Plenair Karimi bij behandeling Goedkeuring twee overeenkomsten tussen Canada en de Europese Unie



Verslag van de vergadering van 11 juli 2022 (2021/2022 nr. 37)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 9.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Karimi i (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Greta Thunberg was 14 jaar oud toen zij voor het Zweeds parlement ging zitten en daar dagenlang alleen zat met een bord waarop zij zelf had geschreven: schoolstaking voor het klimaat. Greta, een tienermeisje, beschikte niet over geld, over een leger aan lobbyisten of woordvoerders of over enig ander machtsinstrument. Een jonge meid, bezorgd over haar eigen toekomst, over de toekomst van haar generatiegenoten en over onze planeet, besloot de dingen niet op hun beloop te laten. De schoonheid van haar uiterst eenvoudige en tegelijk geniale actie inspireerde miljoenen mensen, vooral jongeren, en maakte haar tot een leider van de klimaatbeweging. Met haar schoolstaking stapte zij letterlijk en figuurlijk uit de onvermijdelijk lijkende tredmolen van onze tijd.

De opwarming van de aarde en de gevolgen van de klimaatverandering zijn niet te negeren. Met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar in deze Kamer zullen wijzelf de meest desastreuse gevolgen van klimaatverandering misschien niet meer meemaken, maar onze kinderen en kleinkinderen wel. Maar ook nu verwoesten extreme overstromingen, droogte en bosbranden levens van miljoenen mensen. Deze extreme weeromstandigheden komen niet alleen voor in Afrika of Azië, maar ook steeds meer in Europa.

In een zeer hoog tempo krimpt de biodiversiteit. Dat is de andere stille ramp die de leefbaarheid van de aarde bedreigt. Wat hebben klimaatverandering en een tanende biodiversiteit te maken met een handels- en investeringsverdrag tussen de EU en Canada, vraagt u zich af. Alles. Het dominante economische model dat sinds het begin van de industrialisering mens, dier en natuur ten dienste stelt van winstmaximalisatie en zeker het neoliberalisme van de afgelopen decennia hebben deze crisis veroorzaakt. Maar ook armoede en extreme ongelijkheid in de wereld zijn gevolgen van de neoliberale economie.

Voorzitter. We kunnen doen alsof er geen sprake is van een klimaatcrisis die het bestaan van de mensheid bedreigt. We kunnen onze ogen en oren sluiten voor de noodkreten van onze kinderen en kleinkinderen, die met een existentiële onzekerheid over hun toekomst leven. We kunnen doen alsof er geen sprake is van een steeds groter wordende ongelijkheid tussen arm en rijk en we kunnen doen alsof de minuscule verbeteringen in de neoliberale economie van de afgelopen decennia voldoende zijn om het tij te keren. Ik hoor nog de woedende kreet van Greta Thunberg tegen de wereldleiders, bijeen in de Verenigde Naties in 2019: how dare you.

De tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en Canada anderzijds gesloten Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) is het meest veelomvattende en ambitieuze handelsakkoord uit de geschiedenis van de EU. Het verdrag neemt handelsbelemmeringen weg zoals non-tarifaire belemmeringen en de douanerechten op 98% van producten en op alle industriële goederen. Daarnaast voorziet het in het vaststellen van oorsprongsregels, versterkt het de toegang tot dienstensectoren en stelt het de markt van aanbestedingen over en weer open. Naast de handel regelt CETA de investeringsbescherming. De onderhandelingen en de ondertekening op 30 oktober 2016 vonden plaats in de hoogtijden van het neoliberalisme, voordat een pandemie de kwetsbaarheden in en afhankelijkheden van internationale productieketens en globalisering blootlegde, voordat de agressieve oorlog van Rusland tegen Oekraïne de voedselvoorziening in de wereld tot een oorlogswapen maakte en voordat de alarmerende rapporten van het IPCC en extreme weeromstandigheden de urgentie van de klimaatverandering op de agenda zetten.

