende om meer belastinggeld uit te geven. Dan moest je erbij zeggen op welke andere post je ging bezuinigen. Maar aan dekking doen we niet meer.

Mevrouw Kaag, onze minister voor Ontwikkelingshulp, wilde al 1 miljard extra voor Afrika, maar dat is klein bier vergeleken bij de miljarden die onze premier onder het mom van corona in Brussel heeft toegezegd aan Italië, Spanje en alle andere lidstaten van de Europese Unie, die zich de afgelopen jaren níét hebben gehouden aan de regels van het Europese Stabiliteitspact. Landen die vrolijk potverteerden. Italië alleen krijgt 204 miljard euro. Wat onze Italiaanse vrienden met dat geld gaan doen, weten ze nog niet, maar ze verzinnen vast wel iets. De premier heeft ons in de Tweede Kamer bezworen dat er een noodrem is aangebracht voor het geval dat ze gekke dingen gaan doen, maar of die noodrem echt werkt, weten we nog niet.

Voorzitter. De regering heeft in de begroting voor volgend jaar terecht extra geld opgenomen voor mensen en bedrijven in Nederland die het moeilijk hebben of moeilijk zullen gaan krijgen. Maar dat is geleend geld, dat is schuld, en die schuld is hoger dan nodig is. Forum voor Democratie had verwacht dat in tijden van nood andere voorgenomen uitgaven even zouden worden uitgesteld. Wíj kunnen niet alles tegelijk. De regering denkt echter alles tegelijk te kunnen. Wij zouden denken: nou, het klimaat kan wel een jaartje wachten, nu we met het virus zijn geconfronteerd. Maar de miljarden verslindende Green Deal van Europees Commissaris Frans Timmermans en zijn assistent Diederik Samsom gaat gewoon door, net als alle 600 dure plannen van Ed Nijpels en de klimaattafels. Die moeten ervoor zorgen dat de temperatuur in de wereld met een onmeetbare 0,0007 °C minder stijgt dan zonder die tafels het geval zou zijn geweest. En daar geven we allemaal subsidies voor, allemaal met geleend geld.

En we lenen nog veel meer. We hoeven niet naar de Middellandse Zee af te reizen om overheidsschulden aan te treffen van meer dan 100% van het inkomen. Die vinden we ook als we op vakantie gaan in eigen land. Zaanstad, om maar iets te noemen, heeft eenzelfde schuldquote als Griekenland. Bergen op Zoom is een financieel Italië. Ik kan tientallen voorbeelden geven van gemeenten die ver boven hun stand leven. Tilburg staat bovenaan de lijst. En net als in Italië en Griekenland deden die gemeenten dat ook al in de jaren voor corona. Het virus heeft er niks mee te maken. Het zijn allemaal verstopte schulden, die nadat dit kabinet is vertrokken, moeten worden terugbetaald. Die schulden groeien nog steeds, want de thuiswerkende ambtenaren van alle gemeenten in Nederland blijven ook tijdens de coronacrisis doodleuk geld uitgeven aan plannen waardoor hun gemeente bij kan dragen aan minder opwarming van de aarde. En of dat geld efficiënt wordt besteed, is zeer de vraag.

Maar in dit land, waar voor alles geld beschikbaar is — voor de KLM, voor IHC, voor een bonus voor ambtenaren, voor klimaatverandering, voor ontwikkelingshulp aan arme landen in Afrika, voor ontwikkelingshulp aan rijke landen in Europa — in dit land, waar iedere immigrant die zich meldt met een voldoende zielig verhaal, een uitkering en een woning krijgt aangeboden, in dit rijke land heerst wel woningnood. Er zijn 340.000 woningen te weinig. Gewone Nederlanders kunnen zich geen eigen huis meer veroorloven. Asielzoekers krijgen meteen een sociale huurwoning, want voor hen hebben gemeenten een huisvestingsplicht. Voor Nederlanders is er een wachtlijst van jaren. Koopwoningen zijn onbetaalbaar, gewone huurwoningen zijn er niet. Hoe kan dat?

