Plenair Janssen bij voortzetting behandeling Eerste tranche Wijziging Wet publieke gezondheid



Verslag van de vergadering van 16 mei 2023 (2022/2023 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.34 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Geen covidwet, dat hebben we vaak gehoord. Ik refereerde er ook in eerste termijn aan. Maar toch dreigde er af en toe nog iets van een covidevaluatie naar boven geduwd te worden, ook in dit debat. Maar goed, de wet geeft er natuurlijk op zich aanleiding toe, omdat veel maatregelen gebaseerd zijn op de beperkte kennis die we hebben, ook voor wat covid betreft.

Het is goed om vast te stellen dat we wat de A1-categorisering betreft een nulpunt hebben, namelijk: er zijn op dit moment geen A1-categorie ziekten. Met deze wet zal alles wat A1 zou moeten worden, onderworpen zijn aan het parlementaire proces zoals het omschreven staat. Dat nulpunt hebben we.

Ik denk dat het belangrijk is om in houding, denken en doen een knip te maken met het verleden. Ik kijk dan naar de coronaperiode, om me daar zelf ook maar even schuldig aan te maken. Ik denk dat dat belangrijk is, omdat wij moeten kunnen uitgaan van een regering die in tijden van crisis kiest voor meer democratie in plaats van minder democratie. Niet "opzij allemaal, want wij gaan dit doen en bemoei je er even niet mee". Ook moet tegelijkertijd het parlement, in reactie op dat meer democratie in plaats van minder, kiezen voor meer vertrouwen in plaats van minder vertrouwen richting de regering. Het parlement moet daarbij niet op de stoel van de regering gaan zitten om mee te besturen, en de regering moet bij voorstellen de democratische zeggenschap van het parlement actief en op eigen initiatief waarborgen.

Ik zei al even bij interruptie dat de minister naar zijn oordeel op de amendementen in de Tweede Kamer verwees als blijk van een houding van goede wil. Maar dat is wat mager, omdat die amendementen al verzekerd waren van een ruime steun in de Tweede Kamer. Daarmee doet de minister zich dus tekort. Kijkend naar het tijdpad van de wet, is het ook niet fair om dat helemaal aan de minister toe te schrijven. De wet is weliswaar grotendeels onder zijn bewind tot stand gekomen, maar ik merkte en voelde toch ook een beetje de oude stijl binnen dit wetsvoorstel. Laat ik het zo maar zeggen. Ik hoop dat de goede voornemens van de minister zich bij volgende voorstellen zullen vertalen in een ruimhartiger opstelling richting de parlementaire betrokkenheid, zonder dat daarbij de bestuurskracht, de slagkracht, de doorzettingsmacht et cetera, welke bestuurlijke termen je daar ook aan wilt koppelen, tekort worden gedaan. Wij zijn er immers ook voor om de regering te helpen om te zorgen dat wij een gezondheidscrisis tot een goed einde brengen.

Ik richt mij nu tot de minister, maar als ik kijk naar de totstandkoming van de Twm, dan was er bij de Tweede Kamer ook nog wel wat missiewerk te doen. Als je de behandeling van de Twm in de Tweede Kamer terugkijkt, dan kwamen de woorden "Eerste Kamer" daar in de behandeling niet voor. Ik denk dat meerdere partijen, niet alleen oppositiepartijen maar ook coalitiepartijen, allemaal met de collega's in de Tweede Kamer hebben gesproken. Het is een feit dat de amendementen een meerderheid hebben gekregen in de Tweede Kamer. Het amendement op dit wetsvoorstel geeft blijk van de betrokkenheid van de Eerste Kamer en van de belangrijke rol die zij speelt bij dit belangrijke proces, zoals die bij deze Wpg aan de orde zijn.

Dan wil ik de minister nog danken voor twee toezeggingen. Er was een aanvullende toezegging, maar ook de toezegging dat de regering actief zal handelen bij de herziening van het staatsnoodrecht, om te bezien hoe de Wpg eventueel aangepast zou moeten worden, en dat we voorstellen daarvoor tegemoet zullen zien. Het initiatief daartoe ligt bij de regering. Wij hoeven daar niet om te … Bidden en smeken is heel zwaar, maar wij hoeven het niet af te dwingen. Wij kunnen er gewoon op rekenen dat die onze kant op komen. Dat geldt ook voor de aanvullende toezegging op de evaluatie over de effectiviteit. Als de jaarlijkse rapportage van bijvoorbeeld het RIVM daar aanleiding voor geeft voor wat betreft de Wpg, dan zal de minister dat ook actief aan de Kamers melden. Als daar aanleiding toe is, zal de minister actief met voorstellen komen om eventueel dingen toe te voegen dan wel te schrappen binnen de Wpg.

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn antwoorden. Ook dank ik zijn ondersteunende staf. Ik heb verder geen moties, dus dan sluit ik hierbij af.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan mevrouw Prins namens het CDA.