Plenair Van Hattem bij voortzetting behandeling wetsvoorstel 35874 en debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 13 juli 2021 (2020/2021 nr. 46)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.25 uur


De heer Van Hattem i (PVV):

Dank, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording in eerste termijn. Ik kreeg in de eerste termijn wel af en toe de indruk dat de minister een beetje van de hak op de tak sprong in sommige uitingen over de ontwikkeling van maatregelen en de bestrijding van de epidemie. Op het ene moment zitten we absoluut nog in de epidemie en wie dat durft te ontkennen, heeft het allemaal niet op een rijtje. Maar de minister zegt vervolgens zelf dat we inmiddels in de overgangsfase zitten. Op die punten gaat hij ook door, dus het blijft toch echt onduidelijk in welke richting we gaan, ook wat de toekomstige maatregelen betreft.

Voorzitter. In de eerste termijn stelde de minister ook dat we het hele alfabet aan varianten nog kunnen verwachten, alfa, delta, et cetera. Voordat we straks bij epsilon en zèta, et cetera, zijn, wil ik toch van de minister weten wat de toekomst brengt. Dat weten we natuurlijk nog niet precies, maar als de minister zijn eigen beleid, zijn eigen strategie en ook zijn eigen vaccinatiestrategie echt serieus neemt, hoeft dit ook geen probleem te zijn, omdat de samenleving daarmee voldoende beschermd zou moeten zijn, in ieder geval op termijn. Maar in plaats daarvan preludeert de minister op steeds weer een verlenging van de maatregelen. Nu worden er zelfs zaken vastgelegd in de Wpg, met telkens ook weer andere indicatoren.

Mevrouw De Bruijn-Wezeman i (VVD):

Ik wil de heer Van Hattem vragen of hij in de gaten heeft dat een pandemie een wereldwijde aangelegenheid is. U doet net alsof wij een eiland zijn. Als hier iedereen gevaccineerd is en wij allemaal binnenblijven, zouden we op die manier de pandemie kunnen beheersen. Ik weet dat uw partij er niet voor is dat mensen hiernaartoe komen, maar dat betekent dat wij ook nergens meer naartoe kunnen en allemaal binnen moeten blijven. Maar dat is niet de werkelijkheid, meneer Van Hattem. U vraagt allerlei dingen. Waar gaat het naartoe? Waar gaat het heen? Ik weet niet, hoor, maar heeft u het virus in de hand? Ik in ieder geval niet, en deze minister denk ik ook niet.

De voorzitter:

Dat is een vraag.

De heer Van Hattem (PVV):

Daar kan ik wel antwoord op geven. Ik beschrijf de vaccinatiestrategie van de minister. Die zet juist in op die hoge vaccinatiegraad. Dat zou de uitweg moeten zijn uit de crisis. Zo wordt het vanuit het kabinet in ieder geval neergelegd. Ik ben het met u eens dat het natuurlijk van heel veel factoren afhangt. Maar daarom moeten we wel in eigen land kijken waar het daadwerkelijk om gaat, hoe groot de ernst van de crisis is. Daarom heb ik vorig jaar al die motie ingediend over die indicatoren. Dan kun je dus kijken naar de ziekenhuisopnames. In de Tweede Kamer is ook een motie aangenomen waarin duidelijk is gezegd dat het aantal ziekenhuisopnames de leidende indicator moet zijn om dat te kunnen bepalen. Maar we merken nu dat het steeds weer op andere gronden gebaseerd wordt waarom maatregelen van kracht moeten blijven. Dat zijn ernstige, vrijheidsbeperkende maatregelen. Daarvoor moet er wel een juridische grondslag zijn. Als het op de manier gebeurt die mevrouw De Bruijn noemt, kunnen we zo'n beetje voor eeuwig in die maatregelen blijven hangen.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw De Bruijn, een korte vraag nog?

Mevrouw De Bruijn-Wezeman (VVD):

Ja, dat klopt helaas, omdat we met zo veel onzekere factoren te maken hebben dat het eigenlijk niet in indicatoren is uit te zetten. U kunt wel een rekenkundige benadering willen van de crisis, maar ik denk dat dat niet de werkelijkheid is. Mijn vraag is dus iedere keer: waar bent u naar op zoek? Waar wilt u naartoe? Denkt u nu echt dat we, als alles in cijfers is uitgedrukt, daarmee de crisis kunnen beheersen?