Dit kabinet vond bij zijn aantreden een aparte minister voor Wonen niet meer nodig. De woningmarkt werkte prima, was het idee. Mevrouw Ollongren kon Wonen er wel bij doen op Binnenlandse Zaken. Geen land heeft zo veel woningcorporaties als Nederland. Toch slagen die er niet in om aan de vraag naar woningen te voldoen. En waarom niet? Soms door mismanagement en fraude, zoals bij de grootste, Vestia, in Rotterdam en Den Haag, maar vooral omdat ze bezig zijn met heel veel andere dingen dan met het bouwen van nieuwe woningen. Ze zijn vooral bezig met het verduurzamen van hun bestaande woningen: dubbel glas erin, afsluiten van aardgas en een warmtepomp installeren.

De heer Kox i (SP):

Collega Frentrop wijst erop dat er volgens hem een ongerechtigheid bestaat, dat er van overheidswege een huisvestingsplicht is voor asielzoekers maar niet voor Nederlanders. Zou het een oplossing kunnen zijn om een huisvestingsplicht bij de overheid neer te leggen voor állen die zich op het grondgebied bevinden? Dat klinkt revolutionair, maar dat was natuurlijk normaal. Vanaf je 18de had je recht op zelfstandige woonruimte, zei Marcel van Dam toen hij staatssecretaris was. Zou dat een goed idee zijn?

De heer Frentrop (FvD):

Dat zou in theorie een ontzettend leuk idee zijn, maar ik denk dat het in de praktijk niet gaat werken. In de praktijk kun je zeggen: laten we minder immigranten binnenlaten, dan zijn er meer woningen. Ik denk dat dat sneller en beter werkt dan er een soort wettelijke plicht van maken.

De heer Kox (SP):

Dat vind ik een vreemde redenering. Je kan ook zeggen: als je te veel woningzoekenden hebt, dan moet je minder woningzoekenden krijgen door ze weg te jagen of ze niet geboren te laten worden. Maar ik gaf u het voorbeeld van nog niet zo heel lang geleden. Ik heb, toen ik een stukje jonger was, het nog meegemaakt dat we een huisvestingsplicht hadden. Iedere Nederlander boven 18 jaar had recht op zelfstandige woonruimte. Ik weet dat de fractie van Forum voor Democratie groot belang hecht aan onze geschiedenis en daar ook veel over vertelt. Onze geschiedenis vertelt dat huisvestingsplicht mogelijk was. Zou het niet beter zijn om alle mensen iets meer te geven in plaats van sommige mensen iets af te nemen?

De heer Frentrop (FvD):

Nogmaals, ik vind het een heel lief idee om de overheid te verplichten om voor iedereen voor een woning te zorgen. Maar ik denk dat dit niet de manier is om problemen op te lossen, de overheid een plicht opleggen, een pot geld ervoor neerzetten en dan afwachten of het gebeurt. Je ziet juist dat allerlei andere maatregelen het moeilijk maken om woningen te bouwen in Nederland. Je kunt dan wel zeggen dat iemand het moet doen, en u vindt waarschijnlijk dat de overheid of de woningcorporaties dat moeten doen. Die willen het misschien wel, maar die doen het de afgelopen jaren niet. Als je ziet hoe weinig woningen door de woningcorporaties zijn gebouwd in de afgelopen jaren — ik heb het ergens opgezocht, ik geloof dat ze in vijf jaar iets van 700 nieuwe woningen hebben gebouwd ...

De voorzitter:

Daar komen we straks aan. De heer Kox tot slot.

De heer Kox (SP):

Ik ben vereerd dat de woordvoerder van Forum voor Democratie mij een lief voorstel toedicht. De socialisten vallen tegenwoordig best mee in dit land.

De heer Frentrop (FvD):

Dat heb ik niet gezegd.

