Plenair Dessing bij behandeling Samenvoeging van de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne



Verslag van de vergadering van 12 juli 2022 (2021/2022 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 17.15 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dessing i (FVD):

Dank u wel, voorzitter. Vandaag hebben wij het over de fusie van drie gemeenten in Zuid-Holland: Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne. Op papier is het de zoveelste gemeentelijke fusie sinds 1945, toen Nederland nog uit ruim 1.000 gemeenten bestond, waarvan er nu nog maar zo'n 340 over zijn. Het is een trend die niet te keren lijkt en die door het vorige kabinet zelfs in sneltreinvaart uitgevoerd leek te worden. De vorige minister had bij haar aantreden zelfs het plan om twintig gemeenten op te heffen. Deze fusie van drie gemeenten is de eerste fusie van de huidige minister.

Nooit lijkt het andersom te kunnen. Een bestuurlijke ontvlechting bijvoorbeeld zou op z'n minst het onderzoeken waard zijn, zou je zeggen. Kleine gemeenten werken namelijk veel beter dan grote gemeenten. Uit onderzoek is gebleken dat fusiegemeenten niet per definitie efficiënter opereren of door schaalvergroting minder budget nodig hebben. Sterker nog, de inwoners van de nieuwe fusiegemeentes zijn vaak duurder uit en voelen zich minder dicht bij de nieuwe gemeenteraad staan. Een verlies voor de democratie, tegen een hoge prijs dus.

Het past allemaal in het plaatje van de zogenaamde democratische partijen, waarbij opvalt dat D66, dat opgericht schijnt te zijn om de democratie dichter bij de burger te brengen, de democratie juist zo snel mogelijk zo ver mogelijk van de burger wil plaatsen. Eerst het afschaffen van het referendum, in de vorige kabinetsperiode, en een nooit eerder geziene daadkracht om zo veel mogelijk gemeenten te laten fuseren zonder inspraak van de inwoners door middel van een referendum. Dat kwam net al voorbij in het debat.

De gemeente Haren, die zelfs gedwongen is zich bij Groningen te voegen, is lang onderwerp van gesprek geweest. Het provinciebestuur van Groningen heeft de Kamer zelfs verkeerd geïnformeerd over het proces voor de fusie van Haren met de gemeente Groningen. Haren wilde koste wat het kost zelfstandig blijven, maar is onder dwang en door een listig bestuurlijk spel uiteindelijk toch voor de bijl gegaan. Waarom moet dit toch, zou je denken. Waarom geen referendum, waarin alle bewoners die dat willen, zich kunnen uitspreken over een eventuele fusie?

Volgens de VVD worden de gemeenten te klein om de complexe gemeentelijke taken uit te voeren. De afgelopen jaren zijn er natuurlijk enorm veel taken, zoals bijvoorbeeld jeugdzorg, onder de hoede van de gemeenten komen te vallen. Volgens de VVD zijn fusies daarom onvermijdbaar en een gevolg van beleidskeuzes die in Den Haag worden gemaakt. Ik zou de minister echter willen vragen hoe het kan dat een land als Liechtenstein, met minder inwoners dan alleen al de gemeente Hellevoetsluis met 40.000 inwoners, als land kan functioneren met nog veel complexere taken dan onze gemeenten? Waarom, zo is mijn tweede vraag, wordt er dan niet gekeken naar de complexiteit van alle opgaven en uitvoeringstaken die er bij de gemeenten liggen en nog aan zitten te komen? Is vermindering van complexiteit niet een betere strategie, waarbij wordt gekeken naar de oorzaak van het probleem, in plaats van de nu massaal gekozen schaalvergrotingen?

Voorzitter. Een ander punt van zorg voor Forum voor Democratie is het draagvlak onder de inwoners van deze gemeenten voor dit soort fusies. De kartelpartijen hebben vaak een grote mond over participatie en democratie. Er worden gesprekstafels, buurtbijeenkomsten en burgerfora opgericht om de inwoners te betrekken bij dergelijke besluitvorming, maar nooit en te nimmer mag er een bindend referendum worden gehouden. Naar het soort bijeenkomsten die hierover worden georganiseerd, vaak op een doordeweekse dag, als de hardwerkende burger niet beschikbaar is, komen vaak dezelfde mensen die bestuurlijk mee willen doen. Dat zijn over het algemeen gepensioneerden, D66'ers, PvdA'ers, NRC-lezers en VPRO-leden. Niet een heel representatieve groep, dus. Vervolgens kan het kartel wel pronken met de resultaten van dergelijke gesprekstafels, aangezien daar volgens de aanwezigen een meerderheid de beleidsrichting steunt.