De voorzitter:

Dank u wel. Nog kort, meneer Van Hattem, en dan vervolgt u …

De heer Van Hattem (PVV):

Het gaat mij niet zozeer om de cijfers an sich. Het gaat erom dat er een duidelijke indicator is die zegt dat de druk op de zorg niet te hoog is. Als die druk op de zorg niet te hoog is, hebben we ook al die dwangmaatregelen niet nodig die nu toch steeds worden voortgezet of in ieder geval achter de hand worden gehouden. Dan kun je tenminste zeggen: we hebben de zaak onder controle. Je hebt indicatoren nodig om dat vast te kunnen stellen, anders is het willekeur van regeringszijde. Dan kan er nog steeds worden gezegd: we hebben een maatregel nodig, omdat er weer een nieuw risico opduikt.

De voorzitter:

Dank u wel. Nee, ik ga nu echt verder met de termijn van de heer Van Hattem. U vervolgt uw betoog.

De heer Van Hattem (PVV):

Dat was ook het punt waar ik gebleven was. Door met steeds andere indicatoren steeds weer een andere richting te geven, met nieuwe varianten die nog niet eens bekend zijn maar mogelijk ooit zullen opduiken, is het geen dansen met Janssen, zoals de minister het noemt, maar de tango met Hugo, een dans die met steeds nieuwe maatregelen maar niet losgelaten wordt en de Nederlandse samenleving in z'n greep blijft houden, met alle gevolgen van dien. Kortom, op basis van welke concrete indicatoren denkt het kabinet echt te kunnen stoppen met de vrijheidsbeperkende maatregelen? Op basis van welke indicator kunnen we het wetsvoorstel straks effectueren en de goedkeuringswet inzetten om de maatregelen weg te stemmen? Dan kan het kabinet zeggen "goed, dan is het hiermee klaar" en krijgen we niet opnieuw een pakket aan maatregelen over de schutting geworpen.

Mevrouw Prins i (CDA):

Ik wil graag nog even terugkomen op de alinea die de heer Van Hattem eerder uitsprak. Wat zijn volgens u maatregelen die genomen moeten worden om deze besmettingen tegen te gaan? We hebben het steeds over vrijheidsbeperkende maatregelen — helaas, dat ben ik helemaal met u eens. Alleen zul je wel iets moeten doen om ervoor te zorgen dat niet nog meer mensen ziek worden en in een ziekenhuis belanden.

De heer Van Hattem (PVV):

In ieder geval niet die vrijheidsbeperkende maatregelen, want die zijn ook nooit echt effectief bewezen gebleken. Van de 1,5 meter buiten, het op bepaalde tijden sluiten van terrassen en dergelijke is allemaal onduidelijk of het enig effect heeft gehad, laat staan die vermaledijde avondklok. Maar we moeten in ieder geval investeren in de zorg, zorgen dat de zorg op peil is. Als er dan een crisis komt — dat kan ook een andere ziekte zijn of een ramp waardoor we getroffen worden — moet er in ieder geval geen tekort zijn aan bedden in de zorg of aan ic-capaciteit, want dat is de reden geweest dat …

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Prins, een korte vervolgvraag.

Mevrouw Prins (CDA):

Ik heb nog wel een vraag, meneer de voorzitter. Als de maatregelen niet gewerkt zouden hebben … We constateren dat de afgelopen tijd in een korte periode de maatregelen zijn losgelaten. De besmettingen schieten nu omhoog, iets waar we allemaal zorgen over hebben. Dat is dan toch een bewijs dat de maatregelen werken? Waarom komen we anders tot deze besmettingen?