De heer Kox (SP):

Ik zal dat graag kapitaliseren in een motie. Ik weet ook dat er een andere motie aankomt om de verhuurderheffing af te schaffen. Als de grootste oppositiepartij in deze Kamer beide moties zou steunen, komen we ergens. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Vervolgt u uw betoog, meneer Frentrop.

De heer Frentrop (FvD):

Zover zijn we nog niet, voorzitter. Meneer Kox neemt een voorschot.

Voorzitter. Ik had het over de verduurzaming van al die woningen waar de corporaties mee bezig zijn. Ik zeg: laat die corporaties nieuwe woningen bouwen. Dat verduurzamen komt later wel weer als we de woningnood hebben opgelost. En zoals gezegd, laten we even stoppen met het binnenlaten van immigranten tot eerst iedere Nederlander een huis heeft.

Voorzitter. We leven in onzekere tijden, maar één ding is zeker op wat langere termijn: schulden moet je terugbetalen. De regering heeft nu veel geld geleend om de economie te redden. Dat is goed en dat is nodig in tijden van crisis. Maar het is ook verstandig om te kijken welke lopende uitgaven je terug kunt brengen, om te kijken aan welke dingen we even geen geld meer gaan uitgeven. Dat doet de regering echter niet.

Waar zouden we op kunnen bezuinigen? Ik denk dan allereerst aan kleine dingen. Gemeenten zouden bijvoorbeeld kunnen besluiten om even geen stadsdichters meer aan te stellen. Ik denk ook aan grotere dingen: stoppen met het opkopen en sluiten van goedwerkende ondernemingen zoals boerenbedrijven en nieuwe elektriciteitscentrales. Ik denk aan nog grotere dingen, zoals al het geld dat gemeenten en corporaties nu stoppen in projecten om woningen van het gas af te halen. Laten we daar even mee ophouden. Ik denk ook aan ontwikkelingshulp. Even een jaartje geen geld naar de Palestijnen. Dat kan toch ook wel in deze crisis. Maar ik denk vooral aan immigratie. Die kost ons miljarden. Laten we die nu even stopzetten. Laten we eerst genoeg woningen bouwen voor onze eigen mensen. En voorzitter, ik hoop niet dat mijn collega's of de regering dit pleidooi populistisch vinden. Het is ingegeven door zorg.

Laten we ook even geen extra 750 miljard speelgeld meer geven aan Ursula von der Leyen, Frans Timmermans en de 25 andere Europese Commissarissen die geen van ons gekozen heeft. Laten we geen miljarden schenken en lenen aan onze vrienden in Italië en in andere landen waar de zon schijnt. En bovendien, wij hebben dat geld niet. Minister Hoekstra gaat waarschijnlijk 100 miljard meer lenen dan hij van plan was toen de RIVM nog zei dat we van dat virus in Nederland geen last zullen krijgen.

Voorzitter. Ik zeg tegen de minister en tegen de premier wat de Autoriteit Financiële Markten tegen alle Nederlanders zegt: pas op, geld lenen kost geld. Dat is ook zo bij een lage rente. Het geleende geld moet immers worden terugbetaald. Een hoge staatsschuld is alleen houdbaar als het geleende geld weer geïnvesteerd wordt in zaken die geld opleveren. Maar het geld dat de regering nu wil lenen is consumptief krediet. En als de rekening wordt gepresenteerd, zit deze regering er niet meer. Dat geld moet worden afgelost door de jonge mensen in Nederland. Eén ding is zeker op de lange termijn: het beleid dat nu wordt gepresenteerd, pakt slecht uit voor onze kinderen. Zij krijgen later de extra belastingen op hun bordje, zij kennen al sinds hun geboorte geen stijgende koopkracht, zij hebben geen uitzicht op een woning en zij kunnen niet rekenen op de pensioenen die waren beloofd.

