Plenair Van Dijk bij voortzetting behandeling van het conceptbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 7 maart 2023 (2022/2023 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Dijk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank uiteraard ook de minister voor de beantwoording van de gestelde vragen. We mogen terugzien op een bijzonder debat. Ik sluit zeker niet dat sommigen onder ons vandaag of morgen worden benaderd door een recruiter van Microsoft. Wat een kweekvijver is de senaat toch!

Ik dank de minister ook voor het inkijkje dat hij gaf aan het begin van zijn beantwoording ten aanzien van zijn denken over centraal versus decentraal. De discussies daarover gaan we niet nu voeren, maar ze zullen de komende tijd ongetwijfeld royaal terugkomen. Voor dit moment merk ik op dat we in ieder geval goed voor ogen moeten houden dat gemeenten en provincies volwaardige, zelfstandig gekozen democratische bestuursorganen zijn. Het zijn uitdrukkelijk geen uitvoeringskantoren van het Rijk op het terrein van asiel, stikstof, woningbouw of wat dan ook. Daar willen we graag alert op zijn. Ik wil vervolgen met de conclusie die de SGP aan het einde van dit debat trekt. De SGP heeft geen vrijmoedigheid om opnieuw onzekerheid te creëren over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Richting de decentrale overheden en richting alle mensen die hier al zo lang mee bezig zijn, is dat wat ons betreft geen wijze optie meer. We moeten nu duidelijkheid en zekerheid verschaffen. Dat is ook de hartelijke wens van de koepels. Dat is al vaker gepasseerd. Voor mijn fractie is dat een belangrijk ankerpunt. Het zal ongetwijfeld geen licht traject worden. Maar zal dat ooit anders zijn bij een dergelijke transitie? Er bestaan geen zekerheden, maar inmiddels is wel het vertrouwen gewekt dat dit geen onmogelijke missie meer betreft.

De SGP maakt zich wel serieuze zorgen over de enorme opgave en ambities waarvoor decentrale overheden nu door het Rijk worden gesteld. Daar is de minister ook duidelijk over geweest. Wij mogen wat betreft de SGP de uitvoeringskracht van deze overheden niet overspannen. Ik wil een motie indienen om daaraan constructief iets te verhelpen.

De voorzitter:

Door de leden Van Dijk en Schalk wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invoering van de Omgevingswet plaatsvindt in de context van een mede vanuit ruimtelijkeordeningsperspectief ingrijpende energietransitie, een woningbouwopgave en een stikstofopgave, waarop vanuit het Rijk enorme druk wordt gezet door zeer hoge ambities;

van mening dat het ernstig geboden is om bij onder meer het formuleren van ambities voor energietransitie, stikstof en landbouw terdege rekening te houden met de uitvoeringskracht van decentrale overheden en de wendbaarheid van de samenleving, de ambities hierop in wijsheid aan te sluiten en in dat verband ten minste af te zien van de beoogde aanscherping van de stikstofdoelen voor 2030;

verzoekt de regering de ambities wat betreft de stikstofopgave en de energietransitie af te stemmen op de uitvoeringskracht van decentrale overheden en de wendbaarheid van de samenleving, rekening houdend met de stapeling van wijzigingen in het ruimtelijk beleid, waaronder de invoering van de Omgevingswet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter FC (33118, 34986).

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Bent u daarmee aan het eind van uw tweede termijn?

De heer Van Dijk (SGP):

Ja, ik ben aan het eind van mijn betoog.

Mevrouw Fiers i (PvdA):

Ik heb een vraag over deze motie. Die gaat in op de uitvoeringskracht bij de decentrale overheden. Dat is volgens mij een breed gedragen zorgpunt. U geeft aan: dit gaan we invoeren en wij stellen daarbij voor dat we een aantal andere dingen laten zitten. Stel je nou voor dat de motie het niet haalt. Dan betekent dat dat al die andere dingen wel doorgaan. Nu kunt u ervoor kiezen om dit stop te zetten. Ik zet het even andersom neer. Mijn inschatting is namelijk dat uw voorstelletje het niet gaat worden. Dan overladen we de decentrale overheden nu dus met heel veel extra werk. Als u uw zorgpunt serieus neemt, betekent dat ook dat als de motie niet wordt aangenomen, u tegen de invoering stemt.

De heer Van Dijk (SGP):

Dank voor uw vraag. In de eerste plaats reken ik heel erg op het gezonde verstand van mijn collega's. Wie kan er nou bezwaar maken tegen zo'n motie? Ik begrijp uw punt natuurlijk heel goed. Dit hebben we in deze Kamer meer gezegd. We zien een enorme stapeling opdoemen, met enorme ambities. Wil je dat met elkaar vermengen, en zeggen: als de motie het niet haalt, gaan we niet verder met de Omgevingswet? Ik vind dat ik dan tekortdoe aan een uitdrukkelijke wens, ook van de VNG, het IPO en de waterschappen. Een aantal ambities ligt vast. Niet voor niks heb ik er één uitgelicht. De stikstofdoelen die momenteel in de wet staan, zijn al reusachtig. Laten we alsjeblieft zo wijs zijn om die niet ook nog eens vijf jaar te gaan vervroegen. Dat lijkt me een heel kleine prijs, die we in ieder geval kunnen binnenhalen.

Mevrouw Kluit i (GroenLinks):

Ik heb daar toch nog een vraag over. Als we de stikstofdoelen laten zoals ze zijn, wat in essentie het verzoek is, dan betekent dit dat de gemeenten niet kunnen bouwen. Het betekent dat, zoals in Brabant, de hele vergunningverlening tot stilstand komt. Dat scheelt overigens wel een boel vergunningen in het DSO, dus dat is misschien een winstpunt. Maar dan komt er op al die gemeenten natuurlijk heel veel extra werk af, en vooral ook op de minister van Volkshuisvesting. Dan gaat de lokale autonomie, waar de heer Van Dijk zo enthousiast over is, juist verloren. Ik voel hier dus een inconsistentie. Ziet de heer Van Dijk die zelf ook?

De heer Van Dijk (SGP):

Nee, anders had ik deze motie uiteraard niet ingediend. Mijn stelling is dat de stikstofdoelen voor 2035 misschien al over the top en bijna onhaalbaar zijn. Het vijf jaar naar voren halen van die doelen lijkt me helemaal ondenkbaar. We zullen dat moeten gaan repareren. Dit kan geen goede uitkomst zijn. Ik hoop van harte dat we allemaal ons gezond verstand gebruiken en dat we niet gaan beginnen aan deze versnelling.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan is het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.