Plenair Doornhof bij behandeling Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen



Verslag van de vergadering van 14 september 2021 (2020/2021 nr. 47)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.16 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Doornhof i (CDA):

Dank u wel, voorzitter. In de eerste termijn heb ik namens het CDA het probleem van vrouwen in de top van het bedrijfsleven erkend. Ik heb ook de waarde benadrukt die mijn fractie in het algemeen hecht aan adviezen van de SER. Nu moet ik dit nog zeggen. Mijn eerste hoogleraar in Leiden was professor Hans Franken. Ik kreeg van hem het eerste vak, Encyclopedie van de Rechtswetenschap. Hij is ook lid geweest van deze Kamer. Ik kan me een uitspraak van hem herinneren: "In mijn stemgedrag gaat politieke opportuniteit soms boven rechtmatigheid". De vraag waar mijn fractie nu voor staat, is of we Hans Franken ook met ons eigen stemgedrag een extra voorbeeld gaan geven, want, zoals de minister misschien wel duidelijk is geworden — laat ik het maar een beetje hard zeggen — overtuigen zijn antwoorden wat betreft de rechtmatigheid van dit wetsvoorstel niet. Dat is problematisch. Dat is problematisch omdat wij hier wetgever zijn en de Eerste Kamer ook wordt geacht om te toetsen aan het recht. Het is ook problematisch omdat ik ook in m'n eerste interruptie in de richting van de regering naar voren heb gebracht dat we dan ook niet de risico's zien van een onverhoopt geval waarin een regeling onrechtmatig wordt verklaard, in dit geval dat quotum. Dat is dus problematisch en dat maakt het een lastige afweging. Ik heb ook begrepen van de regering dat het voorstel van de Europese Commissie waar ik op wees, om te kiezen voor een richtlijn waarin juist van die gelijke geschiktheid wordt uitgegaan, wat het Hof van Justitie ook steeds vereist, niet ver genoeg gaat. Eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat dat natuurlijk ook niet het SER-advies is.

Kort en goed, ik neem het mee terug naar mijn fractie en we zullen uiteindelijk kijken in hoeverre we nog weer een voorbeeld van professor Franken langs zien komen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Doornhof. Het juiste citaat was, dacht ik: "leden van de Eerste Kamer kiezen soms", volgens oud-collega Hans Franken, "voor een standpunt waarin politieke opportuniteit zwaarder weegt dan wetenschappelijke rationaliteit". Dat komt natuurlijk wel in de buurt van het citaat zoals u het formuleerde. Franken was overigens niet alleen lid, maar zelfs ondervoorzitter van deze Kamer, zij het tweede ondervoorzitter.

De heer Doornhof (CDA):

Van hem heb ik juist meteen geleerd dat zowel rechtsgeleerdheid als godsdienst een geleerdheid is en geen wetenschap. Ergens is hier dus ook een semantische discussie mogelijk.

De voorzitter:

Het wordt nu tijd om het woord te geven aan mevrouw De Blécourt-Wouterse, die zal spreken namens de fractie van de VVD.