Voorzitter. We zijn het dieptepunt van de crisis nog niet gepasseerd. Veel mensen maken zich zorgen om hun naasten, om hun baan, om hun toekomst en om de toekomst van hun kinderen. Die zorgen moeten wij adresseren. Voor allerlei mooie luchtfietserij hebben we nu geen geld. Onze welvaart en ons verdienvermogen worden uitgehold. Dan heb ik het niet alleen over de economie en over cijfertjes, maar ook over onze beschaving. In de tien jaar dat de heer Rutte nu minister-president is, is het Nederlandse onderwijs dramatisch verslechterd. In 2009 hoorde Nederland nog bij de internationale top, nu zijn we een middenmoter. Sindsdien heeft iedere gemeente zoals gezegd wel zijn eigen stadsdichter, maar een steeds groter aantal Nederlanders kan nauwelijks nog lezen, laat staan rekenen. En dat is ook een hypotheek op onze toekomst; een immateriële hypotheek. Zoals uw eigen minister Kaag van D66 zei bij de opening van het academisch jaar in Groningen: deze regering heeft de verwachtingen op het gebied van onderwijs niet waargemaakt.

Mevrouw Bredenoord i (D66):

De heer Frentrop heeft het erover dat het beleid desastreus uitpakt voor onze kinderen. Dat — niet zozeer wat u net zei — triggerde me eigenlijk, want in mijn hoofd valt niet te rijmen dat u een klimaatontkenner blijft en dat u blijft zeggen dat we wel een jaartje kunnen wachten, terwijl het overduidelijk is dat we te maken hebben met opwarming van de aarde en verlies aan biodiversiteit, en dat nú de tijd is om het tij nog te keren. Dus als íets slecht is voor onze kinderen, als dat u bezorgd maakt net zoals het mij bezorgd maakt, dan moeten we toch daar wat aan doen? Kunt u daar een antwoord op geven?

De heer Frentrop (FvD):

Het is een kwestie van prioriteiten stellen. Je kunt zeggen: we moeten alles tegelijk doen, ons klimaat aanpakken en de werkloosheid gaan bestrijden die eraan komt. Wij zeggen: laten we nou eerst de prioriteiten leggen bij de actuele dingen en het klimaat eventjes laten wachten.

Mevrouw Bredenoord (D66):

Het kan prima allemaal en als we nog vijf of tien jaar wachten, dan kan dat juist met het klimaat niet meer. We hebben daar te maken met een soort kantelpunt dat op een bepaald moment niet meer te keren is. Dus het is eigenlijk nog veel schadelijker voor de volgende generatie. Ik ben blij dat u zich daar zorgen om maakt, maar juist daar zullen we dus moeten ingrijpen. Dus volgens mij maakt u daar een verkeerde keuze.

De voorzitter:

Meneer Frentrop, u vervolgt uw betoog.

De heer Frentrop (FvD):

Volgens mij niet.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Meneer Frentrop heeft het erover dat hij prioriteiten wil stellen. Dat begrijp ik, want je kan natuurlijk niet alles tegelijk. Maar hij heeft het ook over prioriteiten betreffende het klimaat. Dus dan is mijn vraag: hoe zit het Forum nou in het klimaat? Zijn ze daar nou kritisch op? Zijn ze klimaatontkenner of zijn ze er een voorstander van om het klimaat aan te pakken?

De heer Frentrop (FvD):

