Plenair Van Rooijen bij behandeling Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen



Verslag van de vergadering van 15 januari 2024 (2023/2024 nr. 15)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik feliciteer mevrouw Kaljouw met haar maidenspeech. Over water gesproken: Zeeland heeft zich sterk getoond in de strijd tegen het water. Ik zie uit naar een goede samenwerking.

Voorzitter. "In een kwart eeuw asielopvang lijkt er niets veranderd" kopte de Volkskrant op 3 januari. Het ging onder Paars van de kabinetten-Kok ook al over precies dezelfde problemen als vandaag. Het is dus overduidelijk niet gelukt om dit gevoelige maatschappelijke vraagstuk aan te pakken met effectief beleid. Uitgaande van de cijfers van de afgelopen 25 jaar besteedt de Nederlandse overheid gemiddeld minder dan 0,33% van het bbp aan de asielketen. Dat is een relatief klein dossier, zo lijkt het, in vergelijking met bijvoorbeeld de uitdagingen in de zorg en in het onderwijs. De geloofwaardigheid van de politiek, zowel nationaal als Europees, is echter onder grote druk gekomen door dit relatief kleine beleidsonderwerp. Het is daardoor een heel groot onderwerp geworden, waar zelfs verkiezingen over gaan, niet alleen in Nederland maar in heel de Europese Unie. De helft van de Duitse bevolking vindt immigratie inmiddels het belangrijkste politieke thema. Het draagvlak in de samenleving staat ernstig onder druk. De vraag is of dit komt doordat onze draagkracht daadwerkelijk wordt overschreden, of dat er ook sprake is geweest van zeer slecht management. Dat laatste lijkt onverbiddelijk een grote rol te hebben gespeeld, onder andere door het jojoën met de opvangcapaciteit in de laatste acht jaar.

Deze spreidingswet vertegenwoordigt een serieuze poging om dit vraagstuk eindelijk goed te managen, met minder vrijblijvende betrokkenheid van lokale overheden en een eerlijke verdeling over het land. De 50PLUS-fractie kan dat op zichzelf volgen, maar de eerste vraag blijft onverbiddelijk staan. In hoeverre wordt de draagkracht van onze samenleving daadwerkelijk overschreden als er elk jaar een stad ter grootte van Gouda instroomt als asielzoeker, exclusief nareizigers?

Daarnaast zijn sommige reflecties in dit verband onvermijdelijk en kunnen ze niet vaak genoeg herhaald worden. De politiek heeft zelf een enorme fout gemaakt inzake migratie en de beschikbaarheid van sociale huurwoningen. Deze fout is gestapeld boven op een andere fout, namelijk het onderschatten van de waarde van de beschikbaarheid van sociale huurwoningen voor de beleving van de bestaanszekerheid. Deze fouten bijten ons nu keihard in de staart. Arbeidsmigranten krijgen geen voorrang op sociale huurwoningen. Reguliere migranten, bijvoorbeeld buitenlandse partners, regelen hun eigen opvang in Nederland. Asielmigranten zijn de enige groep migranten die doorstroomt naar de sociale huursector en daar als statushouder inmiddels ook voorrang geniet. De politieke pijn van het invoeren van de verhuurderheffing wordt nu geleden. In 2012, bij het sluiten van het lenteakkoord en het regeerakkoord van Rutte II, hebben de betrokken partijen inclusief CDA, GroenLinks en Partij van de Arbeid de waarde van de sociale huursector enorm onderschat. Er zitten op dit moment 16.000 statushouders in azc's die niet kunnen doorstromen naar een sociale huurwoning. Daar staat tegenover dat misschien wel meer dan 100.000 sociale huurwoningen nooit zijn gebouwd als gevolg van de verhuurderheffing. Dat is een heffing waar mijn partij, en ook de PVV, altijd tegen heeft gestemd. There is no use in crying over spilled milk, maar deze fouten veroorzaken nu zo veel leed en politieke polarisatie dat we er best wat tranen aan mogen spenderen, opdat wij het niet vergeten.

Wat in tien jaar niet is gebouwd kunnen we helaas niet in een of twee jaar inhalen, maar als er 16.000 statushouders bij het COA blijven hangen — vergeef me het woord — omdat er geen sociale huurwoningen zijn, vraagt dat wat mijn fractie betreft om creatieve oplossingen die op korte termijn al soelaas kunnen en zouden moeten bieden. Als iedere gemeente een sobere en doelmatige doorstroomlocatie inricht voor de aan haar gekoppelde statushouders, is dat een veel betere oplossing. Dat vindt overigens ook het COA. Op dat moment kunnen statushouders alvast gaan integreren in de gemeente waarin hun toekomst ligt. Ook is het percentage overlast en criminele activiteiten van die groep veel minder hoog dan dat van de veiligelanders — raar woord eigenlijk — die bij de asielzoekers horen. Dit is dus een betere oplossing met veel meer draagvlak vanuit de inwoners en veel minder overlast. Ik vraag de staatssecretaris wat hij vindt van deze suggestie. Pak deze oorzaak aan en niet alleen het gevolg ervan.

