Plenair Doornhof bij voortzetting behandeling Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten



Verslag van de vergadering van 24 mei 2022 (2021/2022 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Doornhof i (CDA):

Dank u, voorzitter. Het CDA ziet dat probleem van het moeilijk hanteerbare stembiljet wel. De minister heeft nog eens even uiteengezet hoe daar vanuit ouderen, migranten en slechtzienden over gedacht wordt. De minister benadrukte dat het tellen beter zou kunnen gaan als je met de experimenteerstembiljetten aan de gang gaat.

Voorzitter. Namens mijn fractie heb ik in de eerste termijn behoorlijk zout gelegd op de gevolgen voor de herkenbaarheid van individuele kandidaten. Nu zijn in de beantwoording van de minister drie onderdelen te onderscheiden.

Eén. De minister zegt dat we ervoor moeten gaan zorgen dat we ook binnen het stembureau op een andere manier goed werken aan herkenbaarheid als je op het stembiljet alleen de nummers ziet, en niet de namen.

Twee. De minister kwam even terug op mijn eerste termijn, waarin ik refereerde aan de testen, of proeven. Ze zei: daar hebben we bepaalde conclusies uit kunnen trekken. Dat klopt, maar ik heb nadrukkelijk gevraagd of je daar álle conclusies uit kunt trekken. De vraag is bijvoorbeeld wat er echt gebeurt met een kiezer als hij in het stemhokje staat, en hoe hij bij zijn keuze echt aankijkt tegen de verhouding tussen partij en kandidaat. Dat is een gecompliceerd spel. Je kunt daarbij de vraag stellen of je daar politicologisch nou echt antwoord op kunt geven. De minister benoemde dat expliciet als laatste punt voor de evaluatie die bij het experimenteren zou moeten plaatsvinden. De vraag is of je daar uiteindelijk echt antwoord op kunt geven.

Senator Koole zei in de richting van de Fractie-Nanninga: het is een beetje voelen wat je doet, maar je moet ook onderzoek doen. Mijn fractie onderkent dat. De vraag is of je hier uiteindelijk uitkomt. Uiteindelijk zul je een belangenafweging moeten maken. Daar refereerde de minister ook aan in antwoord op hetgeen collega Schalk naar voren bracht: je zult een belangenafweging moeten maken. Hoe kijk je aan tegen enerzijds de voordelen dit die experiment zou kunnen meebrengen en anderzijds de herkenbaarheid van individuele kandidaten, wat we toch echt als een probleem ervaren?

Voorzitter, dan het laatste punt. Ik zeg het nog maar een keer hardop: het liefst had ik deze discussie gevoerd wanneer we straks dat wetsvoorstel hebben met één stem meer kans, waarbij het ook gaat om een vernieuwing van het stelsel en waarbij ook de regionale componenten in het kiesstelsel worden versterkt. Dat is ook de oorspronkelijke gedachte van de staatscommissie-Remkes. Nu zei de minister, misschien een beetje tussen neus en lippen door, dat model 2 gewoon kan worden meegenomen in het nieuwe stelsel. Ik plaats daar nog steeds een voorzichtig vraagteken bij. Juist de discussie over of dat wel klopt en of je straks een stem op een kandidaat evenveel waarde, ook beeldend, geeft als een stem op een lijst, zou ik met de minister hebben willen aangaan op dat moment. Maar mijn fractie wordt nu voor de vraag gesteld om ja of nee tegen dit experiment te zeggen. Wij zullen ons daarover gaan buigen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Doornhof. Dan is het woord aan de heer Van Hattem namens de fractie van de PVV. En dan veel korter.