Plenair Van Rooijen bij voortzetting behandeling Pakket Belastingplan 2024



Verslag van de vergadering van 12 december 2023 (2023/2024 nr. 12)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. De gang van zaken van vandaag toont aan dat we niet bezig zijn met een zorgvuldige behandeling van het Belastingplan en het Belastingpakket. De voorzitter liet ons vanmiddag aan het begin van de hervatting weten dat we uren achterliepen op het schema, en dat terwijl de staatssecretaris van Financiën, die het Belastingplan heeft ingediend en dat hier behandelt, pas enkele blokken had afgewerkt. Er zouden nog vele blokken volgen, zo bleek. In het debat met minister Jetten is veel tijd gebruikt inzake klimaat, hoe belangrijk overigens ook. Ik dank hem ook voor zijn grote inzet. Die kans krijg ik niet vaak. Hier wreekt zich wel dat bij de behandeling van het echte Belastingplan belendende percelen veel tijd vergen, en vandaag hebben gevergd. We hebben zelfs met de voorzitter moeten afspreken, op zijn verzoek, dat per fractie vanmiddag nog maar één interruptie was toegestaan. Voorzitter, mijn fractie vindt dit geen zorgvuldige behandeling van het Belastingplan. Ik heb u dat voorafgaand aan de middagvergadering en in aanwezigheid van de collega-woordvoerders hier ook gezegd, waarvan akte.

Voorzitter. Dan kort over de eerdere indiening van het Belastingplan. Ik heb daarop al bij interruptie gereageerd op de staatssecretaris. De staatssecretaris merkte op dat de troonrede nu eenmaal een traditie is — dat ben ik met hem eens — en hij niet ziet gebeuren dat daar verandering in komt. Ik zie dat overigens ook niet. Dat hoeft ook niet. Ik was blij dat hij in dit debat wel een soort verhuld advies gaf voor de kabinetsformatie over de wenselijkheid van een fiscale meerjarenagenda. Mijn fractie steunt de herhaalde oproep om die meerjarenagenda tijdig met de Tweede en de Eerste Kamer te bespreken, zodat het kabinet in staat is om tot een betere spreiding van wetgeving te komen. Een aantal eigenstandige fiscale wetsvoorstellen kunnen daar namelijk nog in het voorjaar aan worden toegevoegd. De staatssecretaris noemde zelf al de verzamelwet en wetgeving als gevolg van Europese regelgeving. De staatssecretaris, maar ook minister Schouten, vindt dat moet worden gewacht tot de laatste raming, de zogenaamde augustusraming, om tot goede besluitvorming over de koopkracht te komen. Maar ik gaf in eerste termijn al aan dat met aanvullingen op het eerder ingediende Belastingplan, in het voorjaar, koopkrachtaanpassingen nog steeds mogelijk zijn. Ik denk aan tarieven, schijven, opbouwpercentages, afbouwpercentages en andere parameters, zoals de staatssecretaris het noemde. Ik blijf zeggen: zoveel verandert er normaal gesproken niet tussen juni en augustus.

De staatssecretaris merkte naar aanleiding van de internetconsultaties op dat dat uiteraard leidt tot vertraging van de indiening, waardoor er minder tijd is voor de behandeling van het wetsvoorstel. Hij voegde daar iets heel leuks aan toe. Dat vond ik althans. Hij zei: de leden van de Eerste Kamer kunnen toch alvast meelezen? Ja, dat is waar. Ik doe dat ook. Bij de Pensioenwet heb ik dat zelfs jarenlang moeten doen. Maar dat doet natuurlijk niet af aan het feit dat er voor de behandeling van het wetsvoorstel bij het definitief worden alsmaar heel weinig, te weinig, tijd overblijft.

Ik dank de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, alsmede de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst voor hun uitvoerige beantwoording. Ik moet nog wennen aan die laatste naam. Vroeger heette het gewoon "de staatsecretaris voor de belastingen".