Voorzitter. In CETA zijn twee centrale uitgangspunten van het neoliberalisme tot in de puntjes uitgewerkt. Eén: meer groei en globalisering zijn goed. Twee: de Staat heeft als taak de markt en bedrijven maximaal te faciliteren. Dit betekent maximale liberalisering van handel in goederen en diensten en bescherming van bedrijven tot en met het oprichten van een speciaal court system dat investeringen van bedrijven en multinationals moet beschermen. Dit zijn tegelijk ook de centrale kritiekpunten van mijn fractie op dit verdrag. In de voorbereiding van dit debat hebben we in deze Kamer honderden vragen gesteld. Daarmee zijn de inhoud en reikwijdte van het verdrag duidelijk. Daar zal ik vandaag ook weinig vragen over stellen. Vandaag gaat het wat mijn fractie betreft om ons politieke oordeel. Laat ik duidelijk zijn: dit debat gaat niet over Canada. Canada is een democratische rechtsstaat, vergelijkbaar met de onze. Mensenrechten en progressieve waarden staan daar vaak centraal. Er bestaat geen twijfel over: met of zonder CETA is en blijft Canada een gewaardeerde partner. Daarom zal mijn fractie voor de goedkeuring van de Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada, die vandaag ook op de agenda staat, stemmen.

Voorzitter. In het klimaatakkoord van Parijs zijn ambitieuze afspraken gemaakt voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. GroenLinks verwacht dat al het overheidshandelen ten dienste staat van het tegengaan van klimaatverandering en het ervoor zorgen dat alle lagen van de samenleving op een sociaal rechtvaardige manier kunnen meedoen met de transitie. In de impactanalyse van de Europese Commissie staat letterlijk dat de toename van handel gaat leiden tot een grotere uitstoot van broeikasgassen. Een voorbeeld van wat het wegvallen van restricties onder dit verdrag kan betekenen, is dat teerzandolie en schaliegas naar de Europese Unie geëxporteerd kunnen worden. Beide fossiele energiebronnen zijn enorm slecht voor het klimaat en de productie ervan heeft een verwoestend effect op het milieu, de natuur en de leefomgeving van mens en dier.

LTO Nederland pleit hartstochtelijk voor CETA. Hun lobbybrief bevestigde mijn fractie nog sterker in haar overtuiging tegen dit verdrag. Ik citeer uit de brief: "Sinds het verdrag in 2017 in werking is getreden, stijgt de export naar Canada harder dan de import. Ook voor bijvoorbeeld de varkenshouderij." Meer en meer varkensvlees en rundvlees gaan vanuit Nederland naar Canada, terwijl het Nederlandse stikstofbeleid tot een halvering van de veestapel noopt. In de uitzending van Nieuwsuur op 7 juli jongstleden werd goed inzichtelijk gemaakt dat het niet de boeren zijn die van meer productie en meer export profiteren. De agro-industriële sector om de boeren heen is de grote profiteur. Ze verdienen veel geld en jagen de productie aan. Daarmee zijn ze medeverantwoordelijk voor het kappen van nog meer vierkante kilometers regenwoud in de Amazone. Soja uit Brazilië wordt verwerkt tot veevoer om het in Nederland geproduceerde vlees vervolgens terug over de oceaan naar Canada te sturen. En dat in een tijd dat protesten door boeren tegen stikstofreductie een deel van het land lamleggen.

Dit is de lange internationale productieketen waar we het over hebben. Het is een schoolvoorbeeld van de perverse gevolgen van neoliberale globalisering met handelsverdragen als CETA. Een uitweg uit de huidige landbouwcrisis in Nederland is kwaliteit boven kwantiteit stellen en zorgen dat de boer een eerlijke prijs krijgt. 2.500 boeren presenteerden vorige week een tienpuntenplan als antwoord op de huidige landbouwcrisis. CETA, dat deze boeren door de import van goedkope producten blootstelt aan concurrentie uit Canada, waar de standaarden ook een stukje lager zijn, helpt de transitie naar een duurzame landbouw niet. CETA houdt de boeren gevangen in een systeem dat ten koste gaat van het milieu, de grond en de waterkwaliteit, en dieren goedkoop voor de wereldmarkt moet produceren. We zien vooral de negatieve gevolgen van neoliberale globalisering. De lokale economie moet in toenemende mate concurreren met de mondiale economie, waardoor goedkoop produceren het belangrijkste doel is. Daardoor staan sociale rechten en arbeidsrechten onder druk. We kennen allen de uitholling van de arbeidsrechten en de uitbuiting van mensen in moderne slavernij in vele sectoren, zoals de textielindustrie.

