Plenair Koole bij voortzetting behandeling Wet digitale overheid



Verslag van de vergadering van 21 februari 2023 (2022/2023 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.35 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koole i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de staatssecretaris voor het beantwoorden van de vragen in de eerste termijn. Het is een heel belangrijk onderwerp. Ik denk ook dat we op een aantal punten verheugd kunnen zijn dat dit onderwerp zich in de loop van de tijd zo heeft ontwikkeld dat er verbeteringen zijn aangebracht via de novelle; dat is al vaker genoemd. Maar we zijn bijvoorbeeld ook verheugd over de opmerking van de staatssecretaris dat er altijd een offline alternatief voor digitale inlogmiddelen blijft bestaan in de bibliotheek of elders. Volgens mij is het heel goed dat dit er altijd zal zijn. Het doenvermogen van burgers is niet altijd gelijk. Ik denk dat het heel goed is dat dit gegarandeerd is.

Er zijn natuurlijk ook zorgen. Deze zijn al een paar keer genoemd. De erkenning van buitenlandse bedrijven leidt er inderdaad toe dat die hier actief kunnen zijn zonder dat daar de additionele voorwaarden gelden die in de novelle zijn gesteld. Dan is het de vraag of je op een gegeven moment niet een bigtechbedrijf hebt dat zoekt naar het land dat de minst strenge eisen stelt, in ieder geval de eIDAS-verordening, en in de praktijk misschien ook de minst strenge handhaving heeft, om erkend te worden. Als het bigtechbedrijf eenmaal is erkend in een bepaald Europees land, biedt het dan toch zijn diensten aan in Nederland. Hoe gaan we daarmee om? Wat kun je daaraan doen? Mijn vraag aan de staatssecretaris is: zou het niet ook een inzet van de regering met zich meebrengen dat zij op Europees niveau probeert om de eisen die we nu hebben gesteld in de novelle in een volgende versie van de eIDAS op Europees niveau te regelen?

De heer Ganzevoort heeft al indringend gesproken over de noodzaak van het wel of niet toelaten van commerciële bedrijven in Nederland voor de toegang van Nederlandse burgers tot de Nederlandse overheid. Ik ondersteun zeer zijn vraag voor een goede, uitputtende juridische analyse van wat hier precies de verplichting is met dat grensoverschrijdende verkeer. Ik zou dat ook willen aanvullen met de vraag — ik heb deze vraag al eerder gesteld — of het per se juridisch noodzakelijk is om de opensourcevereiste gelijk te stellen voor oude en nieuwe aanbieders. Mijn idee is toch dat je daar onderscheid zou kunnen maken, maar ik hoor daarop graag het antwoord van de staatssecretaris. Het idee is natuurlijk om het vereiste van open source bij nieuwe aanbieders van inlogmiddelen ook echt vanaf het begin te stellen. De vraag is dan: kan dit juridisch? En als dit juridisch kan: kan de staatssecretaris toezeggen dat dan ook te eisen?

Ik had nog wel een kleinere vraag over de communities. Er is al een paar keer over gesproken. De staatssecretaris zei op een gegeven moment: als het niet goed loopt, zullen we ze misschien financieel ondersteunen. Mijn vraag is eigenlijk: hoe verhoudt zich dat tot de onafhankelijkheid van die communities? Die zijn natuurlijk bedoeld om kritisch te kijken naar het systeem en de inlogmiddelen. Als de overheid ze financiert, zit daar dan niet een zekere spanning? Herkent de staatssecretaris dat? Hoe denkt zij daarmee om te gaan?

Meneer de voorzitter. Tot slot over de Chinese muur, de handhaving en de controle. De staatssecretaris heeft gezegd dat er voldoende capaciteit is bij de RDI — de heer Talsma vroeg er ook al naar — om bedrijven als Facebook, Google et cetera te controleren. Is dat in het voorbeeld dat ik net noemde ook zo wanneer die bedrijven erkend zijn in een ander Europees land? Als die erkenning formeel door Nederland is overgenomen, kan de RDI dat dan ook controleren? Zou het niet goed zijn als de toezichthouders in de verschillende lidstaten samen en misschien ook op Europees niveau overleggen om ervoor te zorgen dat de handhaving overal in gelijke mate en stringent wordt toegepast?

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koole. Dan is het woord aan mevrouw Gerkens namens de SP.