Het wetsvoorstel beoogt een wettelijke plicht voor gemeenten om asielopvang te verzorgen, met als doel het creëren van een stabiel, evenwichtig en eerlijk verdeeld systeem. Dit houdt in dat gemeenten in samenwerking met het Rijk verantwoordelijk worden voor het voldoen aan internationale en Europeesrechtelijke verplichtingen aangaande asielopvang. Voor de 50PLUS-fractie is een eerlijke verdeelsystematiek voor asielmigranten op zichzelf vanzelfsprekend, zoals wij ook verwachten dat Europese solidariteit en samenwerking centraal staan. Maar zoals u van mij gewend bent, moet ik het debat verbreden met gebeurtenissen uit de recente geschiedenis die de afweging om voor of tegen deze wet te stemmen toch lastig maakt.

Ten eerste is er het nationale debat over het beperken van de instroom, dat zonder twijfel heeft bijgedragen aan de grote verkiezingswinst van de PVV. Ik wijs in dat verband op het feit dat vandaag de adviescommissie demografie heeft gezegd: beperk de bevolkingsgroei en zet een rem op de migratie. 50PLUS zegt dat de beperking van de instroom er moet komen. Laat dat duidelijk zijn.

Ten tweede: de Europese dimensie. Hier gebeurt iets wat de kiezer niet begrijpt. Juridische afspraken die gewaardeerd worden door de conservatieve kant van het politieke spectrum zijn relatief makkelijk opzijgezet. Juridische afspraken die gewaardeerd worden door de linkerkant van het politieke spectrum lijken in beton gegoten te zijn. De kiezer ziet het gemak waarmee de strenge begrotingseisen worden opgeofferd om de boel bij elkaar te houden, maar deze "flexibiliteit" waarmee we onszelf naar een mediterrane euro hebben laten manoeuvreren, is niet aanwezig als het gaat over de juridische afspraken ten aanzien van het beperken van de instroom van de asielzoekers. Zie ook het gemak waarmee de Dublinverordening langzaam wordt ondermijnd en onuitvoerbaar wordt gemaakt. Over Dublin zegt de staatssecretaris letterlijk dat het in de praktijk buitengewoon moeizaam gaat. Ik vermoed dat dit beleidstaal is voor "het lukt eigenlijk helemaal niet meer". Maar ik laat mij graag corrigeren door de staatssecretaris als hij hard kan maken dat Dublinclaimanten nog steeds in serieuze aantallen worden teruggestuurd naar het land van de eerste asielaanvraag. 50PLUS vindt dat bij uitstek een onderwerp voor de formatietafel.

Wij worden daarnaast ook geacht in te stemmen met het buiten werking stellen van het Stabiliteitspact en binnenkort met het structureel verruimen van de Europese begrotingsafspraken; ik blijf dicht bij mijn vak, voorzitter. Mijn fractie begrijpt alle nuances maar wij kunnen ons ook goed voorstellen dat de kiezer zegt: u kunt flexibel omgaan met internationale afspraken als u het uitkomt, doe het dan ook maar eens als u het niet goed uitkomt. Deze spreidingswet doet op zichzelf niets aan de instroom. Mede in het licht van de verkiezingsuitslag is het volgens mijn fractie dan ook wel begrijpelijk dat deze wet in de samenleving nog veel reuring veroorzaakt. Ik vermoed dat dit niet komt omdat de meeste kiezers tegen eerlijke spreiding als zodanig zijn. Ik vermoed dat dit komt omdat heel veel kiezers eigenlijk eerst afspraken willen maken over het beperken van de instroom en daarna pas over de eerlijke verdeling.

Mijn fractie kan veel begrip opbrengen voor dat standpunt, maar wij beseffen ook dat de politieke realiteit dit bij dit wetsontwerp niet toelaat vanavond en morgen. De staatssecretaris noemt in zijn antwoorden de inzet die nu al wordt gepleegd om grip te krijgen op de instroom. Ik vraag de staatssecretaris welke maatregelen hij tot nu toe heeft genomen en wat er nog meer moet gebeuren. Mijn fractie zal de inspanningen op dit punt en die van zijn opvolger streng monitoren.

