Plenair Mei Li Vos bij behandeling Initiatiefwetsvoorstel-Raemakers/Van Meenen tot wijziging van de Wet kinderopvang



Verslag van de vergadering van 19 april 2022 (2021/2022 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.01 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Mei Li Vos i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een intensieve beraadslaging gehad. Wat wij vinden bij het debatinstituut waar ik de rest van de week werk, is dat een debat zin heeft gehad als je van mening kan veranderen en je iemand anders kan overtuigen. Ik heb zomaar de indruk dat dat hier vandaag is gebeurd. Maar dat zullen we over een aantal weken weten, bij de stemmingen.

De vraag die ik heb gesteld, is: zou ik een andere crèche hebben gekozen als deze wet er was geweest? Toen waarschijnlijk wel. Dat was een emotionele keuze geweest. Met de kennis van nu had ik die niet gemaakt. Dan had ik een hele leuke, zelfstandige, kleine crèche gemist, en heel veel leuke antroposofische liedjes, naast alle christelijke liedjes die ik natuurlijk gewoon meegeef; dat zeg ik tegen de heer Schalk. Die keuze had niet geleid tot meer veiligheid voor kleine Vos, want meer veiligheid krijg je door het Rijksvaccinatieprogramma. Dat heeft RIVM-onderzoek duidelijk getoond. Ik vind het beroep op mijn emoties als ouder wat problematisch. Dat vind ik eigenlijk echt, zeker nadat ik dit debat heb gehoord. De wet zal waarschijnlijk niet leiden tot meer veiligheid bij de kindercentra. Dat doet het Rijksvaccinatieprogramma. De wet moet ouders geruststellen in hun keuze, maar zal dat niet kunnen doen, want er is geen toezicht geregeld in de wet. Als het al zo is dat kindercentra hieraan gaan vasthouden, moeten ze alle vaccinaties gaan bijhouden, ook de coronavaccinaties van het personeel. Dan hangt het af van de secuurheid van die kinderopvangcentra of je als ouder inderdaad zekerheid kunt hebben. Omdat er geen toezicht is geregeld in deze wet — dat is echt wel een beetje het probleem met de kwaliteit van deze wet — kan je eigenlijk niet zeggen dat de wet ouders echte keuzevrijheid en echte zekerheid biedt.

Het wetsvoorstel leidt tot meer lasten voor kinderopvangcentra. Er is sprake van heel veel regels. Lees ook de columns van Rosanne Hertzberger in NRC. Het zijn ook wel regels over gezondheid, over hygiëne, over veiligheid en over verschillende typen veiligheid. Die regels zijn er niet voor niks. De heer Van Meenen ging daar wel heel makkelijk overheen toen hij zei dat er wel wat regels af kunnen om dit wetsvoorstel maar een beetje ruimte te geven.

De wet verplicht niks, maar zal wel tot vragen leiden aan kinderopvangcentra die geen weigerbeleid willen voeren en die gewoon willen blijven vertrouwen op de overheid en op de vaccinatiegraad. Zij moeten dan kiezen voor weigerbeleid of niet. Dat is dat nudgen, in slecht Nederlands, waar ik het over had. Niet kiezen is dus gewoon geen optie.

De wet grijpt in op de markt en wil de vraag naar bepaalde kindercentra verhogen. Daaruit spreekt weer een ouderwets geloof in marktwerking. Dat heb ik al heel lang niet meer gehoord. De Staat heeft hierin volgens PvdA toch echt de grootste rol.

Wat ik niet goedvind aan de beantwoording, is dat de initiatienemers de bezwaren van de kinderopvangorganisaties niet serieus nemen. Zij dreigden ook nog even dat, als we deze wet niet aannemen, er dan een vaccinatieplicht komt. De bewindspersonen hebben dat volgens mij wel ontkracht: die gaat er niet zomaar komen.

De indieners hopen dat meer mensen zullen vaccineren. Dat hoop ik ook. Daar zijn we het echt over eens. Ze spreken de verwachting uit dat dit door zo'n gesprek ook gaat gebeuren, maar we hebben het net ook gehad over die andere kant. We hebben gezien in de hele heftige discussie van de afgelopen twee jaren dat een plicht of een indirecte plicht sommige mensen juist vastdrukt in hun overtuiging. We hebben dat gezien met het coronatoegangsbewijs. Misschien moet je dat helemaal niet willen.

De PvdA zou willen dat iedereen overtuigd is van het nut en de zin van vaccinaties en meedoet aan het Rijksvaccinatieprogramma, maar we zijn er niet van overtuigd dat dit wetsvoorstel daaraan gaat bijdragen, en überhaupt aan de volksgezondheid.

Ik snap heel goed de emotie die de indiener van deze wet had toen dat speelde. Die emoties heb ik ook, maar met emoties en aannames over het gedrag van mensen en kinderopvangcentra heb je nog geen goede wet of meer veiligheid voor kinderen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vos. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan schors ik nu op verzoek van de indieners de vergadering voor twintig minuten, tot 22.25 uur.