Plenair Van Ballekom bij voortzetting Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 18 april 2023 (2022/2023 nr. 27)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 19.48 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Ballekom i (VVD):

Voorzitter. Het volgende moet me toch even van het hart. Vanochtend heeft mevrouw Karimi het debat geopend. Haar eerste woorden gingen over het disfunctioneren van de huidige regering. Ook in de tweede termijn gaat het over het disfunctioneren van de huidige regering en over het niet nakomen van afspraken die gemaakt zijn en het aan de laars lappen van afspraken. Nou, mevrouw Karimi, u spreekt in ieder geval níét namens de VVD. Integendeel.

Voorzitter. Een tweede opmerking gaat over het indienen van moties. Dat laat ik graag aan de heer Knapen over. Maar mevrouw Karimi heeft een vraag, zie ik.

De voorzitter:

Ik zie het …

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik hoop dat het een vraag is over Europa en het Europadebat.

De voorzitter:

… maar ik laat u even uitspreken.

Mevrouw Karimi i (GroenLinks):

Ik zal het nooit in mijn hoofd halen om namens de VVD te spreken. Dat zal mij nooit overkomen. Dat heeft natuurlijk te maken met de inhoud waar de VVD ook voor staat. U heeft vanochtend zelf nadrukkelijk naar voren gebracht dat lidstaten per ongeluk de regels niet zouden naleven. Wat is dat nou voor een uitspraak? Per ongeluk! Hoe serieus kunnen we de VVD dan nog nemen?

De heer Van Ballekom (VVD):

Nou, mevrouw Karimi, er is wel degelijk een groot verschil tussen het moedwillig, met opzet en bij voortduring niet nakomen van afspraken en het zo nu en dan, misschien vanwege bijzondere omstandigheden, niet volledig interpreteren van een afspraak zoals die is bedoeld door de Europese Unie. Daar zit wel degelijk een verschil in. Als u dat niet begrijpt, dan wil ik u daar nog wel een keertje over onderhouden.

Ik heb nog wel wat vragen aan de minister.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter ...

De voorzitter:

U heeft het woord nog niet. Ik laat meneer Van Ballekom even zijn zin afmaken. Daarna krijgt u het woord.

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik heb nog enkele opmerkingen richting de minister van Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:

U was net halverwege een zin, maar dat was dus de hele zin? Mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Kijk naar de situatie rondom stikstof, want dat is natuurlijk de achtergrond van de discussie die wij voeren. De Nederlandse overheid blijft in gebreke wat betreft het maken van keuzes om dat beleid echt uit te voeren. Dat is niet iets wat per ongeluk of toevallig is of iets wat we niet wisten. Dat is al jaren het geval. Om te zeggen dat deze situatie anders is dan bijvoorbeeld in Italië of Griekenland — daarbij heeft de partij van de heer Van Ballekom altijd op de eerste rij heeft gestaan en anderen de les gelezen — is gewoon feitelijk onjuist.

De heer Van Ballekom (VVD):

U kunt niet zeggen, mevrouw Karimi, dat de Nederlandse regering moedwillig en met opzet het stikstofdossier negeert en geen maatregelen probeert te nemen om het probleem op te lossen. Dat is buiten de waarheid. Daar neem ik afstand van.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Daar heb ik dus stellig een andere mening over, en ik denk eigenlijk dat dat voor heel Nederland geldt. Iedereen kan immers zien dat de Nederlandse regering op dit moment gewoon geen acties onderneemt om het probleem op te lossen.

De heer Van Ballekom (VVD):

Voorzitter, zal ik mijn vragen stellen aan de minister van Buitenlandse Zaken?

De voorzitter:

Dat lijkt me een goed idee. Gaat uw gang.

De heer Van Ballekom (VVD):

Dat dacht ik ook.

Voorzitter. Ik heb het gehad over de interne markt. In de Staat van de Unie wordt door de Nederlandse regering gezegd dat het noodinstrument een beetje te defensief is. Het zou proactiever moeten. Daar heeft de minister aan gerefereerd, maar ik heb nooit precies begrepen wat die proactiviteit dan inhoudt. Dat wil ik wel graag weten, want de interne markt is voor de VVD een essentieel onderdeel van de Europese Unie.

Een tweede vraag waarop ik van de minister een duidelijker antwoord had gehoopt te krijgen, gaat over de handelsakkoorden. Daar is de minister op ingegaan, maar ik heb niet begrepen of hij nou voor gemengde akkoorden is of niet. Ik denk namelijk dat we de handelsrelaties moeten bevorderen. Ik vind ook dat we meer strategische autonomie moeten bereiken. Ik denk dat dat alleen maar kan in goede samenwerking met diverse handelsblokken, waaronder Mercosur.

Voorzitter. Een derde punt. Dit huis dient op orde te zijn. Daar zijn we het allemaal over eens. Dat hoeft het toetredingsproces niet te belemmeren. Nee, dat hoeft ook niet. De regering is voor de afdwingbaarheid van de naleving van de afspraken, maar ik zou toch nog even aan de minister willen vragen — het mag ook per notitie, hoor; dat kan ook — waar de regering aan denkt bij het concretiseren van deze naleving. Is dat met een verdragswijziging? Kan dat zonder verdragswijziging? Want dat het huis op orde moet zijn om het draagvlak van de Europese Unie te verbreden, daar zijn we het allemaal over eens. Maar ik heb niet echt goed begrepen hoe de regering hier handen en voeten aan wil geven.

Voorzitter. Dan mijn vierde en laatste opmerking. Ik heb de minister niet gehoord over de nationale verklaring over de verantwoording van de uitgaven, als ik me niet vergis. Voor een oud-minister van Financiën is dat toch wel een omissie, om het redelijk te zeggen. De foutenmarge waar we allemaal van uitgaan, is 2%. Dat is keurig. Dat houdt de Europese Rekenkamer ook aan, maar die heeft ook vastgesteld dat het nu 3% is en meer. Het gaat dus de verkeerde kant op. De nationale verklaring wordt niet meer afgegeven. Nederland dringt daar ook niet meer op aan, omdat er maar twee of drie lidstaten zijn die dat naar de letter hebben nageleefd. Mevrouw Karimi, "die dat naar de letter hebben nageleefd". Maar de andere 25 hebben dat niet gedaan. Ik vraag me toch af: wat is ervoor in de plaats gekomen? Want fatsoenlijke verantwoording afleggen over geld dat de belastingbetaler heeft opgebracht, is niet meer dan een plicht in de visie van de VVD.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Ballekom. Dan is het woord aan de heer Knapen namens het CDA.