Plenair Mei Li Vos bij behandeling Afschaffing minimale beraadtermijn voor afbreking van zwangerschappen



Verslag van de vergadering van 14 juni 2022 (2021/2022 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.36 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Mei Li Vos i (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. In de ideale wereld zijn er alleen maar gewenste zwangerschappen. Dat is met name ook in de ideale wereld van de collega's van de SGP, de ChristenUnie en het CDA. Dat is ook zo in mijn ideale wereld. Het is volgens mij zo in de ideale wereld van iedereen. In zo'n ideale wereld komt ieder kind in een warm en liefdevol nest.

Maar helaas leven wij nog niet in een ideale wereld. In Nederland is een op de vijf vrouwen weleens onbedoeld zwanger geweest. Een op de vijf vrouwen is onbedoeld zwanger geweest. En bij 68% van die zwangerschappen is die ook ongewenst. Je hebt ook onbedoelde zwangerschappen die gewenst zijn, maar 68% van die onbedoelde zwangerschappen is ongewenst. Op wereldschaal is dat aantal veel en veel hoger. Daar is bijna de helft van de zwangerschappen onbedoeld. De helft van alle zwangerschappen! 60% daarvan wordt afgebroken. En 45% van die zwangerschappen wordt onveilig afgebroken.

Voorzitter. Dat zijn enorme aantallen. Dat zijn dus ook enorme aantallen mannen en vrouwen, vooral vrouwen. Zij zijn niet blij met de gemiste menstruatie of met het overtijd zijn — collega Dittrich droeg het gedicht van mevrouw Schmidt, Annie M.G. Schmidt zo mooi voor — en het krijgen van twee streepjes op de test. Grote aantallen vrouwen en mannen zijn gestrest en wanhopig. Dat is lastig voor te stellen als je uit alle macht zwanger wil worden of als elke zwangerschap en elk kind een feestje is. Maar helaas zijn er zó veel ongewenste en onbedoelde zwangerschappen. Daarom is de zorg voor vrouwen, van anticonceptie tot veilige abortus, zo belangrijk, om al dat leed te voorkomen, ook van de kinderen die ter wereld komen terwijl ze weten dat ze niet gewenst zijn. Lilianne Ploumen heeft met haar initiatief SheDecides heel veel betekend voor vrouwen die zwangerschap willen voorkomen. De fractie van de PvdA is dan ook heel trots op wat zij bereikt heeft, maar er is nog zo veel te doen om al die onbedoelde en ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Dat gebeurt met goede anticonceptie voor iedereen: mannen en vrouwen.

Voorzitter. De PvdA-fractie denkt helemaal niet lichtvaardig over abortus. Het is voor heel vrouwen een ingrijpende gebeurtenis. Het is echt ingrijpend, letterlijk. We hebben in Nederland goede zorg voor de vrouwen die ervoor moeten kiezen om abortus te ondergaan. Maar de wet die legale en dus ook veilige abortussen mogelijk maakt is wel aan herziening toe, omdat wij zijn veranderd in het denken over de zelfbeschikking van de vrouw — in ieder geval de meerderheid in Nederland. Die wet behandelen we vandaag en over een tijdje volgt de tweede wet, die de abortusbehandelingen nog veiliger maakt en verder verbetert.

Voorzitter. Via u dank ik ook de initiatiefnemers van dit wetsvoorstel. Het voorstel heeft een hele lange geschiedenis. De kiem voor het afschaffen van de verplichte beraadtermijn werd eigenlijk al gelegd bij het ontstaan van deze wet. Toen al was er bezwaar tegen de verplichte beraadtermijn van vijf dagen, maar het was uiteindelijk een compromis om een meerderheid in het parlement te overtuigen dat er voldoende waarborgen waren om het ongeboren leven te beschermen. De beraadtermijn van vijf dagen was een drempel, die vrouwen moest dwingen om goed na te denken over hun keuze. De indieners van deze wet noemen dat paternalistisch. En dat is het ook. Die vijf dagen verplichte bedenktermijn zijn niet nodig om de essentie van een zorgvuldige afweging in stand te houden, namelijk dat gesprek tussen de arts en de vrouw om de overweging te maken om wel of niet een abortus te ondergaan.

De voorzitter:

Mevrouw Prins heeft een vraag.