Het is niet mijn specialiteit hoor, alle klimaatwetenschappen, maar ik denk dat we in grote lijnen — we praten hier over grote lijnen van beleid — aan het klimaat niet zo heel veel kunnen doen. Het klimaat is een natuurverschijnsel, dat is iets van de aarde. Ik denk dat we ons vooral moeten aanpassen, ik denk dat we niet de ambitie moeten hebben ... Wij zeggen: aan de migratie kunnen we niks doen, dat is een natuurverschijnsel. Nou, dat is iets waar je volgens mij wél wat aan kan doen; je kan gewoon grenzen dichthouden. Maar ik denk niet dat wij de illusie moeten hebben dat wij in Nederland veel aan de temperatuur op aarde kunnen bijdragen.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dan verbaast het mij dat in de provincie Brabant meneer De Bie, gedeputeerde van het Forum, enthousiast het energiebeleid gaat uitvoeren. Dan heb ik het over het duurzame energiebeleid. Hij heeft zelfs getekend bij de Brabantse afdeling: wij zijn een betrouwbare partner in de uitvoering van het klimaatbeleid. Dus wat is het nu? U moet toch hom of kuit geven. Bent u nou vóór de duurzame energietransitie of tégen de energietransitie? Een van de twee moet het toch zijn?

De voorzitter:

Een kort antwoord.

De heer Frentrop (FvD):

Het is niet allemaal zo zwart-wit, het is niet voor of tegen energie. Je moet dingen doen, maar met mate en verstandig, en geen geld verspillen. Is dat een kort antwoord?

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Tot slot heb ik nog één opmerking. De heer Frentrop zit hier in de Eerste Kamer. Het is onze taak om te stemmen over wetten: je bent voor of je bent tegen. Daar zit ook niets tussen. We kunnen dan wel zeggen dat er tinten grijs tussen zitten of wat dan ook, maar je bent voor of tegen. U stemt hier over het algemeen tegen klimaatwetten, maar ondertussen doet u wat anders in de provincie. Ik vind dit niet kies richting uw achterban.

De heer Frentrop (FvD):

Ik vind deze vergelijking niet helemaal terecht. Bij een stemming over een wet kun je slechts twee dingen doen, namelijk voor of tegen stemmen. Maar hierbij wissel je van gedachten over wat het algemene beleid is. Ten aanzien van het klimaat zou ik zeggen dat het algemene beleid is dat wij daar in deze Kamer niet veel aan kunnen doen.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb een vraag over een ander onderwerp dat de heer Frentrop zojuist een paar keer heeft aangeraakt, namelijk het onderwerp immigratie. Hij noemde dit ook zojuist nog in zijn beantwoording. In een van zijn stukjes betoog zei hij: ik hoop dat mijn collega's niet vinden dat ik het populistisch verwoord. Dat klopt, maar het zit er op een aantal momenten wel doorheen verweven.

Ik heb de heer Frentrop zojuist een beker water geschonken, omdat hij daar behoefte aan had. Dat merkte ik. Ik zat achter u, dus ik zag dat.

De heer Frentrop (FvD):

Dat stel ik ook bijzonder op prijs. Dank u wel.

De heer Schalk (SGP):

Dank u wel. Nu zijn er mensen op deze wereld die worden bedreigd met dood, geweld en dergelijke. Moet ons land worden gesloten voor de mensen die op onze christelijke handreiking mogen rekenen?

De heer Frentrop (FvD):

Ik begrijp natuurlijk dat punt. Een heleboel mensen in de wereld worden getroffen door de meest gruwelijke dingen. Deze dingen worden overigens veelal veroorzaakt door politieke invloeden. Het aantal mensen dat door natuurlijke rampen wordt getroffen, is in de afgelopen decennia beduidend verminderd. Houdt u mij niet aan het precieze aantal, maar ik geloof dat er ieder jaar 37 miljoen mensen op de wereld vluchteling worden, vanwege een of ander conflict waar dan ook op de wereld. Dat is natuurlijk afschuwelijk, maar net als met het klimaat is het de vraag wat wij daar in dit huis in Den Haag aan kunnen doen. Kunnen wij tegen al die mensen zeggen: komt u maar naar Nederland? Dat lijkt me niet. Daarom is al sinds jaren het algemene beleid dat opvang moet plaatsvinden in de regio. Zoals u mij een bekertje water aanbiedt, zullen wij ook die mensen, waar wij kunnen, een bekertje water aanbieden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Frentrop.