Voorzitter. Ons tweede grote bezwaar gaat over de grote macht van grote internationale bedrijven en multinationals als gevolg van dit verdrag. De investeringsarbitrage ICS van CETA voorziet buitenlandse investeerders van rechten die binnenlandse ondernemers niet hebben en geeft de buitenlandse investeerders de mogelijkheid om de nationale rechter te passeren. De keuze ligt geheel bij de bedrijven. Bij een geschil kunnen ze besluiten het pad van de nationale rechtsgang dan wel dat van het ICS te bewandelen. Hoewel het ICS minder slecht is dan het oude Investor-State Dispute Settlement, het zogenaamde ISDS, bij handelsverdragen, omdat het meer transparantie kent en permanent met vast aangestelde rechters werkt, blijven wij als GroenLinks, ook na meerdere schriftelijke rondes, zitten met de vraag waarom de EU en Canada, met sterke rechtsstatelijke tradities en een onafhankelijke rechtspraak, aparte rechtbanken buiten de nationale of Europese gerechtelijke systemen nodig hebben om geschillen tussen bedrijven en overheden te beslechten.

De heer Backer i (D66):

Ik laat een heleboel punten die u onder neoliberalisme schaart — ik geloof dat u het zes keer heeft genoemd — nu maar even rusten. Het gaat mij nu om het onderwerp waar wij in deze over Kamer gaan, namelijk geschillenbeslechting. U zegt volgens mij, tenzij ik u niet goed heb verstaan, dat het ICS-forum niet toegankelijk zou zijn voor kleine ondernemingen. Dat lijkt mij toch feitelijk onjuist. Het is voor iedereen toegankelijk. Het is alleen een keuze of je gebruik wilt maken van de lokale rechten of van het arbitrageforum. Heb ik dat nu juist geïnterpreteerd of heb ik het niet goed verstaan? Wat is het?

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ik denk dat de heer Backer misschien niet goed geluisterd heeft. Ik heb niks over kleine bedrijven gezegd. Natuurlijk kunnen ze … Ik heb gezegd dat die bedrijven zelf kunnen kiezen of ze naar een nationale of een internationale rechter stappen. Maar ook op basis van de ervaring die wij hebben met bestaande verdragen, denk ik dat vooral grote bedrijven en multinationals gebruik zullen maken van ICS. Of bestrijdt de heer Backer dat?

De heer Backer (D66):

Ik bestrijd niets, maar ICS is nog niet getest in de praktijk. Het feit dat multinationale ondernemingen in het verleden, overigens vrij schaars, gebruik hebben gemaakt van ICSID, zal iets te maken hebben met het feit dat ze in meerdere landen werken, vaak grotere investeringen doen en er dus belang bij hebben om een dergelijke arbitrageprocedure te voeren die waarschijnlijk bij de lokale rechter niet gevoerd kan worden of met zeer weinig waarborgen is omgeven. Dus nogmaals, het is niet alleen voor grote bedrijven. Ik kan me voorstellen dat grotere bedrijven er eerder gebruik van maken, maar waarom zou dat het geheel diskwalificeren?

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Daar gaat ons bezwaar helemaal niet om. Het maakt niks uit of het grote of kleine bedrijven zijn. Wij hebben gewoon een onafhankelijke rechtspraak, een Europees gerechtssysteem en een Canadees gerechtssysteem, waar we gewoon op kunnen vertrouwen. Die bedrijven kunnen daarnaartoe gaan. Zij hoeven geen aparte internationale route te hebben. Het punt dat de heer Backer maakt over investeren in meerdere landen klopt, maar geschillen gaan altijd over een heel specifiek land. Ik zal zo meteen het voorbeeld geven van Nederland met de kolenwet. U weet dat er daarbij gebruik is gemaakt van het energiecharter en dat er tegen Nederland, tegen een nationale staat, processen zijn gevoerd. Dat had ook net zo goed in Nederland kunnen gebeuren.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Backer.

