Plenair Van der Linden bij behandeling Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie



Verslag van de vergadering van 29 juni 2021 (2020/2021 nr. 43)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.03 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Linden i (Fractie-Nanninga):

Voorzitter. Ik wil vandaag stilstaan bij een bizarre paradox in het hedendaagse klimaatdebat, namelijk dat we vandaag enerzijds spreken over het versneld sluiten van hypermoderne kolencentrales om CO2-uitstoot te verminderen, terwijl er anderzijds massaal en in toenemende mate energieproductie wordt opgetuigd die gebaseerd is op het kappen en verbranden van miljoenen bomen, namelijk biomassa.

Wie naar de schoorsteenpijp van een kolencentrale kijkt, ziet daar onmiskenbaar flinke rookwolken uit komen. Iedereen begrijpt dat dit niet direct bevorderlijk is voor het milieu. Ieder normaal mens die kijkt naar de schoorsteenpijp van een biomassacentrale, komt tot dezelfde conclusie, want die ziet daar ook flinke rookwolken uit komen, dus hij begrijpt dat ook dat niet direct bevorderlijk is voor het milieu. En nu komt de paradox — een redenering die alleen politici zouden kunnen bedenken. De rook die uit de pijp van die kolencentrale komt, door het verbranden van kolen, is slecht voor het klimaat, en de rook die uit dezelfde pijp van die biomassacentrale komt, door het verbranden van bomen, is goed voor het klimaat. Dat is geen grap, dat is de heersende beleidsopvatting in de huidige politiek. De uitstoot ziet er hetzelfde uit, komt uit dezelfde schoorsteenpijp en is vies, maar voor het klimaat maakt het een wereld van verschil.

De heer Crone i (PvdA):

U weet dat CO2 van kolen komt, van CO2 die miljoenen jaren geleden is opgeslagen, via plantjes onder de grond. CO2 van kortdurende biomassa is pas kortgeleden door de plantjes opgenomen. Dus eigenlijk is CO2 van biomassa gestolde zonne-energie. Dus als u nu een takje op de grond gooit, is het over tien jaar verteerd en dan zit alle CO2 van dat takje in de lucht. Dat is een kringloop op korte termijn. Je moet dus een kringloop hebben van een korte termijn, hooguit van tien jaar. Natuurlijk moet je geen bomen kappen van honderd jaar. Maar kortdurende biomassa gaat anders vanzelf ook CO2 worden.

De voorzitter:

Wat is uw vraag, meneer Crone? Dit is een interessant college, maar dit is nog vroeg in de termijn.

De heer Crone (PvdA):

De vraag was: wat is het verschil tussen CO2 van kolen en CO2 van biomassa? Ik vraag of hij deze analyse kan onderschrijven, want dit is gewoon eenvoudige biologie.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ik ben blij dat de heer Crone mijn redenering, dat dit een redenering is die alleen politici verzinnen, hier volledig onderschrijft. Ik ben het echt helemaal oneens met het uitgangspunt dat er een soort CO2-klimaatkringloop zou zijn en met de terugverdientijd. Ik kom daar zo meteen in mijn betoog ook nog op terug.

De heer Crone (PvdA):

U kunt toch niet eenvoudig …

De voorzitter:

Ho, ho, meneer Crone, ik heb u nog niet het woord gegeven. Ik wacht even tot de heer Van der Linden is uitgesproken en dan kijken we of het misschien toch beter is om even te wachten tot hij zijn betoog vervolgt, want hij komt nog terug op uw vraag, begreep ik net. Meneer Van der Linden was nog niet klaar.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Jazeker, wel.

De voorzitter:

Inmiddels bent u klaar? Dan stel ik voor dat we even wachten tot de heer Van der Linden terugkomt op het punt van uw vraag. Hij heeft net aangekondigd dat hij daarop terugkomt.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ik kom daar zeker op terug.

De voorzitter:

Hij komt er zeker op terug. Ik stel dan toch voor dat we daar even op wachten.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Maar ik constateer wel dat we politiek van mening verschillen over de duurzaamheid van het verbranden van bomen.