De voorzitter:

Er is een interruptie van meneer Schalk.

De heer Schalk i (SGP):

Even op het vorige punt nog ...

De voorzitter:

Wilt u de microfoon nog een keer indrukken?

De heer Schalk (SGP):

Is dit beter?

De voorzitter:

Werkt de microfoon nu?

De heer Schalk (SGP):

Ik drukte alle knoppen in die ik kon vinden. Ik begin helemaal opnieuw. Ik kijk of deze beter is. Ja. Ik kom even terug op de vraag die ik zojuist stelde aan de heer Van Rooijen. De hele begrotingscyclus omgooien is best ingewikkeld. Dat geeft hij zelf ook al aan, hoewel hij dat eigenlijk nu min of meer in zijn motie en in de eerste termijn al heeft gevraagd. Zou het niet helpen als er een toezegging kwam dat al die wetsvoorstellen die er niet per se aan annex zijn en er niet per se bij hoeven, in ieder geval niet meer meegestuurd worden met deze hele bups? Kan hij zijn motie intrekken als dat wordt toegezegd? Dat is eigenlijk mijn eerste punt. Dat helpt meneer Van Rooijen voor de komende jaren ook vooruit.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik ben dankbaar dat collega Schalk dit noemt. Ik heb ook in mijn betoog genoemd dat inderdaad de meeste van al die andere wetsontwerpen die er vandaag ook zijn — een stuk of vijftien naast het Belastingplan — op welk moment dan ook veel eerder in het jaar zouden kunnen worden ingediend. Maar dan nog vind ik dat het cruciale echte belastingplan ook naar het voorjaar moet. Dat is ook nog een groot plan, met dit jaar 30 voorstellen en de laatste jaren ook iedere keer tig, soms zelfs ook over zaken die er niets mee te maken hadden; denk aan de motie-Hoekstra hier. Ik zou de motie dus willen handhaven. Maar misschien kan de staatssecretaris toezeggen dat hij in ieder geval, in aansluiting op uw vraag, die andere wetsontwerpen in de toekomst zo veel mogelijk eerder in het jaar indient.

Overigens wil ik van de gelegenheid gebruikmaken, als dat mag, voorzitter, om collega Schalk te steunen in en te danken voor de strijd die hij al heel lang, sinds 2015, voert voor de eenverdiener. Daarin blijf ik hem steunen.

De voorzitter:

De heer Schalk op het thema, stel ik voor.

De heer Schalk (SGP):

Wat betreft dat laatste: daar kan ik niet op tegen zijn. Maar wat betreft dat eerste: ik denk dat we ook goed moeten luisteren naar het antwoord op de vraag of het inderdaad mogelijk is. Want het is ontzettend interessant om een motie in te dienen, maar de heer Van Rooijen wil ongetwijfeld ook voorkomen dat die onmogelijk is.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Naar mijn gevoel is die niet onmogelijk, want de motie richt zich specifiek op het belastingplan in het vroege voorjaar. Nergens staat dat alle belastingvoorstellen, los van de miljoenennota en de troonrede, op Prinsjesdag moeten worden ingediend. Dat gebeurt ook niet. We krijgen regelmatig belastingvoorstellen tussendoor. Ik zou dus niet weten waarom hét belastingplan niet ook naar eerder kan. Dat heeft niets te maken met de traditie van de troonrede en de miljoenennota.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja, voorzitter. Ik moet even kijken waar ik was. Ik dank de minister; dat heb ik gezegd. Ik stel het zeer op prijs dat mijn fractie geen goedkeurig kan verlenen aan het Belastingplan. Dat heb ik aan het begin van mijn betoog al aangeven. Dat oordeel is na de eerste termijn niet gewijzigd. Ik ben op de hoofdlijn van mijn kritiekpunten niet overtuigd door de beantwoording het kabinet. Mijn fractie kijkt onder andere fundamenteel anders naar wat evenwichtig is voor de categorie gepensioneerden. De minister wees op de puntenwolken die alles inzichtelijk maken voor alle huishoudens tezamen. Daar zit de relatief kleine groep van de gepensioneerden dan in. De minister laat een plaatje zien voor 10 miljoen mensen en zegt: daar zitten ook die 3 miljoen ouderen bij; dat kun je alleen niet zien en is verreweg de kleinste groep.

