Plenair Kox bij Interpellatie-Kox over de uitvoering van de motie-Kox c.s. over een tijdelijke huurstop voor zowel de sociale sector als de vrije sector



Verslag van de vergadering van 2 juni 2020 (2019/2020 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.28 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Ik dank de minister voor haar beantwoording. De minister zei: we weten nog niet alles. Dat is een zin die we veel gehoord hebben de afgelopen maanden. En terecht, want zoals onze minister-president zegt: op basis van 50% informatie moeten we 100% besluiten nemen. Dat geldt ook hiervoor. We weten nog niet alles. De minister zegt dat zich nu nog geen grote aantallen huurders hebben gemeld met "ik zit nu vanwege corona in de problemen". Maar we weten nog niet alles. Wat we wel weten, is dat de woningcorporaties zelf via hun kwaliteitscentrum hebben gezegd: 360.000 huurders geven nu in onze enquêtes aan dat ze financieel in de problemen zouden kunnen komen. 800.000 mensen zitten volgens het Nibud financieel klem en besparen al op van alles en nog wat om de huren te betalen. Gepensioneerden en mensen met een uitkering lopen geen gevaar, zegt de minister. Dat moeten we nog maar even zien, want het zou zomaar wel kunnen gebeuren. Dus we weten nog niet alles, maar dat wil niet zeggen dat we op basis van de informatie die we hebben, niet zouden kunnen handelen.

De heer Van der Burg (VVD):

Het klopt natuurlijk dat we niet alles weten. De vraag is of dat niet altijd het geval is. Maar bent u het met me eens dat we in ieder geval wel weten dat Aedes ons een brief heeft gestuurd waarin zij namens de woningcorporaties hebben gezegd achter het beleid van de minister te staan? We weten nog niet alles, maar bent u het wel met me eens dat IVBN heeft gezegd dat zij tot nu toe van 1% van de huurders meldingen hebben gekregen die gerelateerd zijn aan corona? Is de heer Kox het met mij eens dat wij die twee dingen wel weten?

De heer Kox (SP):

We hebben inderdaad een brief gekregen van Aedes, waarin staat dat, ceteris paribus zal ik maar zeggen, dus onder gelijkblijvende omstandigheden, de corporaties zeggen: als we het ene moeten betalen, hebben we geen geld voor het andere. Waar we geen antwoord op hebben gekregen — daar was een van de vragen op gericht — is: heeft de minister ook gezegd "als jullie de huren nu bevriezen en ik een deel van de verhuurderheffing voor dit jaar uitstel — we stellen heel veel belastingen uit op dit moment — valt er dan met jullie te praten?" Dan weten collega Van der Burg en ik dat Aedes dan meteen had gezegd: dan valt er zeker met ons te praten, want wij willen dat namelijk al heel lang, zo goed als eigenlijk een groot deel van het parlement dat ook allang wil.

Het tweede is dat inderdaad een groep van institutionele beleggers zegt: wij krijgen weinig klachten. Tegelijkertijd heeft een grote institutionele belegger, Invest-NL, gezegd: wij vinden de situatie toch zo erg dat wij de huurverhoging onverplicht zelf uitstellen voor een jaar. Dat zijn ook signalen. En als derde: de Woonbond, door de minister genoemd als aan haar kant staande, heeft een duidelijke positie: de motie van de Eerste Kamer zal moeten worden uitgevoerd. Kijk op de website van de Woonbond, daar staat het. De Woonbond wil nog veel meer, maar wil vooral dat ook gedaan wordt wat deze Kamer heeft uitgesproken. Dat zijn drie andere bewijzen.

De heer Van der Burg (VVD):

Ik ben blij dat de heer Kox mij indirect nóg een argument geeft, iets wat we al weten, namelijk dat zelfs institutionele beleggers in een aantal gevallen hebben aangegeven, de huur niet te verhogen. Dat sluit aan bij het verhaal van de minister. We weten dat de corporaties achter het beleid van de minister staan, we weten dat de Vereniging van Institutionele Beleggers zegt weinig problemen te zien en we weten dat sommige individuele institutionele beleggers de huren niet verhogen. Dank u wel, voorzitter.

De heer Kox (SP):

In deze zaal valt gewoon het begrip "Hollandse rekenkunde" zomaar bij je binnen. Onze Koning Willem I was hier erg bekwaam in. Als één investeerder zegt de huren niet te verhogen, dan is voor collega Van der Burg het argument om te zeggen: er is geen probleem. Als een ander zegt niets te horen, dan is er geen probleem. Als de Woonbond zegt: bevries de huren maar, dan heeft de heer Van der Burg dat niet gehoord, maar als Aedes een brief schrijft "als we niet meer geld krijgen, kunnen we de huurverhoging niet wegschrijven" dan heeft hij dat ook niet gehoord. Je kunt zo redeneren, maar het is niet helemaal logisch en het klopt ook niet.

