Plenair Van Rooijen bij voortzetting behandeling Wijziging begrotingen Financiën en Nationale Schuld 2023 en Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2023 samenhangende met de Voorjaarsnota



Verslag van de vergadering van 11 juli 2023 (2022/2023 nr. 42)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik wil u met name even geruststellen; ik ga de tien minuten spreektijd niet gebruiken. Ik heb die ruimte gecreëerd om afhankelijk van de antwoorden van het kabinet te kunnen bekijken of ik die nodig had. Ik houd eigenlijk meer van interrupties dan van een tweede termijn, want de dialoog is veel levendiger — ik zie de staatssecretaris ook knikken — dan wanneer ik in de tweede termijn lang ga voorlezen. Dat in de eerste plaats.

Voorzitter. De minister zou terugkomen op de kwestie incidenteel-structureel. Ze zou daar in de tweede termijn nog even naar kijken. Ik ben benieuwd of ik daar nog iets nader over kan horen en anders kan dat misschien later in de Miljoenennota of met een aparte brief.

Dan nog even kort over het Stabiliteits- en Groeipact. Ik denk dat we het erover eens zijn dat dit nieuwe budgettaire ruimte creëert voor eigenlijk alle lidstaten. Speelt misschien bij het kabinet in het achterhoofd — dit is misschien een beetje een stoute vraag, maar ik bedoel 'm niet helemaal zo — dat dit ook voor Nederland dan meer structurele budgettaire ruimte geeft? Graag een antwoord van de minister.

Minister Schouten, op de IO-AOW komen we nog wel terug. Ik kom zo ook nog met moties. Ik wilde alleen even vooraf zeggen dat de IO-AOW nou net een voorbeeld is van een hele simpele uitvoering, namelijk een kleine kop voor alle AOW'ers met een klein extra bedragje. De AOW is een hele simpele wet qua uitvoering en is niet fraudegevoelig. Hetzelfde geldt voor de IO-AOW, maar dat even terzijde. Ik ben het helemaal met staatssecretaris Van Rij eens dat het oude stelsel niet zo goed was, zoals ik misschien als indruk meegaf. Ik ken met hem natuurlijk precies de redenen waarom dat stelsel er is gekomen. Maar ik wil hier graag later in dit jaar en hopelijk ook volgend jaar nog met hem op terugkomen.

Ik dank de bewindslieden voor de antwoorden. Minister Schouten toont zich ook in dit debat weer volhardend over de afschaffing van de Inkomensondersteuning AOW, de IO-AOW. Ze voert twee aangenomen moties over de IO-AOW niet uit. De verhoging in 2024 van €5 naar €28 is eenmalig en dus tijdelijk. Vervolgens gaat het om het komen met een wetvoorstel voor structurele verhoging vanaf 2025, waarbij ik heb gezegd dat je dat ook nog kunt doen voor een of twee jaar en niet permanent. Als je dat bijvoorbeeld alleen voor 2025 en 2026 doet, zou je voor twee jaar een tijdelijke dekking moeten zoeken. Het is dus niet zo dat ik een structurele verhoging wil met een tijdelijke dekking. Ik ben namelijk oud genoeg om te weten dat dat een redelijk raar construct zou zijn. De minister moet mij dat dan ook niet in de mond leggen.

Dan over het ibo-rapport. Het is waar dat dat onafhankelijk is. De titel van dat rapport is "Een zeker bestaan". Met deze titel word ik als parlementariër al gauw heel wantrouwend. Nog prikkelender is de titel van het eerste rapport bij dat advies, namelijk "Het versterken van de financiële bestaanszekerheid". Ik ken alle afleveringen van Yes, Minister en dit soort titels zijn fantastische koosnaampjes voor precies het omgekeerde. Want wie staan hier weer in de kou? Dat zijn de ouderen, want dan wordt het te duur. De minister zegt voor de ouderen alleen nog specifieke maatregelen te willen treffen en niet voor 3 miljoen AOW'ers. En dat is nou net de kern van het debat.

Voorzitter, ik heb twee moties over de IO-AOW.

De voorzitter:

Door het lid Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Inkomensondersteuning AOW, de zogenaamde IO-AOW, bij besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 oktober 2022 per 1 januari 2023 is verlaagd van €28 naar €5 per maand;

overwegende dat de minister in de brief van 31 januari 2023 aangeeft de motie-Van Rooijen c.s. (36200, letters AK) niet uit te voeren;

verzoekt de regering de verlaging van IO-AOW terug te draaien en de IO-AOW derhalve weer te verhogen tot het oude niveau op 1 januari 2024,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter D (36350-IX, 36350-XV).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb een tweede motie, ook over de IO-AOW.

De voorzitter:

Door het lid Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door inwerkingtreding van de wet over verhoging van het kindgebonden budget (36208) de Inkomensondersteuning AOW (IO-AOW) per 1 januari 2025 wordt afgeschaft;

overwegende dat deze niet met elkaar samenhangende onderwerpen in deze wet zijn gekoppeld;

overwegende dat dit in strijd is met de unaniem aanvaarde motie-Hoekstra van 17 november 2015;

verzoekt de regering de afschaffing van de Inkomensondersteuning AOW (IO-AOW) alsnog ongedaan te maken en met een nieuw wetsvoorstel te komen om de Inkomensondersteuning AOW weer in te voeren per 1 januari 2025,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter E (36350-IX, 36350-XV).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Dan een motie over de koppeling.

De voorzitter:

Door het lid Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de koppeling van de AOW en de bijstand aan het minimumloon sinds 1980 in de wet is vastgelegd;

overwegende dat deze koppeling in de wet is vastgelegd als onderdeel van ons sociaal denken, mede op basis van volledige overeenstemming met werkgevers en werknemers en hun organisaties;

spreekt uit dat de koppeling van de AOW een onlosmakelijk onderdeel blijft van ons stelsel van sociale zekerheid en bestaansminimum,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter F (36350-IX, 36350-XV).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Dan het klapstuk: een motie over de pensioenen.

De voorzitter:

Door het lid Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de pensioenfondsen sedert 2008 de pensioenuitkeringen en de opgebouwde pensioenaanspraken niet of nauwelijks hebben verhoogd tot medio 2022;

overwegende dat hierdoor de koopkracht van de gepensioneerde hard is gedaald en de opbouw van de pensioenen van de actieve deelnemers sterk is achtergebleven bij de ambitie;

overwegende dat door de hard gestegen rekenrente de dekkingsgraden van de pensioenfondsen sterk zijn gestegen;

verzoekt de regering te bevorderen dat de pensioenfondsen voor werknemers en gepensioneerden de gemiste indexatie sinds 2008, zo veel als met de dekkingsgraad mogelijk is, mogen inhalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter G (36350-IX, 36350-XV).

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Ter toelichting van deze motie nog het volgende. De laatste weken maar gelukkig ook vandaag weer is de rekenrente boven de 3%. Ik heb ooit een initiatiefwetsontwerp ingediend voor een tijdelijke rekenrente voor vijf jaar van 2%. In de Tweede Kamer is dat wetsvoorstel weggehoond en weggelachen, en ook weggestemd. Het is dan altijd fijn om te zien dat je later groot gelijk krijgt. Het enige is dat als de rente van 2% naar 0% gaat, dat een ramp is voor de ouderen. Maar als hij van 0% naar 3% gaat, is dat een ramp voor de jongeren. Dat is beide niet goed. Daarom waren wij en blijven wij voor een vaste rekenrente, van een heel bescheiden 2%. Waarvan akte.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Van Ballekom namens de VVD.