Plenair Van der Voort bij voortzetting behandeling wetsvoorstel 35874 en debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 13 juli 2021 (2020/2021 nr. 46)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.18 uur


De heer Van der Voort i (D66):

Voorzitter, dank u wel. Eerst dank ik de minister voor de gegeven antwoorden. Voordat ik daar verder op inga, wil ik even terugkomen op de eerste termijn van gisteravond. Ik heb daar nog even over na zitten denken en ik moet zeggen dat ik me toen ongemakkelijk voelde. Ik wil afstand nemen van de woorden die over de persoon van de minister en van de minister-president zijn geuit. Ook vanmorgen is de hoffelijkheid, zoals u dat noemt, nog even aan de orde geweest. Ik spreek de wens uit dat wij als Kamer onze waardigheid weten te behouden.

Dat gezegd hebbende, kom ik op de antwoorden van de minister op de vragen die we gesteld hebben. De antwoorden over hoe de zeggenschap verdeeld is over zowel de Tweede als de Eerste Kamer zijn in ieder geval heel verhelderend geweest. Daarmee hebben die antwoorden ons zeker geholpen om ons later vandaag een eindoordeel te vormen over dit wetsvoorstel.

In het geheel heeft de minister het woord "onverwijld" als een belangrijk woord genoemd. Het woord "onverwijld" zou ik ook heel graag toegepast hebben op de nog openstaande en dus onbeantwoorde vragen die onze fractie heeft gesteld over de ondergrens; sorry dat ik daar toch weer over begin. Ik begrijp heel goed dat het lastig is om daar nu heel klaar over te zijn. Maar ja, de vragen die nog openstaan, moeten toch en het liefst onverwijld worden beantwoord. De motie zal eveneens toch uitgevoerd moeten worden, dus ik krijg graag toch nog een reactie van de minister op dat proces en het liefst natuurlijk ook op de inhoud.

Dan hebben we de motie over het zorgplan. De vragen daarover zijn door de minister beantwoord in die zin dat het LCPS, het ROAZ en alle instanties die de afgelopen maanden de crisis hebben gemanaged, nog bestaan en ieder moment weer in de lucht kunnen zijn of alweer zijn. De motie gaat echter ook over het in de lucht houden, zeg maar, van het zorgpersoneel en de zorgorganisaties als zodanig. Ik heb zelf al genoemd PTSS, dat bij veel verpleegkundigen voorkomt, maar het gaat er ook om, het vak boeiend te houden en te zorgen dat de instroom op orde blijft de komende jaren, en dat de uitstroom niet groter wordt. Er zijn nogal wat zorgverleners die vervroegd pensioen nemen, nu ze deze belasting hebben gehad. En daar gaat het zorgplan eigenlijk ook over, om de komende jaren de zorg in de lucht te houden. Dus graag ook op die elementen nog een uiteenzetting van de minister.

Dan tot slot. De wetgeving over de A-status van covid is aan de orde geweest. Nou, het wetsvoorstel is vanmiddag in de commissie ter procedure, dus op die discussie wil ik nu even niet ingaan. En daarmee beëindig ik graag mijn tweede termijn. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Prins namens de fractie van het CDA.