De heer Frentrop (FvD):

Maar het lijkt me niet de juiste aanpak om tegen deze mensen te zeggen: komt u allemaal Nederland binnen en dan geven we u een woning, een wasmachine en de Nederlandse nationaliteit.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Schalk.

De heer Schalk (SGP):

Ik ben het ermee eens dat je niet tegen die 37 miljoen mensen kunt zeggen: komt u allemaal maar binnen. Maar je kunt ook niet tegen al die mensen zeggen dat zij maar ergens anders heen moeten gaan, want heel de wereld heeft op dit moment te maken met een pandemie. In alle landen wordt enorm veel geld uitgegeven.

De voorzitter:

Meneer Schalk, wat is uw vraag?

De heer Schalk (SGP):

Mijn vraag is of er geen uitzonderingen zouden moeten zijn waar je als Nederland je grens echt niet voor mag sluiten.

De voorzitter:

Dank u wel. En dan gaan we verder, meneer Frentrop.

De heer Frentrop (FvD):

Mag ik geen antwoord meer geven op de vraag?

De voorzitter:

Jawel. Ik zei: en dan gaan we verder. Dat is dus daarna.

De heer Frentrop (FvD):

Nee, we hebben onze grenzen nooit gesloten. We hebben in de afgelopen jaren heel veel mensen binnengelaten. We zijn het dichtst bevolkte land ter wereld. We zitten nu met een enorme crisis. Er komt een enorme werkloosheid aan. Ik vind zelf dat we het goed hebben gedaan, maar ik zou zeggen dat we dit nu even niet meer moeten doen.

De voorzitter:

Vervolg uw betoog.

De heer Frentrop (FvD):

Voorzitter. Ik wil afsluiten met drie vragen aan de minister-president. Mijn eerste vraag is: bent u bereid om alle onbetaalbare maatregelen uit het Klimaatakkoord, zoals het van het gas halen van woningen, uit te stellen tot de coronacrisis voorbij is? Mijn tweede vraag is: bent u bereid om alle immigratie tijdelijk stop te zetten, tot de woningnood in Nederland is opgelost? Mijn derde vraag is: bent u bereid om alle toezeggingen die u in juli in Brussel hebt gedaan voor steun aan andere landen, onder het mom van corona, op te schorten tot Nederland zijn eigen door de coronacrisis uit het lood geslagen financiën weer op orde heeft? Dat wil zeggen: tot de staatsschuld is teruggebracht tot onder de 60% van het bruto nationaal product. O ja, ik zou ook nog willen vragen: wanneer is de regering van plan de schulden die we nu aangaan, af te lossen? Ik hoef geen precieze datum, maar ik zou wel graag willen weten of we de extra schuld aflossen voordat of nadat Nederland CO2-neutraal is. Wat heeft prioriteit bij de regering?

Voorzitter. Dat zijn dus vier vragen over prioriteiten in het beleid.

De voorzitter:

Daarmee bent u aan het eind van uw inbreng, meneer Frentrop?

De heer Frentrop (FvD):

Ja, ik ben aan het eind, maar ik zie dat er nog ...

De voorzitter:

Ja, dat klopt, maar u bent dus klaar. Mevrouw Faber namens de PVV.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Meneer Frentrop heeft het over een tijdelijke stop migratie, maar waarom niet gewoon helemaal een stop? Meneer Frentrop vertelt eerst dat we het dichtstbevolkte land ter wereld zijn. We zitten hier met 17,4 miljoen mensen. Daar komen er elk jaar zo'n 100.000 bij. Waarom niet gewoon helemaal stoppen?

De heer Frentrop (FvD):

Omdat ik als nieuwkomer in dit huis heb geleerd dat politiek de kunst is van het haalbare. Dus laten we eerst even tijdelijk stoppen.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik wil graag even reageren op dat haalbare. Als je altijd zoekt naar compromissen, dan buig je namelijk voor dwingelanden. Dat was trouwens een uitspraak niet van mezelf, maar van Kissinger.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. Dan stond de heer Rosenmöller er geloof ik als eerste, namens GroenLinks. Gaat uw gang.