Mevrouw Prins i (CDA):

Ik heb een vraag. U zegt dat de wet aan herziening toe is, maar dat blijkt niet uit de onderzoeken. Daar zit voor mij wel een vraag. Is dat uw visie op de maatschappelijke ontwikkeling of is dat omdat het zo noodzakelijk is vanuit de uitvoering van de wet? Want de meerderheid van de professionals geeft aan dat het juist goed is om dit te doen. Bij de vrouwen hebben we er geen kennis van. Ik zoek naar wat het motief is geweest en wat u het motief vindt voor deze wet.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Het is volgens mij vaak gewisseld in dit debat: de beraadtermijn zelf wordt niet afgeschaft. Zoals ik net al zei is het gesprek met de arts de essentie van de bescherming van het ongeboren leven en de mogelijkheid voor een vrouw om een overweging te maken en met informed consent een besluit te nemen. In het onderzoek dat u zelf net aanhaalde, staat dat het juist wordt aanbevolen om de verplichte beraadtermijn van vijf dagen te heroverwegen en te vervangen door een flexibele beraadtermijn. De indieners van deze wet hebben dus precies gedaan wat de aanbeveling was uit het onderzoek dat u aanhaalde.

Mevrouw Prins (CDA):

Dat vind ik bijzonder. Dan lees ik het in ieder geval anders. Allereerst gaat het me niet over "al of niet abortus", zoals ik ook duidelijk heb aangegeven. Ik ben aan het zoeken waarom je dit zou willen, omdat er geen aanleiding toe is. Dat hoor ik niet.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Er is wél aanleiding toe. Het is heel lastig om met een grote N te komen. Volgens mij blijkt uit alle gesprekken die we hier hebben gehad over de onderzoeken dat het heel lastig is om voldoende vrouwen en mannen te vinden die willen meedoen met een onderzoek. We moeten het doen met kwalitatief onderzoek. Wat betreft het kwalitatieve onderzoek zijn er voldoende voorbeelden waarin voor de betrokken vrouwen de verplichte beraadtermijn van vijf dagen echt te lang was. Zij hadden een flexibele termijn nodig. Sommige vrouwen hebben meer nodig en anderen hebben juist minder nodig. Dat maakt dit voorstel mogelijk. Dat is voor de PvdA-fractie wel essentieel als we het hebben over de andere kernen van deze wet, en überhaupt de kern van de, gelukkig progressieve, wetgeving in dit land, namelijk dat de vrouw zelf beslist.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Prins.

Mevrouw Prins (CDA):

Een laatste vraag hierover. De signalen van de professionals en van de vrouwen komen in dit onderzoek niet zodanig naar voren. Daarbij hebben juist een aantal bestuurders van abortusklinieken bij de behandeling in de Tweede Kamer ook aangegeven dat zij uitdrukkelijk tegen dit wetsvoorstel zijn. Hoe moet ik dat lezen?

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Dat zij tegen dit wetsvoorstel zijn en een meerderheid in deze Kamer voor, ook omdat niet de beraadtermijn zélf wordt afgeschaft. Die kan langer zijn, die kan korter zijn. Juist dat gesprek met de arts en ook alle voorlichting eromheen blijft in stand. Dat is voor onze fractie ook heel belangrijk, omdat het een ingrijpende beslissing is. Daar zijn we het volgens mij met z'n allen hier over eens.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Dat stond ook in mijn tekst: de ene vrouw heeft na het gesprek met de arts juist meer tijd nodig, omdat ze is gaan twijfelen, omdat ze meer informatie krijgt, de andere vrouw heeft minder tijd nodig of wist eigenlijk al, om allerlei redenen, die echt weer aan de vrouw zijn, dat eigenlijk dezelfde dag van het gesprek de behandeling wil ondergaan. Deze wet geeft vrouwen het recht om zo veel tijd te nemen als ze zelf nodig hebben. Ik vind dat een verworvenheid in de eenentwintigste eeuw. Het had eigenlijk al eerder gekund.

In de Tweede Kamer en in deze Kamer is in de schriftelijke behandeling uitvoerig stilgestaan bij de gevolgen en de wenselijkheid van het afschaffen van de verplichte termijn van vijf dagen. De essentie van het antwoord is en blijft dat het gaat om de overweging die de vrouw maakt. Het is háár lichaam. De rol van de arts is om vast te stellen dat de vrouw echt zelf en weloverwogen tot die keuze is gekomen. Net als bij andere medische behandelingen gaat het erom dat de patiënt een geïnformeerde keuze heeft gemaakt. In goed Nederlands heet dat tegenwoordig informed consent.

Nogmaals, de fractie van de PvdA dankt de indieners voor het goed doordachte wetsvoorstel, dat vrouwen meer controle geeft over een uiterst ingewikkelde beslissing. Een wet die vrouwen meer rechten geeft om over háár lichaam en háár toekomst te beslissen. Het gaat ook om háár leven.