Ook bij deze fusie valt het lage aantal insprekers voor participatie op, terwijl er een breed draagvlak zou zijn voor deze fusie. Is dit draagvlak er onder de bevolking, of is het een ambtelijk draagvlak, om allerlei ambtelijk-organisatorische redenen? Zijn er wellicht ook financiële redenen? Is dit wellicht ingegeven door toekomstige vermindering van financiële bijdragen van het Rijk, zo vraag ik de minister.

Waarom zou er geen bindend referendum gehouden kunnen worden in deze gemeenten om het echte draagvlak te meten? Als er draagvlak is voor een fusie, als resultaat van een referendum, dan is dat een democratisch gegeven, dat forum voor Democratie uiteraard zal respecteren. Maar zonder referendum zijn we kritisch. Waarom is een simpele ja-neevraag dan niet wenselijk, maar zijn er per se wijkbijeenkomsten en burgerfora nodig?

De heer Koole i (PvdA):

De heer Dessing vraagt waarom er geen bindend referendum kan worden gehouden. Dat is wettelijk onmogelijk. Grondwettelijk is er geen bindend referendum toegestaan op decentraal niveau. Raadgevende en raadplegende referenda zouden wel kunnen worden gehouden. Dan moet daar in een verordening op lokaal niveau eerder toe zijn besloten, maar dat is niet gebeurd. Een bindend referendum kan dus niet. Er is net in de Tweede Kamer een voorstel voor grondwetswijziging om referenda in te voeren in tweeën geknipt. Eén deel ging over decentrale referenda. Dat is afgewezen. De Partij van de Arbeid is erg voor bepaalde typen referenda, onder bepaalde condities, maar we moeten natuurlijk wel netjes het wetgevend proces afwachten. Op dit moment is het niet mogelijk om bindende referenda in te voeren, dus waarom roept de heer Dessing daar nu toe op?

De heer Dessing (FVD):

Dank u wel voor deze vraag, meneer Koole. Natuurlijk is het zo dat het op dit moment niet kan, maar in mijn betoog probeer ik ook een wat beschouwelijke toon aan te slaan, die past bij deze chambre de réflexion. Ik wil absoluut niet beweren dat wij de gemeenten bij een gemeentelijke herindeling moeten verplichten om zo'n referendum te houden, maar het is wel een ideaalbeeld, dat voor Forum voor Democratie zou kunnen passen. Ook een raadgevend referendum zou een mooie toets zijn om te kijken wat de bevolking nu daadwerkelijk vindt en of dat draagvlak onder de burgers van de desbetreffende gemeenten er daadwerkelijk is.

De heer Koole (PvdA):

Ik meen toch gehoord te hebben dat er werd gepleit voor een bindend referendum, specifiek in de casus van deze drie gemeenten. Er werd gevraagd waarom dat niet is gebeurd. Nou, het kan gewoon niet. Nu hoor ik zeggen dat een raadgevend referendum ook mooi zou zijn geweest, maar dat is toch de verantwoordelijkheid van de gemeenten zelf, vraag ik de heer Dessing. Zij moeten eerst zo'n verordening tot stand brengen. Als die er is, kan er eventueel een referendum worden gehouden. Dat is niet gebeurd, maar dan is er altijd nog de gemeenteraad die namens de bevolking spreekt. U kunt het natuurlijk ook aan de minister vragen. De minister heeft de rol om te kijken of het democratisch proces goed is geweest in het hele proces van de herindeling. Dat mag de minister zelf zeggen. Maar waarom nu toch het onmogelijke vragen en zo weinig geloof in het representatieve karakter van de democratie op lokaal niveau?

De heer Dessing (FVD):

Ik heb absoluut geloof in de lokale democratie — laat dat helder zijn — maar ik probeer hier toch een beetje prikkelend beschouwend betoog te houden om ons te laten nadenken. We hebben al een aantal van dit soort vraagstukken langs gehad. De fusie tussen Haren en Groningen is voorbijgekomen, de fusie tussen Weesp en Amsterdam. Het is een overkoepelend punt dat Forum voor Democratie wil maken. Daar heb ik in mijn betoog voor een deel al op gewezen. In het vervolg wil ik dat verder doortrekken. We moeten de oplossing misschien minder in symptoombestrijding zoeken. We moeten naar de kern van het probleem kijken: de taakverzwaring van de gemeenten. De reflex daarop is dat we daarom dan maar moeten gaan fuseren. Daar moeten we misschien eens op een andere manier naar gaan kijken. Dat is het punt dat ik wil maken.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Koole.