De heer Rosenmöller i (GroenLinks):

De heer Frentrop neemt het kabinet de maat met betrekking tot de grote hoeveelheden geld die worden uitgegeven op diverse terreinen en hij zegt: je moet voorzichtig zijn en je moet geld niet verspillen. Mijn vraag is deze. Het kabinet heeft het voornemen om volgend jaar en het jaar daarop via de Baangerelateerde Investeringskorting 4 miljard uit te geven aan delen van het bedrijfsleven. Valt dat in uw optiek ook onder die verspilling?

De heer Frentrop (FvD):

Ik dacht dat dat ging over belastingverlaging en belasting teruggeven. In principe zijn wij altijd wel voorstander van belastingverlaging. Of dat bij dezen ook het geval is, daarvoor moet ik nog even precies bekijken wat de voorwaarden zijn. Want er is ook gezegd dat er — hoe heette dat? — weer geld misbruikt wordt. Daar moet ik nog even naar kijken, maar het idee van lagere lasten voor het bedrijfsleven spreekt ons zeker in deze tijden wel aan.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Kunt u iets preciezer zijn? Want het Centraal Planbureau en de Raad van State zijn buitengewoon kritisch, zowel op de baangerelateerde kant ervan — het levert nauwelijks werk op — als op de uitvoering. Ik zou u eigenlijk willen uitnodigen toch iets meer van uw positie te laten zien in dit debat, iets meer de kaart van de borst te halen. Want dit is natuurlijk wel echt groot geld. U neemt het kabinet de maat met betrekking tot uitgaven, maar hier blijft u toch angstvallig stil.

De heer Frentrop (FvD):

Ik kan er op dit moment over zeggen: in principe lijkt het ons goed om lasten te verlichten voor het bedrijfsleven, ook met groot geld. Ik denk dat dat op dit moment nodig is. Of de BIK daar precies het juiste en beste instrument voor is, zijn we nog even aan het bekijken, maar het oogt positief.

De voorzitter:

Rosenmöller tot slot.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Mag ik dan concluderen dat het alleen positief is op het moment dat het substantieel banen oplevert en dat het in de uitvoering niet kwetsbaar is?

De heer Frentrop (FvD):

Kijk, goede investeringen leveren wat mij betreft op termijn altijd banen op, maar dat is geen kwestie van vandaag geld geven en morgen een nieuwe baan. Maar we zullen het zien. We gaan ernaar kijken.

Mevrouw Vos i (PvdA):

Ik heb een vraag aan de heer Frentrop en eerst een mening. U vroeg of het populistisch was om migranten aan problemen in Nederland te koppelen. Dat vind ik inderdaad heel populistisch. Ik vind het ook niet terecht. Vandaar ook twee vragen aan u. Weet u hoeveel geld er op de begroting staat voor de paragraaf Asiel en Migratie? En twee, weet u om hoeveel asielzoekers het gaat het afgelopen jaar, 2019?

De heer Frentrop (FvD):

Laat ik de vraag doen over de kosten van de immigratie. Dan moet ik er even een papiertje bij pakken.

Mevrouw Vos (PvdA):

Daar kan ik bij helpen hoor. U had het over "miljarden". Het is nog niet eens 1 miljard en daarvan gaat heel veel geld naar de ambtenarij en juristen et cetera. De tweede vraag was ...

De heer Frentrop (FvD):

Volgens mij is het zo dat ...

Mevrouw Vos (PvdA):

Het gaat dus niet om miljarden.

De heer Frentrop (FvD):

U wilde weten wat de kosten van migratie zijn? Volgens mij is het zo dat die niet erg goed berekend zijn. Wat mij betreft is de laatste berekening door de overheid een CBS-rapport van 2003, getiteld Immigration and the Dutch Economy. Sindsdien lijkt er wel een soort taboe te rusten op die kosten. Dus wat hebben wij bij Forum voor Democratie gedaan? Wij hebben een wetenschappelijk instituut en dat heeft een onderzoek gestimuleerd en gearrangeerd naar de kosten van immigratie in Nederland, de algemene kosten ...

