Plenair Atsma bij behandeling Versterking gebouwen in de provincie Groningen



Verslag van de vergadering van 11 april 2023 (2022/2023 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.27 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Atsma i (CDA):

Voorzitter. Dank in de richting van de staatssecretaris. Ook wij zijn erg te spreken over de kernachtige beantwoording van een flink aantal vragen die door verschillende fracties zijn gesteld. We zijn natuurlijk vooral te spreken over de beantwoording van de vragen die we zelf hebben gesteld. Wij zijn ook te spreken over de precisering van de mijnbouwwetgeving die eraan komt. Daar zijn we sowieso benieuwd naar. Dank voor de toezegging dat die ook naar deze Kamer komt.

Ik zei al bij een interruptie dat mijnbouw natuurlijk over veel meer gaat dan aardgas, olie en een paar andere zaken. Mijnbouw gaat bijvoorbeeld ook over de ondergrondse opslag van waterstof. Dat is ook een wens die vanuit de Groningers, rond het pakket van 30 miljoen, naar voren is gebracht. De wens is om de transitie naar waterstof voluit handen en voeten te kunnen geven. De nee-tenzijbenadering en alle ins en outs die daaraan gekoppeld worden, kan ik nog niet inschatten. Ik ben echter wel heel benieuwd naar datgene waarvan de staatssecretaris heeft gezegd dat het eraan zit te komen.

Ik ben ook benieuwd naar de reactie op de claim vanuit Drenthe. Ik ben vooral benieuwd omdat er toch op enig moment een knip zal moeten worden gemaakt. Ik zei al dat er vanuit Drenthe wordt gerefereerd aan de ondergrondse opslag Norg. Tegelijkertijd heb je aan de andere kant van Groningen — dat weet de staatssecretaris — de ondergrondse opslag Grijpskerk. Die ligt tegen een paar Friese gemeenten aan. Het is wel iets complexer dan alleen maar ja of nee zeggen, lijkt mij. We zijn dus erg benieuwd. Ik hoop dat wij de reactie van de staatssecretaris daarop dan ook krijgen.

De toezegging over de discussie rond de positie van de NCG en het Instituut Mijnbouwschade Groningen steken wij in onze zak. Het is prima om dit op deze manier op te pakken. Collega Pijlman en ik hebben gezegd: kijk heel goed naar wat menselijk is. Dat er één loket komt, is onomstreden door iedereen, denk ik. Alleen, achter dat ene loket moeten de neuzen wel dezelfde kant op staan. Dat vraagt om enige vorm van regie. Dan kom je dus wel heel snel bij de vraag terecht of een zbo naast een andere juridische entiteit zich wel verhouden tot elkaar en of dat in de ogen van velen wel wenselijk is. Ik druk mij even voorzichtig uit.

Voorzitter. Dan de coördinatieregeling. Naar aanleiding van de opmerking van de provincie Groningen had ik al aangegeven dat daar grote zorgen over leven. De toezegging om alle voor- en nadelen op een rijtje te zetten, is prima. Mocht dat op enig moment leiden tot het buiten werking stellen van de coördinatiebepaling specifiek ten behoeve van deze problematiek, dan zou de staatssecretaris daar van ons groen licht voor krijgen. Niet alleen de provincie Groningen en de gemeenten, maar ook de waterschappen zitten hier nadrukkelijk mee aan tafel. Dat zou ik in de richting van de staatssecretaris nog een keer willen aangeven.

Daarmee heb ik volgens mij gezegd wat ik had willen zeggen, behoudens dan dat ook de CDA-fractie vindt dat het toch eigenlijk beschamend is dat je het afgelopen jaar maar 1.000 woningen hebt kunnen aanpakken. Met dit tempo — daar geef ik de staatssecretaris gelijk in — en als je dat niet op een andere manier kunt organiseren, zitten we nog heel lang, heel lang met deze discussie in Groningen. Dat is het laatste dat we de Groningers toewensen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot is het woord aan de heer Schalk van de SGP.