De heer Backer (D66):

Tot slot, voorzitter. Nou ken ik GroenLinks als zeer rechtsstatelijk. We hebben ook samen debatten gevoerd over Polen, over Hongarije en over de rechtsstaat. Canada gaat een verdrag aan met 26 landen in Europa. Van die 26 landen zijn er denk ik maar heel weinig waar zij of ik, of u misschien, zou durven procederen. Dan is een investeringsbescherming toch nuttig om — laat ik de landen niet allemaal noemen — sommige rechtbanken te vermijden en te zorgen dat je een eerlijke investeringsbescherming hebt? Die investeringen moeten natuurlijk ten goede komen aan de burgers in dat land. Daar is het voor bedoeld.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

De heer Backer stelt mij nu echt teleur. Ja, inderdaad, we trekken samen op tegen schendingen van de rechtsstaat in Polen en Hongarije binnen de EU. Daar moet ook een oplossing in gevonden worden, maar dat kan natuurlijk geen excuus zijn om een aparte route te bedenken om toch de investeringen van grote bedrijven te gaan beschermen! Waar eindigen we dan? Gaan we dan overal aparte tribunalen en hoven inrichten? Nee, wij moeten het probleem van Polen en Hongarije adresseren waar het hoort, en dat doen we ook.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog, mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ja. Waar was ik? O ja.

Sterker nog: wij vinden dat de oprichting van het ICS bijdraagt aan de afbrokkeling van ons democratische bestel omdat het ICS te veel het particuliere bedrijfsleven en te weinig het publieke belang dient. Dat blijkt ook uit de ervaring met ISDS-geschillen uit het verleden. Juist Nederland zou gezien zijn ervaring met ISDS en energiecharter fel tegen ICS ten strijde moeten trekken. Nederland heeft op basis van het energiecharter immers miljardenclaims te betalen wegens de recente kolenwet, waarbij twee Duitse energiereuzen, RWE en Uniper, respectievelijk 1,4 miljard en 1 miljard euro eisen omdat Nederland de opwekking van elektriciteit door kolenverbranding per 2030 verbiedt. Dat is fnuikend voor overheden en landen die een sociaal rechtvaardiger en duurzamer beleid willen voeren om de Parijse klimaatdoelen te halen. Is Nederland trouwens bereid om zich in te zetten voor de hervorming van het Energy Charter? Investeringsbescherming van energie mag de klimaatbescherming niet in de weg staan.

Voorzitter. Ik ga terug naar CETA. Dan is er ook nog de overdracht van wetgevende bevoegdheden aan ambtelijke CETA-comités, aan de halfzachte milieubepalingen en sociale bepalingen daarin. Het Europees Parlement en de nationale parlementen staan buitenspel en er ligt te veel macht bij CETA-comités bij de invulling van bijvoorbeeld de investeringsbescherming. De comités zijn onvoldoende juridisch geborgd en niet transparant om het algemeen belang na te streven. Ook ligt het risico van verlaging van standaarden via de comités op de loer. Hierdoor krijgen internationale bedrijven en multinationals veel extra macht. Ze worden al vroeg in deze zogenaamde regelgevende samenwerking geïnformeerd over wetgevingsprojecten. We weten hoe sterk de lobbykracht van de bedrijven in Brussel en in Den Haag is. Juist deze minister weet daar heel veel van als oud-EU-parlementariër. De bedrijven kunnen ongemerkt al vroeg in het wetgevingsproces nieuwe voorstellen beïnvloeden. De beoogde harmonisatie van wetten en regels kan zonder invloed van parlementen — het Europees Parlement dan wel de nationale parlementen — naar lager niveau geharmoniseerd worden. De case van Neelie Kroes, in dienst van Uber, door onafhankelijke journalisten gisteren gepubliceerd, laat zien dat bedrijven er alles aan doen om regels en wetten in hun voordeel te beïnvloeden. We mogen multinationals niet nog meer macht geven.