De voorzitter:

Dat is hier niet verboden.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

De enige reden waarom die rook van verbrande bomen goed zou zijn voor het klimaat, is omdat dat door de politiek zo is afgesproken. Het is een internationale, politieke afspraak in het Parijs-akkoord en Nederland volgt die: CO2-uitstoot door bomenverbranding is nodig om klimaatdoelen te behalen. Afspreken dat het verbranden van bomen nodig is om klimaatdoelen te behalen, is alsof je naar de diëtiste gaat en afspreekt dat het dagelijks drinken van blikjes cola nodig is om gewicht te verliezen. Precies zo werkt het met de uitstoot van rook door houtverbranding. Het is er wel, iedereen ziet het, iedereen merkt het, iedereen ruikt het, maar we spreken af dat het niet meetelt. Het is bizar dat dit het uitgangspunt van het kabinetsbeleid is. Ik ken geen Nederlander, behalve wellicht de heer Crone, die dat begrijpt. Ik begrijp niet dat partijen die het Klimaatakkoord steunen, dit accepteren en niet ingrijpen. Wat nou tegenmacht? U staat erbij en u kijkt ernaar hoe het kappen en verbranden van bomen als goed voor het klimaat wordt bestempeld.

Voorzitter. Staat u mij toe om de redenering die hierachter zit, en waar we net een debatje over hadden, uit te leggen. Die redenering is dat boomverbranding klimaatneutraal zou maken, die ik overigens niet deel. Die redenering is dat we kerngezonde bomen kappen en verbranden, dat daarvoor nieuwe bomen worden aangeplant en dat die bomen dan gedurende de 40 of 50 jaar dat ze weer groeien, CO2 opnemen die de verbranding compenseert. Er zou — zo is vanachter het bureau van een lobbyist vast bedacht — op die manier een duurzame kringloop ontstaan, de zogenaamde CO2-neutraliteit. Deze redenering is belachelijk. Het is zelfs, dat is mijn mening, een belediging voor het gezond verstand. Want als je deze redenering al aanhangt, waarom zouden we dan niet vooral heel veel nieuwe bomen planten ter compensatie van bijvoorbeeld de uitstoot van kolen? Iedereen wordt vrolijk van bomen en niemand die ik ken, wordt vrolijk van het op industriële schaal kappen en verbranden van bomen voor het klimaat.

Het tweede kritiekpunt op de terugverdientijd van gekapte bomen, is de lange duur. Ik had daarover net ook een vraag aan de heer Pijlman. In de 40 tot 50 jaar dat bomen de CO2 gaan opnemen die nu vrijkomt als we ze verbranden, kunnen we toch gemakkelijk vele kerncentrales bouwen? Dat is een schone, betrouwbare en zeer efficiënte manier van energievoorziening. Hoe kan het nou dat klimaatfanatici het bouwen van kerncentrales te lang vinden duren om het klimaat te redden, terwijl diezelfde mensen accepteren dat de CO2-terugverdientijd door het verbranden van bomen, 40 of 50 of misschien wel 100 jaar duurt?

De heer Pijlman i (D66):

Ja, op het gevaar af dat we het debat van vorige week overdoen, toen we het ook over kerncentrales hebben gehad. Het is niet zo eenvoudig om kerncentrales te bouwen, ook al zijn het niet categorie 4-, maar categorie 3-kerncentrales. Ik heb toen wel tien voorbeelden genoemd, in Europa en de Verenigde Staten, waar dat helemaal uit de hand is gelopen, waar tientallen miljarden overheidsgeld inmiddels zijn verspild en waar ze nog steeds niet draaien. Ik ben absoluut geen principieel tegenstander van kernenergie, maar het is te makkelijk om te doen alsof dit een heel makkelijk alternatief is. Dat is niet zo.

De voorzitter:

Dus u hebt geen vraag.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Maar daar ging mijn interruptie net ook over. Het is geen heel makkelijk alternatief. De keuze is volgens mij wel makkelijk. Ik vroeg u net bij de interruptiemicrofoon hoe lang die transitieperiode is. Ik geef nu aan dat men redeneert dat biomassa, zoals het verbranden van hout, duurzaam is, omdat de CO2 in 40 tot 50 jaar zou zijn terugverdiend. Mijn redenering is dan: in die tijd moet het toch wel lukken om een aantal kerncentrales te realiseren. Dus als u het toch een overbruggingsperiode vindt, dan zouden we die periode ook kunnen gebruiken om kerncentrales te bouwen en vooral veel bomen aan te planten, maar ze niet meer te verbranden.

De voorzitter:

Dank u wel. Korte interrupties graag, met korte antwoorden.

De heer Pijlman (D66):

Maar dan gaat u nog steeds niet in op de problemen rondom kernenergie. Daarom is er juist gezegd dat we ook biomassa nodig hebben. Dat is overigens wat anders dan het massaal kappen van bomen, zie het debat van vanochtend. Hopelijk is het tijdelijk, zo kort mogelijk. Daarom mijn pleidooi voor waterstof.

De voorzitter:

Heeft u nog een korte vraag, mijnheer Pijlman?

