Plenair Nanninga bij behandeling Wet handhaving kraakverbod



Verslag van de vergadering van 23 maart 2021 (2020/2021 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):

Voorzitter, dank u wel. Ik dank ook de indieners van dit initiatiefvoorstel, de heer Koerhuis en mevrouw Van Toorenburg.

Voorzitter. De indieners vinden mijn partij, JA21, vierkant aan hun zijde als het gaat om het aanpakken van kraken. Ik ken uit mijn werk in de Amsterdamse raad schrijnende voorbeelden van krakers die onder meer ondernemers duperen. Het dieptepunt in de afgelopen twee jaar was misschien wel de kraak van de uitgeprocedeerde illegalen van We Are Here — de heer Dittrich memoreerde het net al even — die een pand bezetten van de ondernemer Salih Ozcan. Dat pand had hij in gereedheid gebracht voor zijn bedrijf. Ozcan werd door de krakers met een beroep op hun rechten hardhandig zijn eigen pand uit gewerkt en bleef achter met een vernield interieur en een torenhoge rekening.

Voorzitter. Het aldus afdwingen van woonruimte is niet te tolereren. Wij zouden dan ook graag wetgeving zien die deze inbrekers het kraken zo lastig mogelijk maakt. Daarom waarderen wij dit initiatief bijzonder, maar wij moeten bij nadere beschouwing toch tot onze spijt constateren dat dit initiatiefvoorstel misschien niet de harde en helpende hand biedt waar JA21 zeker voorstander van is. De deskundigenbijeenkomst van vorige week versterkte deze twijfel.

Voorzitter. Er zijn veel vragen bij mijn fractie. Enkele daarvan zijn al gesteld door sprekers voor mij, dus ik zal trachten om doublures te voorkomen. Om te beginnen verduidelijken de indieners de nieuwe procedure in een schematische tabel in de memorie van toelichting. Ten aanzien van de haalbaarheid van deze procedure binnen de voorgestelde termijn merken de initiatiefnemers op dat zij een termijn van 72 uur tot ontruiming niet onredelijk achten. In de huidige praktijk is de doorlooptijd van het kort geding gemiddeld tussen de drie en bijna acht weken. Met dit wetsvoorstel zou die in beginsel drie dagen moeten zijn, maar ik mis de onderbouwing. Is dit een wens van de initiatiefnemers? Is dit het optimale scenario of kunnen zij hardmaken dat het daadwerkelijk een termijn van drie dagen zal worden? In een situatie met complexe of omvangrijke dossiers is deze termijn ons inziens al niet haalbaar.

De initiatiefnemers wijzen terecht, zoals ik in mijn inleiding al aanstipte, op het leed van eigenaren van gekraakte panden in antwoord op de bedenkingen van de RvS in verband met de mogelijke schending van het huisrecht, de proportionaliteitstoets. Is het wetsvoorstel bestand tegen een mogelijke toets in rechte of de nieuwe procedure op gespannen voet staat met artikel 13 van het EVRM, dat ook al door de heer Dittrich is aangestipt — je kunt natuurlijk verwachten dat dit gaat gebeuren — en andere procedurele waarborgen? Het is natuurlijk een beetje een advocaat-van-de-duivelvraag, maar het is ook een nuchtere vraag. Want wat is de waarde van een wet als we hier al met z'n allen kunnen bedenken dat krakers zich daarop gaan beroepen en deze wet op die manier lek gaan schieten?

