Plenair Janssen bij behandeling Verduidelijking tijdelijke grondslag voor regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer



Verslag van de vergadering van 8 januari 2021 (2020/2021 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.04 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter, dank u. Drie opmerkingen vooraf. U heeft al gememoreerd dat dit de eerste vrijdag sinds 70 jaar is dat deze Kamer bij elkaar komt. Als ik er misschien nog de uitdaging aan toevoeg of eens nagekeken kan worden hoelang het geleden is dat deze Kamer op een vrijdag van reces terugkwam, dan is dat misschien nog wat langer geleden, en dat maakt het misschien nog iets unieker.

Voorzitter. Twee andere opmerkingen. Ten eerste richting de heer Otten, die ongeveer een doodzonde beging door Wayne Gretzky een Amerikaan te noemen, terwijl dat toch echt een Canadees is. Als je die opmerking in Canada maakt, weet ik niet of die helemaal strafbaar is, maar het komt wel in die richting. En, voorzitter, misschien is het een idee om de minister de volgende keer een loopmicrofoon te geven. Dat komt echt de verstaanbaarheid ten goede. Ik gun iedereen zijn halfuur wandelen volgens het GGD-wandeladvies.

Voorzitter. Ik hoorde de minister een aantal dingen zeggen in zijn beantwoording. Waar ik mij met name zorgen over maak, is de uitvoering in de bus en de treinen. Hij zegt dat reizigers in treinen wordt geadviseerd bij het volgende station uit te stappen. Ik mag toch hopen dat dat geen advies is en dat als iemand aangetroffen wordt van wie wordt vastgesteld dat die niet over een negatief testresultaat beschikt, daar een andere actie op volgt dan het vriendelijke verzoek om bij het volgende station de trein te verlaten. Dat geldt ook voor de chauffeurs van bussen die moeten vragen bij instappen of iemand een certificaat heeft. We konden vorige week in de Volkskrant lezen dat chauffeurs van FlixBus nergens van wisten. Het bedrijf had gezegd dat ze hen er wel op hadden gewezen. Dat gaat dus niet goed.

Dat brengt me ook op de controle. Wie controleert er? Is dat de KMar? Is dat de ILT, de Inspectie Leefomgeving en Transport? Is dat risicogestuurd? Want als je een ding wilt hiermee, is dat er een pakkans is. Kijk naar het zwartrijden. Als je nooit gecontroleerd wordt, dan wordt de verleiding wel heel groot om je er niets van aan te trekken. Is de capaciteit er überhaupt om die controles uit te voeren?

Vervolgens over de transfers toch even een vraag. Er is een uitzondering voor mensen die blijven zitten in een vliegtuig. Je weet niet altijd of je kan blijven zitten, maar stel. Als nou een gedeelte blijft zitten en een gedeelte het vliegveld op gaat, dan is ondertussen op die vlucht wel iedereen die uitstapt, blootgesteld geweest aan mensen zonder een negatief testresultaat, die mogelijk wel besmettelijk zijn geweest voor de rest van het vliegtuig. Ik snap het niet. Zou je niet gewoon moeten willen dat er geen mensen met besmetting in een vliegtuig komen? Een beetje de omgekeerde redenering van de heer Van Hattem, maar die uitzondering snap ik niet.

We gaan in Nederland controleren of een certificaat van een testinstituut origineel en niet vervalst is. Nu zijn er in Zuid-Europa heel veel particuliere testinstituten; niet alles is publiek. Ik vraag me af hoe een Nederlandse handhaver gaat controleren of een bijvoorbeeld door een Portugees instituut uitgegeven testcertificaat qua beeldmerk et cetera authentiek en verantwoord is. Ik heb dus echt nog een onvoldoende goed gevoel bij de praktische uitvoering van de toezicht en de handhaving.

De noodzakelijkheid van de reis moet aangetoond worden. Ik hoorde de minister gisteren in de Tweede Kamer zeggen dat die brief er eigenlijk wel is. Die is al klaar. De minister kent de inhoud ook, maar vond het niet gepast om die gisteren, kort voor het debat, de Tweede Kamer toe te sturen en zei dat die volgende week komt. Maar wij staan hier nu. Ik kan mij voorstellen dat die noodzakelijkheid van een reis, in combinatie met een verplichte test, wel degelijk iets doet, al was het maar voor de capaciteit van het een en ander, voor wat je moet gaan controleren of niet moet gaan controleren.

Ik had de minister gevraagd of juridische grond van deze wet vervalt als je een bewijs van vaccinatie hebt waaruit blijkt dat je niet meer besmettelijk en besmetbaar bent. Kan je nog wel zo'n test eisen als iemand niet meer de gezondheid in gevaar kan brengen? Vervalt, op het moment dat duidelijk is dat je niet besmettelijk en besmetbaar bent, voor deze categorie de verplichting voor zo'n test?

Over lid 5 is al veel gezegd. De minister heeft daar een paar dingen over gezegd, maar ik ben het wel eens met de hele discussie over de bredere lezing van de memorie van toelichting. Vandaar dat ik gevraagd heb of onvoldoende testcapaciteit nu een zelfstandige grond is of dat daaraan van alles wordt toegevoegd. De minister clausuleert dat heel erg in, want er moeten ook nog overige omstandigheden zijn. Dat lees ik er in ieder geval niet in.

Voorzitter. Dan toch nog even over de motie, waar ik zojuist kort op inging. De minister zei dat hij geen vraag hoorde. Ik wees de minister op een onjuistheid, waardoor er straks, als er eind januari iets zou komen, dertien weken over is nagedacht. Op 27 oktober is die motie hier aangenomen. Na een aantal weken heeft de commissie JenV gevraagd hoe het daarmee stond en of er nog iets ging komen. Toen was het antwoord van de minister van VWS: "Voor het reces heeft u de modaliteiten in beeld". Vervolgens kwam er een uitstelbriefje toen wij navroegen omdat er niks kwam: "Nee, dat wordt direct na het reces". Ik hoor de minister nu zeggen dat het eind januari wordt. Ik vind dit echt een beschamende gang van zaken.

Voorzitter. De minister wil het niet over ijshockey hebben, omdat hij daar geen bal verstand van heeft. Laat ik dan afsluiten met twee citaten van zijn idool. Ik zou er drie kunnen geven, maar laat ik er twee doen. Het eerste citaat, misschien naar aanleiding van het reactieve optreden dat ik soms bemerk, is: "Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt". Het laatste citaat is naar aanleiding van de spoed die wij hier vandaag moeten betrachten: "Als je een speler ziet sprinten, is hij te laat vertrokken".

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan de heer Backer namens de fractie van D66.