Plenair Janssen bij voortzetting behandeling Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen



Verslag van de vergadering van 16 januari 2024 (2023/2024 nr. 16)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Een aantal opmerkingen vooraf, voordat ik nog wat vragen voor de staatssecretaris heb. Laat ik zeggen dat ik genoten hebben, dezer dagen en de week voorafgaand, van de aandacht die er geweest is voor collega Van der Goot en collega Van Rooijen.

(Hilariteit)

De heer Janssen (SP):

Dat meen ik oprecht. Ik heb daar echt van genoten, omdat het laat zien dat je ook als je als eenpitter in deze Kamer zit, doorslaggevend kan zijn op het moment dat het erop aankomt. En terecht dat zij zo veel aandacht hebben gekregen en dat zij ook veel vragen hebben gekregen die zij wellicht niet gekregen zouden hebben als we op voorhand hadden geweten wat de uitkomst van dit debat zou zijn. Ik vind ook dat dit een goed teken is om te laten zien dat bij verkiezingen echt iedere stem telt en dat ook één zetel van doorslaggevend belang kan zijn. Daar heb ik echt van genoten.

Ik heb ook nog een opmerking richting mevrouw Kaljouw. Er zijn mensen die het bij hun maidenspeech met minder aandacht hebben moeten doen. Ik vind ook vooral dat dit tweedaags debat heel goed geweest is. Ik sluit mij aan bij de complimenten die mevrouw Huizinga-Heringa net gaf, dat de inhoud bij de afweging geprevaleerd heeft. Ik vind dat zeker een compliment waard.

Ook zeer veel complimenten aan de staatssecretaris, die niet alleen de antwoorden van zijn ambtenaren met veel overtuiging heeft voorgedragen, maar daarnaast ook zelf regelmatig een goede invulling gaf aan het debat en verder ging dan alleen maar de antwoorden van zijn ambtenaren. Ik denk dat iedereen die vooraf gezegd had dat het woord "wipkip" in dit debat voorbij zou komen, voor gek versleten zou zijn, maar dat is wel gebeurd.

De staatssecretaris haalde de heer Koerhuis nog aan en zei dat erom werd gelachen toen die sprak over bouwen, bouwen, bouwen. Dat was natuurlijk ook wel een beetje het gevolg van het feit dat zijn partijgenoot minister Blok, als het om sociale huurwoningen ging, het vooral had over verkopen, verkopen, verkopen. Inmiddels heeft de staatssecretaris ook zijn eigen "plekken, plekken, plekken" daaraan toegevoegd, hoorde ik, dus dan staat hij ook in een goede traditie.

Dan een laatste opmerking om het verhaal over Wassenaar nog even rond te maken, waar 930 asielzoekers en 270 Oekraïners opgevangen worden, sinds 2020 soms het hele jaar en nu weer even alleen voor de winter. Ik zeg erbij dat Wassenaar dat al zeventien jaar doet, dus langjarig. Er staat een heel leuk artikel in Trouw, 16 oktober van vorig jaar. Lees dat nog eens, dan is er ook nog een keer een goednieuwsverhaal.

Voorzitter, dan over de inhoud. Ik kom nog even terug op de Algerijnen, omdat de staatssecretaris die geïdentificeerd heeft als de grootste groep overlastgevers. Mijn vraag is gericht op die groep, die dan wel onder het nieuwe Migratie- en Asielpact gaat vallen, zonder dat hier helemaal te willen behandelen. Het gaat erom dat die groep dan wel valt onder die 20%. Die komt binnen en heeft die grensprocedure, maar gelet op het negatieve ambtsbericht kunnen zij vervolgens niet worden uitgezet. Zie ik dat goed of vallen zij buiten die afwegingen omdat zij formeel niet instromen in de asielprocedure in Nederland? Ik zit er een beetje mee of dat betekent dat je die groep wel of niet mag vastzetten. Als dat niet mag, ga je die groep toevoegen en dan gaat die alsnog spreiden. Dan heeft het niet heel veel effect. Dat is de kern van mijn vraag.

Dan de doorstroomlocaties. Ik heb al gevraagd naar het Rijksvastgoed. De staatssecretaris was daar duidelijk over en zei dat er zeker wordt gekeken naar Rijksvastgoed. Ik denk dat het ook goed is als er doorstroomlocaties worden gebouwd die tijdelijk zijn, maar die tijdelijkheid heeft vooral te maken met de bouweisen die op grond van het Bouwbesluit gesteld worden, denk ik. Je zou die ook wat beter kunnen bouwen, zodat je ze breder kan gebruiken, als blijkt dat je ze niet alleen tijdelijk wil gebruiken maar misschien voor permanente huisvesting, of wat later, als dat zo uitkomt. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dus: is dat misschien iets om nog eens over na te denken?