De heer Van Hattem (PVV):

Dit is eigenlijk een soort van … Ik zou het bijna cognitieve dissonantie willen noemen. Men wil gewoon die besmettingen zien als de leidraad om de crisis te bestendigen. Maar die besmettingen zijn natuurlijk van heel veel factoren afhankelijk, zoals het aantal mensen dat zich laat testen, de specifieke groepen die getest worden. Ik zei al dat het aantal niet altijd de beste indicator is om te zeggen dat er een groot probleem is. Het gaat nu echt om de druk op de zorg en het aantal ziekenhuisopnames. Het aantal ziekenhuisopnames is op dit moment stabiel laag. Het aantal ic-opnames daalt zelfs. Het aantal besmettingen wil niet altijd iets zeggen, dus daar zit gewoon een heel verkeerde interpretatie in. Je moet dus niet collectief achter dat beeld aan blijven lopen dat het aantal besmettingen het probleem is. Nee, je moet dat afpellen tot het niveau waarop duidelijk is wat het probleem is, …

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Hattem (PVV):

… en dat is de druk op de zorg. En daar moeten we naar kijken en daar moeten we in investeren.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Ik zie dat u een hoop interrupties uitlokt. Ik stel voor dat we iedere interrumpant één vraag geven, want anders lopen we vanmiddag uit het programma.

De heer Van der Voort i (D66):

Ik luister met stijgende verbazing naar collega Van Hattem. We hebben vorig jaar toch gezien dat er een enorme piek aan besmettingen en ook een enorme piek in de zorgvraag was? Vervolgens zijn er stringente maatregelen genomen en nam die piek weer af. Misschien kun je nog twijfels hebben over alles wat daartussenin gebeurd is, maar we zien nu dat de maatregelen worden losgelaten en dat de besmettingen weer toenemen. Vanuit een wetenschappelijk oogpunt kan ik dan niet anders concluderen dan dat die zaken aan elkaar gerelateerd zijn en dat dat verband daarmee wetenschappelijk bewezen is. Die constatering wil ik dan maar doen.

De voorzitter:

Die vraag was al gesteld door een van uw voorgangers.

De heer Van der Voort (D66):

En daarmee zal ik afronden. Dank u wel.

De voorzitter:

O, dank u wel. Dat is geen vraag. Meneer Van Hattem, u vervolgt uw betoog.

De heer Van Hattem (PVV):

Er wordt voetstoots van uitgegaan dat dat de oorzaak is, maar blijkbaar heeft ook de heer Van der Voort weinig vertrouwen in de eigen vaccinatiestrategie, want dat is blijkbaar ook een factor geweest waardoor het aantal het afgelopen jaar zou moeten zijn gedaald. Als u dat niet meetelt in het beleid, bent u met een verkeerde vergelijking bezig, tenminste vanuit uw eigen positie beredeneerd.

Goed. Dan de vraag wanneer er vanuit het kabinet bezien eindelijk een factor kan worden aangegeven ten aanzien van wanneer we kunnen stoppen met die vrijheidsbeperkende maatregelen. De minister kan weliswaar niet precies aangeven wat de epidemiologische drempelwaarde is om het te kunnen bepalen, maar kan hij dan wel aangeven hoe die epidemiologische drempelwaarde zal worden bepaald, door wie en op basis van welke factoren? Daar krijg ik graag een reactie op.

Voorzitter. Nogmaals mijn oproep: investeer in de zorg in plaats van de vaccinatiesinterklaas te spelen voor heel de wereld. Steek dat geld in ons eigen land, in onze eigen zorg, in onze eigen ic-bedden, want daar is het gewoon keihard nodig. Ook is het van belang dat de inhaaloperaties nu redelijk snel van start kunnen, want veel te veel mensen wachten veel te lang op een ingreep bij bijvoorbeeld hartziektes, kanker of andere vreselijke ziektes; voor die mensen is iedere dag wachten er een te veel. Kan de minister aangeven hoeveel mensen inmiddels de dupe zijn geworden van het langer op de wachtlijst staan bij ziekte of andere zaken, vanwege deze uitgestelde ingrepen? Is daar ook een duidelijk beeld van te geven?

Voorzitter, tot slot. De minister roept jongeren en zelfs kinderen op om zich te vaccineren. We zien vandaag dat bijvoorbeeld Lareb een ernstige bijwerking meldt van vaccinaties. Geeft de minister ook een eerlijk beeld van zowel de vaccinatiestrategie als ook de bijwerkingen die mogelijk op kunnen treden zodat iedereen daarin een eigen, vrije afweging in kan maken?

Voorzitter, tot zover in tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan geef ik het woord aan de heer Janssen namens de fractie van de SP.