Plenair Janssen bij voortzetting behandeling Wet wijziging verlengingssystematiek en goedkeuring vierde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 21 februari 2022 (2021/2022 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.59 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording, maar wel met een kanttekening. De minister geeft een aantal keren aan dat hij net begonnen is, maar dat geldt noch voor corona, noch voor het wetgevingstraject waar deze Kamer vandaag over oordeelt. Dat is al veel langer aan de gang. De minister is op een rijdende trein gestapt. Dit is geen functioneringsgesprek van anderhalve maand ministerschap. Dit gaat over de vierde verlenging van een wet van oktober 2020. Ik zou de minister dus willen oproepen om niet steeds bij vragen weg te blijven, want we willen toch antwoorden hebben over de ontstaansgeschiedenis. Althans, mijn fractie in ieder geval.

Voorzitter. Ik heb nog steeds niet een beeld bij de motie. Ik snap wat er staat. Ik snap ook dat de minister zegt: ik kan er helemaal niks mee. Ik zie een aantal reddingsboeien die richting de minister gegooid worden. Ik ben benieuwd naar de beantwoording door de minister in tweede termijn. We zullen dan bij interruptie moeten kijken waar dat in uitmondt.

Wat mij enorm is tegengevallen — en wat nu duidelijk is geworden — is dat de minister aangeeft dat het ministerie eigenlijk alleen maar met die Twm bezig is geweest, van verlenging naar verlenging. Dat is echt niet het beeld dat ons eerder werd geschetst. Toen werd gezegd: we gaan er alles aan doen om zo snel mogelijk alle dingen over te hevelen. Zie mijn stemverklaring bij de derde verlenging. Toen zei ik: nou, dan gaan we kijken wat er gaat komen en hoe dat in januari en februari allemaal heeft uitgepakt. Maar ik begrijp nu van de minister dat dat helemaal niet gebeurd is, dat er alleen maar van verlenging naar verlenging is gewerkt en dat het parallelle pad helemaal niet gelopen is. Daarom had ik het over de motie-Hijink en het soort permanente uitstelbriefje. Het wordt nog steeds gezien als: we kunnen pas iets met de Wet publieke gezondheid gaan doen als we alles weten, als we alle OVV-rapporten hebben, als we alle lessen geleerd hebben, als we iedereen gesproken hebben. Ja, dat is de grote aanpassing om dat in de toekomst pandemiebestendig te maken. Maar dat hebben we ook al gedaan met de evaluatie van de Mexicaanse griep. Daar is vervolgens ook niks mee gebeurd.

De vraag is: wat kan er in de tussentijd worden gedaan? Hoor ik de minister spreken over een tussenweg? Maar dat is alleen een kreet, want hij heeft nog geen idee hoe en wat. Dan is het beeld dat bij mij opdoemt: de eerste versie van de Twm, die door het kabinet naar de Kamer is gestuurd, is gewoon een jaarlang regeren bij decreet. Zo heb ik het genoemd. Dat is niet waar we op zitten te wachten. Dat is eigenlijk de Twm 2.0, maar dan in de min wat mij betreft.

Voorzitter. Ik zit heel erg met het dilemma dat ik niet het beeld krijg dat er gebeurt wat wij hier al zo lang vragen. Dat vind ik echt schokkend. Ik heb in de stemverklaring bij de derde verlenging gezegd dat ons oordeel afhangt van hoeveel er is overgeheveld en of alleen nog overblijft wat nodig is, Ik ben nu heel benieuwd naar het antwoord van de minister op de vragen die mevrouw De Boer heeft gesteld. Dat zal misschien nog aanleiding geven tot enige interrupties, maar vooralsnog is het beeld voor ons niet veranderd en daarom zullen wij tegen deze vierde verlenging stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Dan is nu het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.