Plenair Koole bij behandeling Goedkeuring Protocollen Noord-Atlantisch Verdrag betreffende toetreding van Finland en Zweden



Verslag van de vergadering van 12 juli 2022 (2021/2022 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koole i (PvdA):

Meneer de voorzitter. Binnen drie dagen mag ik in deze Kamer bij drie plenaire debatten het woord voeren over onderwerpen die niet los kunnen worden gezien van de dramatische gebeurtenissen die zich sinds 24 februari op dit continent voltrekken. De Russische inval in Oekraïne op die dag betekende niet alleen een daad van brute agressie tegen een buurland, met vele burgerslachtoffers tot gevolg, maar maakte ook duidelijk dat de veiligheidssituatie in heel Europa diepgaand is veranderd. Vooral NAVO-lidstaten dicht bij Rusland voelden de dreiging van de grote oosterbuur. Alle NAVO-landen besloten tot extra defensie-uitgaven. De presentie van troepen uit NAVO-landen dichtbij de oostgrens van het NAVO-gebied nam toe. En twee tot dusver neutrale landen, Zweden en Finland, namen de historische beslissing om het lidmaatschap van de NAVO aan te vragen.

De leden van de Partij van de Arbeidfractie verwelkomen Zweden en Finland in de NAVO. Deze historische stap draagt bij aan de veiligheid van beide landen, maar versterkt ook de NAVO. Tegelijk brengt dit de NAVO dichter bij de Russische Federatie. De Russisch-Finse grens — de heer Van Apeldoorn had het er ook al over — is 1.300 kilometer lang. Hoe waardeert de regering het laatste? Kan dit het gevoel van bedreiging door de NAVO bij Rusland versterken? Is de kans op een directe oorlog van de NAVO met Rusland hierdoor toegenomen?

De formele voorwaarden voor toetreding tot de NAVO zijn, zo zegt de regering, dat een land in Europa of Noord-Amerika ligt, dat het een stabiele rechtsorde moet kennen en dat het moet bijdragen aan de veiligheid in de Europees-Atlantische regio. Beide landen, Zweden en Finland, voldoen daar zeker aan. Maar het is wel navrant dat hun toetreding vooral afhangt van de instemming van een NAVO-lid, Turkije, dat aan dat tweede criterium van een stabiele rechtsorde slechts zeer beperkt voldoet. Ook de heer Van Apeldoorn ging daar al op in. Zo weigert Turkije de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te voeren om een politiek leider van de HDP, Demirtaş, vrij te laten. En of Turkije een robuuste democratie is — een van de drie criteria die de regering juist een reden vindt om Finland en Zweden toe te laten tot de NAVO — valt ook te betwijfelen. Herkent de regering dit ongemak? Herkent de regering ook de houding van Turkije ten aanzien van de PKK? Heeft de regering inzicht in de concessies die aan Turkije zijn gedaan om het verzet tegen toetreding van Zweden en Finland tot de NAVO op te geven?

Kan de regering aangeven wanneer, bij goedkeuring van de toetredingsprotocollen door alle NAVO-lidstaten, Zweden en Finland volledig geïntegreerd zullen zijn in de NAVO, zowel politiek als militair? En wat betekent hun toetreding voor het dit voorjaar door de Europese Unie opgestelde Strategisch Kompas en voor het nog recentere Strategisch Concept van de NAVO?

Voorzitter. Het is al gezegd: de besluitvorming over de toetredingsprotocollen gaat heel erg snel, maar naar ons oordeel op een staatsrechtelijk correcte wijze. De bijzondere situatie van een oorlog op ons continent billijkt die snelheid. De schemertoestand tussen volledige neutraliteit en volledig lidmaatschap van de NAVO dient zo kort mogelijk te zijn. Een snelle goedkeuring door het Nederlandse parlement en die van de meeste andere NAVO-lidstaten kan werken als een krachtig signaal, zowel in de richting van de Russische Federatie als in de richting van Turkije. Hopelijk geven wij vandaag in ons land dit signaal af.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koole. Dan is het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.