Plenair Van der Voort bij voortzetting behandeling Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19



Verslag van de vergadering van 23 november 2021 (2021/2022 nr. 7)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Voort i (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil de ministers bedanken voor hun antwoorden. Ik wilde eerst graag even het issue van desinformatie versus misinformatie aan de orde stellen, want die twee termen zijn wat door elkaar heen gebruikt vandaag. Desinformatie is doelbewust foutieve informatie verspreiden met als doel bedriegen, opruien, chaos creëren en dat soort zaken. Misinformatie is foutieve informatie verstrekken onder de veronderstelling dat die informatie juist is. Dat gebeurt iedereen weleens per ongeluk, maar dat is dus echt anders dan desinformatie. Beide zijn natuurlijk wel schadelijk.

Dat gezegd hebbende, wil ik twee casuïstieken aan u voorleggen. Een van mijn collega's werd deze week naar de afdeling longziekten geroepen bij een patiënt met covid, omdat die verder verslechterde en ondertussen voldeed aan de criteria voor ic-opname. Deze casus komt voor een groot deel overeen met de casus die de minister zelf al voorstelde, maar deze man weigerde opname op de intensive care, omdat hij door desinformatie ervan overtuigd was dat de ziekte niet bestond. Hij was daar zo van overtuigd dat hij zich zelfs bewust was van zijn mogelijke overlijden als hij niet de intensivecarebehandeling zou ondergaan, maar hij wilde per se niet naar de intensive care. Wij hebben hem dan ook op de afdeling gelaten, maar dat betekent wel dat die desinformatie geleid heeft tot een daadwerkelijk gevaar voor zijn eigen leven.

En dan is er de vrouw, 26 weken zwanger, die zich door onjuiste berichten op de sociale media niet heeft laten vaccineren. Daardoor is zij in haar zwangerschap, wat een risicofactor is, ook op de intensive care terechtgekomen. Na een week behandelen heeft zij met een keizersnede een prematuur kind ter wereld gebracht, dat nog wekenlang op de neonatale intensive care behandeld moest worden, met alle gevolgen van dien.

Deze voorbeelden tonen aan dat desinformatie wel degelijk een gevaar is voor de patiënten zelf, die daar de dupe van zijn. Maar desinformatie leidt ook tot ongenoegen in de samenleving over het gevoerde beleid. Dat kan weer bijdragen aan onrust. Wij hebben dat gezien op de journaals de afgelopen dagen. Dat betekent dat het verstrekken van goede informatie, een goede communicatie vanuit de overheid en het weerspreken van desinformatie, juist in de huidige situatie van de pandemie, buitengewoon relevant zijn. Daarom hebben wij de volgende motie opgesteld.

De voorzitter:

Door de leden Van der Voort en Backer wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel feitelijk onjuiste informatie (desinformatie) over corona op sociale media en op andere wijze binnen groepen van mensen rondgaat;

constaterende dat desinformatie kan leiden tot wantrouwen jegens het gevoerde coronabeleid van de regering en dat dit leidt tot ongenoegen in de samenleving;

overwegende dat op 18 oktober 2019 het kabinet de brief "beleidsinzet bescherming democratie tegen desinformatie" naar de Tweede Kamer heeft gezonden met daarin een kader voor heldere actielijnen, waaronder het weerspreken van desinformatie;

overwegende dat de uitvoering en handhaving van het overheidsbeleid erbij gebaat zouden zijn als desinformatie wordt weersproken en daarbij voldoende juiste informatie wordt verstrekt;

verzoekt de regering om zowel de informatievoorziening als het bestrijden van desinformatie betreffende corona en het coronabeleid te intensiveren en daarover aan deze Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter L (35899).

De heer Van der Voort (D66):

Dank u wel, voorzitter. Daarmee beëindig ik de inbreng in tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Voort. Dan is nu het woord aan mevrouw Prins namens de fractie van het CDA.