In dit verband noem ik ook even kort het klachtenmechanisme voor de klachten door maatschappelijke organisaties, waarvoor Nederland heeft gepleit. Feit is, zoals ook de regering schreef in antwoord op onze vragen, dat er met dit meldpunt geen jota verandert aan het CETA. Het is zoals de milieuorganisaties en FNV in hun brief aan ons schreven: "Meldpunt duurzaamheidsklachten is slechts lapmiddel tegenover ICS én zwakke duurzaamheidshoofdstukken." Laat ik hier de woorden herhalen van Jan Terlouw, erelid van D66, en Jan Pronk, oud-minister van de PvdA, in het artikel van 10 juli. "Het is daarom wijs wanneer de Eerste Kamer tegen CETA stemt. Daarmee ontstaat ruimte voor nieuwe mondiale afspraken waarmee de grote uitdagingen van deze tijd, zoals de klimaatcrisis, tanende biodiversiteit, voedselzekerheid, verduurzaming van economische transacties en armoede en ongelijkheid kunnen worden aangepakt. Laat de EU bij het afsluiten van handelsverdragen daarbij kijken naar het effect op de rest van de wereld."

Voorzitter. Ik sluit af.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

No. No, no, no, no! Ik sluit af, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dacht al: u bent vroeg. Gaat uw gang.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Mijn jongste kleinzoon, Sami, is vandaag exact twee maanden oud. Kijkend naar hem en zijn drie jaar oudere broer Kian, vraag ik mij steeds vaker af in welke wereld zij en al hun leeftijdgenoten zullen leven. Welke wereld laten we na? Nu al zijn maatschappij-ontwrichtende gevolgen van klimaatverandering en ongelijkheid duidelijk. Business as usual is geen optie meer. Het voortzetten van het neoliberale economisme kan echt niet meer. Meer, meer en nog meer groei. Meer, meer en nog meer uitputting van de aarde. Meer, meer en nog meer productie en consumptie. Meer, meer en nog export. Het moet ophouden. Dit verdrag is goed voor alles wat voor de economie van "meer, meer en nog meer" staat en slecht, zeer slecht, voor de broodnodige transitie naar een eerlijkere, socialere en duurzamere wereld. Voor Sami, Kian en alle andere kinderen en jongeren voor wie Greta Thunberg letterlijk uit het systeem stapte, zal mijn fractie met overtuiging tegen het CETA-verdrag stemmen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, hebt u afgerond, mevrouw Karimi? De heer Nicolaï.

De heer Nicolaï i (PvdD):

Onze fractie vindt dit echt een heel indrukwekkend betoog. Alles staat erin. Ieders hart zou hierdoor sneller moeten kloppen om tegen te stemmen. Deze fractie gaat een metamorfose door, want ik heb begrepen dat deze fractie straks samengaat met de fractie van de Partij van de Arbeid. Ik zie ook een metamorfose van de Partij van de Arbeid, de PvdÁ, want als ik het goed heb begrepen, is het een Partij van de Z geworden: een Partij van de Zuidas. Mijn vraag aan mevrouw Karimi is: hoe kijkt u daartegen aan? Kunt u wel samen met een partij die een standpunt inneemt dat zó haaks staat op uw werkelijk zeer overtuigende betoog?

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ik kan er denk ik heel eerlijk over zijn. Wij zijn natuurlijk teleurgesteld over het standpunt van de Eerste Kamerfractie van de PvdA. Gisteren schreef Niesco Dubbelboer, een prominent lid van de PvdA en oud-Tweede Kamerlid, dat hij heel teleurgesteld en droevig was, en eigenlijk ook boos, over dit standpunt. Ik denk dat hij dat deed namens heel veel oud-PvdA-leden. En daarmee verwoordt hij ook de gevoelens van mijn fractie.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Backer namens de fractie van D66, die ik vandaag feliciteer met zijn verjaardag.

(Applaus)