Plenair Janssen bij behandeling Wet uitbreiding taakstrafverbod



Verslag van de vergadering van 4 oktober 2022 (2022/2023 nr. 2)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter. Wat mij betreft had het debat best wat korter gekund. De minister heeft heel veel tijd besteed aan allerlei voorbeelden om te laten zien hoe erg het allemaal is. Maar er is hier niemand die dat niet met de minister eens is. Natuurlijk is het onacceptabel en natuurlijk moet er gestraft worden. Dat was helemaal niet de vraag die wij vandaag hadden.

Wat ik ingewikkeld vind, is dat er een soort glijdende schaal lijkt te ontstaan. De minister zegt dat een taakstraf niet passend is en dat een gevangenisstraf moet worden opgelegd. Dat vinden namelijk de mensen die iets overkomen is, de slachtoffers. Als je vraagt: wat doet meer recht aan de vergelding: iemand die 240 uur een taakstraf moet uitvoeren of iemand die een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie dagen krijgt? Ik vraag me af wat de uitkomst is als je die vraag stelt. Je kunt dat generaliseren. Je kunt vragen wat mensen beter vinden: een gevangenisstraf, achter de deur, of een taakstraf. Dan is het antwoord natuurlijk: een gevangenisstraf. Als je dat specificeert en kijkt hoe dat in de praktijk uitwerkt, is maar de vraag wat het antwoord is. Mijn zorg is dat daarin een soort glijdende schaal ontstaat. Ik vroeg daar zonet bij interruptie al even naar. Er werd inderdaad gezegd: voorwaardelijke gevangenisstraffen doen daar ook niet echt recht aan, dus eigenlijk moeten we daar ook vanaf. Misschien kom je er dan op om te zeggen: je moet bij dit soort delicten toch eens nadenken over minimumstraffen. Dat is mijn angst als het gaat zoals het nu gaat.

Voorzitter. Volgens mij zei de minister in reactie op de vraag van collega Talsma iets van: het gaat om ongeveer 250 tot 300 zaken; dat zal voor het OM en de rechtbank het verschil niet maken. Als ik dan die 1.500 sepots zie en die tientallen zaken hier in het Haagse, vraag ik me af of een paar honderd zaken erbij niet toch het verschil gaat maken. Is dat wat we willen? Of gaan die op de stapel, blijven ze anderhalf jaar liggen en gaan ze dan bij de volgende sepotronde mee? Ik vraag me dus echt af of dit nou de weg is en of de minister die niet te makkelijk inslaat.

Voorzitter. Dan de strafbaarheid. Ik vroeg me het volgende af. De strafbaarheid van een delict moet volgens het Wetboek van Strafvordering vooraf kenbaar zijn. De minister was aan het mijmeren over de beveiliger: de ene situatie wel, de andere niet; wel een vergunning, geen vergunning. Zou dat niet alleen moeten gelden voor de vraag óf iets strafbaar is, maar ook hóe iets strafbaar is? Dezelfde beveiliger van dezelfde particuliere beveiligingsorganisatie, met dezelfde V en hetzelfde logo, valt in het ene geval wel onder deze wet en in het andere geval niet. Zou dat iets voor de strafvordering betekenen? Dan is vooraf namelijk niet kenbaar hoe de straf zou kunnen uitvallen op het moment dat daar iets gebeurt. Natuurlijk: blijf er met je handen vanaf, maar wat als er toch iets gebeurt? Ik vind dat een heikel feit.

Voorzitter. De minister zegt dat we nu heel erg aan het investeren zijn in meer agenten en zo. Mijn punt was nou juist dat die krapte niet het gevolg is van een natuurverschijnsel, maar van meer dan tien jaar bewust beleid. Dat proberen we nu te repareren, maar we hadden dit moeten voorkomen. Dat is het wezen van hetgeen ik heb proberen aan te kaarten: dat we met dit soort lapmiddelen, in de ogen van mijn fractie, minder rechtdoen aan wat er eigenlijk had moeten gebeuren.

Voorzitter. Als ik het samenvat, in het kort: de minister wil dit en de minister vindt een taakstraf niet passend. Dat is waar ik concluderend op uitkom. Mijn fractie is het daar van harte mee oneens. Wij denken dat het beter kan. Wij vinden dit een stap in de verkeerde richting. Omdat we eventueel een hoofdelijke stemming hebben, zal ik de leden van mijn fractie adviseren om tegen dit wetsvoorstel te stemmen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Meijer. Hij spreekt namens de VVD.