De beleidsfocus van politiek en media richt zich echter vrijwel volledig op de meestgebruikte — nou komt ie! — boxplot, waarin gepensioneerden met slechts een of maximaal twee categorieën inzichtelijk worden gemaakt. Mijn punt is dat het kabinet zich net als de partijen die meedoen aan Keuzes in Kaart, te veel richt op een evenwichtige uitkomst voor de categorieën die expliciet in de meest gebruikte boxplot terugkomen. Het doel wordt dan een evenwichtige uitkomst in de boxplot in plaats van een daadwerkelijk evenwichtig koopkrachtbeeld en -beleid. Het paard wordt zo achter de wagen gespannen, want in mijn visie is een boxplot slechts een hulpmiddel.

Voorzitter. Ik weet niet hoe het met de kijkers moet, maar dat is dit stuk. De bewindslieden kennen het. Ik laat het ook niet uitdelen. Hier zitten alle Nederlanders in, maar hierin kan je niet zien hoe het voor de categorieën is. Ik blijf pleiten voor meer categorieën voor de gepensioneerden, net als voor de werkenden: minstens vijf.

Voorzitter. Ik ben nog steeds ongelukkig met het antwoord van de staatssecretaris ten aanzien van de beperking van de inflatiecorrectie. Ik zei dat ik eigenlijk ontzettend verbijsterd was over zijn antwoord. Want het wetsvoorstel voor het Belastingplan — ik ben daar misschien heel formeel in, maar ook staatsrechtelijk zuiver — is alleen ondertekend door staatssecretaris Van Rij; door niemand anders. Vroeger tekende de minister van Financiën nog wel mee, maar niet het hele kabinet. Dat betekent dat hij verantwoordelijk is en het debat moet voeren met de leden van de Eerste Kamer. Naar onze mening kan hij niet wegduiken of zich verschuilen voor die verantwoordelijkheid door te wijzen naar minister Schouten en de besluitvorming van het gehele kabinet. Moeten wij anders hier ook de premier gaan roepen, omdat de staatssecretaris zegt: dat hebben we besloten in het kabinet, en daar is de premier de voorzitter van? Dan moeten we hier volgend jaar ook de nieuwe premier gaan laten komen, vrees ik.

Ik heb een vraag daarbij. Vindt de staatssecretaris dat de inflatiecorrectie conform de wet moet worden toegepast? En vindt hij ook dat andere fiscale maatregelen als dekking moeten worden overwogen, bijvoorbeeld op het terrein van de arbeidskorting en tarieven? Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de wet op de inflatiecorrectie tot doel heeft de belastingheffing zo reëel mogelijk te houden door automatische aanpassing van de aangrijpingspunten van de tarieven;

overwegende dat de ontwikkeling van prijzen geen invloed mag hebben op de ontwikkeling van de reële belastingdruk;

overwegende dat de inflatie niet mag leiden tot stijging van de belastingdruk;

overwegende dat de wet op de inflatiecorrectie dient als bescherming van de belastingbetaler en derhalve een fundamenteel beginsel is en onderdeel is van ons belastingstelsel en van de wet op de inkomstenbelasting;

spreekt uit dat de inflatiecorrectie onverkort moet worden toegepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Rooijen.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter R (36418).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Kortheidshalve een motie over de hervorming van het belastingstelsel en de vermogensaanwasbelasting die daar ook onderdeel van zou kunnen gaan uitmaken.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de belastinghervorming mede beoogt uit te gaan van het werkelijke rendement;

overwegende dat in de internetconsultatie over deze hervorming een concept voor een vermogensaanwasbelasting is opgenomen;

