Plenair Kluit bij voortzetting behandeling Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2024



Verslag van de vergadering van 12 maart 2024 (2023/2024 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.44 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Kluit i (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Allereerst de wanhoop in de ogen van de mensen. Beide ministers hebben deze boeren gesproken. Ik heb ze ook gesproken. Het is echt afschuwelijk. Maar ik zie niet alleen die wanhoop in de ogen bij de boeren, ik zie die ook bij de natuurliefhebbers en de mensen die bang zijn voor de klimaatverandering. Daarom stel ik voor dat we altijd die twee groepen voor ogen houden wanneer we het hebben over herstel van vertrouwen.

In Nederland genieten we allemaal enorm van de natuur. Wij zijn niet aan de slag met de natuur vanwege de Europese wetgeving, wij zijn hiermee aan de slag omdat wij houden van de natuur en van het landschap. Wij hebben nu landschapspijn en we willen herstellen. We willen de veldleeuwerik en de grutto weer terug, en de kieviet en al die andere mooie dieren. Wij willen weer koeien in de wei en wij willen ook heel graag vrije boeren die op hun familiebedrijf kunnen ondernemen, zoals ze dat heel lang hebben kunnen doen.

Als wij denken aan voedselveiligheid, is het sowieso goed om het plantaardige spoor voor ogen te houden, want dat scheelt heel veel ruimte. Daar kunnen we heel veel mensen van voeden. Ik vertel ongetwijfeld niks nieuws aan de heer Oplaat, maar in de gebieden waar heel veel groei is, zoals India, zijn mensen vaak al van duizenden jaren her vegetarisch, dus dat biedt enorme kansen voor onze boeren.

Stikstof leg ik aan de heer Dessing misschien op een andere manier uit. Twee dingen: we hebben een glas dat vol zit met water; dat is de stikstof. Als wij een ander glas pakken, betekent dat nog niet dat het water weg is. Als wij een kleiner glas pakken, dan stroomt het over. Dat is wat er met stikstof gebeurt. Het probleem is niet weg als je een ander glas pakt. U zegt dat er geen probleem is, dat we geen stikstofprobleem hebben, want dat hebben ze in andere landen ook niet. Maar als je in een glas een heel klein beetje gif doet, hoef je daar geen last van te hebben. Maar als je er heel veel gif in doet, dan heb je er wel last van. Zo is het in Nederland ook. Als je kijkt naar de aantallen vee die wij hier in Nederland hebben en die vergelijkt met vrijwel heel Europa, dan zouden wij Normandië en Denemarken nog kunnen nemen als gebieden waar het enigszins vergelijkbaar is, of misschien Ierland, maar wij hebben echt hele hoge aantallen vergeleken met andere landen. Dat veroorzaakt problemen die wij hebben en die andere landen niet hebben. Dat misschien nog ter verduidelijking.

De voorzitter:

Ik laat mevrouw Kluit eerst even haar verhaal afronden.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik snap de minister heel erg goed op het vlak van de natuurherstelwet. Mijn vertrouwen is dat zij hierin integer opereert en dat wij met z'n allen het totaal niet makkelijk maken. Zij is aan de Tweede Kamer gebonden. Als democrate ben ik ook blij dat zij moties op die manier uitvoert, ook wanneer het moeilijk en pijnlijk is. Daar laat ik het even bij.

Ik heb nog wel een vraag over de provincies en degene die nu een kleine bijdrage heeft. Hoe kunnen zij zo snel mogelijk aan de slag? Ze moeten dus gaan kijken bij de buren, dat is mij helder, maar wanneer kunnen zij voor het eerst weer voor die koploperprojecten bij u langskomen?

Dan over de wolven. Kijkt u ook naar de medeoverheden? Ik heb van schapenhouders begrepen dat zij veel weiden op dijken van waterschappen en van Rijkswaterstaat, en dat zelfs die niet willen meedoen met die wolvenhekken. Dat vind ik toch een beetje raar. Kan de minister daar wat actie op ondernemen?

Dan ga ik naar LNV.

De voorzitter:

Dan ga ik meneer Dessing toch het woord geven, met dank voor zijn geduld.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

O ja, dat was zo. Dank u wel.

De heer Dessing i (FVD):

Ik werd persoonlijk aangesproken, dus ik neem de vrijheid om daar toch even op te reageren. Is mevrouw Kluit van GroenLinks-Partij van de Arbeid het met onze fractie eens dat stikstof eigenlijk een voedingsstof voor planten is? Zij refereert daarbij aan gif. Er zijn hele lage normen gesteld, die we dus daardoor heel makkelijk overschrijden. Dat is het feitelijke probleem en niet het stikstofprobleem zelf.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Ik vergelijk het maar een beetje met mezelf. Ik hou heel erg van snoepen. Als ik stress heb, ga ik heel veel snoepen. Eén dropje is echt geen probleem. Sterker nog, daar kun je de dag goed op doorkomen. Maar van een kilo drop kan je flink beroerd worden. Dat is hier ook zo. Stikstof is in zichzelf geen probleem, maar als je heel veel stikstof hebt, dan wordt het toch wel een heel groot probleem voor de natuur.

De heer Dessing (FVD):

Het probleem is echter dat één ganzenpoepje per hectare overeenkomt met één dropje per jaar.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Ik hoor geen vraag.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Ik ben sowieso niet voor ganzenpoep eten.

Ik ga door naar de minister van LNV. Ik zou heel graag nog uren met de minister doorpraten, want ik voel nog wel wat ruimte tussen zijn visie en mijn visie. Maar goed, dat gaan we niet doen. Ik heb twee vragen. Ik heb gevraagd of een analyse kan worden gemaakt van de effectiviteit van het hele systeem van toezicht, handhaving, beboeting en bestraffing. Eerst zei u: dat doen wij niet, want wij zijn maar een klein deel en wij zijn heel goed bezig. Maar vervolgens zei u: er is een reviewcommissie en die is er al mee bezig. Dus nu ben ik in de war. Gaat u wel of niet tegemoetkomen aan mijn wens? Ik hoop natuurlijk op het antwoord: ja.

Dan de groen-blauwe diensten. Het is mij eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk bij welke minister ik nu moet zijn, maar ik hoop dat u het mij wilt vergeven. Ah, samen. Dan ben ik heel blij. Samen is yin en yang. Samen levert het mooiste op. Richting de voorjaarsbegroting bent u ermee bezig, hoorde ik, omdat u daarmee aan de slag wilt en ook wel ziet dat dit een langjarige inzet vraagt. Wilt u moeite doen, zich ervoor inzetten, om met een brede Kamermeerderheid, die ongetwijfeld mogelijk is in beide Kamers op dit onderwerp, tot een voorstel te komen waardoor in ieder geval die groen-blauwe dooradering met volle vaart vooruit kan? Dat is een manier om heel veel te verbeteren aan biodiversiteit, zonder dat we het hoeven hebben over stikstof. We weten dat het heel effectief is. Boeren vinden het leuk. Burgers vinden het leuk. Kunnen we daar dan niet al wat meer meerjarigheid in plakken?

Dat was het, voorzitter, slechts vijf seconden over tijd.

De voorzitter:

Ik zie er acht. Dank u wel, mevrouw Kluit. Dan is het woord aan mevrouw Visseren-Hamakers namens de Partij voor de Dieren.