Plenair Bredenoord bij voortzetting Algemene politieke beschouwingen



Verslag van de vergadering van 18 oktober 2022 (2022/2023 nr. 4)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bredenoord i (D66):

Dank u, voorzitter. Dit zijn ook mijn laatste Algemene Politieke Beschouwingen als Eerste Kamerlid. Niet na 40 jaar, maar toch wel na 8 jaar. Ik begon mijn eerste Algemene Politieke Beschouwingen met de toekomststoel van Jan Terlouw. Een stoel aan tafel of in de plenaire zaal die de toekomst vertegenwoordigt, onze eigen toekomst, die van toekomstige generaties en de toekomst van de planeet als geheel.

Wat ik in eerdere beschouwingen de toekomststoel noemde, is mooi verwoord door Roman Krznaric in De goede voorouder. Ik las dit boek van de zomer op de camping aan de Franse Atlantische kust. We waren omringd door bosbranden. Het is alleen nog maar prangender geworden, zeker ook voor mij, nu mijn kind in de levensfase van het "waarom" is gekomen en ik alles de hele dag door om mij heen mag uitleggen, verklaren of herbezien. In navolging van de schrijver en filosoof wil ik ervoor pleiten dat wij onszelf de vraag stellen: hoe kijken toekomstige generaties terug op ons en de erfenis die wij hun hebben nagelaten? Hoe beoordelen zij niet ons kortetermijndenken of ons langetermijndenken, maar de verhouding die wij daartussen kiezen? Beide zijn waardevol. Hoe kunnen wij goede voorouders worden?

Voorzitter. Ik ben de afgelopen jaren heel kritisch geweest over de rol van de Eerste Kamer en hoe wij deze rol opvatten. Ik blijf ervoor pleiten dat wij terugkeren naar onze kerntaak: de kwaliteit van wetgeving beoordelen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Ik ben vandaag, na de hoofdelijke stemming die wij zojuist hebben gehad, ietsje optimistischer. Het langetermijndenken past bij uitstek bij deze kerntaak. Wij zijn er om voorbij de waan van de dag te denken. Niet een jaar verder, niet vier jaar verder, maar een of meerdere generaties. De wetgeving die wij beoordelen, is er immers ook voor de volgende generaties. Hier is de hogere leeftijd van deze Kamer een voordeel. Veel van de senatoren mogen zichzelf inmiddels opa of oma noemen. De minister-president zal het als historicus met mij eens zijn dat wij moeten leren uit het verleden om het in de toekomst beter te doen.

Het is inmiddels 50 jaar geleden dat de Club van Rome het rapport "Grenzen aan de groei" schreef. Dat was een kans geweest op goed voorouderschap, een kans die onze voorgangers onvoldoende hebben benut. Wat had de minister-president, met de kennis van nu, tijdens zijn premierschap beter gedaan als het bijvoorbeeld gaat om klimaat, kansengelijkheid, asielopvang? Welke lessen trekt hij daaruit voor het heden?

In mijn eerste versie van dit verhaal begon ik met de wereld, de problemen voorbij onze Nederlandse en Europese grenzen. Maar bij het lezen van mijn tekst moest ik kritisch in de spiegel kijken. Wat als ik nou eens bij mezelf begin? Vind ik mijzelf een goede voorouder? En dat vind ik in best wat opzichten, maar in minstens één ding kan ik het beter doen.

Wat is er dan gebeurd, vraagt u zich af. Het was de zitschikking tijdens Prinsjesdag en de reacties van naasten in de week erna. Ik moest denken aan de tafelschikking bij huwelijken en kerstdiners. Dan moet je ook oppassen welke ooms, neven en nichten je naast elkaar zet. Ik zat naast meneer Wilders, ik zat direct voor meneer Baudet en ingeklemd tussen nog wat heren van behoorlijk andere politieke voorkeuren dan de mijne. Het voelde alsof iemand had gedacht "laten we Annelien eens naast de oom en neef zetten die ze graag wat minder spreekt". Maar het werd een leerzame middag, met zelfs wat grapjes over en weer. En de Franse filosoof Emmanuel Levinas zou gezegd hebben: het is precies die ander die jou een plaats geeft. Het is juist de ander in wie je jezelf niet herkent, voor wie we ons best moeten doen, die we moeten bevragen.