overwegende dat een vermogensaanwasbelasting niet gebaseerd is op het werkelijk behaalde rendement, en niet gerealiseerde waardestijgingen als werkelijk behaald rendement worden beschouwd;

overwegende dat in de voorbereiding van een nieuw stelsel het werkelijk behaalde rendement uitgangspunt dient te zijn;

overwegende dat een vorm van vermogenswinstbelasting het meest aansluit bij dit uitgangspunt;

verzoekt het kabinet primair de vermogenswinstbelasting onderdeel te laten zijn van de belastinghervorming,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Rooijen.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter S (36418).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Mijn fractie kijkt met grote interesse naar de vorming van een nieuw kabinet — ik had niet de indruk dat ik de enige ben — en uiteraard de opstelling van een nieuw regeerakkoord voor de komende vier jaar. Ik ga niet zo afdwalen van mijn eigen benadering, maar je kunt niet uitsluiten dat een of meer van de bewindslieden hier ons nog blijven helpen voor de goede toekomst van jong en oud in Nederland. Mijn fractie kijkt dus met grote interesse naar die vorming. Ik hoop dat het proces niet te veel tijd in beslag neemt, maar ik heb er ook wel begrip voor dat de partijen zich tot aan de feestdagen beperken tot enkele verkenningen. De uitslag rechtvaardigt een korte periode van aftasten. Wij hopen snel voortgang te zien na 1 januari.

Het spreekt voor zich dat mijn fractie graag ziet dat de relevantie van ouderen en gepensioneerden op alle dossiers wordt erkend en wordt meegenomen. Die indruk heb ik allerminst tot dusver. Een minister voor ouderenbeleid — dat kan zonder portefeuille — zien wij graag op het bordes staan. Er is al een bewindsman voor jeugdzorg. Wat 50PLUS betreft is een bewindsman die de zorg voor ouderen op alle relevante terreinen bewaart en versterkt, al jarenlang een grote wens waar we voor zullen blijven strijden. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het ouderenbeleid, mede door de vergrijzing van onze bevolking, toenemende aandacht vraagt van de overheid;

overwegende dat het ouderenbeleid beter tot zijn recht moet komen in het totale overheidsbeleid;

spreekt uit dat voor een goede borging van het overheidsbeleid een minister voor ouderenbeleid geboden is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Rooijen.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter T (36418).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, een hartenkreet die eindigt met een vraag. Over de kwaliteit van de doorrekening van het Planbureau wil ik graag nog het volgende toevoegen. Na de publicatie van Keuzes in Kaart 2023 is er een stevige discussie losgebarsten over de kwaliteit van de doorrekeningen op dit moment. Econoom Bas Jacobs uit zijn bezorgdheid dat het Centraal Planbureau zich met deze doorrekening in de vingers snijdt. Partijen kunnen nu echt gratis bier — daar hebben we 'm weer — in de doorrekening zetten en het CPB disciplineert de partijen niet meer. Daardoor raakt het hele idee van de doorrekening beschadigd. Jacobs vindt het niet alleen kwalijk dat de partijen die plannen voorstellen, maar ook dat het Centraal Planbureau er niet met een grote rode pen doorheen is gegaan. De gebruikelijke CPB-doorrekening van verkiezingsprogramma's komt nu onder vuur te liggen, niet primair van populisten of anderen die het allemaal maar niks vinden, maar juist van opinieleiders die de doorrekening altijd heel erg belangrijk vinden. Hier zal de komende jaren een strijd over losbarsten die relevant zal zijn voor de ontwikkeling van de programma's in de toekomst. U ziet, 50PLUS kijkt met u vooruit. De "tax and spend" bias in de modellen van het Centraal Planbureau is naar de smaak van mijn fractie veel te ver doorgeschoten. Graag een reactie van misschien wel alle drie of die bewindsman of bewindsvrouw die zich geroepen voelt op deze vraag te antwoorden.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan geef ik nu het woord aan meneer Hartog namens Volt.