Plenair Van Hattem bij voortzetting behandeling Wet digitale overheid



Verslag van de vergadering van 21 februari 2023 (2022/2023 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.43 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De PVV-fractie heeft een wat fundamentelere kritiek op dit wetsvoorstel. Ik citeer nog eens uit de memorie van antwoord. Daarin zegt de staatssecretaris: de eerste tranche van de Wet digitale overheid creëert hiermee bovendien een stevig fundament voor toekomstige ontwikkelingen, in lijn met toekomstige Europese wetgeving. Dat is dus het grote probleem dat hieronder ligt. Met de Wet digitale overheid als kaderwet wordt de Europese digitale identiteit ingekaderd en vervolgens in de tweede tranche geëffectueerd WDO.

De staatssecretaris loopt zelfs al in zevenmijlslaarzen voor de troepen uit, door nu al ontmoetingen voor de open source community te organiseren voor de Europese digitale identiteit, zo blijkt uit haar beantwoording aan de Tweede Kamer. Het parlement als de democratische medewetgever is blijkbaar alleen maar overbodige ballast voor deze D66-staatssecretaris, getuige ook haar dringende verzoek om de stuiting van de aan deze Kamer voorgehangen ontwerpbesluiten voor de WDO op te heffen. Vanwaar die haast? Wiens belangen moeten hier met zo veel spoed gediend worden dat het belang van de democratische controle en zeggenschap door het parlement aan de kant geschoven moeten worden? Worden wellicht de private partijen, die volgens deze wet diensten mogen gaan aanbieden, ongeduldig? Of ligt er weer een stalorder vanuit Brussel? Kan de staatssecretaris hier uitsluitsel over geven?

Nog bonter maakt de staatssecretaris het, met instemming van het hele kabinet-Rutte/Kaag, door enkele door de Tweede Kamer aangenomen moties niet uit te voeren en zelfs regelrecht in strijd met de motie-Leijten in Brussel bij de Telecomraad van 6 december jongstleden te tekenen bij het kruisje voor de Europese digitale identiteit, formeel de herziening van de eIDAS-verordening, terwijl de motie klip-en-klaar uitsprak dat hiermee niet werd ingestemd. De staatssecretaris kwam enkel naar Brussel om met de zegen van Rutte en Kaag kopjes te geven aan de Europese Commissie en de opdracht van het Nederlandse parlement door de shredder te halen.

In het interpellatiedebat in de Tweede Kamer gaf de staatssecretaris afgelopen week aan dat ze tevreden was met het resultaat en dat bij een tegenstem sprake zou zijn van een verslechtering van de positie van Nederland bij de onderhandelingen die nog lopen. Maar wat is die positie nog waard als er toch al ja en amen is gezegd tegen deze Europese verordening? Kan de staatssecretaris aangeven in hoeverre er dan voor Nederland alsnog een mogelijkheid is om in die trialogen nee te zeggen?

Ook stelde de staatssecretaris dat het belangrijk is om "een betrouwbare onderhandelingspartner in Brussel" te zijn. Wat valt er te onderhandelen als de staatssecretaris sowieso al ja zegt en zelfs voor de troepen uitloopt door de invoeringsvoorbereidingen voor de Europese digitale identiteit te treffen?

Ook sprak de staatssecretaris over het belang van een Europese wallet om regie te houden op de eigen gegevens. Hoe totaal ongeloofwaardig is dat als zij niet eens de regie kan houden over onze eigen nationale belangen en over de opdracht van onze eigen volksvertegenwoordiging? Waarom zouden Nederlandse burgers wel moeten kunnen vertrouwen op een dergelijk systeem, waarin alle mogelijke privacygevoelige gegevens aan elkaar worden geknoopt en dat potentieel door overheden en bigtechbedrijven kan worden misbruikt als een digitale enkelband en als socialecontrolemiddel? Als in Brussel zo makkelijk de belangen van onze burgers en hun volksvertegenwoordigers verkwanseld worden, worden dan om de bazen in Brussel te pleasen ook niet even makkelijk de privacy en vrijheden van onze burgers in een volgende wijziging of tranche verkwanseld?

Verder gaf de staatssecretaris aan dat het gevraagde expliciete verhandelingsverbod niet in de Europese verordening is opgenomen. Kan de staatssecretaris aangeven hoe zich dat verhoudt tot het voorliggende wetsvoorstel, waarin wel wordt uitgegaan van zo'n verhandelingsverbod? Wordt het verhandelingsverbod in deze wet met de nieuwe Europese verordening op dit onderdeel mogelijk een dode letter? Het zou nog belangrijker zijn om te komen tot een verhandelingsverbod voor onze nationale soevereiniteit, om te voorkomen dat D66-onderministers onze nationale soevereiniteit en onze parlementaire democratie aan de eurocraten in Brussel verhandelen omwille van hun onderhandelingspositie. Een onderhandelingspositie in wiens belang? Niet het belang van onze burgers en hun volksvertegenwoordigers. Als men dat belang echt wil dienen, moet worden begonnen met het onderhandelen over een nexit.