De voorzitter:

En wat voor bedrag kwam daaruit, meneer Frentrop?

De heer Frentrop (FvD):

Nu wilt u weten wat de uitkomst is. Die hebben we nog niet, maar die hebben we voor de verkiezingen wel. Ik kan u wel een schatting geven, maar dan moet u niet straks gaan zeggen: ja, maar u had gezegd het wordt zus- en zoveel. Ik heb het nog niet precies, maar ik kan het ongeveer zeggen: ongeveer 14 miljard euro per jaar.

De voorzitter:

Mevrouw Vos, tweede.

Mevrouw Vos (PvdA):

We hebben het hier over de begroting van deze regering en in de begroting staat precies hoeveel het kost en waar het aan wordt besteed. Dat is 1 miljard. Ik zou ook graag met mijn eigen ... Dus die cijfers bevallen u niet en u komt wellicht op een hoger bedrag. Het tweede is dat u migranten koppelt aan de woningnood. U heeft het over 340.000 huizen tekort. Weet u hoeveel migranten jaarlijks een woning krijgen?

De heer Frentrop (FvD):

Nee, dat heb ik nog niet uitgerekend, maar ik kan mij wel voorstellen dat als de bevolking in Nederland vooral groeit door immigratie, het tekort aan woningen gerelateerd is aan de bevolkingsgroei. Dat lijkt me niet ...

De voorzitter:

Mevrouw Vos, u heeft vast het antwoord. Vermoed ik zomaar.

Mevrouw Vos (PvdA):

Nou, ik heb eigenlijk geen antwoord, want ik wil gewoon dat de heer Frentrop begrijpt dat ik het populistisch vind. De meeste migranten zijn arbeidsmigranten en die zitten, zoals u weet, in vreselijke woonomstandigheden in vakantieparken of nog erger. Het aantal woningen dat asielzoekers krijgt, is veel kleiner. De vraag is dus of Forum voor Democratie bereid is om echt na te denken over oplossingen voor de woningnood.

De voorzitter:

Dank u wel, dat was uw derde, mevrouw Vos. Dan ga ik naar mevrouw Bredenoord namens D66.

Mevrouw Bredenoord (D66):

Mevrouw Faber en de heer Frentrop hadden net een spierballengevecht wie het strengst is op migratie. Mevrouw Faber leek wel te winnen. Maar ineens vroeg ik mij iets af. U zegt dat u een migrantenstop wilt. Zegt u dus eigenlijk dat u vanuit Nederland de internationale vluchtelingenverdragen wilt opzeggen?

De heer Frentrop (FvD):

Ja, even kijken welk verdrag precies, maar indien mogelijk zou ik zeggen: ja, Nederland moet zorgen dat wij net als landen als Australië en Canada zelf kunnen besluiten hoeveel en welke vluchtelingen wij binnenlaten. Ik zou dat niet willen overlagen aan een internationaal verdrag.

De voorzitter:

Mevrouw Bredenoord, de laatste graag.

Mevrouw Bredenoord (D66):

Daarmee zegt u feitelijk dat Nederland zich uit zowel de Europese als de internationale afspraken moet terugtrekken. U zegt tevens: politiek is de kunst van het haalbare. Hoe denkt u dat binnen een of twee jaar te gaan doen? Dat is toch niet realistisch?

De voorzitter:

Frentrop tot slot.

De heer Frentrop (FvD):

Als ik het heel kort moet doen: we kennen de term "opt-out". Ik denk dat je van verdragen ook kunt zeggen: nu doen wij daar even niet meer aan mee.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan dank ik de heer Frentrop en geef ik graag het woord aan mevrouw Jorritsma namens de fractie van de VVD.