De voorzitter:

De heer Van der Burg, nog een korte vraag. U krijgt straks eigen spreektijd.

De heer Van der Burg (VVD):

U zag dat ik ging zitten, voorzitter, omdat ik dacht dat ik klaar was. Maar de heer Kox kiest een bijzondere redenering. Ik heb niet aangegeven dat er geen problemen zouden zijn, ik heb alleen aangegeven dat we meer informatie hebben dan de heer Kox suggereert. En ik heb aangegeven dat de belangrijkste gesprekspartners van de minister, ook in de motie genoemd, achter het beleid van de minister staan. Dat is wat ik heb gezegd, voorzitter.

De heer Kox (SP):

En collega Van der Burg vergeet de 800.000 mensen die volgens het Nibud nu al financieel klem zitten, en wier situatie in ieder geval niet verbetert, maar verslechtert, en dat de woningcorporaties zelf zeggen: 360.000 van onze huurders geven nu aan dat ze in financiële problemen raken vanwege de coronacrisis. Dat is toch net een iets grotere groep dan de groep waar de minister het over heeft. Nog een keer: voor die groep moet ook van alles gebeuren, daar hebben we maatwerk voor, maar deze Kamer wil nog iets meer doen, namelijk een generieke regeling voor alle mensen.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Kox (SP):

Ik vervolg mijn betoog. De minister zegt: voor een generieke maatregel, als ik die al zou overwegen, is meer tijd nodig. Maar soms heb je die tijd niet. De tijd is nu: 1 juli worden de huren verhoogd om op 1 augustus te zeggen: nou, dat was toch eigenlijk niet zo verstandig, dat hadden we beter toen kunnen doen. Dan is het toch beter om in dit geval maar te zeggen: we moeten op dit moment die beslissing nemen. Het kost 400 miljoen, het is geen structurele uitgaaf, maar een uitgaaf voor nu. En het geld is beschikbaar in de verhuurderheffing.

De voorzitter:

Bent u bijna aan het eind van uw betoog?

De heer Kox (SP):

Ik ben bijna aan het einde van mijn betoog. Ik had gehoopt dat de minister zou begrijpen dat deze Kamer een uitdrukkelijk verzoek op tafel heeft gelegd en dat deze Kamer niet erom bekendstaat dat ze enkele weken later zegt: nou, vergeet het maar, we hebben weer iets anders. Ik had gehoopt dat de minister op enigerlei wijze tegemoet zou komen aan de wens van de Kamer. Ik constateer dat dat niet gebeurt. Daarom wil ik de volgende motie indienen.

De voorzitter:

Door de leden Kox, Vendrik, Nicolaï, Crone, Koffeman, Gerbrandy, Van Strien, Van der Linden en Van Rooijen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

gezien het verzoek van de Kamer van 21 april 2020 aan de regering om, als noodmaatregel in de coronacrisis, een tijdelijke huurstop mogelijk te maken voor de sociale sector en de vrije sector;

gehoord de antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de interpellatievragen over de uitvoering van motie 35431, D;

gehoord de beraadslagingen;

overwegende dat het in het goede verkeer tussen regering en parlement betaamt dat de regering in beginsel een motie van de Kamer uitvoert;

stelt vast dat de minister het dictum van de motie wel kan uitvoeren maar dat niet wenst te doen omdat ze een generieke huurmaatregel niet proportioneel en doeltreffend vindt;

doet een dringend beroep op de regering om alsnog de aangenomen motie uit te voeren door, op enigerlei wijze, een tijdelijke huurstop mogelijk te maken, of de Kamer mee te delen dat de regering het dictum van de motie niet wil uitvoeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter H (35431).

Dan ga ik naar de heer Rietkerk.

De heer Rietkerk i (CDA):

Ik denk dat deze Kamer ook weet dat er op dit moment al een tekort aan goede huurwoningen is. Het gaat dan om starters op de huurmarkt. Het gaat om heel veel studenten, maar ook om ouderen. De vraag van de CDA-fractie is: wat zijn de effecten voor die doelgroep als de motie die de heer Kox nu indient, haar uitwerking gaat krijgen?