Voorzitter. Dan de doelgroepenbeperking. Die gaat vervallen. Daar heb ik nog een paar vragen over. Wat betekent dat voor bestaande locaties die langjarige overeenkomsten hebben waar wél een doelgroepenbeperking op zit? Gaat die dan ook vervallen, of geldt het vervallen van de doelgroepenbeperking alleen voor de nieuwe locaties die worden meegenomen? Gaan die dan bijvoorbeeld vervallen bij een verlenging? Of gaat vanaf het moment dat de spreidingswet gaat gelden ook in lopende contracten en overeenkomsten de doelgroepenbeperking eraf? Betekent dat ook iets — heeft de staatssecretaris daar inzicht in? — voor bijvoorbeeld locaties die nu wel een doelgroepenbeperking hebben, maar zeggen: als we die doelgroepenbeperking niet meer hebben, hebben we daar helemaal geen trek meer in? Zijn daar signalen over? Is daar iets over bekend?

Voorzitter. De staatssecretaris gaf zelf aan dat de kans dat hij in deze functie terug zal keren, minimaal is. Dat waren zijn woorden. Tegelijkertijd gaf hij aan dat er nog een enorme opgave is in Zuid-Holland en ook in Rotterdam. Nu wil het toeval dat Zuid-Holland per 1 september een nieuwe commissaris van de Koning zoekt en dat Rotterdam volgens mij nog dit jaar een burgemeester zoekt. Het zou heel vernieuwend zijn in Rotterdam, maar ik wil het maar opgemerkt hebben.

Voorzitter. Dan grip op migratie. Naar het rapport dat gisteren is verschenen, is door een aantal collega's verwezen, maar dat gebeurde wel meteen in het kader van asiel. Migratie vraagt om een afweging in bredere zin en een diepgaandere analyse. Recentelijk was migratie in brede zin het thema bij de plenaire vergadering van het Beneluxparlement in Middelburg. Daarover hebben we het uitgebreid gehad met de collega's uit Luxemburg en België. Want niet alleen asiel, maar ook arbeidsmigratie vraagt om een analyse. Eén opmerking, van professor Mark Elchardus van de Vrije Universiteit Brussel, is mij in het bijzonder bijgebleven. Hij zei: denk er goed over na wat wij in de toekomst met arbeidsmigratie moeten; heel veel van die migratie zit namelijk aan de onderkant van de arbeidsmarkt, bij distributiecentra, slachthuizen et cetera; willen we dat nog wel? Zijn opmerking was: we importeren mensen om varkensvlees te exporteren; moeten we er niet heel goed over na gaan denken of we dat voor de toekomst nog wel willen? Ik geef het maar mee. Grip op migratie, waar we het nog heel veel over zullen hebben, is echt iets om wat verder over na te denken.

Voorzitter. Over de personele bezetting van IND en COA zijn goede opmerkingen gemaakt en heeft de staatssecretaris veel gezegd. Ik denk dat wij als Eerste Kamer, omdat het ook onze grote zorg is, in ieder geval kunnen vragen dat wij daarover geïnformeerd worden en daarin meegenomen worden als er informatie over komt: hoe het verdergaat, ook met de voortgang van de spreidingswet, en hoe het gaat met de doorstroom, de uitstroom en de instroom. Dat is toch een belangrijk thema, waar mensenhanden daadwerkelijk heel erg nodig zijn.

Voorzitter. Dan de financiën. Over de vergoedingen bij het aanbieden van plekken zei de staatssecretaris: dat kan soms na drie jaar. Dat ging over de financiering: wanneer krijg je wel geld, wanneer krijg je geen geld? Je kunt wel tussentijds je contract verlengen en dan krijg je weer wat langer geld. Dat lijkt een beetje op de transfermarkt in de voetbalwereld, zou ik bijna zeggen: je kunt tussentijds verlengen; dan krijg je een extra tekenbonus. Ik denk dat het goed is als voor de gemeenten volkomen duidelijk is wat er kan gebeuren.

Voorzitter. Ik denk nog steeds dat we hier eigenlijk niet hadden moeten staan voor deze wet, maar dat het wel nodig is geweest. Dat maakt het niet minder belangrijk.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik vraag me toch nog iets af. De heer Janssen van de SP zegt nu dat hij de wet belangrijk vindt. Hij zal die, naar het schijnt, wel gaan steunen. Deze wet perkt de lokale autonomie in en perkt dus ook de mogelijkheden van burgers in om zich op lokaal niveau via referenda te kunnen uitspreken over de vestiging van een azc in hun gemeente. Ik ken de SP als een partij die oprecht referenda mogelijk wil maken. Zij heeft daar hele mooie initiatieven voor genomen en wilde het correctief referendum zelfs grondwettelijk mogelijk maken. Hoe verhoudt die ambitie zich met deze vorm van van bovenaf ingrijpen en het inperken van de mogelijkheden van burgers om op lokaal niveau iets te vinden van hun omgeving, namelijk van de plaatsing van een azc?