Voorzitter. Ik heb eigenlijk vooral vragen aan de minister, over de voorlichting, over de stand van zaken van het beleid voor het voorkómen van ongewenste zwangerschappen. Ik denk dat we het daar erg over eens zijn met z'n allen. Het RIVM heeft in maart de Monitor onbedoelde (tiener)zwangerschappen weer uitgebracht. Op basis van 25 diepte-interviews — weer geen grote N, maar wel diepte-interviews — concluderen de onderzoekers dat veel mensen de weg niet weten naar de keuzehulp die door verschillende organisaties wordt geboden.

Artsen zeggen dat ze meer gesprekken met de vrouw moeten kunnen voeren als de vrouw twijfelt. Ik vind de overwegingen van mijn collega van het CDA dan ook heel verstandig. Een vrouw kán twijfelen, en een arts moet ook de tijd hebben om dan meer gesprekken te voeren. En er is meer behoefte aan nazorg. Wat gaat de minister doen met de conclusies van deze monitor? Of komt dat nog in het plan voor de aanpak ter voorkoming van ongewenste zwangerschap? Dat zou 1 mei komen, las ik ook in de behandeling door de Tweede Kamer, maar ik heb het nog niet kunnen vinden.

Voorzitter, iets heel anders, waar ook collega's op hebben gewezen. Collega Kox vroeg er al naar. In het kader van het voorkomen van ongewenste zwangerschappen moet mij toch van het hart dat de aandacht nog véél te weinig uitgaat naar de rol van de man. Ik heb vijf broers, en ik heb het hier heel veel over gehad, over het voorkomen van ongewenste zwangerschap en de stress die mijn broers altijd hadden. Zij klaagden altijd dat er zo ontzettend weinig was voor mannen. Stel dat de wet destijds, in 1984, mannen had verplicht om vijf minuten bedenktijd te nemen voor zij gaan vrijen met een vrouw. Vijf minuten bedenktijd om te vragen of de vrouw anticonceptie heeft en of hij een condoom zou moeten omdoen. Vijf minuten.

Er werd net al gegrinnikt toen collega Kox dat zei, maar het is helemaal geen raar wetsvoorstel inmiddels. Er is volgens mij namelijk een wet in consultatie gegaan die regelt dat er duidelijke toestemming wordt gegeven voor seksueel contact. Dat is een wet van minister Grapperhaus, van het vorige kabinet. Wij zijn heel benieuwd wanneer dat wetsvoorstel er komt voor behandeling, want ik heb ook daar niets over gelezen. Dat is een vraag aan de minister.

We gaan terug naar de wet, de man. Zoveel decennia na de uitvinding van de pil en bij zóveel mogelijkheden voor vrouwen om zwangerschap te voorkomen, en impliciet ook de verantwoordelijkheid die áltijd bij vrouwen wordt gelegd óm zwangerschap te voorkomen, zijn er voor mannen eigenlijk maar twee dingen beschikbaar: een condoom en sterilisatie. Iets wat heel erg onhandig is en zich ook niet laat oplossen met vijf minuten bedenktijd, zo is denk ik de ervaring van de meeste mensen hier, en een heel definitieve voorkoming van zwangerschap: sterilisatie. Terwijl 80% van de vrouwen en 50% van de jonge mannen wil dat er meer anticonceptie voor mannen beschikbaar komt. Is de regering van plan om meer te investeren in onderzoek naar anticonceptie voor mannen, zodat anticonceptie voor hen even makkelijk wordt als voor vrouwen?

Voorzitter, een laatste opmerking. Wat er in de Verenigde Staten gebeurt, is niet ons voorland. Gelukkig maar. Een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking van links tot rechts vindt dat veilige abortuszorg nodig is. We weten namelijk dat het afschaffen van de Wet afbreking zwangerschap, wat sommigen in deze Kamer willen, niet zou leiden tot minder abortussen, maar tot meer onveilige abortussen. Totdat er perfecte anticonceptie is voor zowel mannen als vrouwen, en vrouwen nooit meer worden verkracht, is het gewoon realiteit dat er vrouwen zijn die hun zwangerschap willen afbreken. De ideale wereld is er helaas niet en daarom zullen we deze wet nodig hebben om vrouwen recht te doen. Ik zal mijn fractie dan ook positief adviseren over deze wet.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vos. Dan is het woord aan de heer De Vries van de Fractie-Otten.