Een ander kritiekpunt van de RvS: wat is de daadwerkelijke tijdwinst die redelijkerwijs mag worden verwacht van de nieuw voorgestelde procedure bij de rechter-commissaris? Daarbij moet allereerst worden opgemerkt dat de officier van justitie in de huidige situatie bevoegd is om in samenspraak met het lokaal gezag — dat is een belangrijk punt waar ik straks op terugkom — te besluiten tot een spoedontruiming in uitzonderlijke omstandigheden. In de door de initiatiefnemers voorziene procedure dient ook in dergelijke uitzonderlijke omstandigheden een verzoek te worden ingediend bij de rechter-commissaris. Volgens de toelichting kan in die situatie worden afgezien van het horen van krakers, maar het kan niet worden uitgesloten dat de procedure bij de rechter-commissaris in dergelijke spoedgevallen meer tijd in beslag zal nemen dan een spoedontruiming door het OM in de huidige situatie. De RvS heeft net als wij derhalve vragen over de daadwerkelijke tijdwinst. De inschatting is zelfs dat de procedure bij de rechter-commissaris in spoedgevallen meer tijd in beslag zou kunnen nemen dan een spoedontruiming door het OM in samenwerking met het lokaal gezag in de huidige situatie. Dit temeer omdat het initiatiefvoorstel geen antwoord geeft op de gebrekkige politiecapaciteit. Het voorbereiden van een uitzetting zal altijd tijd en mankracht kosten en daarin zal dit initiatief geen verandering brengen.

Voorzitter. Dat brengt ons de capaciteit. Ook de VNG heeft kritische noten te kraken over de capaciteit bij zowel OM als politie inzake dit wetsvoorstel. De details hebben we in de aanhangende stukken kunnen lezen. Ik ben benieuwd hoe de initiatiefnemers aankijken tegen de kritiek van de VNG dat hun wetsvoorstel ten koste gaat van de handhavingscapaciteit op andere thema's. Kunnen de initiatiefnemers misschien ontkrachten dat hun wetsvoorstel leidt tot meer werklast voor politie, OM en de rechterlijke macht?

In de Tweede Kamer constateerden de leden van de SGP-fractie dat "de gemeente Amsterdam de handhaving van de huidige wet actief belemmert door eigenstandig de voorwaarde toe te voegen dat er niet ontruimd wordt voor leegstand en pandeigenaren oproept geen aangifte te doen". Deze leden constateren dat dit indruist tegen de democratische rechtsstaat waarin de gemeente Amsterdam de nationale wetgeving dient te respecteren. Zij vragen vervolgens: kan de regering aangeven hoe zij de gemeente Amsterdam wil sommeren de nationale wetgeving in acht te nemen? De SGP-fractie stipt hier een wezenlijk punt aan, namelijk het probleem van het feitelijk niet willen handhaven van het kraakverbod. Ik wil hierbij wel aantekenen dat zelfs burgemeester Halsema hierin enigszins is bijgedraaid, omdat het kraken de spuigaten uitliep. Sindsdien is er sprake van een aanzienlijke verbetering, zoals wederom de heer Dittrich al aanstipte. Maar de vraag blijft: waarom zoeken de initiatiefnemers hun heil in een wetsvoorstel dat de oplossing voor de handhaving van het kraakverbod zoekt in de techniek, in plaats van te onderkennen dat het aanpakken van kraken in de eerste plaats vraagt om bestuurlijke wil en commitment, betrokkenheid — niet onnodig Engels gebruiken, maar u begrijpt mijn punt.

Voorzitter. Kraken is strafbaar. Het is een plaag voor pandeigenaren, het is een zware last voor OM en politie, het is moreel verwerpelijk en het kan wat ons betreft niet hard genoeg aangepakt worden. Maar tot onze spijt roept dit initiatiefvoorstel alles overziend bij mijn fractie wel de volgende, wellicht een beetje open vraag op: wat beweegt de initiatiefnemers om een wetsvoorstel te willen doorzetten waartegen toch niet de minste instellingen — de Raad van State, de VNG, politie, OM, rechterlijke macht — op voorhand zware bedenkingen aanvoeren? Dan spreken we over uitvoerig onderbouwde en ons inziens door initiatiefnemers helaas niet afdoende weerlegde bedenkingen dat voorgestane aanpak niet tot een betere aanpak leiden zal, maar wel tot een toenemende werklast en bureaucratie.

Voorzitter. Ik zal met open geest en zeer belangstellend kennisnemen van uw antwoorden en op basis hiervan mijn fractie nader adviseren. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nanninga. Dan is het woord aan de heer Doornhof namens de fractie van het CDA.