Plenair Pijlman bij behandeling Aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte



Verslag van de vergadering van 4 oktober 2022 (2022/2023 nr. 2)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Pijlman i (D66):

Voorzitter. Dat mevrouw Faber staat voor haar argumenten, is overigens zo.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Pijlman (D66):

Voorzitter. Aardwarmte of geothermie, die tot dusverre op beperkte schaal in Nederland vooral in de tuinbouw wordt gewonnen, heeft veel potentie. Het zou volgens deskundigen tot 14% van de totale warmtebehoefte van Nederland kunnen dekken. Dat zou dan gerealiseerd kunnen worden in 2050. Het is schoon, het is duurzaam, maar niet zonder risico's. Daarom is regulering noodzakelijk. Dit voorstel voorziet daarin.

Geothermie kan een bijdrage leveren om de Nederlandse afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Dat is belangrijk voor het klimaat, maar ook geopolitiek noodzakelijk, zoals wij al jaren zeggen.

Met dit voorstel regelen we de vergunningverlening en maken wij de positie van de regionale overheden — de waterschappen, de gemeenten en de provincies — sterker. Het voorstel sluit dan ook aan bij de beweging om lokaal een grotere verantwoordelijkheid neer te leggen voor de energietransitie. We moeten het samen doen, het kan niet vaak genoeg worden gezegd. Eenieder heeft daarbij een verantwoordelijkheid: de burger, de bedrijven, de waterschappen, de gemeenten, de provincies, de Nederlandse Staat en de Europese Gemeenschap. Alleen door intensieve samenwerking kunnen we de grote uitdagingen waar we voor staan aan.

Dit voorstel leidt tot versnelling van procedures om aardwarmtewinning mogelijk te maken. Dat spreekt ons aan. Kan de staatssecretaris nog eens de oude en de nieuwe situatie naast elkaar leggen en daarmee de tijdwinst voor de aanvrager inzichtelijk maken?

Voorzitter. Ik ben zelf betrokken geweest bij een geothermieaanvraag. De gemeente Groningen wilde een nieuw aan te leggen warmtenet van energie voorzien door geothermie. De Hanzehogeschool Groningen, waarvan ik collegevoorzitter was, werd de eerste klant om de Zernike Campus te verwarmen en de hogeschool en later de universiteit duurzaam te maken. Het Staatstoezicht op de Mijnen greep echter in. De boringen zouden de onrust in de ondergrond kunnen versterken en daarmee het risico op aardbevingen verhogen. En dat is wel het laatste wat een Groninger wil.

Het warmtenet is vervolgens zonder geothermie gerealiseerd. Betekent dit dat geothermie in de provincie Groningen nu en in de toekomst niet meer kan? In de memorie van toelichting sluit u dat niet uit. Dat bevreemdde mij, omdat het genoemde project buiten het aardwinningsgebied viel. En wat zijn de mogelijkheden van aardwarmte in Limburg? De Peelrandbreuk zorgt al eeuwen voor kleine en ook grotere aardschokken. Ook speelt daar de aanwezigheid van veel oude mijnschachten. Zijn in beide provincies nog initiatieven mogelijk? Of sluiten we dat feitelijk op voorhand uit? Helderheid daarover kan in beide provincies de gemeenten helpen die een warmtevisie dienen te maken.

Vorige week maakten de gezamenlijke waterwinbedrijven een statement over de toekomst van ons drinkwater. Ik zeg erbij dat ik van een van die bedrijven, WMD, voorzitter van de raad van toezicht ben. Het bedrijf levert drinkwater aan Drenthe en delen van Groningen en Friesland. Door een amendement is nu in deze wet opgenomen dat geothermieboringen de aangewezen drinkwatergebieden niet mogen doorboren. Schuin boren mag achter wel. Wie kan schuin boren opleggen en wie houdt daar vervolgens toezicht op, met name op de veiligheid van de drinkwatervoorziening? Op dat punt ben ik het met mevrouw Faber eens. Is schuin boren voor de drinkwatervoorziening risicoloos? En wordt er in dit geval een aanvullende procedure gevolgd bij de vergunningverlening?

Voorzitter. Ik heb nog een laatste vraag. Boven en onder de grond wordt het steeds drukker. Is het instrumentarium van de Wet bodembescherming, die beleidsneutraal opgenomen wordt in de Omgevingswet, nog wel actueel genoeg?

Voorzitter. De D66-fractie ziet uit naar de beantwoording van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Pijlman. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

De behandeling van dit wetsvoorstel wordt later vanmiddag voortgezet.