De ander voor wie ik mijn best wil doen, is niet zozeer meneer Wilders of meneer Baudet, maar wel hun achterban. Hun zorgen zijn uiteindelijk niet zo anders dan die van onze leden en kiezers, eigenlijk van ons allemaal hier. Hoe blijft Nederland een land met een leefbaar klimaat voor iedereen? Hoe kunnen wij gezamenlijk voorkomen dat we in een tweedeling of zelfs een twintigdeling terechtkomen?

Voorzitter, ik moest dus toegeven dat ik in één ding zeker een betere voorouder kan zijn. Toch nog beter de ander ontmoeten, bevragen en in haar huid kruipen. Lotsverbondenheid en medemenselijkheid, ook met mensen die een andere achtergrond hebben dan ikzelf, of op echt andere partijen stemmen dan de onze. Een houding van wederkerigheid en elkaar het voordeel van de twijfel geven dat we allemaal een goede voorouder willen zijn. Dat zou helpen bij het tegengaan van polarisatie. Dat heeft mijn fractie meegenomen uit de rapporten en de debatten over de rol van deze Kamer in het tot stand komen van de toeslagenaffaire en het bestrijden van discriminatie.

Voorzitter. Middels moties heeft deze Kamer de regering verzocht te reageren op de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie antidiscriminatiewetgeving en de commissie zelfevaluatie toeslagenaffaire en het debat daarover. Kan de regering een vooruitblik geven op die reactie? Welke lessen heeft het kabinet getrokken uit deze en andere rapporten?

Goed voorouderschap vraagt niet alleen om solidariteit over de generaties heen, maar ook over onze grenzen. Solidariteit met de vrouwen en mannen in Iran, die strijden voor de mensenrechten van vrouwen. Mijn fractie ondersteunt de inzet van Nederland voor het instellen van EU-mensenrechtensancties. Kan de minister-president de stand van zaken schetsen en ons geruststellen dat dit prioriteit heeft? En uiteraard solidariteit met de mensen in Oekraïne, die voor hun en onze vrijheid vechten. Onze fractie is voor volledige steun, materieel en moreel, aan Oekraïne. Het is de moeite waard om te vechten voor vrijheid en om een volk te beschermen tegen een oorlogsmisdadiger. Mijn fractie ziet de wijze waarop in vele dorpen en steden Oekraïense ontheemden zijn opgevangen als een voorbeeld van hoe we als Nederland wel degelijk vanuit medemenselijkheid mensen in nood kunnen helpen.

Natuurlijk weten we ook dat het lang niet altijd makkelijk is voor omwonenden als groepen nieuwkomers met andere gebruiken en tradities in hun buurt komen wonen. Maar tegelijkertijd is het voor mijn fractie onacceptabel dat in 2022 kinderen in nood op stoeltjes moeten slapen in aanmeldcentrum in Ter Apel. Deze opvang, of eigenlijk het gebrek daaraan, voldoet niet aan de menswaardige opvang waar wij voor staan. De opvang voldoet ook niet aan de normen die we binnen Europa hebben afgesproken, zoals recent door de rechter is bevestigd. Graag hoort mijn fractie van de premier een reflectie op deze opvangcrisis en de stappen die het kabinet zet om in ieder geval op heel korte termijn de opvang fatsoenlijk te organiseren.

In tijden van oorlog en crisis is er vaak een rally-around-the-flageffect. De steun van de bevolking voor een regering of politiek leider neemt dan toe. Dat zagen we aan het begin van de coronapandemie in Nederland en nu zien we het voor Europa. Het vertrouwen in en het optimisme over de Europese Unie groeit. Mijn fractie is blij dat die vlag, net als de Nederlandse vlag, sinds kort een plek achter ons heeft in deze Kamer.

De Europese Unie is voor mijn fractie een voorbeeld van wat Krznaric "kathedraaldenken" noemt. Dit soort langetermijndenken stelde mensen in de middeleeuwen in staat om kathedralen te ontwerpen en te bouwen, in de wetenschap dat ze de kathedraal zelf nooit in volle glorie zouden zien. Welke kathedralen wil dit kabinet bouwen? Wat hoopt onze premier — inmiddels is hij de langstzittende premier van Nederland — dat over hem en zijn beleid in de geschiedenisboeken terechtkomt? Welke keuzes maakt hij voor een leefbaar Nederland voor toekomstige generaties? Wat betekent de generatietoets uit het regeerakkoord eigenlijk concreet? Graag een reactie van de minister-president.