Voorzitter. Tot slot heb ik nog enkele openstaande vragen uit de eerste termijn. Daarnaast zal ik een motie indienen waarin wordt uitgesproken om alsnog af te zien van een Europese digitale identiteit.

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Faber-van de Klashorst, Van Strien, Bezaan en Ton van Kesteren wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens de staatssecretaris de WDO een "stevig fundament" legt voor toekomstige EU-regelgeving, zoals de Europese digitale identiteit;

constaterende dat in de tweede tranche van de WDO de Europese digitale identiteit wordt voorzien;

overwegende dat de Europese digitale identiteit grote risico's oplevert voor de privacy en vrijheden van burgers;

spreekt uit dat verdere stappen richting een Europese digitale identiteit onwenselijk zijn en de Nederlandse regering hiervan moet afzien,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter AD (34972, 35868).

De heer Van Hattem (PVV):

Voorzitter. Dan had ik nog enkele openstaande vragen die in de eerste termijn niet of niet voldoende zijn beantwoord. Er werd door de staatssecretaris een en ander gesteld over open source. De concrete criteria voor open source zijn nog steeds niet duidelijk, zoals de VVD net ook al terecht aangaf. De staatssecretaris zei ook "ze gaan het op vrijwillige basis doen, maar als het niet anders kan, gaan we ervoor betalen". Hoe groot is de kans dat de opensourcecommunity dan zegt "als de overheid toch bereid is uiteindelijk de portemonnee te trekken, gaan we het echt niet voor nop doen"?

Over het uitwisselen van patiëntengegevens had ik in eerste termijn ...

Mevrouw Gerkens i (SP):

Ik kan de heer Van Hattem echt geruststellen. De hele essentie van open source is nu juist níét ervoor te zorgen dat de overheid de portemonnee trekt. Sterker nog, er zijn al voldoende opensourcesoftwareontwikkelingen die door de overheid geïnitieerd zijn. Natuurlijk, de eerste ontwikkeling moet betaald worden, want voor niets gaat de zon op. Maar het gaat er juist om dat je niet steeds met licenties extra kosten hebt. Ik zou me daar niet zo veel zorgen over maken als ik de heer Van Hattem was.

De heer Van Hattem (PVV):

Ik maakte me daar initieel ook niet zo veel zorgen over. Ik denk dat die opensourcecommunity een goed initiatief is. Maar als de staatssecretaris nu al aangeeft "als het niet van de grond komt, gaan we er als overheid uiteindelijk toch voor betalen", dan zou het zomaar kunnen dat sommigen heel calculerend gaan denken. Daar zie ik toch wel een klein risico in.

Dan had ik in mijn eerste termijn nog een vraag gesteld over de uitwisseling van patiëntengegevens. Daar is de staatssecretaris volgens mij in haar eerste termijn niet op ingegaan. De vraag was vooral in hoeverre de inlogmiddelen uit de WDO wel betaalbaar, gebruiksvriendelijk en voldoende betrouwbaar zijn voor de zorgsector.

Ik had in eerste termijn ook nog gevraagd naar de juridische, organisatorische en technische basis van het stelsel. Die zou naar verwachting een half jaar na inwerkingtreding van de wet gereed zijn. Dat was eigenlijk juli 2023, maar ik had de staatssecretaris gevraagd wat er nog juridisch geregeld zou moeten worden en waarom dat nu niet bij de behandeling al duidelijk is.

Dan had ik nog het punt van de decentrale overheden. Daarvan zegt de staatssecretaris dat ze moeten voldoen aan de BIO, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid. De vraag is in hoeverre er al voldoende aan wordt voldaan om in dit stelsel actief te kunnen zijn.

Tot slot, voorzitter. Welke garanties kan de staatssecretaris nu geven dat de vrijheid en de privacy van onze burgers via deze WDO niet worden meegezogen in de Brusselse fuik?

Voorzitter. Wij als PVV zijn niet enthousiast over dit voorstel. We staan wel achter de novelle, omdat die de schadelijkheid van de wet verder inperkt, maar de wet zelf, de WDO, daar zijn wij niet enthousiast over.

Voorzitter. Tot zover mijn tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? De heer Otten.