De heer Kox (SP):

Dat zal geheel en al afhankelijk zijn van wat de regering op dat punt nog meer doet. Als de regering zegt "de huren worden niet verhoogd per 1 juni en bekijk het verder maar", dan hebben met name de corporaties een groot probleem. Als de minister zegt "vanwege een crisis waar jullie als corporaties niks aan kunnen doen, vind ik het toch beter om de huren te bevriezen; jullie kunnen mij dus aanspreken voor compensatie vanwege deze maatregel; dat kan bijvoorbeeld door een deel van de verhuurderheffing in 2020 door te schuiven of niet uit te voeren", dan denk ik dat er geen effect is. Het effect zal dan per saldo positief zijn, want minder huurders worden dan in de problemen gebracht. Het is aan de regering om die oplossing te vinden, maar die oplossing ligt er en uw partij weet ook dat die oplossing er ligt. Ik ben er eigenlijk wel van overtuigd dat als de minister met die oplossing kwam, uw partij ook zou zeggen: het is een beetje vroeg, maar voor volgend jaar hadden we het toch al voorzien, dus doe het maar.

De heer Rietkerk (CDA):

Ik denk dat de SP-fractie en de CDA-fractie het over de verhuurderheffing in 2013 al eens waren. Een heel aantal partijen die nu onder de motie staan, hebben de verhuurderheffing geïntroduceerd. Wij zagen toen de ellende al aankomen; wij zagen toen al dat er voor studenten, jonge mensen en ouders te weinig huizen zouden zijn. Wij zijn het daar dus over eens, maar via u heb ik ook van de medeondertekenaars antwoord gekregen op de vraag over de verhuurderheffing. Men heeft daar destijds een bepaald standpunt over ingenomen. Wij zijn het erover eens dat dat destijds een gedrocht is geweest. Dan de vraag. Dat is een als-danvraag. Nee, de vraag is: welke dekking geven alle partijen die onder deze motie staat, nu aan het kabinet mee? Ik heb het dan niet over u namens de SP-fractie, want wij zijn het eens over de verhuurderheffing, maar over alle partijen. De vraag is dan: welke dekking geeft u dan mee?

De heer Kox (SP):

Deze motie is ingediend op de dag waarop de Eerste Kamer een heel groot pakket noodmaatregelen van de regering behandelde. De minister van Financiën vertelde ons toen: "Ik doe iets anders dan ik normaal doe. Normaal zeg ik: ik heb nergens geld voor, dus waar is de dekking? Maar in dit geval zeg ik toe dat ik de uitgaven zal dekken, hoeveel er ook nodig is." Wij als Kamer hebben al die plannen gesteund, maar wij ook gezegd: wij hebben nog een aanvullend plan, zodat we 3 miljoen huurders waarvan volgens alle onderzoeken vaststaat dat zij in elk geval een slechtere uitgangspositie hebben dan de gemiddelde Nederlander, ook nog een beetje tegemoetkomen. Dat kost dan 400 miljoen. Die 400 miljoen moet op enigerlei wijze gedekt worden. Maar ik vind dat een lid van de partij van onze minister van Financiën, die zegt "whatever it takes", nu moeilijk het argument op tafel kan leggen dat we een speciale dekking moeten hebben als het voor het niet doorgaan van de huurverhoging is. Dat is niet nodig. Het kan gedekt worden. De verhuurderheffing is een mogelijkheid, maar als de minister op een andere manier akkoorden kan sluiten met de minister van Financiën, dan is dat ook oké. Het feit blijft dat een aangenomen motie in principe hoort te worden uitgevoerd door de regering, ook al heeft een partij daar niet voor gestemd. Dat moet de collega van het CDA toch ook aanspreken?

De heer Rietkerk (CDA):

Daarover verschillen wij niet van mening, als het om de feitelijkheid gaat. Het ging mij erom dat u in feite aangeeft dat er een dekking is via de verhuurderheffing. Daar bent u voor. U praat namens alle fracties. Dat betekent dus dat alle fracties die een handtekening onder uw motie zetten expliciet zeggen: het is geen motie zonder financiële dekking. Maar ik hoor dus uit uw mond dat al die fracties vinden dat de verhuurderheffing de oplossing is om dat op te pakken?

De heer Kox (SP):

U hebt kleinere oren dan ik, maar dat kan u niet horen, want daarover staat niets in deze motie. Deze motie is zoals gezegd ingediend op het moment dat de minister van Financiën in deze Kamer kwam zeggen "whatever it takes om deze crisis door te komen". Een grote meerderheid van deze Kamer vindt dat het niet laten doorgaan van de huurverhoging tot "whatever it takes" hoort. Dat kost 400 miljoen. Het is aan de minister om in samenspraak met haar collega's in het kabinet een oplossing daarvoor te vinden. Ik hoop dat de minister begrijpt dat als de motie opnieuw zou worden aangenomen, of als deze motie zou worden aangenomen, het wel een heel duidelijk teken in de richting van de minister en de regering is dat er nu wel iets moet gebeuren.

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

De 50PLUS-fractie tekent de motie ook mee.

De voorzitter:

Dank u wel en waarvan akte, meneer Van Rooijen. Dank u wel, meneer Kox. Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? Dat is het geval. Dan begin ik bij de heer Van Strien. Spreektijden zijn twee minuten maximaal.