Voorzitter. Voor vele Nederlanders is dit de eerste keer dat zij de prijs van vrijheid betalen. We voelen de waarde van vrijheid in de vorm van stijgende prijzen voor boodschappen, brandstof en energie. Dat betekent het om vrijheid te beschermen. Dat is geen makkelijke boodschap, maar wel een eerlijke. De prijs voor vrijheid betaalt iedereen, maar weegt niet voor iedereen even zwaar. De fractie van D66 is tevreden over hoe de regering tegemoetkomt aan de noden van mensen. De koopkrachtmaatregelen in de Miljoenennota bevatten ongekende en noodzakelijke investeringen in de bestaanszekerheid van mensen nu. Mijn fractie verwelkomt ook het prijsplafond voor de energie als aanvulling op het al aangekondigde noodfonds en de energietoeslag.

Maar tegelijkertijd bevinden we ons natuurlijk in een spagaat, namelijk een spagaat van solidariteit tussen mensen in Nederland, Europa en de rest van de wereld nu en tussen verschillende generaties. De overheid trekt enorme bedragen uit om solidair te zijn met mensen hier en nu. Het benadrukt het belang van het maken van scherpe keuzes waar dat kan en ook moet om het voor toekomstige generaties ook goed te houden.

Voorzitter. Zo kom ik bij de gezondheidszorg. Tijdens mijn eerste Algemene Politieke Beschouwingen vroeg ik het kabinet naar zijn strategie om de zorg goed toegankelijk en betaalbaar te houden, nu en ook in de toekomst. Inmiddels is de zorg voor het eerst de grootste kostenpost in de rijksbegroting. Hoe heeft de regering de aanbevelingen van het rapport Kiezen voor houdbare zorg van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid opgevolgd, in het bijzonder de aanbeveling dat scherpe keuzes moeten worden gemaakt? Welke keuzes worden in het Integraal Zorgakkoord gemaakt en wie voert daar de regie? Welke rol ziet de regering weggelegd voor burgers in het maken van deze keuzes, bijvoorbeeld middels een burgerberaad over de zorg? Dat is ook al aangestipt door eerdere collega's. Graag een reactie van de minister-president.

Voorzitter. We moeten het fundament leggen, ook al weten we nog niet precies hoe we het plafond bouwen. We moeten onze uitstoot terugbrengen tot nul, ook al weten we nog niet hoe wij klimaatneutraal kunnen samenleven in 2050. We moeten plantaardiger gaan eten, ook al weten we nog niet hoe we landbouw volledig circulair maken in 2050. We moeten onze democratische rechtsstaat blijven beschermen en vernieuwen, ook al weten we nog niet hoe onze democratie er in 2050 uitziet. We moeten dit doen, omdat we wél weten hoe 2050 eruitziet als we al deze dingen niet doen. Deze zomer was de op een na warmste zomer ooit gemeten op het noordelijk halfrond en een van de koelste zomers voor de rest van ons leven, met hittegolven, droogte, bosbranden en overstromingen tot gevolg. Als we goed naar onze geschiedenis kijken, weten we ook hoe onze samenleving eruitziet als we niet werken aan vertrouwen tussen mensen van verschillende afkomst en verschillende levensbeschouwingen, als we niet werken aan weerbaarheid binnen en buiten de grenzen, en als mensen geen gevoel van samen meer ervaren en niet meer nieuwsgierig zijn naar de ander. Hoewel we dachten dat het misschien niet nodig was, blijft het essentieel om te bouwen aan onderling vertrouwen, terwijl reglementen, wetten en protocollen juist uitingen zijn van beperkt vertrouwen.

Dit jaar heb ik met mijn fractie een reünie georganiseerd voor oud-D66-senatoren. We zaten met senatoren vanaf 1967 op de bankjes in deze zaal. Ik hoop over een jaar of dertig in het gerenoveerde gebouw ook eens een dergelijke reünie te mogen bijwonen, liefst met mijn kleinkinderen erbij. Dan hoop ik dat ik ze trots kan vertellen: hier heeft oma nog gewerkt aan wetten die ervoor hebben gezorgd dat jullie in een leefbare wereld wonen, waar we medemenselijkheid en lotsverbondenheid voelen, ondanks al onze verschillen. Dan vragen de kleinkinderen: huh, Eerste Kamer; wat is dat? Want tegen die tijd is de Eerste Kamer allang vervangen door een vorm van constitutionele toetsing.

Ik zie uit naar de reactie van het kabinet.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bredenoord. Dan is het woord aan mevrouw Faber-van de Klashorst namens de PVV.