De heer Janssen (SP):

Ik weet niet helemaal waar de heer Van Hattem nu op doelt. Doelt hij op het uiteindelijke besluit van de staatssecretaris? Daartegen is namelijk geen gemeentelijk referendum mogelijk. Of doelt hij op iets anders?

De heer Van Hattem (PVV):

Er wordt via deze wet nu een taak neergelegd bij de gemeentes om een asielopvanglocatie mogelijk te maken. Daarbij hebben de gemeenten dus eigenlijk geen beleidsruimte, geen vrije ruimte, geen beleidsvrijheid meer om hiervan af te wijken, want anders gaat de staatssecretaris inderdaad ingrijpen. Lokale referenda over het niet plaatsen van een azc in een gemeente worden op deze manier dus onmogelijk gemaakt. Vindt de heer Janssen van de SP het wenselijk dat er op die manier geen referendum meer kan worden gehouden over de komst van een azc in een gemeente?

De heer Janssen (SP):

Waar staat in deze wet dat er geen referendum in een gemeente mag komen?

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

De heer Janssen van de SP ontwijkt de vraag door te zeggen dat het niet in de wet staat. Nee, het is gewoon het gevolg van deze wet. Als deze wet er komt, waarschijnlijk met steun van de SP, dan zullen we zien dat dit wordt neergelegd als een taak. Uit mijn hoofd zeg ik dat er in artikel 6 en 7 van deze wet staat dat het een medebewindstaak voor gemeentes wordt. Dat wordt hiermee dus geïntroduceerd. Daarmee kunnen die gemeentes er dus niet zomaar meer van afwijken. Deze gemeentes worden dus gedwongen. Een gemeente kan niet meer zeggen: wij willen geen azc in onze gemeente. Als er op lokaal niveau een referendum wordt aangevraagd over het plaatsen van een azc in een gemeente, dan zal dat overruled worden door dit besluit. Vindt de heer Janssen het acceptabel dat die referenda niet meer mogelijk zijn?

De voorzitter:

Tot slot, meneer Janssen.

De heer Janssen (SP):

Als er rijkstaken zijn, zoals die er ook zijn als het gaat om de opgave ten aanzien van statushouders, dan past daar geen referendum bij. Maar het staat de gemeente aan alle kanten vrij om in overleg met hun collega-gemeenten tot een goede oplossing te komen. Als er aan de voorkant een referendum gehouden wordt waarmee gemeenten zeggen nooit mee te zullen werken aan asielopvang, dan zitten daar consequenties aan en dan zullen de collega-gemeenten daar de lasten van moeten dragen.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Janssen (SP):

Voorzitter. De conclusie is dat wij, als we vinden dat er iets moet gebeuren, niet kunnen wachten op partijen die zeggen dat zij eerst alle internationale verdragen gaan opzeggen. Ik kijk niet in de richting van mevrouw Nanninga, want die heeft gezegd dat JA21 voorstellen heeft die binnen die verdragen vallen. "We gaan eerst alle internationale verdragen opzeggen. Dan gaan we niks aannemen van een burgemeester totdat die gekozen is. Dan moeten we dat eerst ook in twee lezingen in de Grondwet gaan regelen. Dan moeten we meteen even de commissaris van de Koning meenemen, want dat zal ongetwijfeld de volgende zijn die ook niks mag zeggen."

Voorzitter. Daar gaan we allemaal niet op wachten. Daar gaan we niet op wachten. Wij denken dat er nu wel iets moet gebeuren, want anders gebeurt er niks aan de situaties waarbij nu om hulp gevraagd is. Je staat nooit te juichen bij asielwetgeving. Ik denk niet dat er één asielwet is waarbij we met z'n allen staan te juichen, want daarvoor is de inhoud gewoon te ingrijpend. Het gaat om leed. Het gaat om mensen en het gaat om leed, en dus is asielwetgeving per definitie geen wetgeving waarbij je staat te juichen.

Maar er moet nu wel iets gebeuren, voorzitter. Ik ben begonnen met de beginselen van de SP: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Dat is het DNA van onze partij; laat ik dat maar een keer zo zeggen. Die beginselen zetten wij niet in de ijskast, maar die zetten wij vol trots en in volle overtuiging in de schijnwerpers. Daar zijn wij trots op en daar handelen wij ook naar. Volgens dit kompas, waar ik naar gekeken heb, zullen wij het oordeel over deze wet vellen. Morgen komt de reactie van de Raad van State op de AMvB en ik heb daar alle vertrouwen in. Wanneer de Raad van State zegt er helemaal niks mee te kunnen, moet ik even terug naar mijn fractie, maar voor nu kunnen wij gewoon zeggen dat wij, ook uit overtuiging en zonder daarbij te juichen — er zijn genoeg kanttekeningen te maken — voor deze wet zullen stemmen volgende week.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de SGP.