Plenair Doornhof bij voortzetting behandeling Verlengen werkingsduur Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding



Verslag van de vergadering van 22 februari 2022 (2021/2022 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Doornhof i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Terreurdreiging is niet weg, zei de minister. U heeft mij gisteren en vandaag veel horen spreken over de dreigingsbeelden die de NCTV geeft over de mogelijkheid dat terreuraanslagen nog steeds plaatsvinden. In dat licht hebben we naar beide voorstellen gekeken. Nu zou je over de evaluatie van beide wetsvoorstellen, over de bevoegdheid tot intrekking van het Nederlanderschap en over de wet waarover we het nu hebben, twee verschillende dingen kunnen zeggen. Bij het eerste wetsvoorstel is er namelijk een heel ander WODC-verhaal gekomen dan bij de evaluatie van dit voorstel. We zijn het met z'n allen eens dat als er weinig gebruikgemaakt is van bevoegdheden, het nog niet zo makkelijk is om er een goede evaluatie op los te laten.

Via u, voorzitter, kom ik toch bij de heer Recourt uit. Hij gaf mij de kans te verduidelijken wat het standpunt van mijn fractie is wat betreft het al dan niet permanent maken van zo'n wet. Ik heb de minister gehoord. Zij zei dat het eigenlijk een beetje hetzelfde is en dat we hier weer met een tijdelijke wet te maken hebben omdat de Tweede Kamer tijdelijk wel ver genoeg vond gaan.

Dan kom ik weer uit bij de heer Recourt. Hij zei: hebben we daardoor de facto niet te maken met de onderbouwing van een permanente wet die uiteindelijk is vormgegeven als een verlenging van de eerdere tijdelijke wet? Ik heb het steeds gehad over die twee wetsvoorstellen. Uiteindelijk praat je natuurlijk wel over andere bevoegdheden. Dat zijn ingrijpende bevoegdheden. Het bestuur kan in het belang van onze nationale veiligheid echt dingen doen ten aanzien van personen die een gevaar vormen. Maar uiteindelijk is dat anders dan het intrekken van het Nederlanderschap, het afpakken van een paspoort.

In dat licht snapt mijn fractie dat als je praat over de vraag permanent of tijdelijk, je een wet als deze, met deze bevoegdheden, wat eerder in de gereedschapskist wil hebben. Er zijn in de memorie van toelichting goede voorbeelden genoemd. De minister heeft net mondeling een voorbeeld naar voren gebracht. Je wil dit kunnen gebruiken om vaker in een voorfase dingen te doen dan na de strafrechtelijke fase, zo zeg ik maar even. Dat is niet om de doelen te bereiken die het strafrecht bereikt, maar puur om ons te beschermen tegen terreurdreiging. Dan snap ik dat je ook tegen bevoegdheden zoals we die hier bespreken, zegt: zet die liever permanent in een wet.

Daarom zou ik het volgende tegen de minister willen zeggen. Misschien dat ik daarmee afsluit. Er komt een hele goede evaluatie. U heeft daar toezeggingen over gedaan. U heeft daarvoor zelfs een motie aangenomen zien worden in de Tweede Kamer. In dat licht zou de neiging van mijn fractie zijn om eerder naar deze Kamer, en eerst naar de Tweede Kamer, te komen met een wetsvoorstel dat voorziet in het permanent maken van die bevoegdheden dan het weer tijdelijk vorm te geven.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel. Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan schors ik, op verzoek, voor enkele ogenblikken.