De heer Pijlman (D66):

Het is een antwoord op een vraag. Zet kernenergie er niet helemaal tegenover, alsof het een eenvoudige keuze is, want dat is het niet. Dat wil ik nog meegeven. En dan heb ik het nog niet eens over het afval.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog, mijnheer Van der Linden.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

De keuze is zeer eenvoudig, maar we zijn het hierover oneens.

De voorzitter:

Mag ik de leden verzoeken om niet in de zaal vanaf hun zitplaats het debat te voeren? De reden daarvoor is dat mensen die dit debat van elders willen volgen, het dan niet kunnen volgen. Grondwettelijk gezien is dit een openbaar debat. Mensen moeten het dus goed kunnen volgen. Vanuit de zaal dingen roepen naar de spreker of naar elkaar, is dus niet de manier om het te doen. Het verzoek is om dat niet te doen.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Dit brengt mij bij het voorliggende wetsvoorstel. De Klimaatwet en de daarin opgenomen klimaatdoelen eisen een harde CO2-reductie. Urgenda klaagt de Staat aan in het algemeen belang, omdat de Staat die doelen niet haalt. Urgenda is daar tamelijk succesvol in. Als gevolg van de Urgenda-uitspraak ligt vandaag een wetsvoorstel voor met een lukrake en ondoordachte noodgreep, namelijk de noodgreep om de productie van energie uit kolen versneld te verlagen. De hypermoderne kolencentrales mogen, terwijl ze net een paar jaren open zijn, nog maar op 35% van hun maximale capaciteit draaien.

Ik wil de wet plaatsen in het betoog dat ik zojuist heb gehouden over het verbranden van bomen en daarbij nog even de volgende feiten opsommen:

1. Wij hebben in Nederland nog 4 hypermoderne, efficiënte kolencentrales draaien.

2. Er draaien in Nederland 219 centrales die op industriële schaal bomen verbranden.

3. Er zijn nog eens 153 verbrandingscentrales voor bomen gepland. In totaal zijn dat dus 372 stuks.

4. Wij subsidiëren die boomverbranding met gigantische bedragen, met miljarden.

5. De wet om kolencentrales versneld te sluiten, kost ons ook nog eens miljarden.

6. Het ombouwen van kolencentrales naar boomverbrandingscentrales leidt tot meer uitstoot. Het opwekken van elektriciteit in kleine boomverbrandingscentrales veroorzaakt tot 20% meer uitstoot van CO2 — maar dat telt niet mee — fijnstof en stikstof dan een kolencentrale.

De conclusie is wat ons betreft dus simpel. Wie begaan is met het klimaat, met het milieu, met de natuur, met de biodiversiteit en met onze welvaart, die spreekt zich vandaag uit tegen deze wet en die richt al zijn of haar pijlen op het stoppen met de industriële verbranding van bomen. Dat is de logische keuze, en om die keuze te onderstrepen dien ik, bij uitzondering al in de eerst termijn, een motie in. Dat is de motie "Boomverbranding voor industriële energieopwekking is zonde".

De voorzitter:

Door de leden Van der Linden, Nanninga, Berkhout, Van Pareren en Beukering wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Nederland op industriële schaal energieproductie plaatsvindt op basis van de verbranding van gekapte bomen;

overwegende dat het op grote schaal kappen van bomen voor industriële verbranding in energiecentrales niet te rechtvaardigen valt qua milieu-, klimaat-, natuur- en biodiversiteitsbeleid;

verzoekt de staatssecretaris om alles in het werk te stellen om industriële energieopwekking op basis van gekapte bomen zo snel mogelijk te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter D (35668).

Uit de ondertekening van de motie blijkt al dat ze voldoende ondersteund wordt.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Dan sluit ik af met een wijs citaat. "Kolencentrales draaien om een reden. We hebben energie nodig. Als je kolencentrales wil sluiten, moet je wel een plan hebben. Zomaar maatregelen naar buiten slingeren, is niet zinnig." Dit citaat is afkomstig van voormalig VVD-Tweede Kamerlid Dilan Yeşilgöz, opgetekend op 20 december 2018 op Radio 1. Vandaag verdedigt zij hier als staatssecretaris de verdere sluiting van kolencentrales, zomaar lukraak, zonder plan. Ik constateer — dat is deze week actueel — dat het raar kan lopen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Linden. Dan geef ik nu het woord aan de heer Crone namens de Partij van de Arbeid.

Meneer Van der Linden, ik zie nu dat uw motie niet was ondertekend. Voor de Handelingen kijk ik even of de indiending van de motie voldoende ondersteund wordt. Dat is inderdaad het geval.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Crone.