De heer Koole (PvdA):

Dat laatste punt is denk ik heel goed om naar te kijken. Er zijn heel veel problemen. We hebben hier ook een speciaal debat gevoerd over de verhouding tussen de bestuurslagen in Nederland. Daarin kwam dit allemaal aan de orde. We hebben ook een debat gehad over de invoering van referenda. Dat is het moment waarop je kunt reflecteren op dit soort instrumenten. Nu gaat het specifiek over deze herindeling. En dan kun je op dit moment niet vragen om een bindend referendum, want dat is gewoon onmogelijk.

De voorzitter:

Vervolgt uw betoog.

De heer Dessing (FVD):

Voorzitter. Als onderbouwing voor de fusies wordt altijd gezegd dat een nieuwe, grotere gemeente bestuurskracht krijgt. Niemand weet wat dat is, maar het klinkt wel erg daadkrachtig natuurlijk. Blijkbaar kunnen kleine gemeenten op zichzelf niets en hebben ze na een fusie ineens meer slagkracht om taken op eigen kracht uit te voeren. In een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen zien we dat deze nieuwe gemeenten niet minder uitgeven dan voor de fusie, niet per definitie aantrekkelijker worden gevonden door inwoners, maar dat zelfs het tegenovergestelde waar is. Mensen raken minder betrokken bij de politiek en uit cijfers blijkt dat inwoners van zulke gemeenten ook minder vaak gaan stemmen. Wat ons betreft een verlies voor de democratie. En wat bij fusiegemeenten ook vaak het geval is, is dat er één grotere gemeente is met enorme schulden en dat de omliggende rijkere dorpjes met de grotere gemeente moeten samengaan om zo het geldgebrek te doen verdwijnen bij de grote verslinder van het geld. Het gebeurt al decennia.

Zo ook bij de fusie tussen Zaandam en omliggende gemeenten als Krommenie, Koog aan de Zaan, Wormerveer, Assendelft, Westzaan en Zaandijk. Zaandam had schulden en de dorpjes eromheen hadden alles keurig op orde. Er moest en zou een fusie komen en zo is de gemeente Zaanstad ontstaan. En nu dreigt hetzelfde te gebeuren met Brielle en Westvoorne. Hellevoetsluis, verreweg de grootste gemeente van de drie met meer dan 40.000 inwoners, schijnt een exorbitant begrotingstekort te hebben, terwijl Brielle en Westvoorne zichzelf prima kunnen bedruipen. Maar weer zullen de goeden onder de kwaden lijden. Je zou het zomaar kunnen vergelijken met de EU, waarbij het Noorden het Zuiden financiert.

Voorzitter. Vandaag hebben we het over een volgende fusie in een hele rits. Het is een fenomeen waar Forum voor Democratie in algemene zin tegen is, en ook in dit geval. Het bijzondere aan deze fusie is dat het om de gemeente Brielle gaat, een gemeente met een zeer bijzondere historie die zijn eigen zelfstandigheid heeft moeten bevechten. Brielle is namelijk bekend door het verhaal van de Hertog van Alva. Het vestingdorp werd in de zestiende eeuw geregeerd door de Spanjaarden ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. De landvoogd van Brielle was de hertog van Alva. De bevolking van Brielle morde indertijd over de manier waarop de Spaanse vorst, Philips de Tweede, de stad bestuurde. Menigeen vond hem te katholiek en hij leurde altijd om extra geld. Toen Philips met een extra belasting kwam aanzetten die de naam Tiende Penning droeg, viel dat slecht. Prins Willem van Oranje kwam in opstand en bracht een huurleger op de been, de watergeuzen, die zijn marine vormden. Op 31 maart 1572 voer de vloot van de watergeuzen, 26 schepen onder leiding van bevelhebber Lumey, richting Den Briel en ging de vloot voor Den Briel voor anker. De watergeuzen kregen te horen dat er maar weinig Spaanse soldaten in de stad waren en hun werd gevraagd de burgemeester te sommeren de stad aan de watergeuzen over te geven. Burgemeester Koekebakker en het stadsbestuur weigerden eerst, omdat de geuzen berucht waren om hun plunderingen en andere wandaden. Daarop bestormden de geuzen op 1 april 1572 de Noordpoort: "In naam van Oranje, doe open de poort". Ze rekenden snel af met de Spanjaarden en kregen de stad in handen. En zo werd Den Briel de eerste stad in handen van de opstandelingen en voert het met trots de lijfspreuk "Eersteling der vrijheid". De prinsenvlag werd gehesen. De inname van Den Briel werd een van de bekendste gebeurtenissen van de Tachtigjarige Oorlog en de vaderlandse geschiedenis van ons huidige Nederland.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dessing. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.