Aan de andere kant van de Hofvijver wordt nu bovendien onderhandeld over een regeerakkoord, hopelijk nog beter, een regeerprogramma, zoals dat tot het kabinet-Den Uyl het geval was. Ik heb een zacht vermoeden dat het noodzakelijk beperken van de asielinstroom hoog op de agenda zal staan. Mijn fractie acht het dan ook verstandig om dat deel van het debat en de argumenten die daarbij horen, niet hier in dit debat de boventoon te laten voeren, hoezeer het ook essentieel is, doch vind ik het belangrijk om de positie van mijn fractie te hebben verduidelijkt en hier te markeren.

Voorzitter. Waar deze wet wél over gaat, is: de effectiviteit en de doelmatigheid van de opvang, en de behandeling van de asielmigranten. De begroting en het pad voor de komende jaren laten een enorme stijging van de kosten zien, van 3,3 miljard in 2022 naar 7,3 miljard in 2024. Vanaf 2025 wordt geschat dat de kosten weer dalen naar 4,4 miljard en vanaf 2027 zelfs naar 2 miljard.

Ten eerste moet ik opmerken dat ik deze geschatte daling van de kosten wel heel erg scherp vind. Is de staatssecretaris het eens met deze observatie? Of durft hij bij de gegeven instroomcijfers te staan voor de zeer scherpe daling van de kosten van de asielketen na 2025? Graag een uitvoerig antwoord.

Er wordt in 2024 en 2025 enorm veel besteed aan dure tijdelijke opvanglocaties en aan het weer opbouwen van structurele capaciteit, die eerder is wegbezuinigd. Doelmatig kan je dat helemaal niet noemen. Ik refereer dan ook maar weer aan het begin van mijn betoog en aan de kop van de Volkskrant: in een kwart eeuw asielopvang lijkt er niets veranderd. We jojoën met onze inspanningen en lopen daardoor steeds in dezelfde valkuil. De begrotingsprognose suggereert wederom een jojo-effect. Dat baart mijn fractie grote zorgen. Vertegenwoordigt de daling van de kosten van de asielketen van 7 miljard naar 2 miljard op jaarbasis een serieuze prognose? Of hier is ook sprake van een flinke portie hoop en wishful thinking? Is de staatssecretaris het met mij eens dat de daling van de kosten volgens de prognose weinig tot geen ruimte biedt aan de volgende regering om op dit dossier te besparen of te bezuinigen? Of is de staatssecretaris het zelfs met mij eens als ik stel dat de geschatte daling van de kosten van de asielketen veel te optimistisch is en dat er juist geld bij zal moeten om de huidige doelen te halen?

Voorzitter. Er zijn grote internationale onzekerheden die invloed zullen hebben op de instroom in de komende jaren. Wat als de oorlog tussen Rusland en Oekraïne verder escaleert? Wat als de crisis in het Midden-Oosten ook verder escaleert? Komt er een grote nieuwe stroom uit het Midden-Oosten? En welke gevolgen heeft de nieuwe instroom van vooruitreizende minderjarige vreemdelingen, de zogenaamde amv's? We zien grote risico's, terwijl de begroting na 2025 enkel rekening lijkt te houden met meevallers, teruglopende aantallen en lagere kosten. Ik herhaal dat, want ik ben heel benieuwd of de staatssecretaris mijn observaties deelt. Zo nee, waarom niet?

Omdat de Eerste Kamer de spreidingswet niet kan amenderen, kan ze — ik zeg erbij: in beginsel — alleen ja of nee zeggen tegen de wet. Volgens de VNG-uitvoeringsscan van een jaar geleden was het wetsvoorstel van toen moeilijk uitvoerbaar. Ik vraag de staatssecretaris: waarom is dit voorstel goed uitvoerbaar? De wet is zeker niet doelmatig in het licht van het hierboven geschetste; dat is een ernstige tekortkoming.

Voorzitter. Ik kom weer op die doorstroomlocaties, ook wel tussenvoorzieningen genoemd of tuvo's. Het doet mij denken aan turbo op de tuvo's, maar dat even terzijde. Het COA heeft de wettelijke taak om asielzoekers op te vangen. Daar is die organisatie ooit voor in het leven geroepen. Dat is hun kerntaak. De spreidingswet zorgt ervoor dat naast het COA nu ook anderen die opvang kunnen oppakken, te weten: gemeenten, via het Rode Kruis, als je een locatie wilt van minder dan 150. Dat maakt de rol, de taak, de verantwoordelijkheid en de financiering van de wettelijke taak van het COA diffuus. Er zitten 16.000 statushouders in de azc's, maar de opvang van statushouders is geen kerntaak van het COA. Als iedere gemeente een sobere en doelmatige doorstroomlocatie inricht, zoals ik al zei, voor de aan hen gekoppelde statushouders is dat een veel betere oplossing, vindt ook het COA. Waarom gebeurt dit niet? Het is ook beter voor de integratie.

Het probleem is dat de opvang van statushouders een taak van de gemeenten is. Dat geldt dus ook voor de kosten van een doorstroomlocatie. Dat is historisch zo ontstaan toen er nog geen woningnood was. Het Rijk wil daarin wel meebewegen, maar dat financiert slechts twee jaar en een deel van die kosten. De huidige wooncrisis is niet binnen twee jaar opgelost. Je hebt dus doorstroomlocaties nodig voor vijf tot tien jaar. Dat geeft een flinke kostenpost. Vandaar dat gemeenten de statushouders nu in de azc's laten wachten.

Als je op grond van de nieuwe spreidingswet als gemeente een stevig aantal asielzoekers opvangt — 150 of meer — dan regelt en financiert het COA alles. Letterlijk alles, inclusief bijvoorbeeld de extra beveiliging. Als je meer asielzoekers opvangt dan je taakstelling, krijg je op grond van de nieuwe wet ook nog een leuke bonus van het Rijk terwijl dat niet geldt voor de opvang van extra statushouders. Als je als gemeente extra statushouders gaat opvangen, draag je alle kosten zelf. Dan krijg je hooguit voor de eerste twee jaar een beetje cofinanciering voor een tussenvoorziening. Daar is geen geld voor in gemeentelijke begrotingen. Het is dus de wereld op zijn kop! Het probleem zit immers bij de statushouders die de azc's verstoppen, en niet bij het aantal asielzoekers. Daar is de capaciteit van de huidige azc's voldoende voor. De betonnen regelgeving van de rijksbegroting — onthoud dat: de betonnen regelgeving van de rijksbegroting — is hier dus het probleem en tevens de oplossing. Daar heb je geen spreidingswet voor nodig, met alle negatieve financiële en emotionele gevolgen voor gemeenten en hun inwoners.

Crisisnoodopvatting in hotels en op schepen kost volgens het COA twee- tot driemaal zo veel als reguliere opvatting. Ik hoor van het bestuur van het COA dat dit volgend jaar vier tot vijf keer zoveel gaat kosten, omdat door de aanhoudende woningnood de prijzen omhooggaan. Stijgen deze kosten van 3 naar 5 miljard, zo vraag ik de staatssecretaris. Die bedragen nu 3 miljard. Zijn die straks 5 miljard? Let op: dit gaat dus om een budget van vele miljarden per jaar dat voor deze vorm van opvang nodig is. Dat budget is dus alleen nodig omdat statushouders nu de azc's verstoppen.

Voorzitter. We hebben de spreidingswet bedacht omdat het Rijk wel noodopvang voor asielzoekers kan financieren, maar gemeenten mogen die budgetten niet inzetten voor het financieren van semistructurele doorstroomlocaties voor statushouders in de gemeenten waar ze aan gekoppeld zijn, terwijl dat goedkoper is en veel minder maatschappelijke effecten zou hebben. De spreidingswet maakt de wettelijke taak van het COA om de asielopvang te reguleren, onnodig diffuus en complex en is onnodig als er zou worden gekomen tot ontschotting van de rijksbudgetten. Dit is een mooi staaltje van Haags denken dat totaal onlogisch is. Het gaat om de inzet van miljarden die nu aan noodopvang worden besteed ten behoeve van het inrichten van gemeentelijke tussenvoorzieningen. Je lost daarmee alles op en je hebt aantoonbaar financiering hiervoor. Kan de staatssecretaris mij uitleggen waarom dit niet is gebeurd en ziet hij hier een structurele en volledige financiering voor? Kan hij structurele en volledige financiering toezeggen? Ik kom daar zeker in tweede termijn nog op terug.

Voorzitter. Mijn moeder zei vroeger altijd tegen mij en de andere kinderen: waar een wil is, is een weg. In mijn eigen woonplaats Oegstgeest is er sinds oktober 2021 een doorstroomlocatie voor 175 statushouders en nog eens 80 spoedzoekers. Nooit waren er incidenten. Ik ben er gisteren nog langs geweest.

Niet alleen de politiek heeft gefaald, maar de gehele samenleving, zowel in ons land als in Europa. Onmacht in één woord! Hoe heeft het zover kunnen komen? De 50PLUS-fractie wacht de antwoorden van de staatssecretaris met belangstelling af en voegt daaraan toe: de antwoorden van de staatssecretaris die met grote moed een loodzware portefeuille draagt. Zoals gezegd, ik wacht de antwoorden met grote belangstelling af.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Van den Oetelaar namens Forum voor Democratie.